NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
BELANGRIJK BERICHT.
Schetsen uit de recÉaal.
BUITENLAND.
iilo. 104.
Woensdag 29 December 1909.
Acht-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
Januari 1910 wordt de uitgave van het geïllusteerd
Weekblad, dat onze abonnés als Zondagsblad ontvingen gestaakt.
PAK ME MEE
Wegens den Nieuwjaarsdag
%al ons eerstvolgend nummer niet
ZATERDAGdoch VRIJDAGAVOND
verschijnen.
J. P. METZGER Jr., Tuinarchitect.
Steniaweg ZEIST.
Aanleg van Buitenplaatsen, Parken, enz.
FEUILLETON.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoonu0. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/» Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Qroote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Wij zijn er evenwel in geslaagd daarvoor een zeer goede plaats
vervangster te vinden, mits onze abonnés zich een kleine opoffering
willen getroosten.
Door een contract met den uitgever van
kunnen wij dit fraai geïllustreerd Weekblad voor slechts
VEERTIG CENT per driemaanden onzen abonnés aanbieden.
Het bevat het dubbele aantal pagina's als het tot dusverre ge
leverde Zondagsblad en is oneindig fraaier geïllustreerd. Wij ver
trouwen dan ook dat onze abonnés met deze verandering, tevens
een groote verbetering, genoegen zullen nemen en ons blad in
hunne kringen, willen aanbevelen.
De abonnementsprijs zal van 1 Januari a.s. af, dus met inbegrip
van het geïll. Weekblad ïPAK ME MEE" per 3 maanden
bedragen
voor de stad 11.15.
voor buiten de stad -1.25.
DE ADMINISTRATIE.
In den nacht van Vrijdag op
Zaterdag werden alle toegangen tot
Parijs scherp bewaakt en werd vooral
nauwlettend toegezien op de auto's,
die de stad binnenkwamen. Deze
maatregelen versterkten de sedert
reeds eenige dagen loopende geruch
ten, dat de politie bericht had ont
vangen, dat de pretendent hertog
Philip van Orleans te Parijs zou komen.
Wat de politie feitelijk aanleiding
heeft gegeven tot verscherping van
hare waakzaamheid is niet bekend,
wel weet men, dat de hertog van
Orleans dien nacht de mis heeft
bijgewoond in het kleine kerkje van
Eashan in Engeland.
Sneeuwstorm.
De hevigste sneeuwstorm, die sedert
twintig jaar voorkwam, heeft sedert
twee dagen in de Oostelijke staten
van Noord-Amerika gewoed. Drie
personen zijn gedood en 1500 per
sonen dakloos te Chelsea (Massa
chusetts) ten gevolge van een vloed
golf. De grootste hoeveelheid sneeuw
viel te Philadelphia, waar zij 22 inches
dik ligt. Te New-York zijn 15
personen gedood. De spoorwegen,
telephoon- en telegraafleidingen zijn
ernstig beschadigd. Het geheele ver
lies aan menschenlevens is nog niet
bekend.
Op den tweeden Kerstdag is in
Bohemen, een groot spoorwegongeluk
gebeurd, waarbij meer dan twaalf
personen zijn omgekomen en vele
andere in meerdere of mindere mate
werden gewond. De sneltrein Weenen
Berlijn, die 'smorgens balfacht van
Praag vertrekt is omstreeks halftien
dien ochtend bij het station Uhersko
in botsing gekomen met een goederen
trein. In een oogenblik waren 14
personen gedood en 20 zwaar gewond.
De schuld wordt geweten aan den
machinist van den sneltrein, die het
station zonder te remmen met een
snelheid van 80 K. M. in het uur
voorbij reed. De goederentrein was
juist bezig te rangeeren om de baan
vrij te maken.
Op telegraphische aanvraag kwamen
spoedig hulptreinen met doktoren en
verplegingsmateriaal, maar het duurde
toch uren voor al de gewonden onder
de vernielde wagens voor den dag
waren gehaald. De wagens waren in-
eengedrukt en op elkander geschoven
onder den geweldigen schok. De
locomotief en 4 wagens vormden een
zeer hoog opgestapelde, verwarde
massa. Elders waren diepe kuilen
geslagen, de rails waren doorgeknapt
als stroohalmen.
Door ontploffing van een gashouder
raakte een wagen in brand. Toen
het personeel van bet kleine station
van den eersten schrik was bekomen,
renden allen naar de plaats van het
onheil Men hoorde niets dan kermen en
schreien. Gewonde passagiers sloegen
de raampjes stukenklommenmet moeite
naar buiten. Anderen echter waren
geheel vastgeklemd. Er speelden zich
schrikkelijke tooneelen af vóór een
trein de gewonden vervoerde. Het
ergste was de brand die slechts met
groote moeite werd onderdrukt. De
reizigers die ODgedeerd waren gebleven
beijverden zich zeer bij het reddings
werk.
Het is nu gebleken, dat het signaal,
zooals de machinist op den sneltrein
beweerde, op veilig heeft gestaan,
door de schuld van een stationsbeambte,
wien dus als de werkelijke schuldige
een zware straf wacht. Even voor de
botsing, toen een stoker den goederen
trein zag, beproefde hij nog uit alle
macht te remmen, maar het was al
te laat.
Te Londen zijn op de Kerstdagen
niet minder dan 200.000 Kerstmalen
verstrekt aan de armen en ongeluk-
kigen van de wereldstad. Alleen het
Leger des Heils spijzigde 60.000
ongelukkigen.
In schrille tegenstelling hiermco is
het bericht in Engelsche bladen over
een feestmaal, dat de Amerikaansche
millionnair Kessler den dag voor
Kerstmis aan een aantal Engelsche
en Amerikaansche vrienden aanbood.
Dit feestmaal koste den gastheer 2000
p. st., dat wil zeggen per gast 60 p.
st. Het had plaats in den wintertuin
van het Savoy Hotel, voor deze ge
legenheid in het Poolgebied herschapen.
De tafel was aangericht te midden
van ijs- en sneeuwbergen, door Peary
en Cook beklommen op hun wegnaar
de Noordpool: kellners als Eskimo's
gecostumeerd bedienden Honderden
werklieden waren bezig geweest, om
de zaal te decoreeren. Zoo is bet
verklaarbaar dat duizenden guldens
noodig waren om aan een millionnairs-
gril te voldoen.
In Rusland zijn gedurende dit jaar
1318 doodvonnissen geveld en 510
voltrokken.
De Duitsche oudheidvorscher Dr.
W. Dörpfeld die opgravingen doet om
en bij de plaats van Homerus' Ithaca,
heeft in brieven het een en aDder
medegedeeld omtrent zijne onder
zoekingen.
Hij heeft in den laatsten tijd op
gravingen gedaan op de plaats der
door geheel Nederland.
Levering der verschillende gewassen tegen BILLIJKE PRIJZEN.
«Blank-om-een"
Verkliï ker.
»As Toon erbij was!" zei Rooien-
Luk, en nog altijd onovertroffen in
de kunst om «zaakjes op te scharre
len, waar met weinig «risico" iets van
beteekenis te halen... te «snaaien"
viel «Ja, als Toon erbij was, dan
zou ik 't aandurven. Die kent] het
terrein net zoo goed als de weg naar
het buffet van moeder Miekeu... Met
Toon zou 't te doen zijn! Maar..."
«Welken Toon?" vroeg de naast
hem voortwandelende collega van «de
vlakte"... «Den dikken?... of Blank-om-
een
«Justement" zei Luk «nou noem je
het kind bij z'n naam. Toon Evers
heb-je toch wel gekend?"
De kameraad wierp z'n kop met iets-
verontwaardigds achterover.... Hij zou
Toon Blank-om-een niet kennen?...
«Ja, ik ben me daar een zuigeling
in 't vak" zei lange Gijs «ik heb met
Toon... Laat's kijken... Dat's nou een
jaar of zes, zeven geleden... Maar hij
is toch...?"
Luk floot zachtjes tusschen de tan
den, onderwijl hier en daar rondglu
rend. Ze kwamen langs agentje, dat
j het drietal scherp aankeek... Met dat
aparte van «Ik ken jelui wel I" dat
een politie-man over zich krijgt bij de
nadering van «tofle jongens"... «Dat's
waar ook" zei Gijs «Toon zie-je ner-
geDS meer... Die mot zoo'n beetje..."
en hij wees op z'n voorhoofd. «Niks
I meer waard, 't Is toch jammer"
Lnk zei niets. Stak de handen nog
iets dieper in de broekzakken, wat-
ie altijd deed als-ie over iets-hijzonder
piekerde, en floot al maar...
«Met Toon d'r bij zou 't te wagen
zijn" zei op trijpenpantoffeltje voort
stappende boef nog eens, eigenlijk zoo'n
beetje tegen zichzelf.
En hij keek Gijs, z'n specialen vriend
en vertrouweling, eens aan... Moest
hem onder vier oogen hebben... Nu
mero-drie kende hij nog te kort. Had-ie
ook niet op begrepen-
Toen zaten de-twee, een kwartiertje
later, over eikair in het laagzolderige
lokaaltje... Waren ze gegaaD naar de
opkamer, daar er iets-bijzonders te be
praten viel...
En Luk vertelde den ander wat hij
1 overdacht had. Die Blank-om-één wis
niet zoo gek als ze wel zeiden... Alle
maal overdrijving. Ja, die vent was,
toen dat wijf van 'm met «den Bels"
er van-door was gegaan... Gijs wist toch
wel, den «Bels," die nu al een paar
jaar met de «vrouw" van Dries «ge
trouwd" was...?"
De ander knikte, z'n biertje slurpend,
zeer-levendig van: jawel, natuurlijk-
Toon was inderdaad zoo helsch op den
kerel geweest, die hem z'n wijf had
weggekaapt, dat-ie met een revolver...
«Precies I" riep Luk uit, en de twee
boeven keken elkaar aan met verge
noegde lachjes van zich zoo precies
samen-allerlei uit vroeger tijd her
inneren— «De Bels is toen om en bij
de driejaar «weg" geweest," vervolgde
Luk, «en dat was, in dien tijd, eigen
lijk een geluk voor 'm— Want die
Toon was reëel-stapeldol. En toen is
dat avondje geweest bij het Oudekerks-
plein... Je weet er alles van... Toen Toon
van dien «stille" een pats op z'n kop
kreeg, met dat ijzertje—
Met een smak zette lange Gijs z'n
glas neêr. En er vonkte iets in zijn
oogen van haat bij het terugdenken
aan die dingen...
I «Yan dien tijd af is Toon geen cent
meer waard geweest!" mompelde hij,
«nog niet eens voor «kinderwerk..."
Ik weet 't toch van verschillende
kanten."
Maar Luk, kop peinzend op eene
hand, met lucifers figuurtjes vormend
op 't tafeltje, wist 'tnog niet...
«Hij krijgt nou van een paar heeren
elke week watEn moeder-Mieken
geeft 'm, uit medelij, een spatje— En
ze laten 'm voor-niks wonen... Afijn,
hij scharrelt zoo'n beetje rond—Als-je
'm ziet, zou je wel zeggen dat er niet
veel meer bij zit en toch... Toch..."
Lange-Gijs haalde de schouders op.
Kon zich niet begrijpen dat de pientere
Luk daar nou op-door-ging...
«Jongen I" riep de rooie uit, zich
niks-aan trekkend van het Bchamper-
gedoê zijns kameraads «jongen, 'tis
zoo'n fijn zaakje— En als Toon erbij
was, zou 'tin een halfuur-tijds zijn
afgeloopen I"...
De oude man, met over de oogen
getrokken pet, die voortstrompelde
over de stiller-geworden straat; kou-
wend op tabakspruim en soms zoo
vreemd-schichtig om zich heen kij kend—
Terwijl 't dan was of er, plotseling,
iets in z'n anders suf-wezenloos starende
oogen begon op te leven, dat dan
weer wegstierf, uitdoofde—
Oud-mannetje bleef staan— Hij had
toch goed gehoord, 't Welbekende
signaal... Dat sisserige fluitje... Er
grijnsde iets om de lippen van den
man. O, hij kende 't nog wel... Maar
uit welke richting kwam 't?...
En nu hoorde hij 't toch wel degelijk.
Van den linkerkant—Uit het steegje-
Toon »Blank-om-een" kneep z'n
driekwart blinde oog dicht en loerde
met het andere rond— Hij moest voor
zichtig zijn— Je zult zien, dat er op
zoo'n moment juist iemand passeert...
En je bent er gloeiend bij... Stel-je
I voor, dat die rechter, waar Toon zoo
lang as-ie zich best gedraagt, eiken
Zaterdag twee kwartjes kan komen
halen— Stel-je voor dat die meneer, of
de oude advocaat van de Heerengracht,
waar de knecht eiken maand een rijks
daalder voor Toon heeft— dat die
hem eens zouden verrassen, terwijl-ie...
Want Toon hoorde bést, van waar
dat fluitje kwam. In zijn half-versufte
hersens— In het gasthuis had de dok
ter 't immers een mirakel genoemd,
dat Toon er, na .dien pats vau den
«stille",nog boven-op gekrabbeld was...