PRAATJES.
BUITENLAND.
Plaatselijk Nieuws.
ders, Wethouders, en de Secretaris
ror. dr. J. G. Stenfert Kroese.
De notulen van de vergadering van
4 November worden gelezen en goed
gekeurd, enz.
In de vergadering wordt, daartoe
uitgenoodigd, de geneesheer Jorissen
binnengelaten.
De Burgemeester deelt hem mede,
dat Burgemeester en Wethouders
gaarne, naar aanleiding van de motie,
door den beer Rijkens voorgesteld,
over deze aangelegenheid met hem
willen spreken.
De heer Jorissen antwoordt, dat hij
dit zeer op prijs stelt, maar toch nog
liever had gehad, dat Burgemeester
en Wethouders hierover met hem
hadden gesproken vóórdat zij de
Memorie van antwoord opstelden,
omdat hij nu toch eenigszins verdacht
is gemaakt.
Burgemeester en Wethouders ant
woorden daarop, dat zij het beter
vonden bun antwoord vast te stellen
alvorens den heer Jorissen te booren
datindeMemorie van antwoord in geen
enkel opzicht eenige verdachtmaking
is opgesloten, en dat dit ook in 't
geheel niet in hunne bedoeling heeft
gelegen.
De betrekkelijke zinsneden worden
daarna voorgelezen.
Wat nu de zaak zelve betreft, deelt
de heer Jorissen in hoofdzaak het
volgende mede:
Het ziekenhuis heeft geen belang
bij een groot aantal 3de klasse
patiëntenhet Bestuur heeft zich
nimmer laten terughouden door moge
lijke schadeposten, daar, waar het
geldt de zieken zoo goed mogelijk te
verplegen. Dit laatste is alleen bet
doel der vereeniging, dieeene liefdadige
vereeniging wil zijn. Door eene groote
massa zieken wordt het ziekenhuis niet
gebaat, omdat de onkosten per zieke
en per verpleging f 1 88 bedragen.
De Directeur staat geheel buiten de
financieele regeling en heeft daarmede
niets te maken.
De Directeur geniet in 't geheel
geen voorrechten't is als 't ware
een eeretitel, die gegeven is voor de
vele moeite, die de heer Jorissen zich
gegeven heeft voor de tot stand koming
van het ziekenhuis. Slechts bij tech
nische zaken, bijv. den aankoop van
instrumenten, wordt hij geraadpleegd.
Iedere Gemeente-geneesheer en
Gemeente-heel- en vroedmeester kan
de patiënten der Gemeente doen op
nemen; in dat opzicht geniet de'
Directeur óok geen voorrecht boven
de anderen. Slechts bij twijfelachtige
gevallen, n.l. wanneer omtrent de
besmettelijkheid eener ziekte geen
zekerheid bestaat, moet de Directeur
gekend worden.
Do conclusie van den heer Jorissen
is dan ook, dat er geen strijd is als
men de zaak goed inziet en dat hij
de motie van den heer Rijkens een
voudig onzinnig vindt.
Van de zijde van Burgemeester en
Wethouders wordt gezegd, dat de
motie in dezen vorm niet kan worden
aangenomen.
De Burgemeester zegt daarna, dal
naar zijn oordeel, voor den schijn
althans, de combinatie ongewenscht
is en hij daarom op den duur com
binatie ongewenscht acht.
STAAT.
Aant. Aant
pat. verpl.d#
dr. A.H.C.van DrielGemeente 2 40
J. W. Joriasen geneesheeren 41 1608
zeker, anders was 't ook heelemaal on
mogelijk. Maar kapitaal had meneer
Waanders niet genoeg om contanten
mee te geven... En trouwens, «uit prin
cipe" deed meneer dat niet, hij vond
't «immoreel" om eene dochter iets als
bruidschat te verschaffen... meneer kon
daar zeer mooi, indrukwekkend over
speechen. Dat mevrouw hem met groote
bewondering zat aan te kijken... Nel
en Annie luisterden dan zwijgend en
in neutrale afwachting... Maar de goeie,
verliefde Willy zocht bij zoo'n gelegen
heid naar de keurigste woorden om toch
aan te toonen hoezeer hij 't met meneer
z'n beschouwing iD alle deelen eens was...
Een half uur na de scène der tranen
en der kussen zat Willy tegenover
meneer Waanders in het kleine zij
kamertje, dat spreekvertrek en tevens
«studeercel" voor schoonpapa was...
Meneer Waanders had de beide han
den vóór het aangezicht geslagen... Hij
nam ze er af en ging naar de deur van
het vertrekje. Hij boog zich tot 't sleu
telgat en luisterde...
Willy, die in allerlei paperassen,
brieven, exploiten, oude wissels, qui-
tantiën, vóór hem uitgespreid, zat
f» fc*fce», keek rerjekrikt op...
1907
dr. H. W. Schreuder
Gemeente
H. H. E. Morren j
1908
dr. A. H. C. van Driel
J. IV. Jorissen
dr. H. IV. Schreuder
H. H. E. Morren
1909
dr. A. H. C. van Driel
J. W. Jorissen
dr. H. W. Schreuder
H. H. E, Morren
14
15
B
73
18
21
55
20
15
438
941
68
2584
953
690
1754
700
501
Het is een algemeen bekend feit,
dat er op de meeste plaatsen en ook
in onze gemeente veel »gedaan" wordt
aan praatjes. Bij velen moet ieders
handel en wandel de revue passeeren
en als er iets is, dat afkeuring ver
dient van sommige «wijzen", dan is
er geen sprake meer van of binnen
eenige dagen worden de treurigste
dingen verteld, de meest walgelijke
voorstellingen gegeven van bandelin
gen, die welbeschouwd niet het minst
te betichten zijn.
Men verbaast er zich over, hoeveel
nieuwtjes van allerlei aard er al niet
rond gaan.
De een schijnt alles van den ander
te weten en bij het overbrengen van
al dat belangrijks wordt ten opzichte
van het kwade een goed gebruik ge
maakt van een sterk vergrootglas en
ten aanzien van 't goede meestal van
een omgekeerde verrekijker.
Vele lieden zijn bepaald specialitei
ten op het gebied van te spreken
over beuzelingen die betrekking heb
ben op het doen en laten van een
ander.
Vele vrouwen hebben het zeer ver
gebracht in de kunst van eigen zaken
te verwaarloozen ter bespreking van
elk nieuwtje van den dag. In één
woord, ze verknoeien den tijd aan
praatjes, waarmede zij een ander
kwetsen en zichzelven vernederen.
't Is bekend, dat in sommige krin
gen onaangenaamheden ontstaan zijn,
dat tusschen harten van enkele ver
wijdering kwam, enkel en alleen door
praatjes. Er worden flauwe en niets
beduidende tijdingen ontvangen en
beoordeeld; ze worden schouderop
halend vernomen, eindelijk komen zij
aan den rechten man en worden zoo
verwerkt, dat de boosheid des harten
zegt «iets zal er wel van aan zijn,
men noemt geen koe, enz. En het
einde van de historie, er ontstaat
twist en tweedracht, haat en nijd en
zoo doet deze vijandschap veler levens
geluk diep treilen, ja soms verwoesten.
Meen niet, dat het enkel zoo gaat
in kleine dorpen, bij de boeren,
wanneer zij bij elkander komen «buur
ten", ueen ook in kringen bij lieden,
die ontwikkeld heeten, hebben praatjes
veel macht en een onbeiligen invloed.
Velen staan onder den invloed van
praatjes, velen lijden door praatjes,
op bonderden plaatsen vloten tranen
door praatjes, zoodat dat woord
«praatjes" wal zegt I
Het voeren van en hooren naar
praatjes is een bewijs naar onze
meening van gemis aan verstandelijke
ontwikkeling en aan een goed en
edel hart.
Die inderdaad ontwikkeld is, heeft
behoefte aan omgang met personen,
die liefst hun gesprek laten loopen
over algemeen belang, die hebben een
afkeer van lieden, die altijd een
anders daden en handelingen beoor-
deelen of veroordeelendie een goed
en edel hart heeft walgt van praat-
Hij greep meneer Waanders handen.
Voelde dat er iets ontzettends kwam...
«Beste vriend" zei a.s. schoonpapa
op den plechtigen toon van een, die
met de wereld heeft afgerekend «je
ziet, er is geen uitkomst denkbaar. De
slag heeft mij overrompeld, kön ik drie
maanden uitstel krijgen... ik bewijs 't
je met de stukken... En trouwens, wat
men ooit van me zal kunnen beweren...
nooit... nooit...
's Mans stem beefde en er glom iets
tusschen neus en oogen...
Willy drukte schoonpa's hand, tikje
steviger nog...
«Nóóit zal men van Anton Johannes
Waanders kunnen getuigen dat hij een
leugen in zijn leven heeft gezegd..."
Willy woü 't bevestigenhem door
dringen van zijn onbegrensden eerbied
voor zijn nobel karakter... Dochschoonpa
legde hem, met verheven en fier ge
baar, het stilzwijgen op...
«Drie maanden uitstel" herhaalde
hij. op graftoon «konden mij redden,
alles terecht brengen. Nu is 't uit!...
Mijn kinderen moeten hun brood ver
dienen... Natuurlijk buitenslands... Hier
zou 't, voor haar gevoel, al te vreese-
lijk zijn... Zoo ver mogelijk van hier...
Ergens in Amerika, in de Nieuwe
jes, want bet is bem afkeerwekkend,
dat veler rust verstoord wordt door
ziekelijke bemoeizucht van enkelen.
't Is verbazend wat er alzoo in
kringetjes van praatgragen behandeld
wordt en hoe soms uren besteed
worden aan zoutelooze en eer kwaad
dan goed stichtende gesprekken.
Met ijver, vuur en gloed wordt er
verteld, geluisterd, aangevuld, gefanta
seerd en verondersteld en als de een
afgehandeld is, wordt den ander bij
den kop genomen Er behoeft er maar
één te beginnen en klaar is de boe
Het is b.v. bekend, dat de heer X
zijn equipage heeft afgeschaft en nu
de reden
le. 't Zal wel zijn door armoede of
zeker uit geldgebrek; 2e. verklaring,
geen wonder, hij leefde te groot en
had veel voor zich zelf noodig; 3e.
eerstdaags zal er wel meer vei kocht
worden, enz.
De heer X wordt van alle kanten
bekeken en eer er twee etmalen ver
der zijn doen allerlei praatjes de rondte,
die soms niets te beduiden hebben,
doch daarentegen soms zeer grievend
zfjn en diep kunnen kwetsen.
't Is zeker jammer en treurig, doch
zoolang er menschen gevonden worden
die te dom zijn om over iets goeds
te praten, of die eene brandende be
geerte hebben om allerlei beuzelingen
over een ander te vernemen en te
verspreiden en die in bun hart, wat
men noemt, naastenliefde missen,
zoolang valt er voor weidenkenden te
treuren over slachtoffers van praatjes.
v. D.
Eenigen tijd geleden, toen er bekend
werd dat er bedriegerijen op groote
schaal hadden plaats gehad bij de
levering van materiëel aaD de Rus
sische staatsspoorwegen, werd een
commissie benoemd om daarnaar een
onderzoek in testellen. Deze commissie
heeft thans verslag uitgebracht en
daarin worden feiten vermeld, die de
bedriegerijen bij de intendance bijna
in de schaduw stellen. Bij den Jeka-
terin-spoorweg alleen is in 7 jaren de
kleinigheid van 7 millioen gestolen
De meeste winst behaalden de ambte
lijke dieven op de kolen, die tot fabel
achtige prijzen aan de regeering wer
den berekend.
Verder vond de commissie o.a.
300.000 gld. geboekt voor reizen van
hooggeplaatste ambtenaren naai Parijs,
en buitengewoon hooge sommen voor
traktementen aan dames, die bij de
spoorwegen in dienst waren gesteld,
zonder dat echter blijkt, welke functies
zij daar te verrichten hadden.
Er zal nu wel spoedig een oekase
verschijnen, waarin wijzigingen in het
iepartemerit van spoorwegen worden
bevolen en daarna... blijft alles wedei
zooals het was.
Stichtingen van Leopold II.
De Brusselsche Gazettegeeft den
tekst der in September 1907 door
koning Leopold gevestigde «Fonrlation
de Niedeifullbach de z g. Coburgsche
vennootschap. Hieruit blijkt, dat de
Koning nog vier dagen voor zijn dood
in allerijl al zijn met edelgesteenten
versierde ordeteekenen, zijn zilver
werk, porselein eD equipages in de
stichting heeft ingebracht. Hij had
zich bij de acte van oprichting de
volle vrijheid van bandelen in iedpie
Wereld... Hun brood verdienen... Voor
zich en hun moeder... Zoolang de arme,
arme vrouw nog leeft... Wat niet lang
zal wezen..."
De bevende stem hokte. En na nog
maals geluisterd te hebben of niemand
hem kon hooren, voegde hij er,
heel zacht, schor, zoodat Willy ervan
huiverde, bij
«Gelukkig zal 't voor mij niet
noodig zijn..."
Waarna meneer Waanders met de
eene band een van Willy's polsen
knelde, in heftige gemoedsbeweging,
en de andere voor het gelaat sloeg...
Onderwijl snikkend zonder geluid...
«Dat mag niet! Dat zal niet!" riep
Willy uit, en hij greep schoonpapa's
beide schouders... En het echte ver
driet schreide uit de eerlijke, zachte
oogen van den jongen «dat zal niet
gebeurenIk kan wel iets missen en
ik haud ook veel te veel van U allen
Daar moet raad op gevonden worden..."
Maar meneer Waanders wees naar
de papieren optafel... «Voor drie maan
den slechts!" riep hij nogmaak uit,
en hij liet de armen slap langs het
liif vallen... «Drie maanden I... Meer
niet..."
Ze hadden elkaar zeker in geen half
richting, voorbehouden, zoodat hij naar
welgevallen geld kon stoiten en de
vennootschap eigenlijk voor alles kon
gebruiken, daar de raad van beheer
slechts uit stroomannen bestaat. Voor
de Belgische wet beeft de stichting
dan ook geen rechtskracht.
Men weet nog volstrekt niet met
zekerheid, hoe groot de erfenis feite
lijk is, daar men niet kan berekenen,
hoeveel bedragen hij in «depót gege
ven heeft aan de Coburgsche ven
nootschap, en op deze wijze beeft
trachten te verdonkeremanen voor
zijn erfgenamen.
Reeds zijn een groot aantal Congo-
waarden, van welker bestaan niemand
afwist, te voorschijn gekomen.
Steeds meer begint men- er aan te
twijfelen, of de eens zoo heldere geest
van koning Leopold in de laatste
levensjaren niet verzwakt is; vier
jaar geleden bij vooi beeld kreeg hij
plotseling den inval midden in Bi ussel
een reusachtig Walhalla te bouwen,
waartoe een geheele wijk zou moeten
worden omgehaald.
Het 15e jaarverslag van de ver
eeniging «Liefdadigheid» bevat o. a.
het navolgende:
Voor het verleenen van onderstand
werd een som van f 1437 82 besteed,
waartegenover een bedrag van f793
aan vaste contributies slaat.
Aan buitengewone giften kwam in
een totaal bedrag van f443 50.
Bovendien kwam, door het overlijden
der vruchtgebruikster, het legaat van
wijlen mej. C. J. Bakker, ad f 1000 vrij.
Door de zorgen van mevrouw Prins
Waller werden vele kleedingstukken
uitgereikt. Bij haar vertrek naar Den
Haag werd zij vervangen door mevrouw
Fortuijn Drooglever.
Van verschillende ingezetenen wer
den ontvangen 1255 spijskaartjes, die
door de zorgen van den beer v. d.
Stadt zijn uitgedeeld.
Het ledental daalde tot 221.
a. Aan een oppassend werkman, die
door langdurige ziekte niet in staat
was te werken, werd een renteloos
voorschot van f20 verstrekt, terwijl
hem later nog een wekelijksche onder
steuning van f2.50 werd gegeven.
b. Een koopman, die met een wagen
den boer opgaat om zijn kost te ver
dienen, ontving een voorschot van f 16
om een noodzakelijke reparatie aan zijn
kar te doen aanbrengen.
c. Een ledikantje met toebehooren
werd gegeven ten behoeve van een
kind uit een talrijk gezin, dat door
ziekte een afzonderlijke slaapplaats
noodig had.
d. Een weduwe, die door bet houden
van commensaals in het onderhoud
van een gioot gpzin moest voorzien,
miste, daar bare kamers gedurende
eenigen tijd onverhuurd bleven, alle
inkomsten. Zij ontving gedurende dien
tijd f 5 per week.
e. Ondersteuning werd verleend aan
verscheidene arbeiders, die door het
slop zenen eener fabriek broodeloos
waien geworden. Bovendien ontvingen
zij reisgeld ten einde te trachten elders
werk te vinden, enz.
H. M. de Koningin heeft aan de
Maatschappij tot opvoeding van wee
zen en andere mindeijarigen in het
hulsgezin Zandbergen een gift van
f 250 geschonken. Voorts beeft het
bestuur dezer maatschappij door een
milden gever de beschikking gekiegen
jaar gezien, Willy en z'n broer Dolf.
Hadden nooit goed met elkaar kunnen
opschieten. Willy een zachte, weeke,
droomerige jongen, zóó zacht en
gedwee, dat de meisjes op dansles niks
van 'm moesten hebben; gichelden om
het suikerpoppetje; veel liever rond
huppelden met de stevige plagerige
rekels, die aan d'r vlechten trokken,
sneeuw in d'r hals lieten glijden, en
zoo meer, dan met zoo'n nuffig ventje...
En zoo was Willy altijd gebleven. Maar
Dolf had de stugge koelheid van moe
der. Aan dien kon je «nooit iets mer
ken." Ze vonden hem saai, droog, on-
genietelijk. Hij en Wil voelden niets
voor elkaar...
En nu stond Dolf daar ineens op z'n
kamer, 's avonds bij halftwaalf...
Zag Dolf het wilde, gejaagd angstige
rondstappen van den ander-
Had ie hem gezegd, raak weg,
zonder iets te verzachten, te verbloe
men, wat er gebeuren zou... van
hetgeen er bij Waanders omging. En
hoe ze hem, Willy, gebruikten als mid
del om hunne knoeierijen te dekken.
Dat ze hem voor den gek hielden... dat
ie met zich spelen 'iet, als een kind,
als een zot, dat ie op 't punt stond
zich ongelukkig te maken...
over een huisje op de Veluwe, waar
patiënten verpleegd kunnen worden.
Het bestuur heeft daarbij vooral bet
oog op lijders aan tuberculose, die
onder het groot aantal verzorgden der
vereeniging herhaaldelijk voorkomen.
De directeur der vereeniging, jhr.
W. A. Ortt, moet bereids over de
inrichting van het huisje en het vinden
van een geschikte verpleegster over
leg plegen met den bekenden tuber-
culose-specialist dr. W. van Gorkom
te 's Gravenhage. Het bestuur hoopt
dat het door flinken financieelen steun
in staat zal worden gesteld dit nuttige
werk voort te zetten. De pogingen
om extra-giften te verkiijgen, ter
voorziening in het groote tekort en
in de kosten van noodzakelijke ver
bouwing van het tehuis, brachten
f 1400 op, wat, naar wordt opgemerkt,
op verre na niet voldoende is.
Ds. De Meijere heeft het beroep
naar de Evangelisch Luthersche ge
meente te Haarlem aangenomen.
De le luitenant G. Doorman van
liet le regiment veld-artillerie, gede
tacheerd bij de Hoogere Krijgsschool,
wordt van 1 Mei tot I October ge
detacheerd bij het regiment Grenadiers
en Jagers.
H.H M M. de Koningin en de
Koningin-Moeder lieten dezer dagen
Hoogstderzelver dank betuigen voor de
aanbieding van een exemplaar van den
2en druk van «Kun je nog zingen,
zing dari meemet pianobegeleiding.
De verzamelaars van dezen bundel
van 80 algemeen bekende school-
(volks)liederen, bewerkt voor piano
door den heer P. Jonker te's Graven
hage, willen met deze uitgave bereiken,
dat het lied, op schooi geleerd, ook
weerklinkt in de huiskamer.
H.H M M betuigden tevens hoogst
derzelver belangstelling voor dat stre
ven.
De elektra-opvoering.
Thans zal de Elektra-opvoering
niet 11 doch 12 Februari plaats
hebben. Aangezien het Gebouw den
10 Febr. den avond waarop dus
de generale ropetitie moest plaats
vinden, gehuurd was door de Heeren
Gebr. van Lier en dien deze avond voor
dat doel niet wilden afstaan dan
tegen betaling van een onmogelijke
schadeloosstelling, wordt thans de
generale repetitie, welke niet toegan
kelijk is den llen gehouden en
de uitvoering bepaald op Zaterdag
avond 12 Februari. Gelukkig doch
niet dan na veel moeite is het concert
bureau de Haan er in geslaagd zich
van de medewerking van alle con
tractanten op dezen datum te ver
zekeren.
Op dringende aanbeveling van
Richard Strauss is thans als Elektra
geengageerd Duiischland's eerste dra
matische zangeres en beroemdste
Elektra vertolkster Frau Tb. Plai-
chinger van de Hof-Oper te Berlin;
verder zooals men reeds weet: Ottilie
Metzger, Mar, Siems, Perron, Jos.
Tyssen. Voor de kleine partijen, die
uitsluitend ook door solisten bezet
worden is o.a. geengageerd Theod.
Lattermann, Herman Schramm, Frau
Keller Weber enz. enz. De Decors
worden geheel nieuw vervaardigd in
het atelier van Prof. Lutkemeyer
Coburg.
De middeleeuwsche toestand aan
het station alhier zal blijven voort
duren. De H. IJ. S. M. heeft n.l. ge
weigerd te voldoen aan het tot haar
«Ja, ongelukkig!" zei Dolf, met dat
snijdende van zeggen, hem eigen uiter
lijk altijd even bedaard «dat weet ik,
dat voel ik. Spreek 't me tegen, als
je kunt!"
En hij kwam naar Willy toe. Legde
eene hand op z'n schouder, 't Deed Wil
vreemd aan, die hartelijkheid van
den stugge. En het plots warmere, 't
heelemaal ongedachte van zijn praten,
vervolgens
«Wil, kerel, ik ben je broêr toch.
Dat laat me niet koud, al denk-je't I...
Wil, als vader nog leefde... Vader,
die liever zou gestorven zijn dan
iemand een cent te kort te doen...
Willy, denk eens aan vader. Herinner-
je je nog wel, van toen jij een dub
beltje verloren had... Van die bood
schap naar den kruienier... 'tis of
't gisteren den dag was... jij most
voor moeder een halfpond suiker halen...
Mie had d'r voet verstuikt... Weetje
niet meer?... Toen hadt-je een dub
beltje verloren. En Trui, van Oome-
Daan, zei plagend«Zeker iets voor
gesnoept hè Wil?..." Wat hèd die
Trui 't land aan je... Weet-jenogwel
En hoe woedend vader toen werd...
«Mijn kind liegt niet en steelt niet!"...
En dat-ie Trui wegjoeg... Direct, ze