NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
BUITENLAND.
SchelsgD uil de rechtzaal.
No. 24.
Woensdag 23 Maart 1910.
Negen-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
J. P. METZGER Jr., Tuinarchitect.
Steniaweg ZEIST.
Aanleg van Buitenplaatsen, Parken, enz.
FEUILLETON.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door bet gebeele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoonno. 69.
AD VERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 77. Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Qroote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De goede verhouding tusschen Rus
land en de Donau-monarchie, welke
mogendheden sinds het uitbreken van
de Balkan-cricis op gespannen voet
hebben gestaan, is ten lange leste
hersteld. Na langdurige onderhande
lingen tusschen de kabinetten van
Petersburg en Weenen hebben beide
regeeringen geconstateerd, dat Rusland
en Oostenrijk geen tegenstrijdige be
langen hebben in huri Balkan-politiek
en daarmee in de vriendschap hersteld.
Natuurlijk is de verhouding niet weer
zoo innig geworden als zij was vóór
de annexatie van Bosnië en Herzego-
wina, toen er een overeenkomst be
stond tusschen beide natiën beti effende
haar politiek op het Balkanscbiereiland,
vastgelegd in het zoogenaamde pro
gramma van Mürzsteg. Maar in elk
geval staan zij thans niet meer als
vijanden tegenover elkaar.
De verklaring dat er tusschen Rus
land en Oosteniijk-Hongarije volle
overeenstemming bestaat inzake de
Balkan politiek, gelijk men zal be
grijpen, niets dan een verklaring voor
den vorm. In waarheid hebben Rusland
en de Donau-monarchie wel degelijk
tegenstrijdige belangen op den Balkan,
en bet beste bewijs daarvoor is, dat
een goed jaar geleden Rusland bijna
een oorlog met Oostenrijk is begonnen,
alleen om de Balkan-quaestie. Maar
Rusland heeft bet nu eenmaal ver
loren in de Oostersche crisis van ver
ledenjaar, en de regeering te Petersburg
ziet blijkbaar iD, dat bet geen nut
beeft, nu nog langer om die reden rnet
Oostenrijk op gespannen voet te blijven
leven.
Of men in Duitschland deze ge
beurtenis niet eenigszins met leede
oogen zal aanzien? Dat de Donau-
monarchie de overwinning op Rusland
behaalde in de Balkan-crisis, was voor
het grootste deel te danken aan de
regeering te Berlijn, die Rusland liet
voelen dat Duitschland, wal er ook
gebeuren mocht, aan de zijde van
Oostenrijk zou staan. Men heeft dat
in Rusland de regeering van Keizer
Wilhelm niet vergeven, en de ver
houding tusschen Rusland en Duitsch
land is eigenlijk niet zooveel gunstiger
dan die tusschen Rusland en de
Donau-monarchie was. Het zou dus
geen wonder zijn, wanneer men het
in Berlijn niet bijster aangenaam vond,
dat Rusland en Oostenrijk weer min
of meer goede maatjes worden, ter
wijl de boosheid jegens Duitschland
blijft bestaan in Petersburg.
Nu moet men, althans volgens de
officieuze bladen, niet te groote be-
teekenis hechten aan de Oostenrijksch-
Russiscb6 toenadering: deze lijkt niets
hoegenaamd op een «ententes, zooals
er bijvoorbeeld bestaat tusschen
Engeland en Rusland. Het eenige doel
is, een geregeld diplomatiek verkeer
te herstellen, want sinds de Balkan
crisis was de verhouding tusschen
Rusland en de monarchie zoo gespad-
nen, dal men opzettelijk den zieken
Russischen gezant te Weenen, die zijn
ambt niet kon waarnemen, niet ver
ving. Nu zal er weer een werkelijke
gezant komen, terwijl de wisseling
van meeningen tusschen Petersburg
en Weenen verder geregeld zal plaats
hebben. Verder evenwel, zoo verzekert
een officieus Weeuscb blad, gaat de
toenadering niet.
Het schijnt, dat in Turksche regee-
rmgskringen weinig geestdrift heerscbt
en dat weinig verwachting over de
gevolgen van het aanstaande bezoek
van koning Ferdinand van Bulgarije
aanKonstantinopel worden gekoesterd.
Het hoogste wat men er van verwacht
is de zekerheid, dat tenminste voor
enkele maanden geen hinderlijke inci
denten tusschen Turkije en Bulgarije
zullen voorkomen. Toch bestaat de
neiging, zoo mogelijk, tusschen Turkije
en Bulgarije op verschillend punten
een soort toenadering te doen tot
stand komen, waarbij in de eerste
plaats wordt gedacht aan den aanleg
van een spoorweg van Kumanowo
naar de Bulgaarsche grens. Dit is een
lijn, die voor Bulgarije economisch
zeer belangrijk zou zijn, en met een
brug over den Donau, aan den mond
van de Isker, een tweede groote ver
binding met den Levant zou kunnen
worden, die voor Roemenië, Honga
rije, Oostenrijk en Duitschland ook
van groot nut zou kunnen wezen.
De Bulgaren meenen, dat na bet
toestaan van hetaanleggen derTurksche
sectie van de Donau-Adrialijn in het
belang van Turkije en Servië, de aan
sluiting der Bulgaarsche lijnen aan
de Turkscbe over Kumanowo niet
kan worden geweigerd, daar deze lijn
in bet belang van Turkije zoowel als
van Bulgarije wezen zou.
Dat Tsaar Ferdinand van zijn aan-
wezegbeid zou gebruik maken, om
zicb met de bestuursquaestie over
Turksche provincies te bemoeien, ge
looft mon in Konstantinopel niet. Men
acht den Bulgaarsche koning veel te
verstandig, om niet in te zien, dat
zulke stappen voedsei zouden geven
aan het tegen Bulgarije gekoesterde
wantrouwen, en andere wenschen
onvervulbaar zouden maken. Evenmin
zal Tsaar Ferdinand van zijn bezoek
gebruik maken, om wenschen te uiten
over de reorganisatie der Bulgaarsche
kerk, daar dit allicht tot onaange
naamheden zou kunnen leiden, daar
de Turksche regeering herhaaldelijk
getoond beeft over die quaestie uit
sluitend te willen onderhandelen met
den Bulgaarschen Exarch.
De gedachte aan een Balkanbond
tegen Turkije, gevormd door Servië,
Bulgarije en Montenegro, wordt in
Turkije nogal kalm opgevat. In Militaire
kringen stelt men zich veel voor van
den indruk, die de groote parade
tijdens de aanwezigheid van koning
Ferdinand op dezen maken zal, wijl
hij zal moeten inzien, dat sedert de
nieuwe toestand is ingevoerd de zorg
voor het leger niet alleen is toege
nomen, maar rijke vruchten heeft
gedragen.
De Amerikaanscbe bladen deelen
uitvoerig het reisprogramma mede
van den oud-president Roosevelt, voor
wien aanzienlijken en geringen even
groote belangstelling blijven betoonen
door geheel Nederland.
Levering der verschillende gewassen tegen BILLIJKE PRIJZEN.
alsof hij nog staatshoofd was.
Te Assoean zal Roosevelt één dag
blijven en te Luxor twee. Den 24en
Maart zal hij te Cairo aankomen,
waar hij zes dagen blijft en den
30en zal hij uit Alexandrië naar
Napels gaan, waar hij den 2en April
wordt verwacht. Van daar vertrekt
hij naar Rome, waar hij blijft tot 6
April en van waar hij naar Spezza
gaat om langs denzelfden weg, dien
hij en zijn vrouw aflegden op hunne
huwelijksreis, naar Genua te gaan,
waar hij den 13en April zal aankomen.
Den 15en April zal Roosevelt te
Weenen aankomenvan daar gaat
hij naar Boedapest, waar hij 18 en 19
April blijft en den 20en zal hij te
Parijs aankomen. Van daar vertrekt
hij 28 April naar Brussel en vervol
gens gaat hij, over Rotterdam, Den
Haag, Amsterdam en Hamburg, naar
Cbnstiania, waar hij den 3en Mei
wordt verwacht. Na een bezoek aan
Stockholm, misschien ook aan Kopen
hagen, zal hij den 9en Mei te Berlijn
aankomen, waar hij tot 15 Mei blijft.
Van daar gaat hij rechtstreeks naar
Londen, waar hij den 16en of 17en
Mei zal aankomen.
Roosevelt hoopt vooral tijdig te
Berlijn te kunnen zijn, om Keizer
Wilhelm te ontmoeten, die nu zijn
vacantie bekort om in Berlijn te zijn
ten einde Roosevelt te ontvangen.
bezuiniging in de administratie.
Op voorstel van senator Aldrich,
en met instemming van president
Taft, behandelt de Senaat der Ver-
eenigde Staten op het oogenblik een
voorstel tot het benoemen van een
commissie voor de herziening van de
bestuursregeling. Tegen deze her
ziening heeft niemand bezwaar; zij
schijnt inderdaad hoogst noodzaakelijk
te zijn. Senator Aldrich verzekerde,
dat hij kans ziet, de kosten der ad
ministratie met 300 millioen dollar
per jaar te verlagen. Niet alleen zijn
verschillende departementen veel te
ruim geëquipeerd, maar er wordt ook
veel geld verspild, doordat elke onder
linge samenwerking inzake de dienst
takken ontbreekt. Zoo laat bijv. elke
tak van dienst, die daartoe neiging
krijgt, zijn eigen land- en zeekaarten
opnemen, teekenen en uitgevenelk
departement drukt zijn eigen stukken,
zoodat er te Washington pakhuizen
gehuurd moesten worden, om alle
overbodige duplicaten te brengen. De
kosten der administratie zijn in de
laatste dertig jaren enorm gestegen.
In 1880 bedroegen '/.ij nog geen 400
millioen dollar in 1890 bijna zeven
honderd millioen en de raming over
1910 loopt reeds over het milliard!
Terwijl in twintig jaren tijds de be
volking der Vereenigde Staten met
44 pCt. toenam, stegen de kosten der
administratie met 170 pCt. Bezuiniging
is dus nooJig en wordt door een
iegelijk gewenscht, behalve door
departementshoofden voor hun eigen
departement. Ernstig verzet is even
wel gerezen tegen de samenstelling
der commissie.
Voorgesteld wordt haar te doen
bestaan uit drie senatoren, drie afge-
vaaidigde en drie ambtenaren, door
den president aan te wijzen. Dit voor
nemen stuit op krachtigen tegenstand.
Terwijl een groep van senatoren
wenscht, dat de commissie enkel uit
congresleden zal bestaan, willen anderen
haar alleen uit ambtenaren zien samen
gesteld. Daarover werden nu breed
voerige gedachten wisselingen ge-
In 't nauw
Alternatief.
Hij durfde den brief haast niet
open maken. "Want wat hij nu zou
lezen, daar hing, voor hen beiden
en kleine Door, alles van-af...
De post had ouder gewoonte, de
winkelduur op een kier geopend, brief
op toonbank gesmeten... Ringeling...
//Daar hèb-ie 'm!" zei ze, en Jet
werd bleek als een doek.
Zij stonden over elkaar, keken
elkander aan met groot-angstige oogen.
//Wat is-ie?"
"Kan nog niet!" zei liij //de man
heeft amper jouw brief... Vau-morgeu
tien uur, op z'n vroegst, pas gekre
gen...
,/Noü
//Noü?? Ja, hij zal zich dadelijk lam
gaan zitten pennen... Net 't ventje
voor!... Och, è.ls 't van hem is, dan
hoef-je het ding niet eens open te
maken. Dan weigert-ie natuurlijk!"
Ze draaide het gas op. Durfde eerst
niet naar de toonbank zien... Alles,
alles hing er van-af... 't Was het laatste
noodschot geweest, Oom Karei te
presenteeren, dat die, onder verband
van wat ze dan nog bezaten, het geld
zou voorschieten. Hij zou onder con-
tróle, de inkomsten van den winkel
krijgen. Jan had daar nooit van willen
weten, onder curateele van oom Karei
te staan... 't Ventje-wel om iemand
razend te maken. Grof, bedillerig, on-
kiesch, aanmatigend, altijd-moralisee-
rend, stiekeme duitendief... Huisjes
melker, die zijn huurders liet wonen
in krotten, nog te smerig en te toch-
terig voor beesten. Die gevloekt en
geraasd had bij de invoering van de
Woningwet... Later brieven geschre
ven aan meneer Van der Biezen, van
de Eerste Kamer. Dkt was een maD,
die begreep wat 'n mensch toekomt!
Zülke lui moesten er in de Staten-
Generaal zitten. Dan viel er voor een
fatsoenlijk man nog wat te verdienen...
't Idee om onder oom Karei z'n
curateele te staan... Zeker, hij hkd
indertijd aangeboden om te helpen.
Maar dan moest-ie zooveel als baas
in huis worden. Jan was dan eigenlijk
niet meer dan een oprichter, een
gérant, of zoo, in z'n eigen winkel.
Jet had gedreigd dat ze, met kleine
Door, weg zou loopen als Jan niet
toegaf... Ze stonden op 't punt van
failliet-gaan. De advocaat had al een
brief geschreven, van dat het geld er
vóór het eind van de week moest zijn,
anders ging de faillissements-aanvrage
in zee...
//Laten ze doen wat ze willen," bad
Jan uitgeroepen, //maar ik snijd me
net-zoo-lief m'n nek af als van dien
vent af te hangen...
Jet had, na een woede-bui, een aan
val vjn wanhoop gekregen, gegild, zich
de haren uit 't hoofd gerukt... Ge
schreeuwd, dat Jan een schooier, een
ellendeling was, om haar en Doortje
zóó te mishandelen...
't Had niet gebaat, Jan was de
straat opgeloopen. Zij moest op den
winkel passen. Als de menschen er
kwam toch geen sterveling in verloo-
pen zaakjes maar gesteld er kwam
iemand en zij moest met rood beschreide
oogen naar voren gaan... Jet had zich
gewasschen en ging toen zitten, hoofd
tusschen handen geklemd... Piekerend
peinzend op middel tot redding... Toen
was er uitkomst geweest. Jan z'n vader
had, buiten moeder om, een sommetje
weten te krijgen van een vriend, bij
wien vader dan borg bleef...
Jet had den ouden man gepakt en
gezoend van blijdschap. Ze haalden
een flesch wijn... Lekkere sigaartjes
voor vader... Kleine Door moest telkens
kusjes geven... Zeggen van: «Zoete
opa!... Zoete opa!..." Afijn, 'twas
er, dien avoDd, feest in het kamertje.
Daar zijn van die dagen dat alles je
mee loopt... Jet had, om rustig te
kunnen prateneens uitblazen van al
de misere, om halftien willen sluiten,
en net dat ze het licht in den winkel
zou uitdraaien, komt er een juffrouw,
die me daar toch contant een kastje
koopt, van over de dertig gulden... Of
ze maar de quittantie wou meegeven
morgen-ochtend. De juffrouw hield
niet van //schulden"...
Jet kwam dansende de kamer binnen.
«Over de zes pop verdiend, jongens!"
riep ze, in de handen klappend, en
vader kreeg nóg een zoen, Jan trok
ze aan zijn neus van joligheid en Door,
die al lang in d'r bedje had moeten
liggen, kraaide van pret toen moeder
'r op haar knieën liet huppelen...
»Jan, denk er nou om had vader
gezegd «stel me in 's hemels-Daam niet
teleur, want als ik die twee-honderd
gulden uit mijn eigen zak aan Van
der Eist terug moest geven... Ik zou
waarachtig... Je kent moeder... 'n Best
mensch, maar..."
Jan had vader op den schouder
geklopt.
//Geen nood, ouwe!" Stelde hij ge
rust //daar zorg ik voor!"
Nu waren ze amper drie maanden
verder. Van der Els had al tweemaal
op de aflossing moeten aandringen...
Dreigend dat-ie anders den borg zou
aanspreken... De misère was nog veel
grooter dan toen vader redding
bracht...
's Morgens was de man van 't wisseltje
geweest. Jan vroeg weer veertien dagen
uitstel. En de man wenkte hem toen
om eventjes meê te gaan, de straat op...
Toen ze buiten waren, samen, zei
de man:
«Zeg, Van Dijk, ik wóü 't niet