■IB WE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht
Van een groot man.
Schcta ail ie rectaal.
BUITENLAND.
J. P. METZGER Jr., Tuinarchitect.
Aanleg van Buitenplaatsen, Parken, enz.
No. 36.
Woensdag 4 Mei 1910.
Negen-en-dertigste jaargang»
VERSCHIJNT WflENSDAfi EN ZATERIMfi
Steniaweg ZEIST.
FEUILLETON.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door bet geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLangestraat 77. Telephoonno. 69.
ADVERTENTIEN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'I Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Een groot man, dat is de oud
president der Vereenigde Staten zeker.
Een «selfmade man,'' en tevens een
van wien nog veel te verwachten is.
Een die zijn persoon gegeven heeft
voor de grootheid van zijn land. en
die zijn eigen leven gewijd heeft aan
den strijd. »Ik zal u de leer van het
rijke leven leeren," riep hij eens tot
de burgers van Chicago, inet zijn hel
dere schallende slem. Van hel leven
vol inspanning en arbeid, vol moeite
en strijd. «Of the strenuous life"En
nu is hij onder ons geweest, Theodoor
Roosevelt, nu heeft hij het land zijner
voorouders bezocht, het land waar
eens de Roosevelts geleefd en gewerkt
hebben, voordat zij een nietiw land
vonden aan de overzij der Oceaan.
Dat Roosevelt, die in Amerika ge-
eerd, bewonderd wordt, ook in Neder
land zooveel vrienden telt, mag ge
deeltelijk aan hel chavinisme toege
schreven worden.
Want Teddy was de 2e president
der «United States", die in de anna
len der Unie, als «Dutchman" van
afkomst wordt vermeld, zooals Martin
van Buuren de eerste was.
Een man van de daad, dat is Roose
velt in zijn geheele leven geweest.
Als de jonge man zocht hij, na vol
breneing zijner studies, het werkzame
leven in bet wilde westen, in de
prairie, bij de cowboys, met wien hij
de kudden voor zich uit dreef, of zich
oefende in het lasso werpen, of ook
wel jacht op struikroovers maakte.
Dit leven van jacht en ontbering heeft
Teddy een ijzeren gestel gegeven,
dat overal tegenkan. Toen hij later
minister van Marine werd, kwam
steeds het heimwee naar de prairie,
naar de beweging, naar 't avontuur
lijke weer in hem op, en toen de
oorlog met Spanje uitbrak was hij
niet meer te houden.
Hij stichtte een vrijwilligerscorps,
het later zoo beroemde corps «der
Rougb-Riders". Die naam klonk als
trompetgeschal, die naam ging van
mond tot mond, toen de kloeke rui
terbende, onder een kletterende kogel
regen de heuvel van San Jaoni be
stormde, die de beslissing bracht in
de beroemde slag van Santiago. En
aan de spits dier bende, met zijn
vilthoed op, de banier in de gespierde
vuist, joeg Theodoor Roosevelt, den
vijand tegen, joeg bij zichzelf ook naar
den weg der glorie en roem.
Want deze dolle rit. was zijn Presi-
dentsrit. De Amerikanen vergoodden
hem. Eerst vice-president, toen presi
dent. De kogel die Mac-Kinly, terneder
velde, bracht Roosevelt, in het Witte
Huis.
Zooals hij eertijds tegen de coyotes
der prairie, legen de Indianen, en
Spanjolen had gevochten, vocht hij
tijdens zijn bewind tegen de Ameri-
kaansche geldkoningen. Tegen die
koningen houd hij den strijd aan.
Zijn oprecht, waarheidlievend gevoel,
kon het niet aanzien hoe de mindere
man doordie »liustkings« werden uit
gezogen. En de strijd is hem gelukt.
Hij heeft veel, heel veel, tot Ameri-
ka's welvaart bijgedragen.
Roosevelt's loopbaan is nog niet
teneinde. Een leven als het zijne is
steeds vol verrassingen.
Wie weet hoe gauw hij weer in
het Witte Huis te Wassingthon zetelt!
Wij brengen hem dan ook onze
hulde, wij zenden de groeten hem
van «dear old Holland» op zijn blik-
semreis door Europa na, van dat Hol
land waar ook eens de wieg van zijn
voorgeslacht stond.
De practijk der uitleverings
verdragen.
Naar aanleiding van de werkelijk
treurige geschiedenis van den Rus-
sischen krankzinnige Semen Arschakof
Terpetrosof, die door de Duitsche
politie aan de Russische werd uitge
leverd en thans op 9 Mei te Tiflis ter
dood zal worden gebracht, heeft de
«Erankf. Ztg.s een onderzoek ingesteld,
naar de verantwoordelijkheid voor die
uitlevering.
Toen de geneeskundigen Terpetrosof
krankzinnig verklaard hadden en de
Berlijnsche officier van justitie de ver
volging had ingetrokken, trad de
Berlijnsche politie op. Zij beweerde,
dat de zieke alleen tot haar beschik
king was. Tevergeefs beproefde de
de benoemde curator haar te over
tuigen, dat zij hem den zieke moest
uitleveren, en dat hij dan voor een
ongevaarlijke verzorging zou waken.
De president van politie te Berlijn deed
het beter.
Aanleiding vindend in de mede-
deeling van het armbestuur der stad
Berlijn, dat het den krankzinnige niet
langer op zijn kosten in het gesticht
te Buch wilde laten verplegen, besloot
hij tot uitlevering van den «armlastigen
buitenlanders; bij den politie werd er
vooral waarde aan gehecht, dat in
het uitleveringsbesluit zou worden
opgenomen «armlastigs en niet»lastig«.
De president van politie ging daar
bij in zooverre zijn bevoegdheid te
buiten, dat hij den curator niet van
dit besluit in kennis stelde. Hij had
den man aan den curator kunnen
toewijzen en dezen de keuze der grens
en der middelen om hem uit Duitsch-
land of tenminste uit Pruisen te ver
wijderen, moeten overlaten. Dat deed
de president niet; maar hij deed wel
iets anders: hg drong er bij het be
stuur van het krankzinnigengesticht
te Buch op aan, in strijd met de
reglementen, om den curator niet in
kennis te stellen met de veranderde
bestemming van den zieke. En daar
mede nog niet tevreden, zorgde de
Berlijnsche president van politie óök,
dat de Russische politie met de ge
nomen beslissing in kennis werd
gesteld, en aan de grens den uitge
leverde krankzinnige liefdevol in
ontvangst nam.
Welk een indruk moet het in geheel
door geheel Nederland.
Levering der verschillende gewassen tegen BILLIJKE PRIJZEN.
Duitschland maken, zegt de «Frankf.
Ztg.s, te vernemen, dat de Berlijnsche
president van politie, om het aantal
ki ijgsraadvonnissen in Rusland te ver
meerderen, een krankzinnige naar
Rusland uitlevert, zonder voor eenigen
gerechtelijken waarborg zorg te dragen'.
De ambtenaar van het openbaar
ministerie, die de vertaling van de
deskundige verklaringen derBeriijnsche
geneesheeren liet maken, zeide dat
bij in dit geval meer zou doen dan
zijn plicht was, omdat hij niet ertoe
wilde medewerken, dat een krank
zinnige, die in Duitschland van rechts
vervolging was ontslagan, in Rusland
zou worden veroordeeld. De Berlijnsche
president van politie heeft een andere
opvatting, en deed meer dan zijn plicht,
om toch vooral te zorgen, dat deze
krankzinnige Rus spoedig en netjes
in handen der Russische politie kwam.
Zonderlinge opvattingen hebben die
Pruisische politie-ambtenaren
Vliegtocht Londen—Manchester.
Reeds verleden jaar had de «Daily
Mail" een som van f 120 000 uitge
loofd voor den aviateur, die binnen
24 uur van Londen naar Manchester
vloog. Reeds hadden verschillende
vliegmenschen het geprobeerd, doch
het was steeds bij pogingen gebleven.
Verleden week scheen het echter ernst
te worden. De jonge Engelschman,
Graham White, zou n.l. beproeven
de f 120.000 in de wacht te slepen.
Hij had reeds verschillende proeven
van bekwaamheid afgelegd, zoodat
aller oog thans op den energieken
Engelschman gevestigd was.
En waarlijk verleden Vrijdag steeg
hij op (nabij Londen) en zette met een
aardig gangetje koers naar Manchester.
Een reuzenmenigte woonde de op
stijging bij, en honderden auto's volgden
hein op zijn weg.
Eilacie, het paard was te hard van
stal geloopen. Halverwege Manchester
kwam er een defect aan den motor,
en was de Engelschman genoodzaakt
te dalen.
Doch den volgenden dag zou de
koene aviateur het weer probeeren,
daar de nu opgestegen wind het thans
onmogelijk maakte. Er is echter overal
concurentie, ook in 't vliegvak. De
bekende Fransche vlieger Paulhan,
kwam n.l. ook te Londen aan, en zou
ook een goot naar de uitgeloofde prijs
doen.
En ziet de laatste heeft gewonnen.
Terwijl de jonge Engelschman nog
sliep, steeg Louis Paulhan het lucht
ruim in, en vloog in eens door naar
Manchester, een afstand van 500 K. M.
Een reusachtige ovatie viel den ener
gieken Franschman ten deel, die nu
als een koning gehuldigd, met de
portemonnaie gevuld, weer naar
Frankrijk overstak. Hulde ook echter
aan de jonge White, die met wat
meer routine en ondervinding bet nog
heel ver in de vliegkunst zal brengen.
Het stoftelijk overschot van
Björnstjerne Björnson Is gisteren met
het pantserschip «Norge" in 's dich
ters vaderland teruggebracht. Het
werd in de haven door Koning Haakon
en een groote menigte belangstellen
den opgewacht en met groote plechtig—
naar de Drieëenheidskerk gevoerd,
waar het blijft totdendagderbegralenis.
Omtrent het inschepen te Kopen-
Kas-tekort...
Niets
«Och neen, meneer!" smeekte zij,
en ze strekte haar schrale armen, met
dunne mouwtjes van goedkoop" con-
fectie-stofje bedekt, naar hem uit
«och neen, wat ik u bidden mag... 't
Komt immers den len van de volgende
maand in orde I"
Over z'n lorgnet keek hij haar aan
met z'n gitzwarte, koude, op-glas
lijkende oogen. Een schamper glim
lachje speelde om z'n lippen. Hij
grijnsde...
«Zeg, juffrouw Dijkmans!" wendde
hij zich tot spichtig dametje, bril op
piekneus, verkleurde gele haren in
onverschillig-slordig dotje saamge
wonden, die zat te typewriteD met
nijdig-droog getikkel, alsof iedere
letter een striemend mepje gaf...
«Zeg, juffrouw Dijkmans, hoort-u
dat...? Den len komt't in orde Dat's
verduiveld grappig! Dat's..."
Meneer Bergkamp kon 't niet meer
houden. Z'n schouders trilden van pret.
Z'n rond, blozend gezicht werd vuur
rood van 't lachen. Hij leunde achter
uit in z'n piepend en knarsend Ameri-
kaansch kantoorstoeltje, dat bij elke
beweging, die hij maakte, kreunde...
«Neen, dat's sterk...! Den len komt
't in orde!...
De spichtige van het slordig-ver-
kleurde haardotje stond naast hem.
Keek de schuldige aan met zoo diepe
minachting, zoo ijzigen trots, dat er
op het vaalbleeke gezichtje van de
misdadige even kleur van veront
waardiging kwam... Juffrouw Dijkmans
had haar altijd gehaat. Sinds het oogen-
blik toen meneer-zelf haar op den
schouder geklopt had, zeggend dat ze
van 't heele kantoor «den besten
Engelschen briefschreef...En daarna,
tegen juffrouw Dijkmans, ondoordacht
in z'n jolige bui: «Ja-ja, daar kunt
u toch nog een puntje aan zuigen...
Jij bent een puike rekenmachine, maar
dèt lkp-je 'm niet, hoor...
Siods dat moment was de spichtige
van de baardot voelde Lien haar
doodsvijandin. Er was toen nog bij
gekomen, dat meDeer Bergkamp, be-
geerig om patroon in het gevlei te
komen, had gezegd «meneer, u neemt
me de woorden uit den mondIk had
juffrouw Visée al een complimentje
gemaakt... werkelijk, 't kan niet beter!"
De spichtige werd wit als krijt en
keek... had ze best opgemerkt... meneer
Bergkamp aan met oogen, die haar
deden denken aan de poes in schemer
donker... als je van dat groenige phos-
phorvuur ziet lichten bij 't snorrende
gespin... En ook, hoe meneer Bergkamp
haar een oogje gaf... «Doe ik er immers
maar om! snap je dat nu niet?..."
»Ja!" erkende de spichtige, naast
bureauchef staande «'t is ongehoord!
onbeschaamd
Voor de derde maal ging meneer
Bergkamp aan 't tellen... zes-veertig...
acht-twintig... Drie... twee... Totaal zes
en twintig gulden drie en een halve
cent, die u niet kunt verantwoorden
Hij smeet z'n lorgnet op schrijftafel
neer. Plukte, met van verontwaardi
ging grijpend tastende vingers, aan z'n
knevel.
Wéét u waaraan ge u schuldig hebt
gemaakt, juffrouw Visée?... Beseft u
dat?"
De zachte blauwe oogen keken hem
angstig smeekend aan. 't Duizelde haar,
kon men zien. Ze streek door de licht
blonde haren en over 't voorhoofd,
want vonkjes schenen om haar heen
te dansen. Zij had geen kracht meer
om zich te verdedigen. Dacht slechts
aan den man, die daarginds, in het
slaapkamertje van twee hoog, nu lag
te hunkeren naar d'r komst... aan den
man met het gele, broodmagere, beenige
gezicht en bet scheurende, holle kuchje
uit doodzieke longen. Zij had dien man
gekend als een vroolijken, opgewekten,
vriendelijken kerel, wiens trouwhar
tige, goedige oogen haar aantrokken.
Naar wien ze 's middags altijd ver
langde... Dan zat ze op moeders schoot
en keek in het spionnetje, of yd nog
niet kwam...
«Daar heb-ie 'mriep kleine Lien
om een haverklap.
«Welnu, gekke meid!" zei moes
«dat 's de brievenbesteller..."
En moes schaterde 't uit.
«Jawèl!" hield Lien vol, die vaders
stap uit duizenden zei te kunnen her
kennen...
«Jawèl
Eindelijk kwam vil. Lien naar be
neden... Om z'n hals gevlogen, tegen
hem opgeklauterd... Zoeken naar het
pakje, dat zelden ontbrak. Spoortje,
stuk-garderobe voor de pop, doosje
met nieuw soort spelletje...-
Waarachtig, Willem, je verwent 'r
pruttelde moes wel eens, maar als ze
zag, dat stralen, dat schitteren vau
Lien d'r blauwe kijkertjes waaneer bet
prachtige voor den dag kwam... De
onstuimige vreugde, waarmee zij v&
zoende, zoende van dankbaarheid, dan
begon moes toch ook te lachen...
Die tijden lagen in 't verleden.
Slag op slag was gekomen... Het
ongeluk met de zaak, waar vil zoo'n
mooie positie had. De ziekte vau
moeder... 't Tobben met geld. Schul
den... Achterstand. De vroolijkegoedige
oogen van v& werden somber en de
blonde baard wit... Toen: dien ver-
schrikkelijken ochtend, waarop vit
bij Lien, op d'r slaapkamertje kwam.
Er rondliep zonder iets te zeggen, van
den eenen muur naar den andere. Zoo
wild, zoo gejaagd kijkend... Al-maar
kermend van «o God, Lien! Lientje!"...
Hij was vóór haar bed neergevallen,
op z'n knieën, en had het hoofd op
een stoel gesteund. Zóó had vader
liggen snikken... Zij wist nog niet.
Wilde naar beneden vliegen... Maar
hij greep haar... Mocht niet. Kon niet.
En, olotseling had Lien 't toen vóór
zich gezien, het verschrikkelijke... «Ze
is dood! Moeder is dood!" gilde zij