NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
BINNENLAND.
J. P. METZGER Jr., Tuinarchitect.
Aanleg van Buitenplaatsen, Parken, enz.
Schelsen uit ie rectaal.
Wo. 52
Woensdag 29 Juni 1910.
Negen-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
Vooruitzichten in den handel.
Steniaweg ZEIST.
FEUILLETON
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door bet geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 17. Telephoonno. 69.
ADVERTENTIÊN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Als alle ouders en jongelui wisten
hoe gering tegenwoordig de vooruit
zichten in groot- en kleinhandel zijn,
zouden zij wel eens terdege zich be
denken, alvorens deze tak van bestaan
een bijzondere voorkeur te schenken.
Alleen hij kan het in onzen tijd in
den handel tot iets hooger brengen,
die behalve groote kennis, ijver en
volharding, een reeks uitstekende
eigenschappen bezit, die niet kunnen
worden aangeleerd, doch die iemand
als 't ware aangeboren moeten zijn.
Nog velen zijn helaas van meening,
dat een jongmensch, hetwelk onge
schikt blijkt te zijn voor een beroep
of betrekking waar voor meerdere
studie noodig is nog maar bet
beste doet om in den handel te gaan,
want denkt men, alszoodauig kan het
iedereen tot iets brengen. Wel is van
alle beroepen de handelstand de meest
uitgebreide en biedt hij jongelui met
de meest uiteenloopende neigingen
een geschikte plaats aan, maar nooit
of nimmer zullen zij daarin vooruit
komen die ook daarvoor de noodige
lust en bekwaamheid missen. Wie in
den handelstand zich een flinke of
zelfstandige positie wil veroveren, moet
onvoorwaardelijk goed begaafd zijn,
volharding, ijver en doorzicht hebben.
Heeft hij deze eigenschappen niet,
dan zal hij altijd een ondergeschikte
betrekking blijven vervullen, of ten
slotte zonder betrekking geraken. Men
moet natuurlijk ook wel een beetje
geluk hebben wil men vooruit komen,
maar nooit zal een weinig ontwikkeld
handels- of winkelbediende een eerste
plaats kunnen innemen waar zelfs
goede werkkrachten nog lang niet
altijd een behoorlijke positie kunnen
verwerven.
Sinds de hoop en de duur tot het
bereiken van zelfstandigheid, onder
de jongelui allengs minder wordt,
ingevolge de tijdsomstandigheden en
de toenemende concurentie, blijven
de moesten tevreden met een ver
kregen goede, ondergeschikte betrek
king wat ten gevolge heeft, dat er
minder verschuivingen plaats vinden
en het openkornen van werkelijk
eerste klas-betrekking nog zeldzamer
wordt. De vooruitzichten voor het
mannelijk personeel zijn bovepjdien
nog ongunstiger geworden, waarin
vele takken van handel de vrouwelijke
employé een plaats heeft weten te
vinden.
Jongelui.dieniet minstensdehoogste
klasse der lagere school doorloopen
hebben, is het af te raden, handels
bediende te worden, daar zij onmoge
lijk kunnen voldoen aan de voor dit
beroep gesteld wordende eischen, wil
len zij althans in hun latere leven
daarin een eenigzins dragelijk bestaan
vinden.
Minderwaardigeen ongeschikte jonge
lui zijn er meer dan genoeg. Deze
moesten inzien, dat, zoo zij niet ge
schikt zijn of geen lust hebben voor
een ambacht, hun plaats wellicht kan
zijn op een administratie kantoor, een
bank, advocaten of notaris kantoor
maar nimmer in industrie groot- of
kleinhandel, waar zij niet hooren in
het nooit tot iets zullen brengen.
Maar al heeft het jongmensch nu ook
aaoleg voor den handel, zoo moeten
hem de daarvoor vereischte kundig
heden toch worden bijgebrachthij
moet het ook leeren hij moet practische
bekwaamheden opdoen. Wanneer men
nu dc industrieele, de engros en
exporthandel eens buiten beschouwing
laat en zich houdt aan de kleinhandel,
het winkeliers bedrijf, dan is het aller
eerst noodig een goede leerlingplaats
voor de aanstaanden bediende misschien
lateren patroon te vinden. Vaders, die
zelf in den hancfel zijn, tasten hierin
nog menigmaal mis. Het opdoen van
warenkennis b.v. is een hoofdzaak in
menig vak, niet alleen wat betreft de
kwaliteit der materialen en goederen,
maar ook de vervaardiging in de
landen van oorsprong. Menig een
voudig winkelier is reeds verheugd
wanneer het hem door zijne relatie's
gelukt is, zijn zoon geplaatst te krijgen
op een groote engros of winkelzaak,
maar hij vergeet daarbij, dat in deze
zaken voor een pas beginnend jong
mensch veel minder gelegenheid is
tot het opdoen van warenkennis, dan
in menigen kleinen winkel, waar hij
de zaak tenminste eenigszins kan over
zien, zijne gedachte daarover kan
laten gaan en zich langzamerhand op
de hoogte stellen door beschouwingen
en vragen.
Wij gelooven derhalve dat een leer
tijd in een winkel van niet te grooten
omvang veel beter zou zijn voor den
a.s. zelfstandigen winkelbediende of
toekomstigen winkelier, en moet men
dus wel nagaan of de gekozen leer
plaats ook werkelijk een goede op
leiding waarborgt.
Nationale Tentoonstelling voor
Huisvlijt te Scheveningen.
De inzendingen der Nationale Ten
toonstelling voor Huisvlijt, welke in
den aanstaanden zomer door den bond
te Scheveningen wordt gehouden zullen
wel zeer talrijk zijn en toonen ten
duidelijkste aan, dat zij, die twijfelden
aan de levensvatbaarheid van eene
dergelijke tentoonstelling op zoo groo
ten schaal in ons land, eenigermate
een pessimistischen blik hadden in de
beteekenis der huisvlijt voor ons tegen
woordig volksleven. Het aantal inge
zonden voorwerpen toch varieert tus-
schen de 15 en 1G000 en van elk dezer
voorwerpen kan gezegd worden, dat
zij onder eene keurcollectie eene
plaats behooren in te nemen, en elk
dezer voorwerpen vertegenwoordigt op
zichzelf een bepaald genre, zoowel
artistiek als zeer gewoon, zoowel hoog
als laag, zoowel groot als klein. Een
1600 inzenders hebben deze rijke
collectie bijeengebracht.
Van de afdeelingen der Tentoonstel
ling zullen ongetwijfeld die, welke de
hout- en metaalbewerking betreft,
door geheel Nederland.
Levering der verschillende gewassen legm BILLIJKE PRIJZEN.
niet alleen uit den aard der zaak de
meest omvangrijke zijn, doch tevens
ook de meest interessante.
Tal van scheepsmodellen direct trek
ken onze aandacht; het schijnt of
hier een geheele vloot voor anker ligt;
boeiers, kotters, bommen, jachten,
maar tevens oorlogsbodems, waaraan
soms tot 2000 uren arbeid is ten koste
gelegd. Scheepsmodellen, die ons naar
vroegere eeuwen terugvoeren, als «de
Zeven Provinciën", »de Halve Maan"
en een Spaansch galjoen uit de 10e
eeuw ontbreken niet.
En evenmin de molens, in groot
er. klein formaat, door handige knut
selaars vervaardigd. Werd uit het
noorden van Groningen een molen
gezonden, die voor het houtzaag- zoo
wel als voor het peldersbedrijf gebe
zigd kan worden, onder een glazen
vitrine komt een alleraardigst molentje,
door een uurwerk in beweging ge
bracht. Verderop zullen we ontwaren
het natuurgetrouw nagebooiste bin
nenwerk van een oliomolan, waarin
een verborgen muziekrol ons op een
gezellig wijsje vergast.
Kamer-ameublementen van zeld
zame volmaking, het magazijn van
een eersterangs meubelhandelaar waar
dig, volières, die practisch nut aan
sierlijk uiterlijk parenmodellen van
torens en villa's enz. Houtsnijwerk in
de hoogste volmakingzoowel kerbsch-
nitt en beitelwerk als houtsnij-beeld-
bouwwerk geeft ons een beeld van
den zeer boogen trap waarop dit werk
ten onzent staat. Er is is ook figuur-
zaagwerk, uit krankzinnigengestichten
afkomstig. Alleraardigst zijn de voor
wei pjes van sigarenkistenhout vervaar
digd, kunstvol hel inlegwerk van
kasten en theebladen; buitengewoon
mooi de dingen van kurk vervaardigd,
stijlvol het brandschilderwerk.
Vliegmachines zijn er ook natuurlijk,
evenzeer als eiectrische trams, die
heusch en heel snel kunnen rijden.
En dan al dat koper en zilver en
ander metaal. Deze modellen getuigen
van kennis van alle onderdeelen, en
grondige kennis is een waarborg voor
zorgvuldige behandeling. Trouwens
niet alleen de vaklieden hebben in
deze afdeeiing ingezonden neen, hier
is ook werk, van kantoorbedienden,
timmerlieden enz. Een briefkaart
automaat, waaruit men na het inwer
pen van een dubbeltje een «Ansicht"
trekt, waarschuwt,als men bij vergis
sing er een stuiverofeen kwartje geeft.
Vergeten we vooral niet het klein-
koperwerk, als versiering op étagères,
schoorsteenmantels en buffetten zoo
zeer in trek. Daar is veel moois te
zien en velen zullen met aandacht de
aardige serviesjes bekijken, door een
eenvoudig smidsgezel in vrijen tijd
geslagen uit gangbare muntstukken,
of het belangwekkende haardstel, door
een dorpssmid vervaardigd. De voort
brengselen van zilverdrijfwerk getui
gen van de kunstvaardigheid en het
geduld der werkers. In deze rijk
voorziene afdeeiing is mej. De Haan
uit Berlikum aan een spinnewiel geze
ten in een keurig, echt Friesch ver
trekje. Daar heeft mej. Lettinga de
voortbrengselen van Berlikum's buis-
vlijt smaakvol gegroepeerd en rust
bet oog op het aardig mandenwerk
en keurig gestyleerd aardewerk, op
postzegel- en kantwerk, maar bovenal
op tal van fraai besneden en gebeitste
voorwerpen.
Eene „verloving".
Het roosje.
Den bejaarde huishoudster van den
rentenier, die vroeger voordeelige
zaken in granen e. d. had gedreven,
komt de eer toe van 't het aller-
allereerst te hebben gemerkt. Op het
Donderdagsche kransje harer intieme-
vriendinnen, dat beurt om beurt bij
ieder der dames van den kriDg werd
gehouden... Krans van juffers, die zich
wereld verheven achten boven gewone
dienstboden... Krans van achtbare
ouwevrijsters, ieder vertegenwoordi
gend niet-onaardige portie van «zelf
standigheid"... Daar had juffrouw
Hamers, van den ex-graanhandelaar,
't eerst op het vreemde gezinspeeld.
Zoo heel-terloops, zonder dat iemand
er iets-bijzonders meê bedoelde, was
Klaaszen, de kruidenier, op 't chapiter
gekomen... Meneer Klaaszen, uit de
Weverstraat. De man met het puntige
schedeltje, waar dunne haren van
onbestemde kleur over gekamd lagen...
De man met de goedige, glimlachende
oogjes en 't zachte stemmetje. Die
Die zoo geduldig, zoo vreedzaam en
lijdzaam kon luisteren naar verhalen
van klantjes in zijn sinds jaren be
staande, solide, ouderwetsche winkel.
Die bet relaas over een steenpuist
waar juffrouw Hamers een maand of
vier geleden zoo'n last van moest ver
duren, aanhoorde als gold 't intiemst
en hoogst belang van een, die hem
heel-na aan 't harte lag... Die lust en
gelegenheid vond om het proces van
een «zwerenden vinger» waar eene
andere juffrouw aan leed, dagelijks te
inspecteeren. En dat niet oppervlakkig
met 't ongeduldige van een, wien de
zaak geen zier kan schelen. Neen,
meneer Klaaszen leefde mee, met hart
en ziel, met zoo'n verdriet van een
klantje zijner affaire... Als-ie het hoofd
schudde, dan voelde men waarachtig
deernis in hem klagen... De klank,
waarmee hij »te-te-te« of «tjongs-
tjongs, 't is me toch wat!" uitbracht,
kwam uit het hart...
Wie in het allerdiepst der zielen
van juffrouw Hamers en van enkelen
haren tijd- en speelgenooten had kun
nen spieden... Edoch, wie vermocht
dat!... Zou vreemde sensatien hebben
aangetroffen. Meneer Klaaszen-zelf
had stellig geen flauw vermoeden van
de gedachten, die over hem gingen in
hoofden van uiterlijk zoo koele onge
naakbare, mannen-schuwende ouwe
vrijsters... Hoe zij droomden van een
levensstaat, waarin zij naast zich hadden
juist zoo'n gedweeën, goedig-zachten,
onderworpen man als... Hoe zij be
seften, dat de sleutels van de geldkast
zouden rinkelen, dan, in haar zak.
Hoe ze zouden afpassen 't scheutje
cognac voor het eene grogje, dat
manlief op kouden winteravond kreeg...
Hoe zij prompt-op tijd door hem zouden
worden afgehaald uit «krans," waar
zij, gehuwde, dan mik- en brandpunt
zou zijn geworden van den brandenden
naijver der anderen-
Dien Donderdag-avond, dan, deed
juffrouw Hamers beslist-ongewoon.
Tegen haar vaste gewoonte van zeer-
deftig zijnd; eerst na héél veel en
druk aandringen iets accepteerend
dametje, had ze binnen 't halfuur
twee kopjes-chocoki opgeslurpt, drie
koekjes opgeknabbeld. Ze scheen
bijster verstrooid... De rossigblauwige
punt van haar neus had eene aparte,
speciale schakeering...
En toen dan, meneer Klaaszen zeer-
toevallig genoemd werden, had grietje
van DaleD 't direct in de gaten, dat
het ongewone in die richting was te
zoeken...
Listelijk o, Grietje was voor
deplomatie in de wieg gelegd
wist ze het gesprek op den kruidenier
te richten... Ze zag het boosaardig-,
het nijdig-, het vergramd-fonkelen van
Door Hamers'oogen. Nu moést ze
knit of hom hebben...
En zóózeer brandde het geheim in
Doortje's ouwevrijsters-hart, dat ze
plots uitbarstte
«De man is gek! StapelgekMéér
hoef ik je niet te zeggen!"
Kopjes kletterden op schoteltjes.
Kruimels werden van maagdelijke
schooten geveegd... Door schrok zelf
van haar onstuimige openhartigheid...
Maar de kogel was du door de kerk...
Terugtreden onmogelijk... De schepen
achter haar verbrand...
En ze vertelde het verbijsterende.
Hoe Klaaszen een roosje... Een echt,
snoezig, rood roosje!... In het knoops
gat van z'n witlinnen winkeljasje had
gedragen... Hoe ze gezien had, dat z'n
dunne haren van onbestemde kleur
bijeen gekamd waren, over het kale
schedelplekje heen...
«Nou-ja!... Nou-ja!" galmde 't uit
den krans. En er was genot in boos
aardig oogen-geflikker... Van: och-och,
wat laat die Door Hamers zich in de
kaart kijken!... Wat hhd ze erop ge
rekend dat Klaaszen, de vrijgezel van
twee-en-vijftig jaar met het puik-be-
klante winkeltje, zich door haar zou
laten lijmen...
»Nou-jé!... Is dat alles!..."
«Misschien is-ie op jou verkikkerd,
Door!" riep er een, de gelegenheid
gretig aanpakkend om dat «malle
draaisel"... Die gekke zottin van zeven-
en-veertig... Wat haait zoo'n mensch
zich in den kop...
De krans j oel-schaterde met vettige
terg-klanken...
Door was wit van woede, ge
troffen, regelrecht, in haar zoetste,
geheimste illusiën...
Ze stond op met energiek-ver-
ontwaardigd gebaar. Nü wist ze wat
ze aan d'r mooie vriendin had... Of de
gastvrouw al smeekte, soebatte, haar
om de sehouders beetpakte... Of al de
anderen in opstand kwamen...
Hoe hadden ze 't nou Kon Door
niets eens 'n onschuldig grapje ver
dragen?... Wie had er nu in vredes
naam een onvertogen woord gesproken?