NIEUW 1
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Scheten uit de rectaal.
ERGENIS.
J. P. fVIETZGER Jr., Tuinarchitect.
Aanleg van Buitenplaatsen, Parken, enz.
INIo. 56
Woensdag 13 Juli 1910.
Negen-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
Steniaweg ZEIST.
FEUILLETON
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door bet gebeele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stnkken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLnngestraat 77. Telephooitno. 69.
ADVERTENTIÊN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/j Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De mensch is lang geen volmaakt
wezen en menig verschijnsel is ken
merkend ten opzichte van de dingen,
die ons niet aanstaan. Natuurlijk zijn
deze grieven niet weinige. De regeling
van vele verhoudingen, zoowel binnen
als buiten den kring waarvan wij ons
zeiven tot middelpunt gesteld hebben
is geschied zonder ons vooraf te raad
plegen. Ware dit niet verzuimd, veel
zou natuurlijk beter zijn geworden.
Een niet zelden uitgesproken vonnis
verklaart de wereld voor slecht, de
mensehheid diep bedorven. Wie dat
beweren, sluiten natuurlijk zich zeiven
niet uit, maar dat slechts ter wille
van de consequentie en met huiselijk
voorbehoud.
Er is verschil van graad en dit in
het oog vallende, mag men wel wat
naar zich toerekenen.
Doch het is niet noodig tot de
klasse der menschenhaters te behoo-
ren, om telkens gehinderd te worden
door dingen die gelijk men dat over
drachtelijk uitdrukt ons tegen de borst
stuiten.
De geschiedenis van den dag is er
vol van en in de kleine feiten te
gering van beteekenis om zelf de
aandacht te verdienen van bericht
gevers vindt men ze ruim vertegen
woordigd. Om van het huiselijk en
van het maatschappelijk leven alleen
de lichtzijde te zien, zouden wij ons
in zooveel bochten moeten wringen
en zulke snelle wendingen moeten
maken, dat het niet te doen is.
Zeer onderscheiden is de manier,
waarop wij den indruk weergeven,
dien dat alles op ons maakt. Er zijn
trage naturen die ook traag of in het
geheel niet reageeren en onverschil
ligen, wien alle belangstelling in het
geen er omgaat vreemd is. Maar wie
eenvoudig van geaardheid is, wie zich
dat voelt van het menschelijk geheel,
is toegankelijk voor eiken prikkel en
ondergaat den invloed van alle gebeur
tenissen.
Tegenover de groote en kleine
drama's der historie staan wij mach
teloos, een omwenteling in Turkye
kunnen wij evenmin tegenhouden als
een óverstrooming in Frankrijk.
Maar op het tafereel teekenen zich
de menschen af, die er een rol bij
verrichten wij aanschouwen hunne
handelingen en vormen een voor
stelling van de beweegredenen hunner
daden. De geschiedenis is de leer
meesteres der volken en der indivi
duen; en niet die van bet verleden
alleen vervult die taak veel meer
hebben wij bij die van het heden ter
school te gaan. En dan rust het oog
op daden die geestdrift en bewon
dering wekken, naast openbaringen
van laagheidop helden en heldinnen
nevens verachtelijke slaven van booze
hartstochtenop de kloeke bewoners
van het vaderland tegenover den
lafhartigen despoot; op de edele
koningen te midden der slachtoffers
van een natuurramp, in het scherpst
contrast, met de ellendigen, die de
liefdegaven zich toe eigenden.
Wat op het groote tooneel droef
heid, verontwaardiging of ergenis
wekt, leeft en werkt ook in de wereld
der kleine dingen in zedelijken zin
is het eerste een groote en verdui
delijkte voorslelling van de laatste.
De soort van menschen die zich
ongeveer aan alles ergeren, is meer
verspreid dan men wel zou meenen,
en het kan niet gezegd worden dat
deze het bijzonder prettig hebben.
Voor hun omgeving zijn zij in een
heel enkel geval vermakelijk gewoon
lijk onaangenaam en vervelend. Aan
stot tot ergenis ontbreek het maar
zelden; om haar te verzamelen be
hoeven wij niet hard te loopen, zij
overvalt ons, terwijl wij stilstaan. De
een schudt zich haar van het lijf,
zonder er verder acht op te geven,
een ander maakt er zich nijdig om.
Er is een .uitstekend middel, om
de ergenis in de wereld wat te ver
minderen, en waarvan de toepassing
ookzonderegebruiksaanwijzingbinnen
ieders bereik ligt. Het heet: geen of
althans zoo min mogelijk ergenis
geven.
Als de menschen wijs waren, zouden
zij daar wat meer op letten. Zij zouden
ook bij de kleine onbeduidende han
delingen, de vraag stellen of er ook
iets in ligt, dat hinderen kan. Met
wat oefening brengt men het in korten
tijd zoo ver, dat de vraag achterwege
kan blijvener groeit een soort van
instinct, dat vanzelf doet vermijden,
wat ergenis wekt.
Nam ieder zulks in acht, wij zouden
inderdaad kans hebben, voor een be
minnelijk soort van wezens gehouden
te worden. Nu is het er nog wel een
klein eindje vandaan.
Simplex Cycloïde.
De Simplex-cycloïde is een rijwiel,
dat in uiterlijk gelijk is aan alle eerste
klasse rijwielen, maar waarvan de trap
as en de wielnaven volgens een geheel
afwijkende constructie gebouwd zijn.
Deze nieuwe constructie is vastgesteld
na nauwkeurige studie van de bewe
gende deelen van het rijwiel, na series
van laboratorium proeven en na dui
zenden K.M. rijden op den weg.
Sedert een jaar is de Cycloïde ge
patenteerd in de voornaamste landen
en leverde de Simplexfabriek deze ma
chines inNederland. Engeland en Frank
rijk tot groote tevredenheid van de be
rijders en bewondering der deskundi
gen. In de volgende beschijving hopen
wij de voordeelen der Cycloïde volko
men duidelijk te maken.
In de gebruikelijke navenconstructie
loopt een aantal kogels tusscben een
cup en een conus; de cup of de conus
kan in- of uitgeschroefd worden, om
de kogelbeweging te' stellen. Na het
stellen moeten deze deelen worden
vastgezet met een contramoer, een
spie of andere inrichting. Het juiste
stellen en goed vastzetten van een naaf
vereischt eenigen zorg, is in ieder ge
val lastig en wanneer het niet goed
gebeurt heeft dit nadeelige gevolgen.
door geheel Nederland.
Levering der verschillende gewassen tegen BILLIJKE PRIJZEN.
Bij een Cycloïde-naaf nu is dat alles
overbodig; nastellen niet noodig, zelfs
met mogelijk, losloopen en slijtage
uitgesloten, geen corien, geen cups,
geen spie en geen contramoeren de
fijnste organen van het rijwiel, de
naven en trapas, vereischen niet meer
zorg dan een massief stuk ijzer.
De kogels bij de gebruikelijke cup-
en conusconstructie loopen tusscben
twee hellende vlakkenzij bewegen
zich niet zuiver rollend, zooals een
hoepel in rechte lijn of een billard-
bal, die zonder effect gestooten wordt,
maar zij ondergaan een extra tollende
beweging, om op kun baan te blijven
zij bewegen zich als een billardbal
met zij-effect. Die extra tollende be
weging is de oorzaak van bet wrijvings-
verlies en de slijtage van de kogel
beweging. Bij de Cycloïde-naven nu
loopen de kogels niet op hellende vlak
ken, maar iu een symmetrische baan.
Zij bewegen zich zuiver rollend als de
billardbal zonder zijeffect, de wrijving
is tot minder dan V» gedaald en de
reden tot slijtage is weggenomen.
Om de vele proefnemingen officieel
te bevestigen, voerde het proefstation
Koning Bienfait, autoriteit op dit
gebied, een vergelijkend onderzoek
uit tusschen Cycloïdenaven en gewo
ne naven van verschillend, goed fabri
kaat, De naven werden eerst nauw
keurig onderzocht, zuiver gesteld, zoo
dat zij op bet best liepen, vervolgens
werd op een speciaal daarvoor ge
bouwd valtoestel, de wrijving verge
lijkenderwijs gemeten, onder behoor
lijke belasting van de naven. De uit
slag van deze proefnemingen, waar
van het rapport ter inzage ligt, was,
dat de Cycloïde-naven een besparing
van weerstand van ongeveer 70°/o gaven.
j>Heeft die weerstandsvermindering
nu veel nut?" zoo werd ons dikwijls
gevraagd, »de wrijving in de kogel
lagers van een rijwiel is toch al zoo
gering?" Het antwoord hierop zou
kunnen luiden: Probeer de Cycloïde,
rijdt er mede vooral tegen wind, tegen
hoogten, rijdt er uren achteréén mede
en U zult het groote voordeel aan den
lijve ondervinden. Of vraag den Cycloïde
rijder of hij den lichteren loop nieL
duidelijk ondervindt. Maar al is het feit
hiermede vastgesteld, men kan even
zeer belangstellen in den uitleg, dien
wij daarom hier laten volgen.
Het is volkomen waar, dat bij een
absoluut gelijkmatige krachtsaanwen
ding de wrijving van bet i ij wiel zéér
geiing is, ten opzichte van den weer
stand van de lucht en van den weg;
een wrijvingsvermindering al is die
70% groot, zal men dus bijna niet
bemerken. Van een volkomen gelijk
matige krachtsaanwending is echter
bij bet wielrijden geen sprake,-zelfs
als houdt men den meest regelmatigen
gang want bij alle veranderingen van
de richting, den aard van den weg,
bij het uitwijken, bij hoogten, kuilen,
enz., om honderden redenen, moet
men vaart verminderen en weer aan
zetten. Telkens moet men extra kracht
aanwenden. Bij die extra krachtaan
wending nu stijgt de invloed van de
machinewrijving onevenredig en is een
wrijvingsbesparing duidelijk merkbaar.
Rekent men nu dat de vermoeienis
van het wielrijden ontstaat juist door
die oogenblikken van extra kracbt aan
wenden, dan is bet niet langer on
begrijpelijk waarom een Cycloïde merk
baar gemakkelijker loopt en voorna-
Van een requisitoir
Oehtend-roesj e.
Twee-, driemalen had hij gedraaid,
gewurmd aan de deur van het melk-
salonnetje. Maar hij wist wil, eerst
zeven uur ging de boel er open... Toch
hoorde hij beweging. Het gordijntje
werd tikje weggeschoven en hij zag
het slaperige gezicht van de magere,
tanige juffrouw, papiertjes gefrom
meld. in de gele haren. Niet nijdig-
verwonderende oogen... Een sleutel
werd, met driftig rukje, in slot omge
draaid.
Hij trad er binnen, 't Was er muf,
benauwd, Uit een achter den winkel
gelegen vertrekje kwam vunzige slaap
lucht. 't Was er vies-rommelig. Met
stof op de tafeltje. Hier en daar plasjes
melk of chocola, den vorigen avond
gestort. De werkvrouw kwam eerst
half acht...
Juffrouw keek hem strak aan...
Wachtte even, vóórdat zij de deur
weer sloot.
Hij was op een van de stoelen neer
gevallen. Tuurde verwezen vóór zich
uit... Dacht nog enkel na, of hij genoeg
bij zich zou hebben om hier te wach
ten... Te wachten... O, ja, de kellner
had hem, hij het heeDgaan, een riks
toegestopt. Om half vijf... Toen had-ie
gedwaald, gezworven bij de De Ruy-
terkade. Eerst nog in de koortsstem-
miqg'. van de «club»... De drank hin
derde hem toen heelemaal niet,
maakte hem zelfs helder van geest.
Hij had plezier in het kijken naar het
geschitter van de ochtendzon op 't
water... Voelde leuke reisplannen in
zich opleven. Was zorgeloos, fantas
tisch, blij dat er nu toch een ver
andering moest komen... Toen had-ie,
op een bankje, zitten dutten... Was
huiverend wakker geworden. Een agent
stond hem aan te kijken... Hij [schaamde
zich. Voelde werktuigelijk over z'n
vest... Herinnerde zich. Horloge was
weg. In pand gelateD, met ketting-en-
al, voor dat laatste tientje. Hij moest
lachen over dat gezicht van Sam Drij
ver, den compagnon van speelclub-
haas, bij het taxeeren van z'n
horloge. Hij zag dat minachtend,
bevoelen, betasten, betasten van het
gouden ding... «Geen cent waard, wat
ik je vertel!"... En dan de ander, de
president-commissaris van de «club»...
Dikkige, vettige, goedige tronie. Ver
hit van al de wijntjes, blij met de
winst van het nachtje... Hij, op
het bankje in plantsoen hangend,
zag het nu weer zóó scherp voor zich.
Hoe blonde Mien het «klokje» had
willen meenemen... Zij wist een lief
hebber. Maar Sam vertrouwde 't niet.
Smoesde met compagnon... Toen kreeg
José... Hij was eigenlijk Joseph ge
doopt, maar had z'n naam verspaanscht,
dat stond eleganter... Kreeg José het
laatste tientje. Was in een kwartier
weg... President-commissaris kwam met
z'n hoed en stok aanloopen... Mien en
d'r vriendin Anne maakten gauw dat
ze wegkwamen... Hij, José, woü nog
leeninkje sluiten. Was tegen half tien
in de «club» gekomen, met over de
driehonderd pop bij zich... Alles weg.
Voor z'n hospita maand pension;
voorschot van het kantoor om dat
exploit van z'n kleermaker af te doen...
Morgen alleruiterste termijn. Klokke-
half tien moest hij bij den deurwaarder
zijn... En dan... En dan... 't Ergste...
Het geld, dat vader hem had gegeven
zeker al acht of tien dagen geleden,
om dat postje op z'n kantoor voor
hem af te doen, waarvan hij gelogen
had, telkens, dat-ie de kwitantie alweer
had vergeten. Hij zag het oude, grijze
hoofd van vader, met kalotje op
de witte harende zachte, vriendelijke
oogen zonder schijn, zweem van
wantrouwen, hem aankijkend boven
bril uit....
»'n Móóie administrateur!" had vff
gescherst, «ben-jij op kantoor óók zoo
accuraat?... Nou, dan zullen de zaken
wei prachtig marcheerenl» VU meende
't zoo kwaad niet. Maar moeder lachte
er niet mee. Die kon Jo zoo bezorgd,
zoo scherp aanzien, dat hij een kleur
als vuur kreeg...
«Hèuseh, kind, dénk er nu toch eens
om», had moê vermaand, «je weet, dat
pa zoo precies op die dingen is. Breng
die kwitantie nu toch mee!»
Hij was in dagen niet meer thuis,
bij de oudelui, geweest. En op een
middag was z'n zuster op 't kantoor
gekomen...
«Zeg, Jo, geef me nou 's gauw-effen
die kwitantie... Pa wordt anders be
slist boos op je, als je 't maar weet...
Ik snap niet, hoe je de man nu toch
zoo kunt plagen!»
Eén oogenblik had hij Trui naar
zich toe willen trekken, haar alles
bekennen; haar smeeken, vader om
vergiffenis te vragen...Hij moestvechten
tegen de tranen, die hem de keel
dichtsnoerden. Maar José deed of-ie
kwaad werd.
»Wat kletsen jelui toch met die
kwitantie... Ik heb 't ding niet bij me.
't Is of je gek bent om me daarvoor
op kantoor te komen storen
«Nu ja,» zei zus, die eigenlijk vond,
dat Jo gelijk had, maar door moê,
die de zaak bedenkelijk begon te
vinden, gestuurd was...
»Nu, ja, breng 't dan ook mee!"
Hij had Trui laten vertrekken was
naar z'n plaats teruggegaan. Maar
denzelfden dag had-ie een lang ge
sprek met z'n collega Van Duinen,
den «ziehard" van het personeel. Er
was een stuk opgemaakt... Jo zou elke
maand zoo- en zooveel afbetalen, Col-
lega-Richard zou 4 pCt. rente be
rekenen... Mooier kón toch niet...
Handen werden gedruktgevoellige
woorden gesproken. Collega werd een
patente kerel, een juweel van 'n vent,
een »boeur d'or» geroemd. Onver
gankelijke erkentelijkheid werd be
zworen... José had de vijf-en-tachtig
gulden om vaders postje af te doen,
de kwitantie te krijgen... Op zak.
Nog vijftien gulden over!... Hij was