NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BINNENLAND. No. 63 Zaterdag 6 Augustus 1910. Negen-en-dertigste Jaargang. VERSCHIJNT WIIENSOAG EN ZATERIIAfi DE WEEK. FEUILLETON. DE INVASIE DER DÜITSCHERS. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangestraat 77. Telephoouuo. 69. AD VERTENTIÜN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/, Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. 5 Augustus. Het verschijnen van de ontwerpen »tot verbetering van de kustverdedi- ging« zal bij sommigen, in verband met de vliegerij in de Heerenveensche buurt, tot velerlei bespiegeling aanleiding hebben gegeven. Zóó ver wend zijn de menschen in het tiende jaar der twintigste eeuw dan toch nog niet dat ze deri »mensch-vogel« door hunne kijkers, binocles en andere instrumenten om »op 'n afstandrr te zien, met van die geblaseerde lodder- oogen observeeren... Overigens stelt het lezen van moderne sportbladen en het ijverig bekijken der binnen- enbuitenlandsche prentjes-tijdschriften U aardig in de gelegenheid om mee te praten over de aviatiek alsof ze voor U noch theoretische noch prac- tische geheimenissen meer had... Alle maal Van Maasdijkjes!... Totdat er weer een griezelig berichtje komt van den zooveelsten binnen zoo en zoo veel weken, die van een honderd of wat meters hoogte naar omlaag tui melde. Gauw gekiekt!... Straks komen de plaatjes... En dan volijverig, luk op griezeling, aan 't zoeken. tusschen de verbogen stan gen en de versplinterde staven, schroe ven in, naar »de bloedige over blijfselen» van den armen waaghals. De schim van Ovidius grimlacht droef geestig. Is 't, per slot van rekening, vragen menschen, niet zoo gauw voor splinternieuwigheden te winnen, niet betzelfde treurige liedje als in de legendarische tijden van dwazen Icarus, Doedalus' overmoedigen zoon, die ook »mensch-vogel« wilde wezen; zich vleugels met was aan den rug plakte; Helios, den zonnegod, tegemoet zweefde Oók verklaarde «de lucht veroverdte hebben, neèrplofte als een van de millioenen zotte mug jes, die nu, op zwoele zomeravon den om onze lampen huppelen, zich de teère vleugeltjes zengen... Als krimpend, verschrompelend voorwerp neêrstorten op de tafel, in de suiker pot, in onze theekopjes, onze kwasten, grogjes, grenadines, wijntjes, dat ten leste alles bezaaid is met de ver minkte lijkjes der verschroeiden.^. Zal de mensch inderdaad «de lucht veroveren» Kostelijk onderwerp van bespiege ling in deze komkommerdagen... Want noch mr. Van Houten's dan toch ein delijk verschenen, sinds lang tegemoet- geziene Borromaeus-ontboezeming, noch de arme kindertjes der Hilver- sumsche weduwe, door mr. Levy in bescherming genomen, vullen een ge sprek. Aanstond? wanneer de polilie- kerij weer in stadium van hartstochten- opvlamming komt, zullen we dat alles de groote revue zien passeeren. Dit, en de diverse spoorloos-verdwijnende grootere en kleinere kinderen de ge speculeerd hebbende Bank-employó's, die met sommetjes, varieëreud tusschen de vijf en de honderd lapjes-van-dui zend ertusscben uit trekken, zij zullen worden «aangeroerd." Een Grip- pen weten ze dan toch... zonder hulp van viervoetige speurders, te snap pen. Dat is politie, manieren! «Chaz nous« geuren ze rnet het opbrengen van een likkebroèr, die van de wijze, waarop de H. Hermandad op nationale feest- en Zondagen, mitsgaders vele Maandagen, de tien vingers vóór beide oogen houit al te schromelijk mis bruik maakte; «chez nousa vindt men 't al een kranig stuk werk, wanneer men, door bezoeken bij pandjeshuizen en zoo, een weggekaapt horloge of een der duizenden »op den kop getikte« fietsen weet te vinden... En een politie hond, die «Iucbt« krijgt van een door inbrekertje bij vergissing achtergelaten doek, den guit vervolgens snapt: hij is de glorie onzerolificieele rustbewaarders. Straks, als we weer hoog-en-droog aan Hoofdstuk IV der Staatsbegrooting zitten te peuzelen, komt dit alles, «op hel tapijt», Zal Z. Exc. Robert Regoüt, de zwarte, de welsprekende van Justitie, op zijn allercharrnantste wijze en met het «aplomb», hem aangeboren, ver zekeren, dat de Begeering diep door drongen is van de wenschelijkheid om in al deze en nog meerdere din gen «afdoende verbetei ing« te brengen. Welke laai in de gelederen der boeven en boefjes heusch minder schrik en opschudding zal teweeg brengen dan sommige naieven in de lande allicht vermoeden 1... Het verband tusschen de vliegproe- ven te Heerenveen en het ontwerp betreffende onze kustverdediging, waar ik zooeven op zinspeelde, zal misschien niet ieder klaar en kristalhelder wezen. «Gezocht« is 't toch volstrekt niet Want men behoeft geen pessimist te zijn om te vreezen dat tusschen de indiening dezer voorstellen, met 't bagatel van veertig miilioen te ver wezenlijken, en het oogenblik der verwezenlijking ervan... Nu, voor sommigen was de manier, waarop de stelling Amster dam is «afgewerkt», ietwat langdradig. Zij, de ongeduldigen, zijn zeer on edelmoedig en onbillijk. Ja, als zoo'n minister van Oorlog, zoo'n hoofd van marine de vrije hand bad!... Maar er is ook nog een collega van Financiën, van wiens moeizame taak het «beknibbelen» een niet on beduidend deel vormt. Er is eene Tweede Kamer, waar mannekens in zitten, die 't een minis ter van Defensie van jaar tot jaar lastiger maken... Daar zijn kiezerijes (o zetter, maak van de ie in vredesnaam geen ei Waar zelfs een generaal-minister nu en dan voor siddert... Daar zijn de eischen der verdediging» Daar is de Raad van Defensie, zoovele hoofden, zoovele zinnen. Hebt gij, o lezer, weieens ontmoet hooge deskundigen, die 't met elkan der eens waren?... In zoeten tooverdroom, in spel van dartele fantasie, misschien. Niet in werkelijkheid Roept ge twee artsen en een professor aan Uw ziekbed, ze redekavelen net-zoolang over aard en oorsprong, geneesmethode uwer ziekte en kans van genezen-worden, voor U te wachten totdat uwe erfgenamen reeds de zak doeken natellen waarmee straks Uw dood zal bebooren beweend te worden Roept ge drie advocaten bij een proces, waar uw materiaal wel-of-wee van afhangt, ik raad u in gemoede: koopt eerst eene bescheiden lijfrente van een fragmentje uwer bezittingen, of bet monster van Veenhuizen grijnst u tegen... Zeker deskundigen zijn 't nooit met elkaar eens. En dus is't eigenlijk malligheid om, gelijk sommige persorganen nu doen, zich te verbazen over bet kibbelen, plukharen, harrewarren der boog- militaire technici over wat nu, 'l puikst voor onze kustverdediging moet hee- ten Toch alvast veertig millioen gul dentjes voteeren?... Na lezing van de enthusiaste stukjes over de Heerenveensche vliegerij was ik zachtjes ingedut... En ik lag te droomen in zwoel zomer-namiddag- uurtje. De mugjes, die ik welhaast een smartelijken dood in m'u gaslamp zoude bereiden, begonnen gonsdeuritjes te zingen bij m'n ooren... Ze zullen er schuld van zijn, dat ik droomde van dagen, nu nog in verre toekomst liggend... De lucht was vol van vreemdsoortige lichamen, die zweefden boog boven de sleden... Nu eens waren 'l stipjes in de wolken, dan daalden ze Daalden En ik kon zien wat 't waren Lucht-regementen, lucbl- dreadnought's van 'k geloof Ja pan De herinnering aan dat merkwaar waardige artikel vaneen Tokio«Matin» over het Mal kleine Nederlandje, dat uit het Rijk van Insulinde behoort verdreven te worden door «de dwer gen van het eiland Nippon«,'t speelde mij door den geest... De lucht legioenen van den vijand waren blijkbaar aan 't verkennen. Toen daalde neer uit den hooge een regen van projectielen... 't Vlamde 't knetterde, 'l dondeide allom... Tegen zulk een aanval van T allernieuwst lucht-geschut, bediend uit de mach tigste «lucht-vloot» van... zeggen we: van 1940... Daartegen was ook de meest-forsche kustverdediging oud model niet bestand... Het staal smolt weg als 't was aan Icarus vleugels... Een half uur was slechts noodig om van de forten, de «zeekasteelen» en 't verdere, waar gansch eene arme natie tientallen millioenen voor bijeengevoegd had, slechts een ontredderd, machteloos zoodje te doen worden... Een van de «gele duivels» sprong op m'n knieën. Hij giijnslachte dat 't bloed me in de aderen stolte «Gisteren zijn de heeren in Uw Raad van Defensie 't juist eens geworden over het beste systeem van kustver dediging» grijnsde 't lenige dwergje, weg was-ie... Mijne vrouw zat me uit te lachen... Ik had me, al-dommelend, eene klinkende oorvijg gegeven, af werend de nijdig-stekende muggen- Met duivelscb leedvermaak zag ik ze, toen de lamp was aangestoken, bij legioenen tegelijk den vuurdood ingaan... Mr. ANTONIO. Z. K. H. Prins Hendrik gevallen. Woensdag reed Z. K. H. Prins Hendrik met zijn intendant per fiets nabij het Paleis Soestdijk. Bij bet kruispunt van den Amsterdamschen straatweg tegenover den Oranjeboom reed een juffrouw welke slecht kon rijden, tegen Z. K. H. aan, zoodat de Prins viel. De Prins ging toen bij mevrouw v. Dorp binnen, liet vervolgens zijn auto van het paleis komen en vertrok daarna naar Laren. Onderweg echter 24) DOOK T. ID'a.cTh.a.tea.'UL. De voorraad dynamiet bleek ook niet voldoende, om van het gebruik dezer stof, tot het omwerpen der boomen, veel heil te verwachtenwant al waren de boomen omgeworpen, dan moesten de meesten nog weggevoerd of in een bepaalde richting gelegd en verankerd worden, zoodat het haastig vellen niet eens raadzaam was. Van de forten hoorde men geen nieuws men verwachtte echter, dat daar alles naar wensch ging. Bij honderden kwamen de niet dienst plichtige boeren uit alle dorpen in den omtrek, om de werklieden en polder jongens, die reeds bezig waren de geprojecteerde tusschenbatterijen op te werpen, te versterken. Lange rijen vrachtkarren, voer- en rijtuigen van allerlei aard, reden onophoudelijk in alle richtingen om levensmiddelen en verdere behoeften voor deze lieden aan te voeren. Bovendien ontmoette men overal in de stad verschillende soorten van militaire voertuigen, die eveneens levensmiddelen en oorlogs- j behoeften voor de bezettingen der forten en de daartusschen opgestelde bataljons vervoerden. Ordonnancen reden af en aan. De groote pleinen Vredenburg en Neude dienden tot verzamel- en exercitie- plaatsjder schutterij, waarvan de eerste ban uit het geheele land onmiddelijk na de militie opgeroepen was, met order, zich zoo spoedig mogelijk achter de Nieuwe Hollandsche waterlinie te verzamelen. Die uit de drie Noordelijke provinciën te Amsterdam, die uit Over- ijsel en Gelderland te Utrecht en die van de Zuidelijke provinciën te Dor drecht. De burgerwacht der gemeente achter de linie gelegen, moest zich voorloopig aldaar oefenen, tot de ge heele schutterij op nieuw georganiseerd en in een of meer legerkampen ver- eenigd zou worden. Voor zoover de grensprovincie betrof, was dit echter gemakkelijker te gelasten, dan na te komen. Het spoorwegvervoer van het Noorden was reeds in den nacht na de oorlogsverklaring gestremd, door het springen van de brug bij Kater- veer dat men niet langer had durven uitstellen omdat reeds vijande lijke ruiterafdeelingen tot in de nabij heid van den IJsel waren verschenen zoodat de meeste Compagniën Friesche schutters zich per stoomboot naar Amsterdam moesten begeven. Wat de schutterij der provincie Groningin be treft, slechts aan een onbeduidend deel van deze was het gelukt, naar Holland te trekken, daar reeds in den nacht nadat de militie opgeroepen was 1 en vertrokken, een regiment Han- noversche cavalerie met de noodige bereden artillerie, op den voet gevolgd door een divisie infanterie, de hoofd stad dezer provincie hadden bezet en de militaire hevelhebber onmiddelijk de schutterij tot overgave van hare wapenen had gedwongen, met het streng verbod, dat niemand van hen de stad mocht verlaten, zonder daar toe vooraf vergunning te hebben ont vangen. Evenzoo was het in vele kleinere plaatsen in de grensprovinciën gegaan, zoodat men op geen tiende deel van de op het papier bestaande schutters uit die provincie kon rekenen. Alleen aan het beslist handelen en de kracht dadigheid der burgemeesters was het te danken, dat niet een groot deel der militie op dezelfde wijze belet was, zich naar de aangewezen verza melplaatsen te begeven. Dit alles hoorden onze vrienden verhalen door deze en gene, die, even als zij, op het oogenblik niets beters hadden te doen, dan de gebeurtenissen van den dag te bespreken, en... goed of af te keuren natuurlijk; sommigen op een toon, alsof alles naar wensch ging en men den grootsten pessimist zou moeten wezen, om te verwachten, dat de linie zou doorgebroken worden anderen met de stellige overtuiging, dat al onze moeite, onze ernstige wil om den vijand uit het hart des lands te houden, onze waterliniën en forten niets hoegenaamd zoude baten tegen deovermacht: enfin dezelfde stellingen, die men in vroeger dagen had ver kondigd, toen er geen oorlogsgevaar bestond, werden thans met geestdrift geuit of op ontmoedigenden toon, en met een neerslachtig gelaat, hun die er naar luisteren wilden, in het oor gefluisterd. Wie zich intusschen door den druk der omstandigheden lieten beheerschen de bevolking der onaanzienlijke wijken van het oude Utrecht zeker niet. Met een geestdrift, als ware het om de feestelijke herinnering van een his torisch feit te doen, togen mannen, vrouwen en opgeschoten knapen naar buiten, om boomen en hakhout te vellen, korven te vlechten, fascinen te maken, kortom, al die werkzaam heden te verrichten, welke voor den soldaat gewoonlijk een groot deel van zijn, in den oorlog zoo kostbaren tijd, in beslag nemen. Die geestdrift deelde zich spoedig ook aan een groot deel der meer gegoede bevolking mede, en weldra zag men mannen van verschillenden stand en de meest uiteenloopende bedrijven, met een bijl gewapend en voorzien van een paar dagen levens middelen, den weg naar een der forten inslaan. Zelfs de schoolknapen, die in staat waren een hakmes te hanteeren, sloten zich bij den trein aan. Het werd ten slotte een manie. Een ieder wilde zijn boom vellen, evenals de Parijzenaars in '70 ieder hun Pruis wilden dooden. Wordt venolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 1