NIEUW I
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
BINNENLAND.
l\'o 67
Zaterdag 20 Augustus 1910.
JVegen-en-dertigste Jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
DE WEEK.
FEUILLETON.
DE INVASIE DER DUITSCHERS.
Amersfoortóe Courant.
4
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad f 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoonno. 69.
AD VERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
19 Aug.
Men behoeft niet eens te behooren
tot de scherpst-opmerkende menschen
om te bespeuren, dat half-Augustus
eene soort van »kentering« vormt.
En 't is niet zoo héél gemakkelijk om
aan te geven, waardoor die kentering
zich nu eigenlijk kenmerkt. De zomer-
sche trekvogels, toeristen, dragen nog
voor de groote meerderheid hunne
stroohoeden, lichte vesten en dunne
jasjes. Ze zitten nog in rieten luier
stoelen op de verandah van hotel en
pension... Kuieren rond met van die
loome schuifelpasjes, handen in wijde
bioekzakken, op z'n buitenmansch nu
en dan, van onder breede hoedrand
naar de lucht turend
»Zou 't nu eindelijk standvastig
worden? Zwoel zomerdagje zonder
onweêr den avond halen Ze stoeien
met de jongens, wier vacantie straks
reddeloos-uit is...
Jawel, maar let nu eens goed
op de manier, waarmee zij hun krantje
's morgens inkijken... Ik bezweer 't
u, ze hunkeren naar de Beurs, het
kantoor, hun soostafel, hun club, hun
groepje politiek-verwanten... Ze zijn
uitgerust, heelemaal! Nu nog
voor wie 't althans breed kunnen
laten hangen, nog een kijkje in
wereldstad... Arm Brussel is bij de
meesten van de lijst geschrapt. Om
zich de illusie te maken, dat de op
plek van jammerlijk-verbrande Brus-
selles-Kermesse »ala minute,» saam-
geflanste collectie poffertjeskramen en
draaimolens zal »trekken," daar
voor is aparte soort van Belgische
fantasie noodig... We vinden 't allen
heel erg, zelfs hartverscheurend, dat
zoovele exposanten, die droomden van
goud en van glorie, streep-door reke
ning hebben gekregen, voor menigeen
ruïneerend...
We houden wijze, hoog-verstandige
bespiegelingen zoowel over hetgeen
men, toen de eerste vlammetjes in
Solbosch Zondag-avond begonnen te
lekken aan de franje der draperiëen
had moeten,kunnen, behooren te doen,
als over de grenzelooze onvoor
zichtigheid om zich niet tegen brand-
schaê te verzekeren, als exposant
Maar we haasten ons om een nieuw
program van slot-amusement voor
nazomer te maken. Wie 't eerlijkst
zijn, komen er rond voor uit: »nu is
de mop eraf! Men gaat naar een
»Wordl'sfair om pret te zoeken en te
maken Wie de leukste »clou«
verzint om de lui te vermaken, hij
heeft gewonnen spel. En mr. Peck
sniff, de aartshuichelaar, die beweert
dat slechts »de ernst» hem aantrekt,
dat hij gaat voor »het belangwek
kende», het nuttige; 't voor zijn vak
kennis onontbeerlijke Och. de
man heeft gauw genoeg uitvluchtjes
bij de hand. Niet waar, de som
bere impressie, door zoo'n ramp op
het teêr-ontvankeiijk gemoed van ge
voelig mensch achtergelaten; smart
van deernis met de berooiden, teleur-
gestelden, welke u lust om te bekijken
ontrooft Zekere nerveuse angst
voor mogelijk verder brandgevaar, dat
u eene »obsessie« is geworden, nadat
uwe prikkelbare zenuwen reeds een
schok hadden gekregen bij die onver-
hoedsche tijding van 15 Augustus.
O, de brave Pecksniff's Tantuffe's en
aanverwante zielen, ze zijn zulke vir-
tuosen in 't uitdenken van listige
slimmigheden om de ware roerselen
van hun doen te verhelen, te bedek
ken met o-zoo-schoon lijkend masker!
En lang niet ieder heeft in het
fijnbewerktuigd »zie!e-oog« de natuur
lijke X-stralen, welke dieper blik op
menschen en dingen gunnen
Temidden van de gewone tijdingen
en bespiegelingen over speelhol-inval
(de speelbaas-up to date, deftig be
stuurslid of commissaris van zoo'n
achtbare sociëteit, laat tonen van diepe
verontwaardiging in pers-kolommen
weerklinkenTemidden van de
onafzienbare serie berichten etc. om
trent nieuwere en allernieuwste gauw
dievenstreken... trucs van flesschen-
trekkers, maitres-chantears, e...t...g...
gaat, zachtkens maar toch zeker, op
bloeiende zeker »najaars-plantje«, dat
gewis teeken is van de kentering,
met medio-Augustus zich vertoonend,
en waar ik straks op wees...
Het einde der staking te Enschedé
interesseert slechts een beel-apart
brok-pu bliek. De rest geeuwt al bij
het zien van »het boofdje« in de krant...
Dat iemand van Parijs naar Londen
vliegt, nu ja, die monsieur Moisant
wordt een kraan geprezen...
Maar een mensch raakt er den tel
hij kwijt, en bovendienook onze
voorraad verbazing en bewondering
is begrensd... »Heel aardigmom
pelt dikbuikige, rheumatiscb-aange-
legde meneer, die voor geen goud
ter wereld op een fiets zou stappen
en die bleek wordt om den neus als
de trein, waarin hij zit, ergens met
'n schokje plots-remt... »Hè, wat's
dat-nou
De vingers naar de noodrem uit
gestrekt, angstzweet op het voor
hoofd... Toen hij van de gruwelijke
spoorwegramp in Frankrjjk las, van
de week, schudde hij 't hoofd onder
wijl z'n oogen lodderig tuurden... »'t
is verschrikkelijk!» zei hij, zich een
versch glaasje-wijn inschenkend...
Nijdig dat de krant geen vroolijker,
opwekkender dingen bevatte
«Héél aardig!» heeft hij over voor
den Parijsch-Londenscben vliegtocht...
Hoe maieloos ver schijnen de tijden
achter ons te liggen toen het bereiken
van de Noordpool een vage illusie
leek
T Gaat ons als den armen slaaf van
't morphine-spuitje... Al-meer moet hij
de dosis versterken, want de prikkels,
welke hem straks nog geluksdroom
brachten, zijn nu machteloos geworden.
Op Augustus-kentering begint te
bloeien zeker plantje, zei ik, gewis
teeken van ophanden zijode seizoens
wisseling...
Indien Z.Exc. de heer Talma nog
met vacantie is, dan zou ik hem willen
aanraden zich dichter te pantseren
tegen de tijden, die naken... Want
't zal voor hem spannen. Beeds nu
hoort men het kraken van »hetcement«
Bij den rechterarm wil men hem naar
deze. bij den linker-dito naar gone
richting trekken... Hoe zal't alloopen,
wanneer do Ziekte-verzekering, de
Steenhouwers-wet, de »bakkers«. al
't verdere in parlementair toernooi
wordt geworpen? Zal hij, minister,
zich van rechts of van links losruk
ken, de reactie omhelzen of het
meer vooruitstrevend element volgen?
Zal het «cement» dan verscheurd
worden Of moet de rampzalige minis
ter zelf in tweeën. zondebok en
slachtoffer van de »mariaga de raison«
welke nu den gang van 's lands zaken
te onzent oppermachtig beheerscht?
En de premier, aartsvirtuoos in
het kool-en-geit ontzien?... Hoe zal
hij vinden het »Maasbode«, stormpje,
tegen zijn leeszaal-plannen nu reeds
ontketend
De herinnering, hard en ondub
belzinnig, kwetsend-duidelijk gegeven,
van Gij, anti-revolutionair staats-
en bewindsman, onthoud dat ge
slechts bestuurt, lakentjes uitdeelt, op
't kussen troont zoolang wij 't dulden
en gedoogen, wij, van de Roomsche
buurt
Zou 't toch waar zijn, dat dien
ochtend, toen jhr. Van Doorn de
Borromaeo- interpellatie hield, en
o.a. dr. De Visser bet woord voerde,
dat er toen barstje is gekomen in
't cement Barstje, dat doorvreet,
verder-splijten waarvan we aan
stonds de duidelijke sporen zullen
aanschouwen
En gij, o lezer, die merkt hoe
ik verzeild raak in de oorden der
politiekerij e. a., ziet gij, hoe ook
ik onder den invloed ben van »de
kentering«, na half-Augustus zich ver
toonend?
Mr. ANTONIO.
net vertrek der Koninklijke Familie
uit Soestdijk.
H. M. de Koningin en H. K. H.
Prinses Juliana zijn Woensdagmiddag
per extra-trein van Baam naar Het
Loo teruggekeerd. H. M. de Koningin-
Moeder deed Hare Dochter tot op het
perron van het station der Hollandsche
Spoor uitgeleide. Aldaar waren ter
begroeting aanwezig de Commissaris
der Koningin in Utrecht, de heer mr.
F. D. graaf Schimmelpenninck, en de
burgemeester van Baarn, de heer F.
F. baron de Bourouill. Een talrijke
menigte bad zich te Soestdijk bij het
Paleis en te Baarn op het stations
plein verzameld om H. M. de Koningin
en H. K. H. Prinses Juliana een laat-
sten groet te brengen. Toen de 3
bofrijtuigen kwamen aanrijden, steeg
een hartelijk gejuich uit de menschen-
massa op. De Koningin zag er zeer
welvarend en opgewekt uit.
De Koningin-Moeder droeg het
Prinsesje op den arm. In het rijtuig
der vorstelijke personen lag een fraaie
bouquet rose rozen, door den chef
bloemist van het Paleis Soestdijk, den
hear J. Kraaijenbrink, 3an H. M. bij
haar vertrek aangeboden.
Nadat de Koningin zich in de Ko
ninklijke wachtkamer enkele oogen-
blikken had onderhouden met de aan
wezige autoriteiten, nam de Koningin-
Moeder hartelijk afscheid van Hare
Dochter en Prinses Juliana en begaven
de vorstelijke personen zich in den
Koninklijken trein. Precies te 420
werd het sein van vertrek gegeven
en reed de trein onder luid gejuich
der vele houderden belangstellenden
het station uit, de booge gasten van
Soestdijk met zich voerende.
Te 5.13 juist op den aangegeven
tijd, arriveerde de Koninklijke trein
op Het Loo.
Reeds lang van te voren bad zich
daar een zoo buitengewoon talrijke
27) DOOE
-A.. J". IDucliateaJu..
Het afscheid was niet minder harte
lijk. Deze had een goeden raad, gene
een woord van troost, een derde weder
een bemoedigenden handdruk voor
hem. Bertha ontving van mama een
wenk hem uit te geleiden.
Wat er in die korte oogenblikken
nog gefluisterd werd! wonderlijk zou
het inderdaad mogen heeten, indien
Edmond bij die laatste omhelzing zich
nog het onderhoud met zijn oom her
innerd had, na dus ontvangen te zijn
de menschheid met al haar drijven,
haar zwoegen en strijden was vergeten
voor weinige seconden bestond er
buiten hen niets 1 Toen volgde de ont
waking, nog een enkele blik en Edmond
snelde heen.
HOOFDSTUK VIL
Op het afgesproken uur waren alle
leden van het vrijcorps in de ruime
zaal, waar men zich zou vereenigen,
te zamen gekomen. De aanvoerder
monsterde den troep en scheen blijk
baar voldaan. Daarna werden aan de
beste schutters buksen uitgerust, ter
wijl de overigen een revolver als ver
dedigingswapen ontvingen. Ook werd
ieder van de noodige munitie voor
zien.
Teen hij de zaken zoover geregeld
bad. liet de kapitein door zijne lieden
een kring om zich vormen en sprak
hen dus aan
nMijne heeren! van dit oogenblik
af, zijt gij in dienst van het vader
land. De roode hand om uwen arm,
geeft u tegenover den vijand het recht,
als krijgsman te worden behandeld
zoodra gij u van dat teeken ontdoet,
zijt gij voor hem een vogelvrij ver
klaarde.
Noodelooze geweldenarijen zult ge
niet plegen, daarvan ben ik overtuigd,
doch vergeet nimmer, dat een klein
volk alle middelen, die de natuur en
de vindingrijkheid van den mensch
hem aan de hand doen, bezigen mag,
om het geweld, dat een overmachtige
vijand op hem uitoefent, te keeren.
Dapper zult gij strijden, doch vóór
alles, handelt met beleid list over
wint kracht.
Van u allen verg ik een onvoor
waardelijke gehoorzaamheid, al ware
uw leven met het volbrengen van mijn
last gemoeid. Aarzelt gij, treedt dan
terug, nog is het tijd eenmaal in
het veld, wordt ieder vergrijp tegen
de tucht streng gestraft, dat is nood
zakelijk. De verantwoordelijkheid neem
ik op mij.
Het doel, dat wij beoogen, is u allen
bekend. Aanvankelijk had ik gerekend
op een grootere getalsterkte van het
corps, doch ook nu nog, kunnen wij
den vijand belangrijke hinderpalen in
den weg leggen.
Wat ge ook doet, zorg dat geen
enkele handeling den goeden naam
van het corps kan schaden. Meer be
hoef ik er niet bij te voegen. Heeft
een van de heeren bezwaar zich aan
deze voorwaarden te onderwerpen?"
«Volstrekt niet, kaptein. Tucht is
noodzakelijk, dat erkennen wij. Wel
zeker!" klonk het antwoord van -ver
schillende kanten.
"Het doet mij genoegen, dat gij zoo
eenstemmig denkt, mijne heeren, het
geeft mij grond te vermoeden, dat
het vaderland, 't welk wij met hart
en ziel toehehooren, iets van u kan
verwachten.
Na deze woorden deelde de bevel
hebber de vrijschaar in groepen af,
gaf de verschillende aanvoerders hunne
bizondere instructiën, liet nog even j
zijn blik langs de gelederen zweven j
en sprak het Voorwaarts! uit.
Onder geestdriftvolle kreten, ver
lieten de vrijschutters het gebouw en
trokken door de saamgestroomde me
nigte langs de straten der stad, in de
richting van het dorp de Bilt. Hier
en daar werd nog ter loops een hand
druk gewisseld, met den zakdoek of
hoed gewuifd, sommigen traden zelfs
nog even uit het gelid, om een zachte
hand te drukken, een beminde zuster
of bedroefde geliefde te omhelzen, die
aan den drang des harten geen weer
stand kunnende bieden, aan den weg
hadden post gevat, waarlangs zij ver
moedden, dat het corps de stad zou
verlaten.
Ook Daan behoorde tot degenen,
die ongemerkt even ter zijde slopen
om een lid der schoone sekse een
troostwoord toe te voegen. Een vluch
tige omhelzing, en onze vriend wilde
weder heensnellen, toen hij tot zijn
niet geringe verwondering, hare oogen
met tranen gevuld zag.
"Komaan, nu nog waterlanders ook,
't is immers maar een pleiziertochtje,"
troostte hij, haar de wangen stree-
lende.
«Wie weet, of ik je ooit terugzie
Daan!" snikte zij.
"Nu, dat is wat moois, niet terug
zien wees gerust kind, Daan zal zijn
best doen, om er heelhuids af te ko
men;" dat kan ik haar licht beloven,
dacht hij.
"Ik zal mij doodelijk ongerust ma
ken."
«Welnu, als het toeval mij al een
blauwe boon verkiest te zenden, zien
wij elkaar immers toch terug. in
den hemelantwoordde hij lachende,
en haar snel de hand drukkende ver
dween onze vriend tusschen het volk,
om zich weder bij den troep te voegen.
»Zoo, oolijkert," zei Edmond, hem
ter zijde komende, «waarom heb je
dat voor mij verzwegen?»
«Wat bedoel je?"
»Je vraagt naar den bekenden weg,
mijn waarde; op een afstand gezien
zag ze er goed uit.»
Wordt vervolgd).