NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. SchBlseD uit ile rectaal. J. P. METZGER Jr., Tuinarchitect., Aanleg van Buitenplaatsen, JJarffen, enz. No 70 Woensdag 31 Augustus 1910. IVegen-en-dertigste Jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG KONINGINNEDAG. Steniaweg ^x^EIST. BINNENLAND. FEUILLETON. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangestraat 77. Telephoonuo. 69. AD VERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Wederom is onze Koningin jarig. Het is deze gedachte die den geheelen dag ons volksleven bezig houdt en den 31en Augustus zai stempelen tot een hoogtij in ons volksbestaan. Van af de eerste jaren dat het voortleven van 't al oude Oranje huis door Hare geboorte bevesti ging had gekregen, dat een nieuwe loot aan dien ouden, verstormden stam een blijde verheuging van nieuw leven aan 't goede volk van deze lage landen kwam brengen, is den 31 en Augustus een dag van vreugde geworden voor ons land. En bij het groeien der jaren is die beteekenis door de opeen volgende gebeurtenissen steeds grooter geworden. Kon het anders dan dat de inhuldiging als Koningin de beteekenis van dien 31 Augus tus nu voor de opeenvolgendejaren steeds meer zou verhoogen de glorievolle vreugde van Haren geboortedag zoo mogelijk in nog ruime mate zou doen loskomen? Daarmede was immers de Koninginnedag gekomenEn het geslacht, dat is opgegroeid met Haar, met het Koningskind, welks geboorte een nieuwe jeugd bracht aan den uitstervenden Oranjestam is niet achtergebleven om den Koninginnedag tot een werkelijk nationalen feestdag te verheffen. Want de Koningin leeft in het hart van ons volk en de liefde en trouw, waarmede Zij is begroet op den troon van Nederland, heb ben zich steeds breeder ontplooid. Ons volk eert Haar als vertegen woordigster van het gezag in den staat en verbindt aan Hare beminde verschijning het kostbaar bezit onzer nationale onafhankelijkheid. Door Haar nut alleen, maar ook op grond van aloude traditiën, die ons volk aan de Oranjes verbonden houden, kan Nederland zich niet gescheiden denken van Haar, die door geen vreemde handen tot den troon werd gevoerd, doch regeert als afstammelinge van Hen, d-ie door den wil van het Nederlandsche volk tot dien troon zijn geroepen geworden. Bestond er tusschen Haar en Haar volk reeds een nauwe be trekking, het feit dat Zij als Moeder, ook de toekomst des lands grooten- deels onder Hare hoede heeft ge kregen, heeft de verhouding oneindig inniger gemaakt. Meer dan ooit is thans een wensch voor Haar welzijn, een bede, die opwelt uit den grond des harten. Levendig is het besef onder het volk ten aanzien van de moeilijk heid van Haar taak en het gewicht Harer zorgen. Bekend is het hoe nauwgezet de plichten als Koningin door Haar worden waargenomen, hoe Zij zich steeds heeft doen inlichten omtrent de belangrijkste regeeringsaange- legenheden hoezeer het haar streven is geweest om te komen tot zelfstandige overtuiging en tot eigen oordeel. Nimmer, zelfs niet in de moeilijkste omstandigheden heeft Zij den heerscherstaf ook maar voor een oogenblik uit de handen willen leggen. Vóór en hoven eigen belangen stelde Zij die van land en volk. Doorniemand en niets heeft Zij zich ooit laten afbrengen van den weg, dien Zij zich had afgebakend. Die beslist heid en zekerheid kon alleen voort spruiten uit ernstige overweging Harer plichten en een helder be grip van het gewicht der plaats, die Zij bekleedt. Van Haar was het te verwachten en het is met voldoening vernomen, dat Zij niet voor den vorm, maar in werkelijkheid Moeder heeft wil len zijn, en in elk opzicht zelf de taak der voeding en der verzorging heeft willen vervullen, wetende dat elke andere zorg daarbij achter zou staan. Ieder weet hoezeer dit werk de toewijding en het geduld der moeder vraagt, hoe daaronder de onverbreekbare band geknoopt wordt tusschen moeder en kind, die moederliefde heet. Meenigwerf is er gevreesd, dat de Koninklijke Moeder te veel van Hare krachten zou vergen, die toch al niet overvloedig waren. Als Koningin beperkt Zij zich tot het hoog noodige; zooveel zij kunnen, nemen degenen, die het naast tot Haar in betrekking staan de uitwendigheden Harer plichten op zich; alles, opdat Zij beter Moeder zal kunnen zijn en aan Haar kind, de hoop van Haar volk te kunnen geven, wat het behoeft. Zij zal zich verzekerd weten van aller innige genegenheid, van aller dankbare gevoelens. De bede voor Haar welzijn is een wensch voor het heil des lands. •Keeï'N jor ge. eder Levering der verschillende gewassepStégen BILLIJKE PRIJZEN. Zij moge als zoodanig niet ge heel onzelfzuchtig zijn, zij wint er door in oprechtheid. Zij worden thans geuit met opgewektheid en vertrouwen op de toekomst. De vlaggen op Koninginnedag, oranjelinten, al het uiterlijk van een feestdag, het zijn zinnebeelden van de werkelijkheid. Eene gelukkige Moeder Een geliefde Koningin Welk volk zou er niet trotsch op zijn? Statistiek der Werkloosheid. Door het Centraal Bureau voor de Statistiek zal weldra uitvoering worden gegeven aan het voornemen om maan delijks nauwkeurige gegevens te ver zamelen omtrent de werkloosheid der arbeiders welke van hun vakorgani saties naar vaste regelen uitkeering ontvangen ingeval van werkloosheid. Daar de vakorganisaties, welke geen uitkeering ingeval van werkeloosheid verstrekken, vaak niet in staat zijn het juiste aantal hunner werkloozen op te geven, moet het onderzoek voor- loopig beperkt blijven tot de werk loosheid in die vakorganisaties welke hun leden wèl uitkeering verstrekken. De gegevens nopens de werkloosheid in die organisaties, welke bij een ge meentelijk werkloozeofonds zijn aange sloten, worden door het Centraal Bureau voor de Statistiek verzameld door tusscbenkomst van laatstgenoem de instellingen. Thans zijn de besturen van de organisaties, die niet bij een gemeen telijk werkloozenfondszijn aangesloten, voorzoover zij althans aart hel Bureau bekend waren, uitgenoodigd opgaven omtrent de werkloozen hunner leden rechtstreeks aan het Bureau in te zenden. Ten einde periodiek een zoo volledig mogelijk overzicht te kunnen geven van den omvang der werkloosheid, worden die vakorganisaties, welke aan hunne leden naar vaste regelen uit keering verstrekken by werkloosheid en welke nog geen uilnoodiging tol medewerking ontvingen, dringend ver zocht hun adres nauwkeurig op te geven aan nHet Centraal Bureau voor de Statistiek Afdeeling voor ArbeidsstatistiekJ. Anna van Saxen- straat 1719, 's-Crsivenhage." (Dit verzoek wordt niet gericht aan vak- vereenigingen, welke bij een gemeen telijk werkloozenfondszijn aangesloten). Genoemd Bureau zal de kaarten, waarop de gegevens verzameld worden voor de eerste maal in den aanvang van October aan de betrokken or ganisaties ter invulling toezenden. De aldus over de maand September verkregen opgaven zullen gepubliceerd worden in de aflevering van het Arbeidsblad (Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek, uitgevers Gebr. Belinfante te 's-Graven- hage), welke den laatsten October a.s. verschijnt. Clément van Maasdijk doodgevallen. Eerst wilden we 't niet gelooven. We konden niet en toch de vreeselijke tijding werd later maar al te zeker bevestigd- Van Maasdijk dood! Het drama Zaterdagavond op „Theosoof." Bloese mpje. De groote diplomate van de families tante Eef, was er op uitgestuurd om dit klaar te spelen. Geen van al len waren zij ervoor te vinden ge weest. En zelfs de bullebak, meneer Kreeft, oud-gediende met grijs sikje, dat soms geweldig kon trillen wanneer bij vertelde uit de mobilisatie-periode van '70... Dat de oude juffrouw De Greef, van wie zij allen wisten dat ze een goed oogje op 'm bad, bem met kleine schitteroogjes zat aan te gluren. Zelfs meneer Kreeft bad voor bet zaakje bedankt. is,« had Eef gezegd. de fijne diplomate, die met baar scherpe men- schenkennis de harten wist te door peilen en ieder in z'n zwak te tasten— »U is de èénige, die 't kan doen. Voor U beeft oom Rob respect. Van u zal-ie 't aanhooren... Toe, meneer Kreeft, zegt u nou maar gauw ja!» De oud-gediende bad héél-lang ascb van z'n sigaar zitten tippen. Z'n repu tatie van man, die voor niemand of niets terugdeinsde, stond, wist bij, op 't spel. Maar aan den anderen kant... Als-ie dacht aan den stevigen, vierkanten kerel met den breeden kop, de heldere blauwe oogen, 't grauwe kinbaardje; de harige knoestige vuisten. Om dien meneer Rob de boodschap te gaan brengen of-ie »Als die sinjeur met z'n witte das en z'n godzalig-zalvende woorden op visite was... Terwille van tante Naatje, die indertijd dat legaat van freule Taets bad gekregen... Oom Rob kon toch, als-ie wou, zoo door-en-door, zoo keurig netjes wezen... Maar die »knoo- pen», die ijselijke, verschrikkelijke vloeken... Die leelijke ruwe woorden- Waar hoefde 't voor, hé?... Als meneer Kreeft bem dat alleen onder bet oog wou brengen... Zachtjes, met een mop erdoor been... Mannen kunnen zoo-iets best met elkaar, die bepraten zonder dat 't "baken en oogen» hoeft te geven... Als meneer Kreeft oome Rob bijvoorbeeld eens inviteerde, ergens, in een café, 'n steentje te gaan leggen, een biertje te drinken... Oom Rob hield daar wel van... Och, en als-ie bem dan maar, voor de leus, liet winnen... Natuurlijk mocht meneer Kreeft er, zelf geen verlies onder lijden- Dóór stond de familie d'r eer te boog voor... Zachtjes rinkelde, onderwijl ze zoo listiglijk redeneerde, Eef met gul dentjes in baar beursje... Meneer Kreeft was een van de oudste, de beste vrien- den van de familie. Voor hèm hadden ze geen geheimen... Dat wist-ie toch wel. Ze beschouwden hem compleet als iemand van bloed-eigen familie... Eef kreeg er de tranen van in de oogen... En eene gevoelige nicht werd ook aangedaan. Eindelijk sprak meneer Kreeft. «Lieve menschen'' zei hij »je weet, ik behoor niet tot de bloodaards. Toen we, in 170, een haórtje van den oorlog af waren, beeft de kolonel, die wist wat-ie aan me had, gezegd"Jongens, neemt Leendert Kreeft tot voorbeeld. Dat is een kerel, waar fut in zit!"— En toen, in een-en-taebtig, dat knaapje bij ons in de vaart stortte... Jelui kent de geschiedenis... Toen heb ik mijn leven gewaagd... Het diploma, dat ze me thuis-stuurden, heb ik je vóak laten zien... Om de kinderen een goed exempel te geven, waarachtig niet om me-zelf te prijzen... Ik wil niet hopen dat een van jelui soms 't tegendeel..." Men haastte zich om daar allerlei woorden van protest meneer Kreeft te verzekeren, dat niemand ooit eene seconde had vermoed, dat bij uit ijdel- heid... kun-je begrijpen... »Dóór kennen we u toch te-goed voor!" zei nicht Toontje, toen de protesten waren uitgebracht... Zij zei 't op dat eigenaardig-ironiscbe ma niertje, baar eigen... Maar Toon d'r gezicht was »leuk" als steeds... strak als ijzer, hoor... Hier en daar, in den kring, was een stil lastige... Wéér passeerde meneer Kreeft en kele oogenblikken. »Maar!" hervatte bij eindelijk »móór... Om mij op deze wijze persoon lijk te mengen in pedelicate, uiterst intieme familie-aangelegenbeden... Je moet me niet kwalijk nemen... Ik heb ólles voor jelui over... Je kunt over me beschikken, bij dag en bij nacht— Niets is mij te veel of te-zwaar om mijne beste vrienden van-nutte wezen- Dat is m'n lust en m'n leven..." Zijn stem haperde even van emotie- Meneer Kreeft wits »au fand" een gemoedelijk-teêrhartig mensch, on danks z'n vinnig sikje— »Maar— zéé- iets valt heusch buiten de grenzen van mijn taak..." Hij kon, nu en dan bij zonder plechtstatig en boekerig van woordenkeuze zijn »dat zou op uw oom Robbert ook trouwens een ver keerden indruk maken... Uiterst pijnlijk en verkeerd..." Plotseling was de gelukkige gedachte in bem opgekomen. Ze dienden te I beseffen, dat bij over hün bestwil sprak in deze, meneer Kreeft- Niet zonder tikje gekrenkt-zijn voegde bij eraan toe: »Mij zou 't wóarlijk noch moeite noch zelfoverwinning kosten om uw oom Robbert te bezoeken en hem— Zooals u daar zei— Ik verwönder mij er, éérlijk bekend, over dat eene zoo schrandere dame als juffrouw Eva, die anders de zaken zoo voortreffelijk weet te beoordeelen, dat zij niet gevoelt, beseft, boe mijn optreden in deze voor uw oom grievend in de hoogste mate zelfszou wezen. Dat dient een familielid te doen. En nie mand anders!" Vóórdat iemand een woord bad kunnen zeggen, had tante Eef toen den knoop doorgehakt... Zij doorzag, dat baar ongerepte reputatie van slim heid in gevaar verkeerde— Zij gevoelde ook dat meneer Kreeft— Welke roer selen bem dan ook bewogen, den

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 1