NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
foor de Provincie Utrecht.
No. 81
Zaterdag 8 October 1910.
IVegen-en-dertigste Jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
DE WEEK.
FEUILLETON.
DE INVASIE DER DÜITSCHERS.
_A~ T. 3D-o.claa.tea.-a..
Amersfoortsche Courant
TUlt.lUs.' ri®
7
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door bet geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephooniio. 69.
ADVERTENT1ËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/: Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
7 October.
De oude, strenge Magistraat Huyck,
de vader van Jacob van Lennep's nog
steeds vermaarden, braven jongeling
Ferdinand, zei eens tegen z'n oolijk-
gpesligen dochter Santje, vrouwtje,
dat in I7XX voor ulira-zelf angst
wekkend modern zal hebben gegolden
«Als men jou tot Hoofdschout in
Amsterdam maakte, dan zou er hinnen
veertien dagen een oproer /.ij i los-
gebaisienl. Wij zullen nu maai:
met, m verband met de Portugeesclie
»dmgen van den dag«, gaan bespie
gelen over de vraag, in hoever bet
officieus regentschap der arme konin
gin Arnélie de uitbaisliiig in het veel-
hepioefde land der hidalgo's kan
hebben vei baast... Het onderwerp is
trouwens zoo bijster tragisch wanneet
men denkt aan de dikke streepjes,
door de revolutie gehaaid door de
diverse rekeningen van ben, die silids
jaar en dag een bloeiende negotie
drijven in gioot- en commandeurs
kruisen van Portogeescbe orden-
Ik denk nu aan stervelingen van
veel nederiger sfeer. Aan zeker huis
moedertje, met wie ik 't gisteien had
over «the topies of the dag«... Meen
belastert onze dames-upto date, wan
neer men tiaar nog altijd beschuldigt,
van de krant slechts het feuilleton,
de «ongelukken» en de tijdingen van
den Burgerlijken Siand te lezen. Voor
waar, ook in dit opzicht begint
de rneuwe tijd« toch wel iets van
zijn invloed te openbaren. Tronen en
troontjes wankelen; het Protocol ver
liest gaandeweg van zijn onaantastbaar
geacht gezag het Nederlandsche de
partement van Buitenlandscbe Zaken
(ziehet allerjongste Oranjeboek
»betreuit« 't, dat het «geen vrijheid
vond« om nog meer diplomatieke
bescheiden publiek te maken dan 't
nu reeds deed, geeft in het open
baar een pluimpje aan de «diploma-
tiekearnbtenaren,» die 't meestesericus
en op de meest nuttig-practische wijze
weik van hun ambt maakten.
De diplomaat-ouden stijl, die prach
tig figuur sloeg aan hoogdeftig diner,
een der meest gezochte leden was van
whistclubje en voorts nog te-hooi en
tp-gras een inhoudloos rapportje riaar
B. Z zond; hij wordt gaandeweg
figuur met meer passend in, mogelijk
voor onze dagen..
Ook de niet-geleerde. niet-geletterde
moderne vrouw blijft san courant»
van het voornaamste nieuws. Mijne
straks-genoêmde huismoeder hleek niet
slechts op de hoogte van alle bijzonder
heden z.akend liet afschuwelijk inooid-
geval met de Hoorrischo arsenicum-
laart.. Dat spreekt van zelf. In dat
opzicht zullen de dames uil de veertiger
jaien, toen tiet Haagsche echtpaar
Mout haan aan de Brauweisgraclit, op
nagenoeg dezelfde wijze slachtolfer van
moordenaaishand weid als in het
Hoórnsche geval geschiedde, evpn
nieuwsgierig en «belangstellend» zijn
geweest als hare achterkleindochters,
thans rondwandelend in knieën-om
klemmende rokken en met bloempot-
hoeden op 't hoofd...
Mijne zegsvrouw bepaalt zich niet
tot de ijselijkheden». Voor den on
verlaat, die de arsenicum-taart ver
zond aan de Hoorrische oudjes, kari
zij zich slechts één straf denken de
strop. Ik geloof zelfs dat zij deze
executie, immers onlangs door een
deskundige als de zachtste geprezen,
nog veel te «humaan» vindt. Dit
wil 'k tocb even aanstippen; «crimi
neel» van opvatting zijn de na-nichten
van Santje Huyck nog precies even-
verwoed als de dochter van den acht
baren en geleerden Amsterdarnschen
magistraat, wien de Vliesridder een
maal te slim was... Wanneer men de
vrouwen van allerlei slag, soort, sfeer
eens liet deelnemen aan een plebis
ciet over de vraag: doodstraf weder-
ingevoerd of niet? m. i. zou de
uitslag niet twijfelachtig wezen De
ridders van «klaveraas», de kwartjes
vinders met hun aanhang en kornui
ten; de apachen van allerlei kaliber:
met knoet, zweep, geesel, e. t. c. be
werkt. Dan zou men eens kijken...
Wetsbepalingen, verbiedend het ma
noeuvreeren met speelkaarten op de
publieken weg en in treinen, gelijk
nu door scheppers van «ingezonden
stukken« wordt aangeprezen Larie,
zpgt mijne zegsvrouw. Daar vinden
ze toch wel «loopjes» op, dat zijn
lijdelijke lapmiddelen Lie zweep er
over!... Is de wet sta in-den-weg voor
zulke methode, dan maar fluks
nieuwe, betere, practischer artikelen,
gemaakt. «Ze moesten mij eens!...«
riep mevrouwtje uit, en er schitterde
een vonkje in haar oogen, dat haar
vooreen paar minuten tot een Kenautje
Hasselaar maakte.. «Sauvent femme
varie», ik geef 't giif toe. Maar
sommige opvattingen worden met
ijzeren consequentie van geslacht op
geslacht overgeleverd!
Voor het ontwerp der veertig mil-
lioen voor de kustverdediging heb
ik vruchteloos eenige sympathie in
haar hart pogen op t6 wekken. De
«technische bijzonderheden.» bleeken
mevrouwtje slechts zeer vaag voor
den geest te staan, maar een tijd
welke doet aanschouwen het al-maar
rijzen van de prijzen voor alle denk
bare huishoudelijke benoodigheden der
provisie-kast kan zegt zij, nooit,
in geen opzicht, recht vaardigen, der
gelijke uitgaven ter bekampirig van
een «denkbeeldigen vijand.»
«Maar» bracht een neef van haar
die eerstdaags de »goudenkraag« Ver
wacht, er tegen-in «maar, beste ziel,
als Duitschland ons morgen opslokt,
denk-je bijgeval dat we dan goedkooper
uit zijn?.. Wanneer we het voorrecht
zouden genieten van tot den gewapende
vrede-groot model te mogen bijdragen?
Dan zul je nog eens iets anders be
leven dan onze handhaving der neutra
liteit kost... Maar dat snappen jului
nu eenmaal niet!"
«Ik weetalleen« hernam mevrouwtje
«dat Karei eiken Zondag-ochtend,
wanneer 'k met mijn huishoudboekje
aankom, nijdiger gezicht trekt. En
zijn gewoon ochtend-eitje beeft io al
lang afgeschaft... En als die prachtige
wet van meneer Kolkman erdoor is.
dan zal ie. zegt Karei, z'n sigaren er
ook aan moeten geven... Hoogstens
een enkele pijp rooken... Want van
bocht houdt ie niet. Jij, met je neu
traliteit!» tot lichtelijk verbolgen
neef van het opdoemend majoorsgoed.
»'t Wordt immers voortdurend erger.
Meneer Kolkman gooit meneer De
Meester van zijn stoel omdat diens
program niet deugt. Maar nauwelijks
zit meneer Kolkman op 't kussen, of
hij... neemt al de dingetjes om aan
duiten te komen, door meneer De
Meester uitgedacht, over!... Zegt, dat
't hem ijselijk leed doet, doch 't kan
eenmaal niet anders.
Ons vleesch. onze boter, onze eieren,
alles «slaatop»... Een lekker sigaar
tje... dat mag een mari er toch wel
van hebben Over die kleinere en
duurdere borreltjes praat ik niet, dat's
best! Hoe kleiner hoe beter!... Maar
een goeie sigaar wordt alleen voorde
rijkelui beschikbaar. Er wat moet er
dan worden van de sigaren-hatulelaars,
die dat tocb in hun zak moeten voelen?..
Dus knoeien maar?... Op sigaartjes
van anderhalve cent het etiket van
drie plakken?... Een mooie boel! En
dan kom-jij nog met je veertig
millioen voor de neutraliteit, 't Lijkt
wel of jelui... Of...«
Hier brak mevrouwtje haar allocutie
af. Neef-Kapitein rukte en plukte aan
z'n knevel; wierp dreigende blikken
op mij...
Of ik soms lust gevoelde om nichts
partij te kiezen... Dan zou-iemeeens
eventjes...
Ik bepaalde mij tot woord van
hoffelijke hulde aan mevrouws «au
courant« zijn der dingen van den dag.
Neef koelde zijn grimmige gramschap
in stekeligheden over d6 hoedenpennen,
die een armen tramconducteur dezer
dagen bloedige kwetsuur hebben toe
gebracht... Als illustratie gebruikte
hij 't der «vrouwelijke dwaasheid»...
Als ze daar nu eens mee begonnen,
minder potsierlijke kleedij; dan zou
dat van de neutraliteit, en zoo, wel
«terecht komen«...
In iemand, wiens promotie rotsvast
staat en die bovendien zoo autoritoir
is aanglegd als neef-kapitein, verbaasde
mij de schamper-houtaine toon niet
zoo sterk.
Maar de stekelige wending, die het
gesprek had genomen, ontroofde mij
de ware lust om er mij verder in
te mengen.
Over dwaze dingen was iets gezegd.
Maar als, aan den vooravond
der behandeling, in ons Parlement,
van het ontwerp tot afschaffing van
den bakkers-nachtarbeid, de belang
hebbenden het voorstei als een wan
gedrocht beschimpen, maar ten slotte
motte aannemen, de... «verheffing tot
wet ervan vragend... Na al de groote
en kleine fouten, leemten ervan op
z'n felst te hebben uitgemeten...
Ik vraag u in trouwe...
Wanneer rnen eene gansche, groote
volkswijk als de Ajnsterdamsche z.g.
Jodenbuurt in zeer-korten termijn
naar den grond wil werpen... Geen
tijd latend aan de bewoners om zich
elders te vestigen..
Terwijl men weet dat de brood
winning van vele honderden daarmee
gemoeid is... Zulk een electrische spoed
met de uitvoering van op zichzelf
natuurlijken voortieffelijk denkbeeld...
Nadat gedurende zoovele ge-lachten
de menseken daar genesteld zijn ge
weest... Zulk een koortsige haast hier,
en.Zulk eene schromelijke traagheid,
waar... Wie ware ook, die niet konden
wachten, geen dag en geen nacht...
Weet men 't nog wel?...
En wat staat nu voorop, waar
dient allereerst, allersnelst het Schat
kist-goud, volgensde verantwoordelijke
raadslieden der Kroon, voor besteed?...
't Is dat ik niet vechtlustig van
aard ben... Anders zou ik den heer
neef-Kapitein van antwoord gedien
34) DOOE
«Dan had de bezetting het veldwerk
verlatenzij zal beproefd hebben onge
merkt door dat boscb af te trekken."
«Ik vrees, dat er niet velen ontko
men zullen zijnblijkbaar bad de aan
valler hunne bedoeling dan geraden,
want er werd schrikkelijk gevochten
tnsscben die sparren."
«Arme kerels," prevelde de kapitein.
«Sacrétonnerre jongens, 't was zoo'n
prachtige verdediging."
«Komaan," zeide Daan, «dan hebben
zij vast een proef gehad, boe de Hol-
landscbe jongens voor bet behoud van
hunnne forten zullen weten te strijden."
«Dat geïsoleerde aarden werk was
overigens met de beste bezetting en
een talrijke artelerie niet met vrucht
te verdedigen geweest. Ware de inun
datie der Grebbelinie nog gesteld kun
nen worden, waarvan dat fort in de
bei, een deel uitmaakt, dan kon men
't er nog eenigen tijd volhouden, doch
thans onmogelijk. Maar 't wordt tijd
op onze schreden terug te keere11
vrienden en eenige rust te nemen om
ons op de aanstaande gebeurtenissen
voor te bereiden.
HOOFDSTUK VIII.
Toen de zon baar eerste stralen
over de beide schoot, en baar licht
goot over het jonge groen der sparre-
boomen, ontwaakten de vrijschutters
de een na den ander.
Met een licht hart en een beider
hoofd togen de nleesten van ben aan
den arbeid. Sommigen echter waren
er onder, wien de ernst op het getaat
lag, moedig en bereid bun leven voor
het vaderland te geven, doch lichtvaar
dig neen, dat waren zij niet.
Enkelen, die reeds geheel gereed
waren, hadden zich een weinig ter
zijde buiten het gewoel en de drukte
begeven om hunne gedachten aan
bet papier toe te vertrouwen, en een
groet, die licht de laatste wezen kon,
aan hunne vrienden te zenden.
Edmond behoorde tot dezen. Sedert
het verlies van zijn trouwen hond was
hij merkbaar verstrooid en droefgees
tig geworden. Het was Diet langer een
vluchtig opgekomen wensch bij hem
dat hij mocht sneuveleD, neen, 't was
een onwrikbaar geloof geworden, dat
hij in dezen oorlog het leven zou ver
liezen.
Op het oogenblik, dat Edmond zijne
brieven schreef, wandelde de kapitein
met Daan tussehen het hout op en
neer.
«De spoorweg was gister slecht be
waakt," zei de aanvoeder, «zoo zij he
den niet voorzichtiger zijn, voorspel
ik hun een derailement, waaraan zij
vooreerst genoeg zullen hebben."
Een half uur later verlieten de vrij
schutters her hosch en richtten zich,
over de heide en velden voortgaande,
naar den spoorweg. Daar aangekomen,
overtuigde de kapitein zich, dat de
vijand, voor het vervoer zijner benoo-
digdheden, reeds van dien weg gebruik
maakte. Zoodra hij daaromtrentzeker -
heid had, wachtte men een gunstig
oogenblik af, dat het gedeelte van den
weg, waar het vernielings werk moest
worden beproefd, onbewaakt was, en
vervolgens voorzichtig den weg nade
rende, plaatste de kapitein een kleine
ülatte bus tegen een der spoorstaven
en verwijderde zich weder. Een half
uur verder werd dezelfde maatregel
herhaald, om meer zekerheid te heb
ben, dat het plan zou slagen. Weinig
had het echter gescheeld of Korf was
hij deze tweede affaire door de solda
ten, welke de lijn heetten te bewa
ken, ontdekt.
Yol vertrouwen, dat zijn plan moest
slagen, liet de hevelhebber thans zijne
lieden zoover terugtrekken, dat zij ten
minste een half uur op een mogelij
ken vervolger vóór zouden hebben.
Achter hen lag de onafzienbare Velu-
we met hare heidevelde, haar stuif
zand, hare bosschen en boven alles
met haar sobere dorheid, Zóó wensehte
de kapitein den loop den dingen af
te wachten.
Men had het oog op den weg. Dooi
den kijker zag men, dat van tijd tot
tijd eenige soldaten langs den spoor
baan gingen, doch deze tuurden uit
sluitend over de heide naar het kreu
pelhout; de weg zelf, scheen geen punt
van onderzoek voor hen uit te maken.
Eindelijkin de verte nadert de
treinhij bestaat uit een onafzienbare
reeks goederenwagens, waarschijnlijk
op vlotten over den Ysel gebracht.
'Het zuchtend en steunend geluid der
machine geeft reeds voldoende te ken
nen, dat hare last niet gering is. Lang
zaam nadert die reuzenslang, welke
benoodigdheden voor een geheel leger
corps van den vijand inhoudt. Die
trein wordt heden avond in de nabij
heid van Utrecht verwacht. Morgen
reeds heeft men behoefte aan den in
houd, want levensmiddelen zijn in het,
door den vijand bezette deel der pro
vincie Utrecht niet te krijgen al
wat eet- en vervoerbaar was, is ach
ter de line verzameld.
Het noodlot heeft echter besloten,
dat die trein hare bestemming niet
bereiken zal nog eenige seconden,
en het rad der locomotief verbrijzeld
de gevaarlijke bus, de machine springt
uit elkander, de voorste wagons, opge
stuwd door de volgende, worden ver
pletterd, en de overige omgeworpen
of beschadigd buiten het spoor gedron
gen. De weg is vernield.
«Zie zoo jongens," zegt 'de kapitein
tevreden, «dat is goed gegaan, Let
nu wel op, als men van alle zijden
1 naar den trein snelt, om te zien «hoe
I het gegaan is,« moet gij, van, de an
dere bus, welke ginds tegen de spoor-