HIEUW! Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. Schetsen ml de rectaal. No. 82 Woensdag 12 October 1910. Negen-en-dertigste Jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG HERFST. TmiTEINLAM)~ i. P. iETZGCR Jr., Tuinarchitect. Steniaweg ZEIST. Aanleg van Buitenplaatsen, Parken, enz. FEUILLETON. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door bet geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 17. Telephoonn». 69. AD VERTENTIEN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer Tl, Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Wanneer de gure najaarswind De blaadren jaagt langs 't pad; Als 't zangrif koor uit 't woud verdwijnt Met geur en kleurenschat Dan spreekt er uit geheel natuur Een wondervolle toon Van scheiden, droevig, somber, zwaar, Van 't snellend aardsche schoon. De zomer is heengegaan met al zijn geur en kleur en pracht. De bloeitijd is verdwenen, de herfstwinden ont namen aan den zomer den tooi. Wan neer al die pracht die ons oog bekoorde is heengegaan, is er weemoed in ons hart. Immers, het stemt altijd droevig, als van ons heengaat, wat ons hef en dieibaar is. 't Woord vergankelijk, dat met betrekking tot de ge-cniederus der menschen. soms ook ons hethaitkan doen breken, laat ons ook niet koud, wanneer bet de bladeren en bloemen betreft. Doch iets is er, dat oorzaak was, dat onze somberheid niet besten digd bleet en dat was de gedachte, dat de natuur waar, ze naar het uitwendige verslijt en ver»alt, naar bet inwendige telkens weer vernieuwt. De Herfst heeft zijn intrede gedaan. Het behoeft niet gezegd le worden, wij bemerken liet aan de gansche Schepping. De blaaeien vallen af, de bloemen die straks nog zoo lier hunne kopjes naar het zon licht ophieven, zij knakken op hunne.stengels. Mensch en dier, bloem en plant, allen gevoelen bet, dat het schoone jaargetijde zal plaats maken voor den winter. Kleine plannen worden nog gemaakt voor reistochten, doch de dagen korten en het lamplicht dient vroeger aan gestoken. De landman haalt nog wat van zijn oogst overgebleven is binnen om straks lot voedsel te strekken van mensch en dier. De Herfst is in bet land! De overgang doet zich zoo on merkbaar gevoelen, dat wij aan den Herfst genaderd zijn voor wij bet be grijpen. Doch de natuur, de trouwe leidsvrouw, zegt het ons wel. Deed de verjongde natuur in üe lente ons hart opspringen van vreugde dezelfde natuur heeft ons altijd wat nieuws te vertellen, ook in den Herfst. Neem uw wandelstaf ter hand en vermeid u in dezen tijd van 't jaar in onze bosscben en velden. Schoon is het herfstlandschap met al zijne kleuren en schakeeringen. Ons oog zal niet moede worden die bonte mengeling van kleuren gade le slaan. Wij zijn niet moedeloos al konten ile najaarsbuien en regenvlagen ons bezoeken. Daten wij wijsheid loeren van de dieren des veldt; zij dragen hun lot niet gelatenheid en arbeiden zonder gemor. De natuur is nog uit sluitend pessimistisch noch enkel optimistisch. Zij is alleen maar prac- tisch en stoort zich niet aan mensche- lijk "ppiaat. Wees niet moedeloos, o, sterveling, al komen ook de najaarsvlagen, want voor u komt ook eenmaal de Herfst des levens want even genoeglijk als de natuur in 4 tijdperken verdeeld wordt, zoo kat) ook het menschelijk leven m vier deelen gesplitst worden. Zie daar, de blonde spelende krulle- hol. Zij kent het Ieveri slechts vari den zoiinigen kantspelen en dar telen is haar lust en al kornen straks ook die onmisbare kinderrampen, ze zijn spoedig vergeten. Dat kind is in de lente van liet leven. Thans moet er gezaaid en gepoot worden om later honderdvoud vrucht te oogsten. Die foisch gebouwde man daar is in den zomer van het leven. Stoimen zijn er nog met velen over zijn hoofd gegaan, voort gaat hij met pooten en zaaien, want voor hem ook komt de herfst des levens. Wat in de jeugd gezaaid en geplant is, komt nu tot vollen wasdom. Daar op een bank zitten man en vrouw. Hoewel nog gezond, vertoont het vooi hoofd reeds rimpels en be ginnen de haten te grijzen. Zij zijn in den herfst van het leven; zij pro- (iteeren thans van betgeen in de lente is gezaaid. Buien en vlagen zijn over hunne hoofden gegaan doch moedig en onversaagd volgden zij hun weg. Ziet gij den man daar op een kruk voort strompelen. Zijne zilverwitte haren hangen tot aan zijrie schouders beenen en oogen weigeren hunne diensten. Zoo tobt hij voort, tot dat rle dood zich over hem ontfer mt. Doch evenals de Winter wordt opgevolgd door de Lente komt ook voor hein na lijden verblijden. Laat de wind dan maar razen en de regen maar tegen de ramen klet teren gelukkig liij die een wanne kamer heeft. Er haalt toch maar niets in den winter bij een warme kamer. En de stormen der wereld en de regen der alledaagschheid beuken en kletteren tegen de kinderen der men schen gelukkig hij, die een warm hart behoudt. De Portugeesciie omwenteling. De laatste berichten hebben allen twijfel omtrent de verblijfplaats en de onmiddellijke plannen van ex-Koning Manuel van Portugal verdreven. Ouder de telegrammen van de laatste dagen zal men nog een ietwat romantisch be richt vinden waarvan de strekking schijnt te zijn, dat Koning Manuel op een Amerikaanschen kruiser zich naar Lissabon zou begeven, teneinde te pogen om, geholpen door de groole mogendheden, de verloren macht te het winnen. Gelijk gezegd, de berich ten van hedenmorgen sluiten de moge lijkheid, dat deze onwaarschijuiyke mededeeling juist zou zijn geheel uit: de Potugeesche koninklijke familie heeft in Gibialtar het Portugeesciie ijacht Amelie verlaten en is aan land gegaan, terwijl het schip teruggekeerd is naar Lissabon, wijl het 't eigendom is van den staat, d. w. z van de republiek Portugal, en niet van de koninklijke familie. Blijkbaar heeft de Koning het denkbeeld om thans een poging te wagen de kroon te heroveren, opgegeven. Welke houding hij zal aannemen, is nog onzeker; of hij pre door eel Nee Levering der verschillende gewassen tegen BILLIJKE PRIJZEN. tendent zal blijven en ijveren voor zijn terugkomst op den troon in Por- tugel, dan wel of hij zich in zijn noodlot zal schikken en het leven gaan lijden van koning in ballingschap. Over het algemeen houdt men het laatste voor waarschijnlijk, en men gelooft zelfs te kunnen zeggen.dat hij spoedig naar Engeland zal komen, en zich. voorloopig althans, neerlaten op Wood Norton, eene mooie buitenplaats. toe- behoorende aan den hertog van Or leans, Koningin Amelie's broeder. Naar aan leiding biervan somt een Engelsch blad de monarchen op, die, hun kroon verloren hebbende, in Engeland gast vrijheid vondenhet is een eerbied waardig lijstje. Ziehier een beschrijving van het bombardement van het paleis, geseind door den iliafi'n-corresponderit, die het ontleent aan een republikeinse!) blad. »In het Necessidadespaleis luistert de koning naar de voortdurende salvo's van de infanterie en in de verte het gebrom der kanonnen. Wat is er toch met zijn dienaren gebeurd De muren weerkaatsen nog de vleierijen der hove lingen. Hij berkent hun stemmen, keert zich om en denkt ze te zien. Maar er is niets. Alles zwijgt in de groote zalen. Sabugosa, doodsbleek, draait aan zijn grijze snor; hij denkt zeker aan de bladzijden waarop hij de Portugeesciie geschiedenis geschreven heeft: de oor logen, de belegeringen, do beschrij vingen van vluchtende koningen en van wankelende tronen! De koning laat zich op een divan neer, staat weer op, wandelt heen en weer, geeft ook in zijn houding de vrees te kennen die men op zijn gelaat leest, gaat naar den bidstoel, bidt, het voorhoofd bijna op den grond. In den middag begint een kruiser granaten te werpen. De koning vlucht, nog bloeker, naar het andere einde van het paleis, naar bet atelier waar Dom Carlos schilderde en galante bezoeken ontving, liij wil weg; hij wil het uil alle macht, bevend en rillend, het doet er niet toe waarheen I Een der torens van liet paleis stort ineen, men hoort een onrustbarend gebrul. De koning wil vluchten tot eiken prijs. Men telefoneert om een auto, maar de wagen kan het paleis niet bereiken. Koning Manuel wacbt, gelegen op een molligen i noden divan, voor een naaktstudie, door zijn vader geschilderd. Men telefoneert weer: hij moet nu vluchten. De koning en zijn laatste getrouwen hollen door het park van Necessidades, klimmen over den muur der t.uin van Fransini. Koning Manuel beeft, zijn beenen weigeren bijna hun dienst. Hij vraagt waar de dapperen van zijn bof zijn. Er is nie mand meer. Zal men komen om hem te dooden? Het tragische toorieel van 1 Februari 1908 doomt op voor zijn oog. Eindelijk kondigt Sabugosa aan dat de paleisauto gereed is en nog een ander voor enkele bedienden. De ko ning hult zich in een mantel en neemt plaats in hel voertuig, liet portier slaat dicht en voort gaat het naar Mafra.» Dat de beschrijving geheel volgen de waarheid is, durven wij niet ver zekeren. De schrijver is er waarschijn lijk niet bij geweest. Er worden nu ook meer bijzonder heden bekend omtrent de vlucht van de koninklijke familie uit Portugal. Zoodra de revolutie was uitgebroken, werd er van uit het paleis in Lissa bon, waar de Koning vertoefde, gete lefoneerd naar Cintra, naar het ver blijf der Koningin-Moeder. Deze werd Van redders. Eene plainte. Moeder w£s niet spraakzaam van aard. 't Gebeurde wel dat ze zoo'n heelen dag geen twee woorden sprak. Daar was-ie aan gewoonvond er niets bijzonders in. Maar dien middag had vader een paar heerlijke bokkingen meegebracht, waar zij zoo dol op was. Hij had zich er al in verheugd, dat ze de dilicatesse zou bekijken met zacht bewonderende knikjes, dan tegen hem zeggen: «Nou, Dirk, dat is eene verrassing, voor I Dank-ie wel I" Entegen Trui«Neen, voel-eenseffetjes! Prachtbeestjes, hoor. Daar zullen we vanavond eens effetief van smullen. Met een fijn glaasje gersten... Nou!" Waarna ze smakte met de tong en heelemaal opgemonteerd werd. Op de boterhammen dikker laagje boter schrapte, en zelfs in 't tweede kopje koifie nippertje-suiker zou doen... Moe der was aan den zuinigen kant. De huren beweerden zelfs dat juffrouw Degens sterken aanleg had om inhalig te worden. Yader wist beter, had al die ja ren bewonderd wat vrouwtje voor wonderen wist te bereiken met haar schamel huishoudgeld. Als ze de lucht had gekregen van wat er drie jaar geleden gebeurd was... 't Werd hem benauwd om 't hart bij de gedachte- alleen... Van de historie met zijn ouden vriend Winter, die z'n vingers had gestoken in de kas der maatschappij, waar hij agent van was... Hoe hij op zekeren middag, als naar gewoonte van kantoor naar huis gaande, op den schouder werd geklopt... En hoe Win ter daar stond, bevend, wit als krijt, met verwilderde oogen. Die hem bij den arm greep... Verwarde woor den stamelde... Hem vaarwel zei, voor-goed, voor-altijd... Snikkend als een kind... Hoe hij met hem was op- geloopen, tot een eind buiten de stad. En daar hoorde wat er gebeurd was... Over de tweehonderd gulden zoek... Als 't niet binnen vier-en-twintig uren in orde kwam, dan werd de justitie erin gemengd. Hoe winter hem eene groote, enve loppe wot geven, met zijn «uitersten wil», na z'n daad voor de weduwe en den eenigen zoon bestemd... Hoe Winter met zijn klamme, sidderende handen zijne hand gegrepen had... Snikte: «Och, Dirk, ik ben zóó onge lukkig!... Ik ben zóó rampzalig! Wie had dat kunnen denken, toen wij samen op de schoolbanken zaten En later... Wéét-je 't nog wel, vriend? Dat ik je in je jonge huishouding vijftig gulden geleend heb? Al zou-je me het tien dubbele gevraagd hebben, al had ik 't uit de steenen moeten halen, hè?... Maar dat is voorbij... Ik wéét 't wel... Als-je kön.... Als je mócht- Maar neen, laat mij maar liever ster ven, dat's heter... Veel beter!;/... Een halfuur later zaten zij samen op het kantoor van deD geldschieter, aller- vrindelijkst, glimlachend meneertje. Die bleek al precies te weten, |hoe zwaar en hoe licht. Dirk Degens woog... Was bereid om, op zijne handteekening als borg, het geld voor te schieten. Meneer Winter zou gered zijn... Hij haalde een keurig zilveren potlood voor den dag, de geldschieter; cijferde won dervlug. De kosten, de rente vooruit, administratie, informatie... O, hij hoefde eigenlijk niet te informeeren naar me neer Degens, maar «de geldgever,» de patroon van redder... Hij-zèlf had, helaas, geen middelen... Die eischte dat steeds. Enfin, om tweehonderd gulden «schoon» in handen te krijgen, op vrij langen termijn... Het accept luidde wel na drie maanden «en te allen tijde na dien,» doch dat was «slechts eene formaliteit»... Om twee honderd te krijgen, ja, 't geld is duur tegenwoordig, hè? Daar moest een acceptje van driehonderd-tachtig voor geproduceerd worden... Dirk schrok zóó erg, dat hij met z'n stoel een eind achteruit schoof, wat geldschieter schaterend in z'n fauteuil deed terugvallen. Meneer had toch heusch niet veel idee van geld zaken... Primo: wist hij toch wel, wie en wat z'n vriend Winter beduidde, in moreelen zin?... Of twijfelde hij daaraan?... In diit geval zou geldschie ter, zeer serupuleus van aard, per tinent weigeren om fondsen te ver schaften, zélfs als Dirk er zelf op aan drong... Daar had hij dus zeer graag antwoord op... Waarna Dirk zich haastte om te verzekeren, dat hij zijn vriend natuurlijk blindelings vertrouw de... Zeker... Maar toch, ziet-u... «Secundo» vervolgde geldschieter «neem ik aan, dat u mij, wanneer ik u iets plechtig verzeker, op mijn woord als «gentleman» zult gelooven En de redder keek hem tegelijk streng-uitvorschend aan... Twee dagen later had hij, onder wijl de angst, de emotie hem het hanteeren van de pen bijna beletten, op het kantoor van geldschieter «voor aval geteekend... Het vreemde woord moest boven zijn naam gezet. Toen hij vroeg wat 't beduidde, untwoordde redder droog jes: «Als u nu maar schrijft wat ik zeg. Zulk wantrouwen zijn we hier niet gewoon! Veertien dagen later was Winter verdwenen. Kreeg hij, op kantoor, een briefje van geldschieter om «in zijn eigen belang" ten spoe digste aan te komen... Het geld moest er binnen eene week zijn. De opper- geldgever «was niet te vermurwen", schikkirig absoluut onmogelijk. Ten zij... tenzij... eene nieuwe handteeke ning. Maar dan puik, prima!... Anders was er geen quaestie van... Radeloos had hij rondgeloopeD, dien dag. De kruidenier naast zijn huis getelefoneerd met verzoek even te laten zeggen, dat-ie door extra- werk niet kon komen eten... «Zeker, direct, meneer Degens! De jongen zal

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 1