nriEuwi Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BINNENLAND. BUITENLAND. IN HET LAAGLAND. No. 8. Zaterdag 28 Januari 10ii. Veertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAfi EN ZATERDAG FEUILLETQN. 10) Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele .Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephoonno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Candidatuur Tweede Kamer. Ds. B. Klein Wassink te Leeuwarden beeft voor de hem aangeboden can didatuur voor lid der Tweede Kamer voor bet dictrict Sneek bedankt. Van de opkomst in werkelijken dienst zullen in 1911 zijn vrijgesteld de kaderreservisten: lo. wier dienst tijd in den loop van het jaar 1911 eindigt; 2o. aan wie is vergund zich op te houden buiten Europa. Verder is bepaald, dat de vrij willigers van het reservekader bij de infanterie, de vesting-artillerie, de ge nie en de bereden korpsen, die in 1909 of vroeger voor de eerste maal onder de wapenen zijn geweest en aan wie nog met is of zal worden toegestaan, dit jaar voor den tijd van ten minste drie weken onder de wape nen te komen, in 1911 voor den tijd van vier weken voor den werkelijken dienst moeten opkomen dat de korpscommandant hen zal oproepen tegen een door bem vast te stellen datum, tenzij door de bedoel de vrijwilligers alsnog vóór 1 Mei e k. wordt aangevraagd, in 1911 voor ten minste drie weken vrijwillig onder de wapenen te mogen komen. Voorjaarsverpleging. Het nu geheel voltooide Koloniebuis Zwartendijk van het Centraal Genoot schap wordt 1 April a.s. opengesteld tot voorjaarsverpleging. De bedoeling is aan de kinderen, die de koloniearts sterk genoeg acht, een paar uur per dag onderwijs ,te geven in de voor naamste vakken, benevens in nuttige handwerken en sloyd. In de nu geëindigde najaars- en winterverpleging te Nunspeet waren de resultaten van bet onderwijs zeer gunstig, terwijl de koloniearts aldaar hoogst tevreden was over de lichame lijke vooruitgang van de verpleegde kinderen. Artsen gevraagd. Onze Minister van Ruitenl. Zaken brengt ter kennis van belanghebben den, dat de Cbineesche Regeering onder meer aan de Nederlandsche Regeering het verzoek gedaan beeft artsen naar Mandsjoerije te zenden voor wetenschappelijk onderzoek van de maatregelen die genomen zouden kunnen worden tegen de verspreiding en tot bestrijding van de longenpest. Personen die bereid zijn tot om schreven doel zich naar Mandsjoerije te begeven, gelieven zicb te richten tot het Departement van Buitenl. Zaken. Zondagsrust voor geneeshceren. De »Vox Medieorum« bepleit de invoering van Zondagsrust voor de artsen naar het schema van die, welke de apothekers hier en daar hebben ingesteld. Zij meent, dat er bij de artsen nog veel meer reden voor de invoering van Zondagsrust is. Reschermende rechten. De «Vaderlander" schrijft: Bescherm den eenen tak van bestaan en gij zult aan bescherming van niet- bevoorrechte bestaansmiddelen niet ontkomen. Iri alle protectionistische landen is die stelling steeds bewaarheid gewor den. In ons land zal, als onverhoopt mr. Kolkman met den geessel der protectie onze natie mocht gaan striemen,precies hetzelfde gebeuren. In het tarief, dat de Minister zal voorstellen,blijven landbouwen veeteelt onbeschermd. Dat daartegen stemmen opgaan, blijkt uit een rapport, dat volgens pater v. d. Eisen, secretaris van den R. K. Ned. boerenbond, in een te Nijmegen gehouden vergadering van dien Bond veel bijval verwierf. In dat rapport wordt gevraagd een invoerrecht op granen, meel en andere landbouwgewassen, zóó hoog, dat de productie in eigen land loonend wordt. Dat beteekent dus: graanrechten in optima forma. Al zal Minister Kolkman dit rapport wel kalm naast zich leggen, het bewijst niettemin boe de voorgenomen tariefs herziening bij onbeschermde bedrijven den drang naar bescherming wekt. Dat de overgroote massa van ons volk de kosten der graanrechten zal be talen door prijsverhooging van het voor naamste volksvoedsel, weerhield de Nijmeegsche Boerenvergadering blijk baar niet haar bijval aan het rapport te betuigen. Juist daaruit blijkt bet zedelijk nadeel der protectiezij kweekt een zelfzucht, die zich om het algemeen belang ganschelijk niet bekommert. Tussehenhandel. In den laatsten tijd zijn aan onze Belgische grenzen door Belgische ban delaars ontzaglijke boeveelheden aard appelen opgekocht, welke door de Belgen weer gedeeltelijk naar Frank rijk en Duitschland werden verzonden. Vooral de «Industrie,die in 1910 voor het eerst geplant werd, was zeer gevraagd en werd op het laatst tot 10 francs per 100 kilogram betaald. Volgens de jongste opgave van het Belgisch ministerie van financiën wer den in het vorige jaar uit ons land naar België gezonden 72,082,000 K.G. aardappelen, tegen 55,175,133 K.G. in 1909. België zelf verkocht 133,978,600 K.G., tegen S5 294,500 in 1909. Daarvan gingen naar Frank rijk circa 90 mill en naar Duitschland ruim 32 mill kilogram. Dit is een mooi profijt voor ons land, maar 't kon nog mooier. Waarom laden wij de aardappelen niet in een schuit en zenden ze rechtstreeks zon der tusschenpersonen, naar de landen die er behoefte aan hebben? In vroe ger eeuwen waren wij de vrachtschip pers van heel Europa, en dat heeft ons groot gemaakt. Hetzelfde geldt voor onze tabak, die in den jongsten oogst reeds zulke mooie prijzen opbracht. Naar we hoorden, gaat ze van hier naar Duitschland en van daar naar de Italiaansche regie. Als dat zoo is, waarom kunnen we dan niet zei ven leveranciers worden. 't Kost wel wat moeite, dat is waar. Rehartiging van de belangen der onderofficieren. Wij lezen in «Land en Volk": Minister Colijn heeft wederom een goeden maatregel genomen. Hij heeft ul. tot de inspecteurs der wapens een kabinetsaanschrijving gezonden van den volgenden inhoud «Het is mij bekend, dat in het korps onderofficieren verlangensgekoes- terd worden met betrekking tot het brengen van verschillende wijzigingen in de bepalingen betreffende den dagelijkschen dienst, de termen, de kleeding, de huisvesting enz wiizigin- gen in het kort ten doel hebbende het dagelijksch leven van den onder officier te veraangenamen zonder de belangen van den dienst te schaden. Uit den lijst van wenscben dien aangaande, mogen, om de gedachten te bepalen, genoemd worden: Het des Zondags niet dragen van de schako of kolbakhet dragen buiten dienst van den korten mantel (wiel rijdersmantel), het voor eigen reken ing wonen buiten de kazerne door de oudere ongehuwde onderofficieren, c. q. van bepaaldelijk te noemen categorieën; uitbreiding van de be palingen betreflende te verleenen avondpermissie; het toepassen van de bepalingen nopens bet dragen van burgerkleeding door officieren ook op de onderofficieren met den rang van adjudant-onderofficier en hooger;enz. enz. «Teneinde nu te weten te komen welke wenschen van dien aard be staan. heb ik de eer, U. M. H. te verzoeken, dienaangaande bij de korp sen een onderzoek te doen instellen en mij den uitslag daarvan te doen kennen. «Gaarne zal ik bij uw antwoord, uw gevoelen en c. q. dat van de korps- commandanten omtrent eventueel te kennen gegeven wenschen en eene inwilliging daarvan vernemen. «Ik teeken hierbij aan, dat het mij zeer gewenscht voorkomt, dat door de korpscommandauten en desveilangd ook door u ter zake een of meer onderofficieren worden gehoord." Een treurig kinderdrama, dat aan Hauptmann's «Hannelea herinnert, is dezer dagen in het Engelsche graaf schap Warwick afgespeeld. De 13-jarige Anna Farmer, een wees, woonde sinds haar 4e jaar in huis bij een oom. In November 1.1. werd zij naar een fabriek gezonden om te werken. Maar een paar dagen later was zij daar al weer ontslagen, omdat zij te zwak was. Dat werd het meisje in het huis van haar oom zeer kwalijk genomen. Zij deed haar best, ander werk te vinden, maar het ge lukte niet; men was nergens gediend van het zwakke kind. Dezer dagen weid zij door den zoon des huizes geslagen, omdat zij weigerde zijn schoenen te poetsen en daarop wierp haar tante haar de deur uit. Zij mocht niet terugkomen vóór zij werk bad gevonden, 's Avonds werd het arme kind door honger en ver moeidheid weer naar huis gedreven. Men ontving haar weder met scheld woorden en verwijten en het arme kind werd daardoor zoozeer tot wan hoop gebracht, dat zij 's nachts de deur uitliep. Den volgenden morgen werd zij levenloos uit het naburige kanaal opgehaald. Te Bourges is een sehijndoode, een 84-jarige vrouw, plotseling weder levend geworden. Juist toen men aan stalten maakte om de metalen kist waarin zij gelegd werd, dicht te sol- deeren, richtte de doodgewaande zich op. Men bracht in allerijl de begrafents- «Dag Nikipkoor Anissiemietsj.» En daarna stormde ze op hem af om hem te kussen. Ze ging ander maal naar de deur, knikte nog eens en begon dan op nieuw. Hij lag dan te spartelen met zijne kleine roze beentjes en lachte en huilde tegelij ker tijd, juist zooals Elizarof, de tim merman De dag van de uitspraak was ten slotte bepaald. Tsybonkine ging voor vijf dagen op reis. Er werd verteld, dat eenige moezjieks uit het dorp opgeroepen waren om te getuigen. Toen de oude werkman gedagvaard werd, ging hij er ook heen. Donderdag zou het vonnis uitge sproken worden. Den Zondag daarop was Tsyboukine nog niet terug en evenmin had men iets van hem gehoord. Dinsdagavonds zat Varvara weder voor 't open raam te kijken, of de oude man nog niet terugkwam, Lipa speelde in de kamer daarnaast met haar kind. Zij liet het dansen op haar schoot en zeide in verrukking »Je zult groot worden, groot Je zult een man worden. We zullen samen uit werken gaan; we zullen uit werken gaan.» "Hoe heb ik het nu,» bromde Var vara beleedigd, «waarom zou hij uit werken gaan, gekkin. Hij komt bij ons in de zaak Lipa begon te neuriën, maar weldra was ze weer alles vergeten en lispelde andermaal »Je zult groot worden, heel groot 1 Je zult een man worden en dan gaan we samen uit werken »Wat zanik je toch.» Lipa bleef met haar kind op den arm bij de deur staan en vroeg: "Moeder, hoe zou het toch komen dat ik zooveel van hem houd Waarom zou ik zoo'n medelijden met hem hebben?» zeide ze met een bevende stem en met tranen in de oogen. «Wat is hij eigenlijk en waar lijkt hij op Hij is zoo licht als een veertje, als een kruimeltje brood en ik houd zooveel van hem, evenveel alsof hij een wezenlijk mensch was. Hij kan niets, zegt niets en toch begrijp ik al wat zijn oogjes mij vragen.» Varvara luisterde naar het gerom mel van den treiD die het station naderde zou de oude man nu eindelijk terugkomen? Zij verstond niets meer en wist niet eens waarom. Lipa sprakzij begreep zelfs niet eens, hoe de tijd voorbijging. Zij deed niets dan trillen, niet zoozeer van vrees als wel van nieuwsgierigheid. Ze zag een kar met moezjieks hard en met veel geraas voorbij rijden; dat waren zeker de getuigen die van het station kwamen. Toen de kar voor den winkel stond, stapte de oude werkman er af en j ging naar binnen. Men hoorde dat I ze hem in den winkel goeden dag zeiden en uitvroegen. «Vervallen verklaard van zijne rechten en goederen,» zeide hij hardop, »en zes jaar dwangarbeid in Siberie.» Akksinia kwam van uit den achter winkel toegeschoten, waar ze bezig was iemand aan petroleum te helpen. In de eene hand hield ze de flesch, in de andere den trechter en tusschen hare tanden had zij het geld. »Waar is vader,» vroeg ze lispelend. »Aan het station," zei de werkman. «Zoodra het wat duisterder is, komt hij naar huis, heeft hij gezegd.» Zoodra het hekend was dat Annis- siem tot dwangarbeid veroordeeld was, begon de meid in de keuken eens klaps te snikken, alsof er een doode was, denkende dat dit zoo behoorde. «Waarom heb je ons verlaten, An- nissiem Gregorüjtsj, schitterende valk?» «De honden begonnen onrustig te blaffen en Varvara liep in doodsangst en benauwdheid, naar het venster, en riep zoo hard ze maar kon »'t Is genoeg Stepanida, houd op! In Jezus' naam maak ons niet ellen diger, dan wij toch al zijn.» Men vergat thee te drinken. MeD gaf zich van niets meer rekenschap. Lipa, alleen, kon niet begrijpen, wat er eigenlijk gebeurd was en bleef kunstsprongen maken met haar kind. Toen Tsyboukine terugkwam van het station, vroeg men hem nietshij zei goedenavond en liep toen rond door al de kamers zonder een woord te spreken. Hij gebruikte niets. «Was er iemand om voor hem in de bres te springen vroeg Var vara, zoodra zij alleen waren. »Ik had je nog zoo gezegd, dat je iemand in den arm moest nemen, maar je hebt niet willen luisterenAls men een verzoekschrift had inge diend «Dat heb ik gedaan,» gaf de oude man met een moedeloos gebaar ten antwoord. "Zoodra men Annissiem veroordeelde heb ik mij tot zijn ver dediger gewend. Er is nu niets meer aan te doen, het is te laat,» gaf hij mij ten antwoord. Annissiem zei ook »'t Is te laat.» Maar niettemin heb ik, toen ik van het gerechtshof terug- kwam, nog een advocaat aangespro ken ik heb hem voorschot gegeven Ik zal een week wachten en er dan weer eens heengaan. Gods wil ge schiede Zwijgend doorliep de oude man andermaal alle kamers, en zoodra hij bij zijne vrouw terug was, zeide hij »Ik geloof, dat ik ziek ben. Alles is zoo verward in mijn hoofd. Ik kan niet meer denken." Hij deed de deur dicht, opdat Lipa hem niet zou kunnen verstaan en vervolgde toen fluisterend: »Het gaat niet met het geld. Je herinnert je, dat Annissiem mij met St. Tomas, voor zijn huwelijk, roebels heeft gegeven en nieuwe geldstukken van vijftig kopeken. Ik heb een rolletje weggelegd en de overigen tusschen mijn geld door gedaan. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1911 | | pagina 1