nriEuwi Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. No. 25. Woensdag 29 Maart 1911. Veertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG KUITEN LAND. FEUILLETON. DE MOEZJIEKS. Amersfoortsche Courant. o ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Lniigestrnat 77. Telephoonn0. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Stolypin's overwinning. Stolypin's overwinning is volkomen! Wijl de Rijksraad bet geheele ont werp van Stolypin tot invoering van Zemstvoi in de westelijke gouverne menten met 134 tegen 23 stemmen bad verworpen, besloot de Tsaar op voorstel van Stolypin de Rijksraad en de Doema voor drie dagen te schor sen, en in dien tijd de Zemstvoi, op grond van art. 87 der grondwet, bij keizerlijk besluit in te voeren. Dit artikel bepaalt, dat tijdens de verda ging wetten kunnen worden ingevoerd bij keizerlijk besluit, mits dit binnen twee maanden door de Doema en den Rijksraad wordt goedgekeurd gebeurt dit laatste niet, dan vervalt bet besluit van rechtswege. Bovendien heeft Stolypin van den Tsaar de toezegging gekregen, dat voortaan bij de benoeming van leden van den Rijksraad, die door den Tsaar geschiedt, de meening van den minister president zal worden gevraagd. En daar zijn beide grootste tegenstanders. Trepof en Doernovo, »met verlofct ge zonden zijn, en waarschijnlijk wel niet zullen terugkomen, is de positie van Stolypin opnieuw bevestigd. Al is het duidelijk dat de leden der rechterzijde en de camarilla het bij deze poging om den minister ten val te brengen, niet zullen laten, maat bij gelegenheid hun poging nog wel eens zullen herhalen. In de Doema beerscht groote ont stemming over de keizerlijke.besluiten, die Stolijpin heeft beweikt. In alle kringen is men van meening, dat bij zulk een manier, om noodwetten uit te vaardigen, de volksveitegenwooi-j diging volkomen illusoir wordt. Alsof zij dat al niet teeds is. De Octobnsten veiklaien, dat zoo de wet, die thans bij keizerlijk besluit is afgekondigd,! binnen twee maanden in de Doema I komt. geen enkele stem er voor zal j zijn. Ook ervaren bureaucraten schud den het hoofd en meenen, dat Stolypin op die wijze het niet lang maken zal. De Rijksraad is ontstemd over de behandeling van Trepof en Doernovo en over de keizerlijke- besluiten, en is voornemens geen enkel voorstel van Stolypin meer aan te nemen. Een en ander maakt den toestand moeilijk En de stemming niet 'beier. Reeds loopt bet gerucht dat Kokowzef, die tot opvolger van Stolypin is aan gewezen, thans wil aftreden. En de beurs was, door deze ver wikkelingen, onrustig. Rusland en China. Rusland heeft thans, naar Reuter meldt, een krachtig ultimatum aan China gesteld, waarin de algeheele aanneming der Russische voorwaarden voor 28 Maart werd geëischt. Bij wei gering behoudt Rusland zich de vrij heid van handelen voor. Dat kan alleen beteekenen, dat Rusland dan het Clii- neesche gebied zal binnenrukken. Door deze nota is de quaestie van ernstigen aard geworden. Maar China zal nu zijn methode van uitstellen wel moeten opgeven en kleur bekennen. Een telegram uit Peking meldt, dat Cbina in de Russische eischen zal toe stemmen. Het heeft geen andere keus, wijl het op een oorlog niet voorbe reid is. De Nowoje Wremija zegt hierover De Russische diplomatie heeft eindelijk- het noodige woord gesproken. En wij kunnen slechts verklaren, dat Rus- land's eisch een rechtvaardige is. De Birscliewija Wjedomosti spreekt de hoop uit, dat vastbesloten optreden sneller tot hel doel zal voeren dan diplomatieke onder handelingen, waar van slechts uitstellen het gevolg is. Een oorlog te voeren is Ruslands plan niet; maar mocht het noodig zijn.dan moet de slag tegen China snel en krachtig worden toegebracht. Telegrammen uit Cbarbin aan de Nowoje Wremija melden, dat onder de Russische bevolking groote vrees bestaat. De kinderen worden wegge zonden, de mannen gewapend, (let gerucht wil, dat Russische patrouilles door Chineosche troepen worden be schoten. De gouverneur seinde den minister, dat de aanwezige troepen onvoldoende zijn, om de Europeanen te beschermen tegen een Chineescbe overvalling. Mexico. Correspondenten van enkeleDuitsche bladen in Mexico .deulen mede, dat deopsiandelingen in Noord-Mexico aan de winnende hand zijn, maar hoe de toestand er nu juist is, valt uit de verschillende mededeelingen niet op te maken al schijnt het wel zeker te zijn, dat de toestand verre van rooskleurig is Een Engelsch corres pondent verzekert, in tegenstelling met hetgeen meegedeeld werd omtrent de weigering van president Taft om de Amerrka'arische iioeperi terug te trek ken, dat president Taft toch wel iets gevoeld voor de bezwaren der Mexi- caansche regeering, die van oordeel is, dat de opstandelingen door de aanwezigheid der Amerikaansche troe pen worden aangemoedigd, omdat zij de hoop koesteren door voortzetting van hun verzet, de Unie tot tusscheri- komsl te kunnen nopen. Daarom zou president Taft bereid zijn, de troepen voor een groot deel van de grens terug te trekken, ztj zouden echter in Texas blijven. Een onrecht, dat we gisteren jegens de Mexicaansche legeeringstrorpen hebben begaan, verdient herstel. Het telegram uit Washington betreffende een gevecht lusschen twee divisiën regeermgsiroepen, had niet betrek king op Mexico, maar op Honduras. Onderlinge strijd lusschen de aan voerders der regeeruigstroepen be moeilijkt dus althans de positie der Mexicaansche regeering niet. Omlrent de aanleiding van den strijd in Hon duras, zijn nog geen nadere mede deelingen ontvangen. Brand te New York. Bij een brand in een «luchtschra- per», een gebouw van tien verdiepin gen, waar een personeel van 1500 menschen werkzaam was, zijn ruim honderd personen (voor het meeren- deel meisjes) om het leven gekomen. Vijftig werden gedood bij bet springen in de vangzeilen, die braken door de groote hoogte van waar de lichamen neerkwamen. Twintig dooden werden gevonden beneden in een luchtkoker waarin zij gevallen waren door een venster waar zij uitgedrongen werden door de achter hen aankomenden. Anderen trachten zich te redden langs de eleetrische draden, die braken, of sprongen op de daken van de naburige lage huizen en allen werden gedood. Deze brand, in een fabrieksgebouw van tien verdiepingen, op Washing- tonplace, waarbij (volgens een later bericht) 150 menschenlevens verloren gingen, is een der ergste branden die in den laatsten tijd te New York voor kwamen. Zaterdagmiddag om 5 uur brak de brand uit, op de zevende verdieping, en binnen enkele oogenblikken stond het gebouw, dat nvuurproelrt heette, van boven tot beneden in vlam. Van de 1500 arbeiders en arbeid sters die er in waren, konden die der bovenste verdiepingen voornamelijk Italiaansche ar beidsters van een blouse- fabriek met tijdig de weinige brand ladders bereiken Van de twee lifts werkte er maar één en die was wel dra ook onklaar, doordat er te veel menschen op sprongen. In radeloozen angst sprongen velen uit de vensters naar beneden, waar brandweei mannen vangnetten uitge spreid hielden; maar door de hoogte van waar de lichamen neerkwamen was de val te zwaar en zij vielen door de netten been, dood op de steenen. Anderen waagden een stouten sprong op de daken van lage aangrenzende huizen en vonden daarbij den dood. Weer anderen werden bij een lucht koker, waar zij een toevlucht zochten, door de achter ben aan komenden zoozeer gedrongen, dat zij in de diepte te pletter vielen. Andeten trachtten zich te redden langs electi ische draden, die braken onder hun gewicht. Op de achtste verdieping alleen vond men vijftig dooden, verstikt door den rook. Er zijn ook zeer velen bedenkelijk gewond naar de ziekenhuizen gebracht. Het gebouw heette, gelijk reeds gezegd is, »vuurproef«, en het eigen lijke gebouw staat ook nog. Maar in bet vertrouwen op de onbrandbaarheid had men nagenoeg geen brandladders aan de builenzijde gemaakt Waren die er geweest, dan hadden er veel meer zich kunnen redden. Om die reden zei een der hoofden van de brandweer, dat deze brand enkel aan nalatigheid is te wijten. In Lord Joicey's kasteel Cregynog Hall, in Wales, is een groote schil- oerijen-diefslal beproefd, maar nog juist in tijds verijdeld. Lord en Lady Joicey bevinden zich op bet oogenblik te Cannes en de zorg voor het kasteel is toevertrouwd aan den bottelier Calder. Toen deze Maandag wat laat thuis kwam zag bij tot zijne verwondering licht in de eetzaal en een oogenblik later zag hij een der bedienden, Foster, uit een keldervenster kruipen. Zoodra Foster den bottelier zag, wierp hij een in papier gewikkelde rol, die hij in de hand droeg weg en snelde heen. Het bleek, dat er zes kostbare schilderijen die in de eetzaal hingen, een van Turner, dat wel f120,000 waard was, en voorts stukken van Holman. Hurit, Barrat en Wimperis uit de lijsten gesneden waren. Vijf daarvan werden teruggevonden in de rol, die Foster wegwierp en het zesde vond men onder de keldertrap ver borgen. Foster werd door de politie uit zijn bed gehaald en gevankelijk wegge voerd. In een zijner jaszakken vond men een stuk hout van een schil derijlijst. De schilderijen waren overdekt, 6) Het scheen haar toe alsof de brand- klonk op haar hart bonsde, alsof de brand zou voortduren en Sasja ver loren was. Toen het dak van de iezba met ge- druisch instortte, voelde Olga, nu door de gedachte bevangen dat heel het gehucht onvermijdelijk in brand zou vliegen, zich eensklaps zoo machteloos, dat ze niet voort kon. Zij zette den emmer, dien ze bij zich had, neer en ging op de helling zitten. De andere vrouwen kwamen bij haar zitten zuch ten en weeklagen evenals op eene begrafenis. Op dat oogenblik kwamen de arbeiders en de opzichters van het heerenhuis aan de overzijde op twee wagens aan, benevens een tweede brandspuit. Ben heele jonge student kwam te paard aangehold. Men greep bijlenmen zette een ladder tegen de iezba en vijf mannen beklommen het brandende getimmerte. De student voorophij had eene vuurroode kleur en schreeuwde met eene korte, heesche stem en op zulk eene krachtige toon, alsof het blusschen van branden reeds lang zijn gewoon werk was. Men scheidde de balkon van de iezba, men haalde den stal, de korenhoopen en den meest nabijzijnden hooiberg om. "Verwoest toch niet alles," riepen eenige ruwe stemmen uit de menigte. «Laat toch niet alles verwoesten.» Siriak ging met vasten stap naar de iezba toe, alsof hij de nieuw aange- komenen wilde beletten alles omver te halen, maar een der arbeiders keerde hem eensklaps om en gaf hem een slag in den nek. Algemeen gelach De arbeider sloeg hem nog eens, Siriak viel en verdween, op handen en voeten kruipende, onder de menigte. Twee mooie jonge meisjes, met hoeden op, zeker de zusters van den student, kwamen van de overzijde. Zij bleven, op eenigen afstand, naar den brand staan kijken. De losgemaakte balken brandden al niet meer; ze rookten alleen nog geducht. De student richtte den straal van den brandspuit nu eens op de halken, dan op de moezjieken en dan weer op de vrouwen, die water aandroegen. "George!" riep een der meisjes op angstigen toon. "George!" De brand was gebluscht en toen men uit elkander ging, bespeurde men dat het al dag was. Allen zagen er bleek en ontdaan uit, zooals men er altijd uitziet bij het krieken van den dag, als de laatste sterren aan den hemel verbleeken. Toen de moezjieken weg gingen, lachten ze en maakten grap pen over den kok van generaal Joekof en zijne verbrande pet. Zij hadden als het ware behoefte, om over den brand te lachten en schenen het te betreuren, dat die zoo spoedig gedaan was. »U kunt een brand spoedig blusschen, mijnheer," zeide Olga tegen den student. «U moest bij ons in Moskou zijn. Daar is bijna iederen dag brand." «Komt u uit Moskou?" vroeg eene der jongejuffrouwen. "Ja, mijn man dient in den Slavischen Bazar. En dit is mijn dochtertje,» voegde ze er aan toe, terwijl ze Sasja aanwees, die het koud had en zich in hare rokken verborg. Zij komt eveneens uit Moskou.» De jonge meisjes zeiden iets in het Bransch tegen den student en hij gaf Sasja een stuk van twee griedniks. De oude Ossip zag het en blijde hoop verhelderde dadelijk zijne trekken. «God zij geloofd,» .voegde hij den student [toe, »dat er geen wind was, uwe Edelheid. Anders zou alles in één uur afgebrand zijn. U zijt zulke goede heeren uwe Edelheid,» voegde hij er verlegen en zacht aan toe»het is zoo koud we moeten zien weer warm te worden, als u zoo goed zoudt wil len zijn om ons iets te geven om een half üeschje te kunnen koopen.» Men gaf hem niets en hij ging mop perende naar huis. Olga gÏDg boven op de hoogte van Joekowo zitten en keek naar de twee wagens die de rivier doorwaadden en naar den heer en de dames, die door de weide weg gingen. Een rijtuig wachtte hen op den anderen oever. Toen ze terug kwamen in de iezba vertelde ze op een opgewonden toon alles aan Niko- laas. "Zulke brave menschen. en zoo aar dig... en die jonge meisjes... precies twee cherubijntjes." «Voor mijn part barsten zij,» zeide Fjokla nijdig al half slapende. VI. Marja gevoelde zich ongelukkig en zeide, dat zij gaarne wilde sterven; Fjokla daarentegen schepte behagen in het leven, dat zij leiddede armoede, de smerigheid en de voortdurende kibbelarijen. Zij at wat men haar gaf, zonder onderscheid, zij sliep daar waar ze zich bevond, zij wierp het vuile water in de gang der iezba over den drempel heen en liep op bloote voeten door de plassen. Van den eersten dag af had ze Nikolaas en Olga gehaat, vooral daarom, dat het leven in de iezba hun niet beviel. »Ik zal eens zien wat je hier te eten zult krijgen, edellieden van Mos kou,» zeide ze met eene boosaardige vreugde; »ik zal eens zien...» Op een morgen het was al in 't begin van September had Fjokla aan de bron twee emmers water ge haald. Zij zag rood van koude, maar zij was mooi en kern gezond. Marja en Olga zaten thee te drinken. »Thee met suiker,» zeide Fjokla ironisch, terwijl ze de emmers neerzette. »Die dames hebben de mode aangenomen om eiken dag thee te drinken. Kijk eens. Zij zullen ten laatste nog bar sten van al die thee., en die daar,» ging zij voort, met een blik vol haat op Olga, »die heeft in Moskou'een mooi pof bakkes gekregen bij haar luie

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1911 | | pagina 1