z m
DE WITTE WINKEL
INGEZONDEN.
IJoeiuler-cholera.
koopt thans geen
kippen bij de uwe,
Ad ver
VE
LEUSDERWEG
G-
Amersfoortsch!
Wissel- en Effectenkantoor
(Mr. S. 6. van Welderen 9arap Rengers)
kortegra)cht 11.
WE t) E'H Verkoop E'RS
ten spoedigste naar de Rijksklinieken
over te brengen, want de toestand
scheen hoogst ernstig. Per rijwiel
brancard had het vervoer plaats.
Helaas mocht geen medische hulp
hier meer baten, en spoedig na de
aankomst iD de klinieken stierf de
jongen aan de gevolgen der bekomen
ernstige verwonding. Zijn makker, de
dader in dit in-droevig ongeval, werd
's middags door de politie verhoord.
Luchtvaart.
Graaf d'Hespell en luitenant Coblijn,
die onlangs met een tusschenlanding
te Dongen van Antwerpen naar Breda
zijn gevlogen, hebben afgezien van hun
voornemen om weer naar het vlieg
kamp te [St.-Job in 't Goor bij Ant
werpen terug te vliegen.
Het blijkt nu, dat het toestel erger
beschadigd is dan men eerst dacht en
en dat de defecte motor vooreerst niet
hersteld kan worden, en nog langer
op het exercitie-terrein blijvende zou
ongetwijfeld aan het toestel door den
invloed van het weer en den sterken
wind schade toegebracht worden.
De monteurs hebben het vliegtuig
uit elkaar genomen en het zal op een
wagen naar St.-Job in 't Goor terug
gebracht worden.
De wereldkampioen in het boksen,
de bekende neger Jack Johnson, heeft
niet genoeg aan zijn roem als onover
winnelijk pugilist, en wil nieuwe lauwe-
ten plukken al3 vlieger. Curtiss, een
van de beste Amerikaansche vliegers,
zal zijn leermeester zijn te San Diego.
't Zal nu moeten blijken, of boksen
wel een goede voorbereiding is om
met een vliegtuig te leeren omgaan.
Vlugheid van handelen en scherp op
letten kweekt het ongetwijfeld, maar
er komt meer kijken.
Vluchten met een groot getal passa
giers.
Zooals dezer dagen een Reuter-tele-
gram meldde, heeft Sommer's vlieg
machine niet minder dan dertien
personen in de lucht geheven.
Om de ontwikkeling van de passa-
giersvlucht na te gaan, moet men
beginnen met de eerste tweepersoons-
vlucht in Frankrijk in Maart 1908.
Sindsdien vermeerderde successievelijk
het aantal passagiers tottwaalf.
Een vlucht met een aantal passagiers
veroorzaakt in verschillende opzichten
groote moeilijkheden. De voornaamste
is natuurlijk de toename van het
gewicht; voorts de wijze waarop de
zitplaatsen ingericht moeten worden.
Vergelijkt men het gewicht dat
Breguet (12 personen) meenam met
dat door Lamartin's machine opgetild
(8 personen), dan blijkt, dat het niet
zoo veel verschilt, als men verwach
ten zou.
Breguet en zijn elf passagiers wogen
te zamen 597 kilo en Lemartin met
zijn zeven reisgenooten 475 kilo. Het
geringe verschil zit hierin, dat bij de
eene vlucht een persoon gemiddeld
119 pond en bij de andere 100 pond
woog.
Bij een normaal gewicht van 140/150
pond zou het aantal passagiers bij
Lemartin vijf, bij Breguet zeven be
dragen.
Wanneer groote luchtreizen onder
nomen worden, is de voorraad benzine
van 35 KG. niet voldoende;'t is noo-
dig meer mee te nemen en natuurlijk
moet dan weer het getal passagiers
verminderd worden.
Een en ander in aanmerking geno
men, ziet men, dat de zoogenaamde
oluchtomnibus", welke een dozijn men-
schen vervoert, nog verre in de toe
komst is.
Frischheid.
Lang pleegt bij te dralen en te
druilen Schoorvoetend als een tries
tige oude vrouw, sluipt bij aan, al
donkerder en doffer, ons beplassend
met killen regen, ons beademend met
klammen mist. Maar eindelijk
eensklaps vermant hij zich en weet
wat hij wil. Hij sti ooit sneeuwvlokken
over de aarde, hij trapt den grond
onder zijn zolen hard. Briesend stoot
hij een sterken bulderwind uit zijn
neusgaten. De wolken blaast hij weg.
de hemel veegt hij blauw boven de
reine witte velden. Hij werpt den
groolen grauwen mantel af, bij rukt
de nevel kap zich van de zilveren
lokken en zie op een zonnigen
morgen treedt hij vóór ons in zijn
staatsiekleed vol flonkerende juweelen
de koning Wintert En wij dan
onze hoofden naar buiten stekend,
zeggen tot elkaar: «Daar is hij. Hij
is toch schoon Of hij schoon is, wan
neer hij lot ons komt met kroon en
majesteit, wie onzer zal dat durven
ontkennen? Onze dichters en schilders
dwepen met hem onze reizigers heb
ben geen woorden voor de pracht
waarmee hij onze hollandsche velden
tooit, onze kinderen hebben hem lief,
springen jubelend in zijn armen. Al
wat gezond en dartel is, heeft hem
lief! Wij zelfs, wij oude. kacbelver
warmde, kamerverweekelijkte ouden
bewonderen bem, en al zijn we tocii
al wat stijf en stram geworden; we
slijpen onze schaatsen en zeggen
«Kom nu nog eens een baantje oplrr
Dat is dan heel (link ran ons; maar
iets anders zou nog flinker wezen
Een groove wandeling b.v. de velden
in, de bosschen door. lucht happen,
luclu verslindenWant met alle
rpspect voor de edele schaats en voor
ons nationale volksvermaak een
glad gehezemd baantje is de wereld
riiet, glijden is geen moeite, spel is
geen harding, sport is geen natuur!
En juist epn echt koud bad, een frisscbe
onderdompeling in de natuur is voor
ons allen zoo noodig, zoo nuttig. Maar
ik zie mij overdrijving tegenwerpen.
«Onze sport dan?« hoor ik roepen.
«Hebben wij met onze sport, sinds
25 jaren? Ons wielrijden, ons voet
ballen, ons tennissen, ons bergbeslij-
gen, ons zwemmen, al onze athl'efjsche
vermaken in de open lucht? Staan
wij daarmee niet een geweldig stuk
boven onze huisbakken grootouders,
die niet reisden, niet sportten, niet
uitgingen zonder boullante, en drie
wollen borstrokken over elkagr droe
gen?« Zeer zeker! Juist. Uwe sport
is goed, prachtig, veel beter dan
kamei lrokken. Maar sport is toch
altijd slechts voor de weinigen, n
voor de rijkeren en de jongeren En
natuur kan voor allen wezen!!!
Bovendien aan uwe sport is een echt
verdacht luchtje van ijdelheid en kunst
matige opwinding, met uw wedijveren,
uw records, uw druktemakerij, uw
luidruchtige vorslagjes in de couranten
Daar speelt te veel eerzucht, blaf
fer igheid en modedienerij bij mee,
voor een gedoe, dat nog iets op
natuuilijkheid, en naluurzin zou willen
gelijken. Neen! Uwe sport zij U van
harte gegund, maar wat gij noodig
hebt, wij allen noodig hebben, wat
ons waarachtig goeddoen, verfiisschen,
versterken, verjongen, weer humor in
ons wekken zou, dat is een onder
dompeling in de natuur om de natuur I
lo de natuur van alle jaargetijden,
vooral ook in het ruwe en barre. In
le natuur zoo zonder spoi tpakjes en
teiscostuums. zonder gletschertoeren
en duizend-kilometerritten, zonder na
foerier ij, grootsprekerij, aanstellerij
in de natuur zooals wij haar koste
loos hebben in ons landje, in onze
poldeis en heulen, op eiken dag van
het jaar, mooi of leelijk, guur of
zacht, grauw of zonnig, altijd goed
genoeg voor hen, die haar waarachtig
liefhebben. Ja ga de natuur in! Ga
le steike bulderende wind tegen!
Worstel met haar. die worsteling zal
u verjongen! Gij zult eten als een
wolf en slapen als een beei Gij zult
weer aan uw spieren eri longen ge-
looven Gij zult weer weten wat moed.
wat ademhaling, wat bloedsomloop,
wat frischheid is. Ypsilon
Nu in den omtrek zich bij pluimvee gevallen
voordoen welke sterk doen deuken aan hoender-
ckolera hopenlijk kan elk oogenblik het resul
taat van het onderzoek door deskundigen worden
te gemoet gezien acht het Bestuur der ondcr-
afdeeling Amersfoort van de V. P. N. het ten
zeerste gewenscht, den pluimveehouders den
raad te geven
opdat uw eigen kippen niet worden besmet en
gij dus uw hoenders onherroepelijk verliest.
Ten andere acht het Bestuur voornoemd het
hoogst nuttig, hier te herhalen hetgeen het week
blad der V. P. N. eenigen tijd geleden schreef
over hoender-cholera.
Het luidt:
Hoendcrcholera of -typhus wordt veroorzaakt-
door een kogelbacterie.
De gevaarlijke splijtzwam leeft in liet darm
kanaal der aan de cholera lijdende vogels of liever
omgekeerd: als de bacterie zich in dat darm
kanaal vermenigvuldigt, hebben de vogels de
cholera.
Er is zoo dikwijls verteld wat volkomen
waar is dat de ziekte heel vaak met buiten-
landsche kippen wordt ingevoerd, dat velen nu
meenen, dat men bij niet-invoer ook niet meer
voor het optreden van de ziekte behoeft te vree
zen. Dit is een dwaling. De ziekte kan ook
spontaan optreden. Waar bacteriën gelegenheid
hebben zich sterk te vermenigvuldigen, is bun
irulentie (levens- cn voorttelingskracht) tot op
een bepaald tijdstip zeer groot. Doordat de iuensch
ze te lijf gaat, doordat ze strijd te voeren heb
ben met andere bacteriën, doordat zij zelf stollen
produccereD, die op den duur hun leven bedrei
gen, doordat elk lichaam zich wapent voor den
strijd tegen de bacteriën, die het aanvallen (bet
lichaam stelt tegenover de „bacteriëDgiften" wat
men zou kunnen noemen „tegengiften"), neemt
hun virulentie weder af. Het aantal ziektegeval
len vermindert: de ziekte heeft weldra uiige woed opzenden,
Maar er blijven toch nog tal van levende, vaststellen. Het onderzoek is kosteloos
weinig virulente bacteriën over en dikwijls ook I De in te vullen begeleidende formulieren zijn
sporen er van, die een groot weerstandsvermogen verkrijgbaar bij den Secretaris der Onder-afdeeling,
bezitten tegen tal van invloeden, welke nadeelig den heer P. Nierop, Schimmelpenninckkade 8.
voor het leven der eigenlijke bacteriën zijn. Vele Het Bestuur.
bacteriën namelijk, die zich onder normale om
standigheden door deeling of splijting (splijt
zwammen) vermenigvuldigen, brengen, als zij
hun leven bedreigd zien, sporen voort of gaan
zelf in den sporevorm over. Sporen zijn cellen
met veel weerstandsvermogen legen ongunstigr
invloeden.
Geraken nu later de weinig virulente bacteriën
of hun sporen in dierlijke organen, waarin zij
zich bij voorkeur ontwikkelen cn vermenigvul
digen, cn bezit het individu op dat oogenblik
door bijzondere omstandigheden weinig weer
standsvermogen, dan groeien de sporen tot
bacteriën uit of wel de virulentie van de laatste
neemt weer toe.
De zaak staat zóo: mensch en dieren nemen
op verschillende manieren, vellicht dagelijks, de
kiemen of bacteriën van besmettelijke ziekten op,
maar daaruit volgt niet, dat zij die ziekten dan
ook moeten krijgen. Dit wordt beslist door het
bestaan of niet bestaan van bepaalde voorwaar
den, zooals: de mindere of meerdere virulentie
van de smetstof, van het grooter of kleiner
weerstandsvermogen van het geïnfecteerde indi
vidu (mede afhankelijk van den staat van gc-
voedheid, de hoeveelheid der in het lichaam
aanwezige of in bepaalden tijd door dat lichaam
geproduceerde auti-toxinen of tegengiften, enz.).
Genoeg om duidelijk te maken, dat de hoen
dcrcholera zoogenaamd spontaan kan optreden
zonder dat besmette vogels van elders zijn iuge-
voerd en zonder dat de ziekte in de naaste om
geving heerscht. De smetstof kan ook aan het
schoeisel van den mensch en de hoeven of klauwen
van zoogdieren en de tecnen van vogels van min
of meer verafgelegen besmetten bodem worden
medegebracht.
Wat de ziekteverschijnselen betreft, het volgende,
liet icubatie-tijdperlc (het tijdperk binnen het
welk de ziekte na besmetting uitbreekt) is zeer
kort. Na kunstmatige infectie (besmetting) treden
de eerste ziekteverschijnselen reeds na 8 12 uren
op Ook bij spontane infectie mag men aannemen,
dat de ziekte in den regel niet langer dan na
24 uren uitbreekt. De ziekte verloopt acuut en
chronisch. In het eerste geval zeer snelde dieren
storten soms gedurende het loopeu of van den
stok neer om eenige malen met de vleugels te
slaan en dan te sterven.
In andere gevallen worden de aangetaste hoen
ders plotseling neerslachtig, zonderen zich af,
met den kop onder de vleugels verborgen of
achterovergebogen. Soms wordt beven waarge
nomen, de veeren liggen dan niet meer glad en
de vleugels hangen.
Als de dieren zich bewegen, geschiedt dit zeer
onzeker, eveneens met hangende vleugels. Hun
eetlust is afgenomen, de dorst verhoogd cn som
tijds braken zij. Uit de neus- en de mondopening
komt cenig schuimig slijm tc voorschijn. De kam
en de lellen zijn blauwachtig rood gekleurd.
Bijna altijd treedt diarrhêe op; de ontlasting is
dun, vuilgroen of roodachtig, met vlokken ver
mengd en verspreidt een onaangenamen reuk.
De veeren en de omtrek van den aars zijn
bevuild en kleven aan elkaar door de dunne
ontlasting.
De dieren ademen met inspanning en dikwijls
met open snavel. Terwijl de zwakte toeneemt,
zitten zij met gesloten oogen en in slapende
houding. Wanneer zij beproeven op te staan,
vallen zij weder en sterven dan niet zelden onder
hevige krampen.
De cronische vorm der ziekte kenmerkt zich
door voortdurende vermagering onder hardnek
kige diarrhêe. Hierbij kunnen zwellingen aan de
gewrichten voorkomen, die kunnen openbreken
en waaruit dan een etterachtige vloeistof ontlast
wordt, welke veel der ziekmakende bacteriën
bevat.
De hierdoor ontstane gewrichtsontsteking is de
oorzaak, dat de dieren zeer moeilijk loopen.
De ziekte duurt veelal 13 dagen, maar kan
ook van 712 dagen, bij cronisch (sleepend)
verloop zelfs eenige weken duren.
Ook bij hoenderpest kan diarrhee optreden;
doch is het een feit, dat ze bij velen aan deze
ziekte lijdende hoenders niet wordt waargenomen
en althans niet bloederig gekleurd is, zooals bij
vogelcholera.
En merkwaardig is hel, dat bij lijkschouwing
in den regel een hevige darmontsteking gecon
stateerd wordt, wanneer het dier maar niet aan
pest gestorven is.
De hoenderpest is pas sedert 1901 bekend.
Zij is even besmettelijk en gevaarlijk als de
cholera. Dr. Jesz beweert, dat de ziekte veroor
zaakt wordt door het gelijktijdig optreden van
de bacterie der hoendercholera en den bacil der
influenza. De zieke dieren zitten dik, eten eerst
no» goed maar loopen moeilijk, zoodat zij ge
makkelijk te grijpen zijn. Zij schudden met den
kop, niezen en uit de neusgaten vloeit een etter
achtige vocht. Soms lijden ze aan diarrhee, maar
nooit zijn de uitwerpselen bloedig zooals bij
hoendercholera. Na 7 dagen sterven zij. Behan
deling is tevergeefs Men scheide de gezonde
dieren van de zieke en ontsmette, zooals verder
zal worden aangegeven. Doch om op de hoender-
cholea terug te komen, het volgende.
Pas aangekochte hoenders worden niet bij de
reeds aanwezige gevoegd dan nadat zij 2 weken
afzonderlijk zijn gehuisvest. Dit is geen absolute
waarborg tegen 't optreden der ziekte als gevolg
van besmetting, maar toch een middel om het
gevaar voor infectie te verminderen. Zoodra men
aan cholera lijdende dieren opmerkt, moeten deze
afgemaakt, met petroleum overgoten cn verbrand
of met carbolzuur overgoten en diep begraven
worden.
De gezonde of schijnbaar gezonde dieren wor
den in kisten of manden of in een noodhok ge
bracht, Dadat- men ze gewasschen beeft in een
2 proc.-lysoloplossing. Hok en ren worden grondig
ontsmet. Het nachthok wordt met carbolineum
ingesmeerd en als dit opgedroogd en iu het hout
werk getrokken is, wordt alles met versche dikke
kalkmelk bestreken. De mest is van tc voren mest
carbolzuur besproeid en begraven.
De bodem van ren of loop wordt met ver
dund carbolzuur besproeid en omgespit. Dit
wordt 2 keeren herhaald. Als alles goed gelucht
en gedroogd is, komen dc dieren, wanneer zich
in een week geen enkel ziektegeval meer voor
gedaan heeft, weder in hun hok terug. Beschikt
men over zuiver zand, dan verdient het aanbe
veling den grond in de ren na de eerste ont
smetting een voet diep uit te graven en daar
mede aan te vullen.
Behandeling der zieke dieren ontraden wij. De
last en de kosten, daaraan verbonden, zijn le
*root in verhouding tot de waarde van een
loen, te meer daar de voorgeschreven behande
lingen zelden doel treffen. Inenting van gezonde
dieren door deskundigen kan met gunstig gevolg
geschieden, want als middel tegen dc vogelcholera
wordt aan de Riiks-seruminrichting te Botterdam
een zeer werkzaam serum bereid, waarmede de
veeartsen de hoenders knnnen inspuiten, wat op
meerdere plaatsen reeds met succes is geschied.
We herinneren cr aan, dat men elk aan een
ziekte gestorven hoen naar die inrichting kan
teneinde de oorzaak der ziekte doen
„Toevlucht voor onbehuisde vrouwen en kinderen,
goedkoop logement voor mannen, vrouwen
en kinderen, en werkverschaffing voor
mannen."
L.S.
De in dit stuk vervatte mededeelingen
zijn zeer zeker van groot belang, waar
om wij u, geachte Redactie, voor het
onderstaande plaatsruimte verzoeken
in uw blad.
Het mag van algemeene bekendheid
geacht worden, dat het Leger des Heils
in 's Gravenhage o.a. een Toevlucht
voor daklooze mannen, een Reddings
huis voor gevallen meisjes, een achter-
buurtspost en eenige andere afdeelingen
heeft. De arbeid, welke reeds gedaan
wordt heeft ons, vooral in den laatsten
tijd de groote behoefte doen gevoelen
aan meerdere inrichtingen, waardoor
dan het Leger des Heils op uitge
breider schaal hulp zou kunnen ver-
leenen, waar wij tot nu toe nog dik
wijls moesten bemerken, dat onze hulp
bronnen niet voldoende waren. Die
Inrichtingen dan zijn de volgende:
et. Een Toevlucht voor onbehuisde
vrouwen en kinderen, waardoor dan
in samenwerking met de bestaande
Inrichting voor mannen, zelfs gezin
nen zouden kunnen worden opgenomen.
b. Een gelegenheid waar zoowel
mannen als vrouwen kinderen zeer
goedkoop goed voedsel en onderdak
zouden kunnen vinden, zonder daar
voor gebruik te moeten maken van
de zulk een slechten invloed ver
spreidende slaapsteden enz. f
c. Een werkverschaffing voor man
nen, die nog niet bepaald vallen onder-
de categorie der opgenomenen in onze
Toevlucht voor dakloozen.
Het zal ieder duidelijk zijn, dat wij
niet zoo heel gemakkelijk tot het aan
vatten van dit werk konden besluiten
en geruimen tijd zijn dan ook ver
schillende plannen in overweging ge
weest.
De dagelijks weder op den voor
grond tredende behoefte aan deze In
richtingen heeft ons doen besluiten
dit werk ter hand te nemen, en het
is met vreugde dat wij er nu melding
van maken, dat wij er in slaagden
een geschikt gebouw voor bovenge-
noemden doeleinden te huren, waar
totaal iederen nacht ongeveer 160 men-
schen onderdak zullen knnnen vinden.
Met het in orden brengen is reeds
een aanvang gemaakt, zoodat wij bin-
benkort de officiëele opening dier In
richtingen zullen kunnen aankondigen.
Wij zijn er van overtuigd dat de
lezers met deze nieuwe onderneming
zeer zullen sympathiseeren en wij ver
trouwen dat, gesteund door de toe
wijding onzer Officieren, deze Inrich
tingen een grooten zegen zullen blijken
te zijn.
U, geachte Redactie, dankend voor
de betoonde welwillendheid,
Hoogachtend,
De uwe tot heil van anderen,
W. RIDSDEL,
Kommandant van het Leger des
Heils in Nederland.
Opgave van de Verecniging
HANDEL en NIJVERHEID',
van personen die zich in de Gemeente hebben
gevestigd, of daaruit zijn vertrokken naar andere
Gemeenten, met vermelding van woonplaats, van
den 15 tot en met den 21 Maart 1911.
GEVESTIGD.
C. Berendsc, van Leusden naar Monnikenpad 50
G. G. W. Kolkman, v Hattem n. Arnh.w. 3G
P. Leenards, van Ede naar Weverssingel 18.
E. ten Kate, v. Rotterdam n. H v. Viandenstr. 8.
W. van Bemden, v. Den Bosch n. Krom-
IRIJ van
ENGELS
De STOOM
de firma J
is op 1 A
ACHTER LUIAAf
kaak
nabij wHet Zwarte Bergje".
mestr. 44.
A. Sijm, van Andijk naar Muurhuizen 117.
W. Wissink, van Zwolle naar Mooierstraat 23.
J. J. van de Graaf, van Dordrecht naar Schim
melpenninckkade 5.
B. J. M. Ott, van Krommenie n. Krommestr 2a.
D. H. de Vink, v. Krommenie n. Krommestr 2a.
G. J. W. Steenhoff, v. Nijmegen n Koningstr. 41.
E. S. van Veen, van Nijmegen naar Arnhem-
schepoortwal 29-31.
J. A. Joustra, van Harderwijk naar Leusdcrw. 42.
J. F. de Goey, van Den Haag n. Tolstraat 11.
J. de Kramer, van Den Haag n. Tolstraat 11.
G. M. M. Zegelink, van Arnhem n. Utr.str. 36.
P. P. Stuyvenberg, van Velsen n. Aldeg.str. 85.
L. Kruithof, v. Harderwijk n. Rozemarijnstr 28.
H. Stephan, 'echtgen. van F. Stoffer v. Harder
wijk near Rozemarijnstraat 28.
A. van Rossum, v. Loosdr. n. Hoogl.weg 17.
J. Schmidt, v. Avereest n. Langestraat 103.
A. Deys, v. N. O. Indië naar Hellestraat 16.
Mr D. J. v. Doorninck, van Hilversum naar
Utrechtscheweg 97.
VERTROKKEN.
A. Alberts, van Gr. Koppel 8 naar Antwerpen
J. C. Reetor. van Tolstraat 15 naar Leusden.
A. van der Flier, v. Zogstraat 11 n. Amsterdam
G. van den Hoek, van Muurhuizen 117 naar
Oud-Heusden én Elshout..
G. M Heimering, v. Aldeg.str. 95 n. Amsterdam.
A. C. Hegeman, v. Oude Dievenw 9. n. Amsterd.
A. van Drie, v. Hoogew. 26 n. Amsterdam
K. Esveld, van Hoogeweg 47 naar Hoogland.
G. C. Dekker, v. Stellingw.str. 94 n. Gorinchem.
W. van de Bsek, van Liend.weg 10 n Nunspeet
(Ermelo.)
J. M Sakkers, van Soesterweg 164 naar Den
Haag
W. Hengeveld, v. Utrecklsckew. 34. n Den Haag
J. van Drie, van Leusderweg 96 naar Leusden.
W. Kerkhoff, van Gr Koppel 1 naar Leusden. j
P van de Velden, v Koningstr. 32 n. Amsterd.
F. M. van Doorn, van Gr Spui 21 n. Utrecht, j
A. van Bennekom, v Vlasakkerw 28 n. Utrecht.
A. van Leuveren, v. Utr.w. 64 n Hilversum, i
J. S. de Groot, van Langegr. 19-20 n. Zwolle.
Telégramadrc® „Wiésëllfantoor"
Tel: Bi tere ITS
Assurantiën.
Credieten.
Coupons.
Deposito's
Eftecteni
Incasseewng van
Wissels ?en Quit:
Vreemd Geld.
Wissels op Binnen-
en Buitenland.
Verhuurt loketten in zijn daar
voor speciaal gebouwde kluis (Safe
Deposit) volgens tarief, op aanvrage
verkrijgbaar te zijnen kantore.
C. VAN WAGENINGEN
LANGESTRAAT 74,
telephoon 70.
Zy, die in werkelijkheid genezing
willen vinden by kaalhoofdigheid of
ontijdig uit/allen vap 't haar, wen
den zich in vertrou wen tot J.CERATI,
Haarkundige, Amsterdam, Zout
steeg 4, boven den kapper.
Aan hen, die na onderhoek tot
behandeling wórden aangenomen,
wordt herstel gegarjindêen}.
Het Nieuws varvtiviT ÜM schreel
onder meer:
Een feit is 't daf onderscheidene
hier wonende'-pereonen van allerlei
leeftijd getuigen door hem_ weder
in het bezit van
den haardos te zijn
gekomen.
Zoo juist verschenen:
Gcïll. Handboek
voor degenen, dieile keuken in
het algemeen en jtle behandeling
der gerechten ih het bijzonder
willen leeren.
Voor Nederl^di bewerkt door
ïi. M. a/J. ÏH; IIOLL,
r Industrie- en Huis-
'ool te Amersfoort,
bladzijden met
afbeeldingen.
PRIJS
aid f2.—. Geb. f 2.40.
rhanden bij den boekban-
G. J. SLOTHOUWER
kunneiy in alle plaatsen NEDER
LAND \en BELGIE gepladtst
worden voor onze bekendp'
OchtcHjlvoeders yj&ar
lloeiiderstsjiuikeiizaden,
KraclitvoedcrNmor Duiven,
Vogelzaden iifc^nikken
cn Gekleurde SpiraW Voet
ringen voor Pluimt
Vraagt conditiën bij hetv
American linporting-IIouse te
MAASTRICHT.