NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Schetsen uit ile rechtsaal.
No. 27.
Woensdag 5 April 1911.
Veertigste jaargang.
VERSCHIJNT WIlEVSDAfi EN ZATEIIHAfi
BUITENLAND
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad f 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden niter lij k Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Teiephoonn0- 69.
AD VERTENTIÊN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'l, Cent.
Ad verten tien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend,
öroote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Een hinderlaag in Fransch-Guinea.
Een droevig incident heefi het leven
gekost aan twee Fransche officieren
en tien tirailleurs in Fransch-Guinea.
Reeds geruimen tijd was een geest
van verzet legen het Fransche gezag
merkbaar onder de Marabouts van
Fransch-Guinea en Soedan. De daar
wonende stam der Toula's, belijders
van den Islam, namen een vijandige
houding aan tegen de Franschen, naar
mate dezen in hun gèbied doordron
gen en een einde maakten aan den
slavenhandel, de voornaamste bron
van hun inkomsten. De laatste maan
der. werden de inboorlingen zelfs
rechtstreeks tot opstand door hun
hoofden aangezet. Begin Februari
rapporteerde de gouverneur-generaal
van Guinea, de heer Gu.y, aan zijn
clief, den heer Pouty, gouverneur-
generaal van Fransch-West-Afrika
dezen stand van zaken, waarop deze
bevel gaf de opruiers gevangen te
nemen.
Den derligsten Maart b°gaf zich
een compagnie, onder bevel van kapi
tem Talay, waarbij zich de heer Guy
persoonlijk aansloot, op weg om den
Vali van Goumba, den marabout
Tierno-Aliou, die geacht werd de
gevaarlijkste aanstoker te zijn, te
arresteeren.
Een inlandsche compagnie kreeg
bevel zich onderweg bij hel detache
ment Talay aan le sluiten, doch ten
gevolge van een misverstand troffen
beide afdeehngen elkaar niet, zoodat
kapitein Talay alleen met zijn com
pagnie aankwam bij het dorp van
den marabout.
In de hoop bloedvergieten te voor
komen, begaf de officier zich met een
luitenant en lien man naar het dorp.
Ten einde den inlanders geheel te
overtuigen van hun vreedzame be
doelingen', gelastte kapitein Talay zijn
manschappen de grendels van hun
geweren te openen.
Tierno Aliou ontving het kleine
troepje onder betuigingen van vriend
schap en verzocht hen zich naar de
moskee te begeven.
Nauwelijks opweg, vielen talrijke
inlanders op de Franschen aan en
maakten hen met dolkpn en sabels
af, nog voordat de goedvertrouwende
soldaten begrepen wat gebeurde.
Slechts een onderofficier en een
tirailleur wisten te ontkomen en het
bericht aan het gros der kolonne over
te brengen. Onmiddellijk werd het
dorp aangevallen en werden de inlan
ders, die niet vluchtten, onder den
voet geloopen en gedood.
De heer Guy achtte het voorzich
tiger den vijand niet in het gebergte
te vervolgen, doch op het gevechts-
veld le blijven, in afwachting van de
komst van versterkingen.
De weduwe van den te Konstan-
tinopel vermoorden Duitschen overste,
Von Schlichtirig, heeft den Turkschen
gezant verzocht namens haar een goed
woord te doen bij zijn regeering ten
einde van deze te verkrijgen, dat zij
gratie verleent aan den moordenaar
van haar man. In aansluiting hiermede
wordt uit Konstantinopel bericht, dat
de moordenaar van overste Sehlichting
thans hevig berouw gevoelt over zijn
daad en zich het hoofd tegen de muren
van zijn cel te pletter tracht te slooten.
De voorloopige bijzetting van overste
Sehlichting zal geschieden met de
hoogste militaire eerbewijzen. Het
regiment van den overste zal den
stoet openen, terwijl de minister van
Oorlog, Mahmed Sjelket, in naam van
het Oitomaansche leger, een krans
zal neerleggen op de baar.
Volgens een nader telegram uit
Konstantinopel is de Albanees Resoel,
de moordenaar van overste Von Sehlich
ting, aldaar Zaterdagmorgen om 7 uur
gefusilleerd. De executie geschiedde
door twaalf laridgenooten van den
dader. Resoel werd door vijf schoten
in het hart getroffen. De Duitscbe
overste Veit. mede-instructeur der
Turksche troepen en de Turksche
priesters vroegen den moordenaar nog
op het laatste oogenblik of bij er be
rouw over gevoelde, zijn commandant,
die hem niets misdaan had, te heb
ben doodgeschoten. De Albanees ant
woordde hierop kalm: »Neen.»
Naar de correspondent van den
»Lokal-Anziger» meldt, kan aan de
door de weduwe van den vermoorde
gedane stappen geen gevolg worden
gegeven, omdat de sultan van oordeel
was, dat men hier niet met een ge
wonen moord uit wraak te doen heeft
in welk geval hel Mohammedaanse!)
recht den padisjab het recht van gratie
verleent, vooral wanneer de bloed
verwanten van het slachtoffer ten
gunste van den dader tusschenbeide
treden doch omdat door dit mis
drijf tevens de Duitsche natie in haar
eer is aangetast.
De noodlottige ontploffing aan boord
van den gepantserden kruiser «York»
op de werf te Kiel is door een onbe
kende oorzaak ontstaan in de berg
plaats van het benzol voor de machines.
Het benzol werd in ontploffingvrije
bakken bewaard in vertrekken onder
de waterlinie van het schip en niet
alleen waterdicht, maar ook lucht
dicht afgesloten; de toegangsdeur was
goed verzekerd. Niemand is er binnen
geweest en hoe het benzol ontploft
kon zijn, blijft een raadsel.
De kracht der ontploffing was zoo
geweldig, dat een der wanden van
het benzolvertrek losgerukt en tegen
dedrie daarnaast werkende machinisten
aangeslingerd werd, die aldus gedeel
telijk verbrandden.
In den toestand van de andere drie,
die gewond werden, is eenige ver
betering gekomen.
In een stad van den Amerikaanschen
staat New Jersey is een man veroor
deeld opgetuigenis van eenclatrvoyanle
Zekere William Strong, een 60-jarig
landbouwer, stond terecht onder be
schuldiging van moord op zijn vrouw.
De voornaamste getuigq der be
schuldiging, zekere Pauline Girard,
verklaarde, dal zij in een visioen had
gezien hoe Strong zijn vrouw ver
moordde en toen zij dat visioen aan
Strong beschreef, in tegenwoordigheid
van twee geheime politieagenten, die
achter een scherm verborgen waren
in haar kamer, bekende Strong dat
hij de door haar beschreven moorde
naar was.
Voor het gerecht betuigde Strong,
dat men hem de bekentenis had af
gedwongen, terwijl bij in «trance»
(magnetischen slaaptoestand) was. De
verdediger pleitte met kracht en klem,
dat het niet aanging, den beschuldigden
op grond van het getuigenis der clair-
voyante te veroordeelen Maar de ge
zworenen spraken eenstemmig het
«schuldig» uit en Strong werd ver
oordeeld tot 30 jaren gevangenisstraf.
Spanje.
De Ferrer-debatten in de Spaan-
sche Kamer en de daarop gevolgde
ontslagaanvrage van het kabinet heb
ben aan de republikeinen prachtige
stof verschaft voor hunne agitatie
tegen het huidige regeeringsstelsel.
De repubhkeinsche afgevaardigde
Sol y Ortega moet, volgens een tele
gram aan de Foss Zeitung, gezegd
hebben, dat de doode Ferrer reeds
den val van drie kabinetten veroor
zaakt heeft en ten slotte ook de oor
zaak zal zijn, dat aan het tegen
woordig régime een einde komt.
De republikeinen zullen een mani
fest uitgeven, waai in wordt gewezen
op de lafhartige manier, waarop het
burgerlijk bestuur de vlag heeft ge
streken voor de militairen.
Ook in sommige niet-revolution-
naire kringen is men van meerling,
dat van militaire zijde pressie is uit
geoefend en daarom zou minister
president Canalejas, zooals uit Madrid
wordt gemeld, van plan zijn om zoo
dra het parlement weer bijeenkomt,
een rede te houden, waarin hij alle
beschuldigingen, tegen het leger inge
bracht, zal ontzenuwen.
Kinderroof.
In Lasvegas, een bloeiend mijn
stadje in Nieuw Mexico, drongen dezer
dagen een paar gewapende en ge
maskerde lieden de woning binnen
van een zeker e mevrouw Alfred Rogers,
die alleen thuis was met haar driejarig
zoontje. De lieden maakten zich van
het kind meester en voerden dit weg,
ondanks de smeekbeden van de
moeder, die tevergeefs alle schatten
die ze thuis had den roovers aanbood.
De mannen verklaarden het kind te
zullen meenemen, het geen kwaad te
zullen doen, maar de betaling te eischen
van een losgeld van 16 000 dollars,
op een bepaalde plaats buiten de stad
te betalen. De moeder waarschuwde
toen de mannen met het kind ver
dwenen waren, haar man. Onmiddellijk
voorzag deze zich van het noodige
geld en begaf zich naar de aangewezen
plaats, waar bij de loovers ontmoette
en betaalde, waarna deze hem mede
deelden waar het gestolen kind te
vinden was. Hier werd het dan ook
ongedeerd gevonden. Zoodra de ouders
weer in het bezit van het kind waren,
werd de politie gewaaischuwd en een
vervolging op groote schaal van de
bandieten is thans begonnen.
Verschillende Parijsche bladen be
richten, dat de Nationale Bond tan
Fransche dokwerkers Zondagnacht een
oproep heeft verspreid, waarin alle
haven- en dokwerkers in de havens
aan het Kanaal en den Atlantischen
Oceaan worden aangespoord van
gisierenochtend al het werk testaken,
daar de reeders, naar het beet, er op
uit zijn de organisatie der havenar
beiders te gronde te richten.
N e m s i s
Als naar gewoonte wachtte zij op
het hoekje van de straat, uitloopend
op de gracht, waar zijn kantoor was—
Eens had zij 't gewaagd om de vesti
bule in te gaan, tegen half een... De
portier had haar scherp aangekeken.
Voor de loketten stonden nog men-
schen. Zij werd aangekeken... Ze had
willen wegloopen. Maar durfde niet...
Eindelijk was de portier naar haar
toegekomen.
«Waar moet u wezen?» vroeg de
man, en hij scheen haar doen te wan
trouwen...
Met heesehe stem had zij iets ge
mompeld... Van dat zij meneer Wou
ters moest hebben... Klerk op 't kan
toor... Die zou direct komen... Maar
de portier werd rood van nijdigheid.
Zoo'n brutaliteit van een meid, om
in de vestibule te durven komen—
Hij had haar laten staan zonder
iets te zeggen. Heeren en heertjes
kwamen naar beneden trippelen... Ze
gluurden haar aan, keken om, fluister-
den, gichelden... Ze schaamde zich zoo,
de arme Door. Maar 't was of iemand
haar vasthield. Ze kön niet weg, nu...
Eindelijk kwam hij, Kees. Met
drie andere jongens van z'n afdeeliDg.
Eerst had-ie haar niet opgemerkt.
Maar een van de collega's Giefkens
zag ze duidelijk- een por... Fluisterde
iets—
«Waar?...» vroeg hij, met jolig ge
zicht. En zocht, zocht door de glinste
rende glazen van z'n lorgnet-
Werd bleek als een doek.'Zijn oogen
fonkelden van woede...
Samen gingen zij de vestibule uit.
De anderen keken telkens naar hen.
Toen zij een eind verder, op de
gracht, waren, vroeg Kees:
«Zeg, ben je nou stapelgek Heele-
maal dol geworden... Om... Om... Op
't kantoor?...»
Zij had moeite om haar tranen in
te houden. Vond toch kracht om te
zeggen
«Is geen van jouw collega's geën
gageerd
«Ge... Ge...» begon hij, maar slikte
de woorden in. Liep voort, de handen
in de ruime zijzakken van z'n ulster.
Ontdaan, ontsteld voor zich uit starend
als een, die uitweg zocht... Over wien
iets verschrikkelijks is gekomen-
In den melksalon, waar ze elkaar
dikwijls ontmoetten, zaten zij nu zwij
gend tegenover elkaar.
Hij had een kop chocolA besteld,
maar liet 't koud worden. Al-maar
rook zuigend uit z'n eigaret. Met dat
zelfde hevig-ontstelde gezicht— met,
telkens, die flikkering van woede in
z'n oogen.
«Kpes» zei ze eindelijk «wat kèb-je
toch? Is dat... Dan— Zóó erg... Dat ik..."
En zij kón 't niet meer inhouden.
Ze had haar uiterste kracht ingespan
nen om te beletten, dat zij 't zou uit
barsten... Maar nu gingen zij stroomen,
de tranen. Zij drukte het zakdoekje
tegen haar gezicht. Zij snikte 't uit
van wanhoop— Dat-u zoo stil, zoo
verwoed, zoo nijdig was... waarom
toch
Zij had hem willen verrassen. Had
gedacht, dat-ie zou zeggen «Gut-nog-
toe, Dori, dat's nou's aardig? Leuk
dat je zoo vroeg..." En dat hij den
arm door haar arm zou hebben ge
stoken. Hij kon dat zoo leuk-joviaal,
zoo echt-fidiel, zoo prettig doen— Ze
hield zoo dol- en dolveel van hem.
Arme Door kön 't niet meer uit
houden-
Hij, doodsbang dat de scène op
schudding zou wekken, slurpte in
de confusin van, de halfkoud geworden
chocola, z'n lorgnet kletterde op het
marmer van het tafeltje neer. Hij
snoot z'n neus. GiDg de glazen van
z'n lorgnet afvegen— Keek op z'n
horloge.
«Wees nou asjeblieft kalm, hé?"
mompelde hij »de menschen letten
op ons... Je weet toch dat wij geen
visite kunnen wachten op kantoor...
Hoopten, in spoed-gevallen. In hoogen
nood— De patroons verkiezen 't nu
eenmaal niet. Al zou 't mama, of
mijn zuster zijn..." Wier vonkte 't in
zijn starende, turende, verschrikte
oogen.
Zij bedaarde. Vond dat-ie toch eigen
lijk gelijk had— Waarom had ze 't ook
gedaan— 't Kon hem zijn betrekking
kosten. Door zag 'm smeekend aan,
Maar hij zoog aan de cigarette. Scheen
slechts na te piekeren over het beroerde
geval. Ze hadden 't allemaal gezien...
En ze wist niet, Door, wat er nog
meer in hem omging. Hoe hij dacht
aan de mogelijkheid, de waarschijnlijk
heid, dat Durieux, de neef van Con
stance— Tien tegen een, zelf, dat-ie
't binnen een halfuur teweten kwam...
Door schommelde in het bankje, dat
zij bij zich had. Hij had 't best ge
merkt in een glimlachje was, heel
even, gekomen op bleek-verschrikt ge
laat. Ze haalde eene smalle enveloppe,
met een draadje erom gewonden, te
voorschijn. Schoof hem 't dÏDg toe-
Heel discreet-zachtjes, zoo tusschen de
chocolü-kopjes door—
't Verdween in een van de ruime
zijzakken. En hij had, met snelle be
weging, gestreken over baar hand
Hij zag haar nu weer vriendelijker aan
Knipoogde tegen Door van: «Merci,
hoor!" De vreugde over z'n weer-goed
zijn joeg haar haast de tranen naai
de oogen, nogmaals... Maar zij ver
maande zich.
En hij klaarde op. Bestelde twee
portjes— Boog naar haar over... Zij
deed al haar best om nu zachtaardig
te kijken— Was zóó gelukkig over de
verandering... Verlangde zóó, ernaar,
dat hij, met zijn zachte blanke
meneers handen zou, strijken, nog
even, over haar vingers, 't Besef, dat
de vijftig pop, waar hij Door eergister
avond over gesproken had, in de zijzak
van z'n ulster rustte, maakte beo) op
geruimd. Hij praatte nu weer... Legde
haar uit, waarom ze toch waarachtig
niet meer op het kantoor moest komen.
De heeren verkozen 't niet— Er was