NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. gflfeoicmefe llnE BERICHT. BUITENLAND No. 28. Zaterdag 8 April 1911. Veertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG M ZATERDAG „Hereenigd," door E. HOLT. FEUILLETON. DE MOEZJIEKS. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangestraat 77. Telephoonn0 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. No. 2 van den 3den Jaargang van If-^rtiiniÜVlV"- -1 m r<yi mr_ is heden aan onze geabonneerden ver zonden en bevat o. a. de volgende Illustraties Prof. Dr. A. N. P. Franchemont, Directeur van het Organisch Chemisch Laboratorium aan de Hoogeschool te Leiden (voorplaat). De Tilburgsi'be Verkenners. Korfbal-wedstrijden te Amsterdam, met 3 foto's. Typische costumes te Berlijn. Fuocini's opera; »the Girl of tbe golden West« met 3 foto's. De verschrikkelijke brand te Rotter dam met foto van het verbrande huis en de portretten der omgekomenen. De brand op »het Schulpen» te Velsen. Ernstige brand te Giesen-Niewkerk. De viering van de 63e Dies van het Delftsche Studentencorps te Delft, met 2 foto's. Sophie Rosenthal Bewaarschool te Amsterdam, met 2 foto's. Het feest van Pulchri Studio. De eerste steenlegging der nieuwe R. Kath. Kerk te Vlissingen. Een eeuwfeest in de cacao-industrie, met 4 foto's. Mr. J. G. Palijn f, Commissaris der Koningin van de provincie Zuid-Hol land. De begrafenis van Mr. J. G Patijn, met 2 foto's. Acht portretien van bekende land- geriooten. Het vervolg van den roman »813« de rubriek van Redacteur X en het Kindernummer »Ons Prinsesje». Ten slotte het vervolg van onzen nieuwen, boeienden roman, getiteld: De geabonneerde wonende wenseht zich te abonneeren op het weekblad „PAK ME MEE", tegen den prijs van 3cents thuis bezorgd. Scholen in Oost-Eibië. Naar aanleiding van de klacht van den lieer Von Hammerstein-Loxten, in de zitting van den Provincialen Landdag van Hannover, dat voor de onderwijzerswoningen en scholen meer geschiedt dan doelmatig en noodzake lijk is, bevat de »Voss. Zlg.« de schets van een school in Eydtkuhnen, nabij de Russische grens, dus in het don kerste Oost-Elbische gebied. Toen de onderwijzer er aankwam vond hij de banken zoo bouwvallig, dat de kinderen tijdens bet onderwijs de lessenaars moesten vasthouden, want de voeten waren zoo door ouder dom verteerd, dat zij afbrokkelden. Waar de banken stuk waren, waren planken of stukken van andere banken gespijkerd, of los er opgelegd. Siond een jongen op dan tuimelden de anderen op den grond, wijl de bank in de hoogte ging. Om daaraan een einde te maken werden eenige bier vaatjes als zetels gebruikt. Men kan zich bet schiijven en leekenen ep zulke schoolbanken voorstellen! De aanwezige schoolboeken, meestal zonder band, wareri nog uit het begin der voiige eeuw. Voor de school bibliotheek was in jaren niels gedaan. Na lang heen- en weer schrijven kreeg de onderwijzer eindelijk van de regee ring vijf Mark voor het aanschaf fen van boeken. Vier welvarende dor pen moesten te samen dat bedrag opbrengen. De onderwijzerswoning was onbe woonbaar. Duivelsgaren grneide door de muren en in de kamers, gebroken ruiten werden in de school en de onderwijzerswoning niet heisteld, ook in de winter niet! Keuken of provisie kamer waren in de schoolmeesters woning niet aanwezig, en het verzoek om een keuken en een kelder aan te leggen werd beslist geweigerd Voor den tweeden onderwijzer was een «woning» gemaakt door een stuk van de derde klasse af te schieten met planken, tusschen welke openingen en kieren van wel 7 c.M. breedte gaapten. Er stond een ijzeren kachel, die echter niet gestookt kon worden, wijl geen schoorsteen aanwezig was, Water was er niet. Er was een scboolbron, die den meesten tijd droog was, en als hij water gaf was dit bi uingekleurd en wemelde bet van micro-organismen. Om te kunnen wasschen moest de vrouw van het schoolhoofd het goed naar het I1/, K.M. verwijderde dorp dragen, waar zij aan een vijver de wasch kon doen. Zoo gaat het verhaal voort. Een bewijs met hoeveel liefde en nauwge zetheid de heeren conservatieven voor het onderwijs zorgen in hun gebed. En nog onlangs praalde de heer Von Heydebtand er mede in bet Huis van Afgevaardigden, dat met de hulp der conservatieven in Pruisen het onderwijs zoo was verbeterd. In Oost-Elbie kan men zien, hoever die vriendschap voor school en onder wijzers strekt! Brand in Konstantinopel. De op den Aziatischen oever der zee van Marmora gelegen voorstad Kadiköi is grootendeels vei brand. Driehonderd huizen, waarbij vele open bare gebouwen, zijn verwoest. Kadiköi is na Peia de rijkste en grootste wijk van Konstantinopel. Idyllisch aan den oever der zee van Marmora gelegen tusschen Haidar- pasja, het beginpunt van den Bagdad spoorweg en de villa-kolonie Moda, werd bet bewoond door rijke Arme nische en Tu ksche kooplieden. De brarid schijnt aangekomen te zijn in de villa van den Armenischen koop man Manoekian. Waarschijnlijk heeft de brand langen tijd gewoed voordat de brandweer werd gewaarschuwd. De krachtige Zuid-Oosten wind wak kerde de vlammen aan. Het ontbrak in de voorstad geheel aan brandweer lieden en spuiten. Honderden men- schen zijn uit hun woning verdreven en moesten op straat den nacht door brengen. Om zes uur in den morgen had de brand reeds gevaarlijke afme tingen aangenomen. Alle bouten hui zen, en ook de steenen gebouwen brandden als toortsen. Geheele blokken buizen stonden plotseling in lichte laaie. In twee uren was het geheele kwartier vernield. Prachtige, beroemde Pasia-konaks, de Armenische school, mooie villa's, hotels en kerken zijn verwoest. Te tien uur ontstond plotse ling een nieuwe brand; in Agatsch, in Pera, stond de nieuwe Grieksche kerk in brand. De brandweer van de Selimie-kazerne was spoedig met haar spuiten aanwezig, maar deze bleken te zwak om water te kunnen geven. De geheele schade wordt op vijf millioen geschat. Vier menschen zijn bij den brand omgekomen, en een aantal personen worden vermist. Vijf Grieken zijn onder verdenking van brandstichting gearresteerd. De Russische regeering schijnt lot het inzicht te zijn gekomen, dat zij met de bevoegdheden, waarover zij thans kan beschikken, aan de onge regeldheden onder de studenten niet voorgoed een einde kan maken. Zij heeft daarom een wetsontwerp opge steld, ter voorlegging aan de Doema, waarin stiaffen worden vastgesteld voor verstoring der orde in lijks-en gemeente-inslellingen, in scnolen en openbare vergaderingen. Tot de stiaibare handelingen wordt ook gerekend; »de kunstmatige ver giftiging der lucht", d.w z. betneder- weipen van kwalijk riekende vloeistof fen, een middel, dat vooral in den laatsten tijd bij de Russische studenten sterk in zwang is gekomen en dienst moet doen om het verblijf in college- en werkzalen onmogelijk te maken. De straffen loopen van 4 maanden tot 41/, jaar gevangenisstraf en boven dien kan 4 tot 6 jaar tuchthuisstraf worden opgelegd, wanneer een ongeluk met doodelijken afloop veroorzaakt is. In de St.-Pieterskerk te Rome is Dinsdag een moordaanslag gepleegd. In een der zijkapellen, waar eiken morgen Hoogmis is, heeft een man, na atloop van den dienst, onverhoeds een schot gelost op den dienstdoenden priester, maar zonder hem te raken. Een politieagent, die in het eerste oogenblik van ontsteltenis op den man toesnelde en hem vastgreep, werd bij de heftige worsteling met den zwaar gebouwden kerel door een schot aan de hand gewondmaar hij liet den man niet los, vóór deze in verzekerde bewaring genomen was. De man, zekere Desanti, is 45 jaar oud Hij heeft van jongsafaan een fei len haat tegen de priesters en de Kerk. Als jonkman vermoordde hij in drift twee zijner naaste bloedverwanten, omdat zij zich door priesters lieten overhalen, hun geld aan de Kerk te vermaken. Hij werd toen terdoodver- oordeeld; maar zijn vonnis werd ver anderd in levenslange gevangenisstraf. Na verloop van 20 jaren werd hij ontslagen. Hij ging toen naar Amerika, waar hij wat geld spaarde, en was nu naar Italië teruggekeerd met het doel, zijn priesterhaat te koelen aan het hoofd der Kerk. Hij wilde als tuinman in dienst komen op het Vaticaan en dan zijn plan volvoeren. Maar toen dat niet gelukte, nam hij zich voor, in plaats van den Paus een priester te dooden, welk boos opzet hem nu echter ook is mislukt. De Paus was zeer ontroerd toen bij het gebeurde vernam. 8) De schaduwen, die op haar vielen en het schijnsel der maan op hare huid, deden het gezicht bijna zeer. Hare donkere wenkbrauwen, haar jeug dige, gevulde boezem kwamen bijzonder scherp uit. »Die schavuiten van den overkant hebben me uitgekleed,» mompelde zij, »en ze hebben me zoo weggejaagd. Ik ben zonder kleeren thuis gekomen, zoo naakt als mijne moeder mij ge baard heeft. Breng me kleeren.» Kom er in!» zei Olga zacht; ook zij begon te rillen. »Laat de ouden mij niet zien...» Werkelijk begon de babka onrustig te worden en te brommen. De oude man vroeg, wie er was. Olga bracht haar onderrok en bare j apon aan Fj okla hielp baar aankleeden, en daarna slopen beiden op de teenen de iezaba in, voor zichtig, dat er geene deuren zouden klappen. »Ben jij het?» riep de grootmoeder woedend. Zij kon wel raden, wie bet was. «Wacht, jou sletik wou dat je... Je zult dus nooit uitscheiden?» »'t Is niet9, 't is niets,» fluisterde Olga, terwijl ze Fj okla toestopte; het is niets, mijn zwaluwtje». Het werd weder stil. In de iezba sliep men altijd slecht; iedereen bad iets, dat hem kwelde of hinderde: de oude man lendepijn de oude vrouw zorgen en kwaad aardigheid; Maria vrees; de kin deren jeukte en honger. Ook nu was hun slaap, zooals gewoonlijk, on rustig; zij wendden zich van de eene zijde op de andere, zij praatten in den slaap, zij stonden op, om te drinken. Fjokla barstte eensklaps in luide, rauwe snikken uit, maar zij hield zich spoedig in, en deed slechts eenige gesmoorde geluiden hooren, tot zij weer bedaard was. Bij tusschenpoozen sloeg de kerk klok aan de overzijde der rivier; maar het uurwerk was van streek: op vijf uur volgde drie uur. »0, Heer!» zuchtte de kok. Het was moeielijk te zeggen, als men door het venster keek, of het reeds dag was, of dat de maan nog scheen. Marja stond op en ging naar buiten. Men hoorde, dat zij de koe melkte op het erf, en er tegen zeide: Sta stil.» De grootmoeder ging ook Daar buiten. Het schemerde nog in de iezba, maar men kon toch al de voorwerpen onder scheiden. Nikolaas, die den geheelen nacht niet geslapen had, kwam van den oven af. Hij haalde uit eene groene kist zijn frak, trok dien aan, en naar het venster gaande, streek hij over zijne mouwen en trok de panden glad en hij glimlachte. Hij deed daarop voorzichtig zijn frak uit, bergde hem weer in de kist, en ging weer liggen. Marja kwam binnen, en begon den oven aan te maken. Blijkbaar was zij nog niet helder wakker. Zij dacht on getwijfeld aan iets, jof een stuk van een verhaal van den vorigen avond kwam haar in de gedachten, waDt zij strekte zich zachtjes voor den oven uit, en zeide: »Neen, het is beter, vrij te zijn.» VII. De »barien» kwam op het gehucht. Men noemde zoo de beambte, die be last was met het innen der belastingen ten platten lande. Men wist al eene week te voren wanneer, hoe, en waar- 1 om hij kwam. Br waren te Joekowo maar twintig haardsteden en toch be droegen de achterstallige penningen van de provincie en van de kroon meer dan 2000 roebels. De barien was afgestapt in den traktier. Hij dronk er twee glazen thee en ging toen te voet naar de iezba van den starost, waar eene menigte nalatige belastingschuldigen zich reeds verzameld hadden. De starost, Antiep Siédelnikof was, niettegenstaande zijne jeugd, (hij was op zijn best dertig zeer streng; hij was altijd op de hand van i de overheid, ofschoon hijzelf arm wa9, en zijne eigen belasting eveneens on geregeld betaalde. Men zag hem aan, dat hij in zijn schik was, eene zekere betrekking te bekleeden en macht te kunnen uitoefenen; maar hij scheen zijn gezag alleen door gestrengheid te kunneD handhaven. De moezjieken waren bang voor hem, en gehoorzaam den hem. Somtijds liep hij op straat bij de herberg eensklaps op een dronken man af, bond hem de armen op den rug en bracht hem zoo naar de ge vangenis. Eens zelfs had bij de babka daarheen gebracht, omdat zij, in plaats van Ossip ter vergadering gekomen zijnde, was begonnen te schelden. Hij had haar vierentwintig uren lang daar opgesloten. Hij had nooit in een stad gewoond en las nooit boeken, maar hij had hier en daar eenige geleerde woorde opgevangen en hield er van, om daarmede te pronkendaarom hield men hem voor een geleerd man, of schoon men hem niet altijd begreep. Toen de oude Ossip bij den starost kwam met zijn belastingboekje, zat de beambte, een oud, mager man met groote, grijze bakkebaarden, midden voor dé tafel te schrijven. De iezba was zindelijk; alle muren waren bedekt met plateD, uit illustraties geknipt. Op de plaats, die het meest in het oog viel, bij de Heiligenbeelden, hing een portret van Battenberg, ex-vorst van Boelgarije. Bij de tafel stond Antiep Siedelnikof, met de armen op de borst gekruist. »Deze hier, uwe Edelheid, is hon derdnegentien roebel schuldig,» zeide hij, toen de beurt aan Ossip kwam. De week voor Paschen betaalde hij één roebel, en sinds dien geen enkelen kopek meer.» De commissaris sloeg de oogen op, en vroeg aan Os-ip: "Waarom dat vriendje?» Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1911 | | pagina 1