NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor lie Provincie Utrecht.
(gflfememee
BERICHT.
lie.
Schetsen uil ie rectaal.
No. 42.
Zaterdag 27 Mei 1911.
Veertigste jaargangc
12
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
„Hereenigd", door E. HOLT.
BINNENLAND.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent.
Ingezonden stnkken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestruat 17. Telephooitiig. 09.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'l, Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal bereken d.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
No. 9 van den 3den Jaargang van
-ii'mhMsd..
is heden aan onze geabonneerden ver
zonden en bevat o. a. de volgende
Illustraties
Keizer Wilhelm en zijn gastheer,
den Koning van Engeland.
Een welgeslaagd kiekje van onzen
fotograaf, ais voorplaat.
De Heer en Mevrouw Wijnmalen,
gekiekt, van hun huwelijksreis komende.
De vliegenier Verschaeve met een
dagbladman in de lucht.
Een gedenkteeken ter eere van de
otters der vliegkunst.
De Duitsche Keizer en Keizerin te
Vlissingen.
De tentoonstelling van smeedkunst
te Amsterdam (met 2 foto's).
Het omtrekken van een fabrieks
schoorsteen te Rotterdam.
Een Zigeuner begrafenis.
Portret van den te 's-Hage vermoor
den pers Murad-Bey.
De Koningin-Moeder bezoekt bet
nieuwe abattoir te 's-Hage.
De Nederlandsche Dagbladpers, met
de portretten van 30 directeuren van
dagbladen.
Opening van de Wielerbaan te Sche-
veningen.
Het geheim van den dood (eene
merkwaardige illustratie).
Wedrennen in Engeland.
Voorts een viertal portretten van
bekende landgenooten.
Ten slotte:
Rubriek van «Redacteur X«, waarbij
elke week een
REMONTOIR-HORLOGE
wordt uitgeloofd.
Het Kindernummer »Ons Prinsesje»
met geïilustr. kinderlectuur waarbij
eveneens elke week eenremootoir-
horloge wordt uitgeloofd.
Ten slotte het vervolg van onzen
nieuwen roman, getiteld:
De geabonneerde
wonende
wenscbt zich te abonneeren op het
weekblad „PAK ME MEE", tegen den
prijs van 3'/i cents thuis bezorgd.
Dezer dagen lazen we in een onzer
groote dagbladen een ingezonden
stukje over de vrouw, over de plaats,
die zo inneemt in de maatschappij
en hoe ze die plaats in de maat
schappij beeft veroverd.
Langen lijd geleden reeds hadden
we ons al voorgenomen over dit on
derwerp eens iets te schrijven, doch
steeds bleef het er bij. Toen nu dat
ingezonden stukje ons dezer dageti
onder de oogen kwam, herinnerden
we ons plotseling ons reeds lang op
geval voornemen, 't Is een onderwerp
van veel belang en daarom vermoe
den we, dat waarschijnlijk de meesten
onzer lezers met aandacht een ver
handeling over het onderwerp zullen
lezen. Wij willen dit hier kort be
spreken en hopen, dat onze lezers
zich bierdoor ook een meening zul
len vormen over dit belangrijk vraag
stuk.
Het is eenieder bekend, dat de
vrouw zich den laatsten tijd meer en
meer bewust wordt, dat zij een andere
taak heeft te vervullen ia de maat
schappij, dan ze langen tijd hééft ge
daan. Zoo ziet men dan tegenwoordig
de vrouw verschillende functies ver
richten, verschillende betrekkingen
bekleeden. Men ziet de vrouw als
onderwijzeres, als advocaat, als kan
toorbediende, als... als... zelfs ziet men
tegenwoordig de vrouw bij de politie.
Dit laat den mannen, een groot deel
der mannen tenminste, niet onver
schillig.
Met begrijpelijk leedwezen zien de
mannen liet aari, dat de vrouw zoo
de eene betrekking vóór en de andere
na zicb verovert.
Met begrijpelijk leedwezen, zeggen
we. Begrijpelijk is het leedwezen der
mannen, omdat de vrouw den man
veel werk ontneemt, veel werk en dus
veel verdienste. Dit is jammer, omdat
toch eigenlijk de man de persoon is,
die bet werk zou moeten verrich
ten, wat nu de vrouw veelal doet.
Immers: men zegt, dat de man moet
werken, om in het bestaan van hem
en de zijnen te voorzien, terwijl de
vrouw baar werkzaamheden thuis, in
de huishouding, zijn. Waar de vrouw
nu veelal uitsluitend werkzaamheden
verricht, geheel buiteu hare roeping
om, daar ontnéémt ze den man dat
werk, daar ontnéémt ze den man die
verdienste. Dit kunnen vele mannen
niet goedvinden, temeer niet als de
vrouw die werkzaamheden niet be
hoeft te doen om de verdienste. In
dezen staan wij aan de zijde der pro-
testeerende man. Een vrouw kan
natuurlijk ook móéten werken om de
verdienste. In een geval als dit zouden
wij de betreffende vrouw er niet hard
over durven vallen.
't Is in een vrouw te prijzen, dat
ze werken wil om te verdienen, als
er niet anderen zijn, die in haar onder
houd voorzien. Toch zouden wij er
natuurlijk de voorkeur aan geven,
indien zoo'n vrouw dan werkzaam
heden deed, méér in overeenstemming
met hare roeping dan vele nü door
haar verricht wordende werkzaam
heden, want wij gelooven nu eigenlijk
niet, dat het de roeping der vrouw is
om in een fabriek of op bet veld te
werken of om kantoorwerkzaamheden
enz. te verrichten.
Nu kan een vrouw meestal haar
werkkracht goedkooper geven dan een
man dit kan doen, want de man moet
zijn werkkracht zóó duur verkoopen,
dat hij er zich en de zijnen in het
noodige van kan voorzien, terwijl de
vrouw meestal slechts alleen voor zich
heeft te zorgen, want veelal is de
vrouw nog ongehuwd als ze haar
werkkracht geeft. Oók zijn er ge
huwde vrouwen, die bijverdienste op
het oog hebben met hun werken, om
dat het loon hunner mannen niet toe
reikend is om er de gebe6le huis
houding uit te bestrijden. Om deze
redenen is de werkkracht der vrouw
meestal goedkooper dan dien van den
man, daarom ook dat men voor som
mige werkzaamheden de vrouw in
dienst neemt.
Een gevolg hiervan is, dat er zoo
langzaam aan een concurentie-strijd
is ontstaan tusschen man en vrouw.
Deze strijd is ongelijk, omdat de vrouw
als èéne partij, in gunstiger omstan
digheden verkeert dan de man als
tegenparij, omdat de vrouw haar werk
kracht orn genoemde redenen goed
kooper kan geven dan de man meestal.
Door het zoo goedkoop verkrijgbaar
stellen barer werkkracht, drukt de
vrouw de arbeidsmarkt, maakt ze den
strijd om 't bestaan voor den man,
die voor meerderen dan zich alleen
moet zorgen, steeds zwaarder. Is hst
wonder dat vele mannen dus protes
teeren tegen bet verrichten van, laten
we zeggen, mannenwerkzaamheden
door vrouwen? Neen nietwaar? Indien
de vrouw haar werkkracht nu even
duur prijsde als de man, dan zou ons
bezwaar tegen de vrouwen-arbeid zoo
groot niet zijn als nu; dan was in
ieder geval de strijd tusschen man en
vrouw nog gelijk, wat hij veelal nu
niet is, En 't zou ons ook niet ver
wonderen dat de vrouw dan uit vele
betrekkingen werd verdreven. De ge
lijke strijd zou de vrouw niet kunnen
volhouden, omdat de vrouw in vele
gevallen niet dat kan presteeren, wat
de man wél kan.
In beginsel verklaren wij ons tegen,
wij zullen maar weer zeggen, mannen
arbeid door vrouwen. In ieder geval
wenschen we dat de vrouw in dezen
gelijk haudele als de man!!
EWOUD. YPSILON.
V reeuidelingcn verkeer.
De jaarlyksche vergadering van
secretarissen van Vereenigingen voor
Vreemdelingenverkeer hier te lande,
die aangesloten zijn bij den Nationalen
Bond v. V., is Zondag te Utrecht
gehouden.
Vertegenwoordigd waren 25 vereeni
gingen.
De voorzitter, de heer D. Fockema,
van Arnhem, kon der vergadering
mededeelen, dat het aantal bij den
Bond aangesloten vereenigingen, sedert
de jongste Bondsvergadering in Sept.
1.1.was gestegen van 72 lot 85.
Ingekomen was o. m. een schrijven
van den heer H. Lamsvelt te Arnhem,
penningmeester van den Bond, waarin
hij, om gezondheidsredenen, ontslag
nam.
De vergaderingen bracht hulde aan
de verdiensten van den afgetredene.
Over de vraag: of de Bond het
Centraal bureau voor Vreemdelingen
verkeer financieel zou steunen, werd
breedvoerig gediscussieerd.
De directeur van bet bureau deelde
mede, dat de werkzaamheden zullen
moeten worden beperkt, als meerdere
steun uitblijft.
's-Gravenliage ondersteunde dit; een
plan tot uitgifte eener reclame moest
onuitgevoerd blijven, omdat de daaraan
verbonden kosten van f3000 niet
konden worden gedekt.
Delft herinnerde, dat de Bond het
bureau feitelijk steunt met f 1000
evenals elk der beide groote spoor
wegmaatschappijen. Weliswaar zijn
deze f1000 van het Rijk, dat aan dit
subsidie de voorwaarde verbond, dat
het aan bet bureau zou worden ver
strekt, maar zonder den Bond zou het
bureau dit subsidie vermoedelijk niet
genieten.
2) Slot.
Henriëtte stond tegenover den woeke
raar, met gebalde vuisten, met vlam
mende oogen. Haar angst was weg...
Heelemaal weg. Ze streek 'de voile
van haar gezicht en schreeuwde 't uit
o Dat lieg-jel... Dat lieg-je, man!
Mijn vader was een eerlijk man-
Maar jij... jij die..."
Ze klemde de tanden opeen. Sid
derde van haar eigen taal. Had ze
terug willen nemen, de verschrikkelijke
woorden, die haar uit de keel had
gewrongen-
Maar de ander, de brave, was nn
ijselijk kalm geworden. Hij grijnsde
even... wuifde haar kwasi-vriendelijk
toe... Dacht: nü moet ik oppassen...
nü diplomatiek zijn... anders...
«Gaat u door" zei hij, sarcastisch
aanmoedigend «juist zoo I nu vertoont
ge u in uwe ware gedaante, zoo mag
ik 't zien. Wel zeker, 'tis jammer
dat Binkers er niet bij is. De arme
vent is dol genoeg om de dochter te
willen trouwen van... Enfin... Hij weet
bijna alles... Bijna!..."
«Mijn vader wks niet oneerlijk I" zei
en ze kön niet meer... legde het
hoofd op den arm, die op de rand van
het bureau ministre des brave leunde...
Snikte 't uit in onbedaarlijk geschrei...
De ander schonk een glas water in,
was in zulke omstandigheden de gentle
man... Vroeg of zij wat eau-des-carmes
wou hebben... dan zou hij z'n vrouw
even laten vragen...
«Vader heeft zoo'n verdriet gehad
snikte Henriëtte. En zij beet haar zak
doek stuk, zoo schaamde ze zich voor
den kerel, die haar woeste verdriet-
uitbarsting bijwoonde...
Weer kon men het rustig tikken
van de pendule en het papiergesehuifel
van den klerk, in 't vertrek er naast,
hooren...
De meneer dacht na, trommelde on
hoorbaar met de vingertoppen op het
tafelblad vóór hem...
«Ik ben altijd veel te goed geweest"
zei hij, z'n gitzwart baardpuntje stree-
lend «dat is m'n ongeluk, anders zou
'k een rijk man zijn... Luister eens!"
Zij trachtte het koortsig-gloeiende
gelaat met de beschreide oogen op te
heffen...
«Kijk 's hier," zei de man, «ik wil
n toonen dat 'k niet ongevoelig ben
voor verdriet... Ik kkn me voorstellen
dat u... Enfin, luister eens hier. Maar
dat is mijn eenige en uiterste conditie.
Daar wijk ik niet vanaf... U zorgt,
dat ik binnen veertien dagen drie
duizend gulden in handen heb. In
mindering van mijn vordering... De
rest, plus een beetje rente... Dat reken
ik wel niet... Laat dat maar aan mij
over... De rest na den dood van die
tante... 't mensch is nog springlevend,
zoo gezond als 'n visch... Afijn, zooals
ik u zeg. Drieduizend contant en voor
het verdere een accept van u... Voor
die rente daD... En ik zal u helpen.
Binkers hoort niets van dat andere...
Later, na 't trouwen, komt-ie toch
te hooren... Maar dat moet u voor nw
eigen geweten verantwoorden. Ik dien
uw goeden wil te zien... 't Kost me
een offer, 'n zwaar offer om een van
m'n beste vrienden in z'n ongeluk te
laten loop... 't Kost me zeUjoverwinning,
dat bezweer ik u. O, u gelóóft 't niet...
Ik heb zooeven gemerkt... Toen u
daar zoo bent uitgevallen...
En toen Henriëtte er iets over zeg
gen woü:
«Neen, neen, praat er asjeblieft niet
over. Ik ben gewoon scherp op te
merken en snel te besluiten. Alzoo:
vóór of op den 2ln drieduizend in bet
accept... of den 22n weet Binkers alles...
Alles... 't Naadje uit de kous... Frans,
ben-je daar?"
Dit tot wachtend-luisterend klerkje...
«Laat dien meneer maar binnen,
boor... U neemt me niet kwalijk,
juffrouw Mijn tijd is geld waard I..."
De nieuwe bezoeker tikte al aan
de deur.
«Binnen I"
Zij veegde in grooten schrik over
het warme, vochtige gelaat.
De brave maakte hoffelijke buiging.
Schelde klerkje om dame uit te laten...
Ze kon geen woord meer uitbrengen.
Voelde, terwijl ze wegging, dat de
zwarte loeroogen haar nakeken... Met
iets erin van: Zóó pakt men zulke
dametjes aan... En met allerinnemend
ste gelaats-expressie luisterde meneer
naar het expose van narigheid, waar
voor nu weer zijne veelvermogende
hulp werd ingeroepen...
De dikke portier van het groote
café-restaurant, waar meneer Savary
bijna zonder uitzondering tegen 1 uur
zijn plat-dujour kwam gebruiken, had
al voor de derde maal zijn schouders
opgehaald. Hij wond den zwaren,
lichtblonden knevel om een vinger
teneinde te maskeeren het glimlachje,
dat op zijn welgedane trekken kwam
bij het observeeren van dametje, in
de vestibule wachtend... Dametje met
krijtwitte wangen en brandende
oogen...
«Ik weet heusch niet of meneer
Savary vandaag komt" zei hij, baar
tactvol maar beslist naar den uitgang
krijgend... SDapte natuurlijk alles van
het zaakje... begreep dat er een achter
wiel voor 'm te verdienen viel...
«Neen" zei portier eindelijk »'t is
acht minuten over eenen... Neen, dame...
dan komt meneer Savary bepaald van-
daagniet.Maar kan ik zeggen wie er
Bleeke, zonderlinge dame was al weg...
Vijf minuten later stonden meneer
Savary en portier te fluisteren... Me
neer deed erg gejaagd, was ontdaan
geworden... wou haastig weggaan...
«Neen, vandaag komt ze niet meer
terug" fluisterde portier... «En anders,
laat u maar aan mij over... Gerust,
hoor I..."
Hij kneep de oogen dicht en lachte
van: «zoo'n zaakje heb ik toch meer