NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht FEUILLETON. No. 67. Woensdag 23 Augustus 1311. Veertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG BINNENLAND. BUITENLAND. 4). Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 17. Telephoonu0. 69. ADVERTENTIÊN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer Tl, Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Maatregelen tegen uitstel van betaling van rekeningen in Klein handel en Kleinnijverheid. De afdeeling handel van het dep. van landbouw, nijverheid en handel publiceert het rapport, aangeboden aan H. M. de Koningin door de Staats commissie voor den Middenstand, in zake maatregelen tegen het langdurig uitstel van betaling van rekeningen in kleinhandel en kleinnijverheid. Het rapport is opgemaakt in den vorm van een wetsontwerp, dat 3 artikeien bevat, n.l. aanvullingen van art. 1286 en art. 1917 B. W. Üe commissie is van oordeel, dat vragen om betaling ol aanmanen niet bet gewenschte middel is om verbe tering in den toestand te brengen. De klanten moeten het in hunne beurs voelen, dat zij betalen moeten; dat, als zij den leverancier dwingen crediet te geven, ze ook voor dat cre- diet betalen moeten. Vandaar dal aan den plicht om te betalen eenige drang moet worden bijgezet. Dat kan ge schieden door den klant duidelijk te maken, dat de toezending der reke ning beteekeut, dat men betaling wenscht binnen korten tijd. De drang zal daarin moeten bestaan, dat na verloop van een bepaalden tijd na het inzeuden der rekening, interessen voor bet crediet, dat de klant verder vraagt, moeten worden betaald. De bedoeling is niet zoozeer om den crediteur van deze renten te doen profiteeren dan wel om deu debiteur er toe te bren gen de rekening binnen eene maand te betalen. Die interessen moeten niet ingaan op bet oogenolik van de koop immers verkoop op crediet behoeft niet noodzakelijk uit den booze te zijn maar kort na bet tijdstip, waarop betaling gevraagd wordt. In het ontwerp is aangenomen eene maand daarna. Oflicieel moet worden vastgesteld, wanneer de rekening ingezonden is. De commissie stelt daarom het vol gende ontwerp van wet voor Art. 1. Aan art. 1286 van het Bur gerlijk Wetboek wordt toegevoegd: Indien echter eene geldsom ver schuldigd is wegens levering van wa ren als bedoeld in art. 1554 van dit wetboek of wegens verrichte werk zaamheden, niet roortspruitende uit eene arbeidsoiereenkomst en waai- omtrent niet contractueel een tijdstip van betaling tusschen partijen is vast gesteld, dan zijn de in de eerste alinea genoemde interessen verschuldigd se dert den dertigsten dag nadat de rekening voor gezegde leveringen ol werkzaamheden aan den schuldenaar, met inachtneming van de formaliteit, in art. 19a der wel van 15 April 1891 (St.bl. No. 87) bepaald, is toegezon den, tenzij de schuldeischer vóór afloop van dien derligsten dag de geldsom in rechten vordert. Art. 2. Aan art. 1917 van het Burgerlijk Wetboek wordt toegevoegd: Of. voor zoover betreft de rekenin gen genoemd in de laatste alinea van art. 1286 van dit wetboek, van den dag, dat dezelve voorzien zijn van bet daartoe voorgeschreven poststempel. Art. 3. In de wet van 15 April 1891 (St.bl. No. 87) woidt na art. 19 de volgende bepaling ingelascht. Ten einde eene vaste dagteekening te verleenen aan de rekeningen, die overeenkomstig de bepaling der laatste alinea van art. 1286 B. W. per post zijn toegezonden, worden deze van een stempel voorzien, op de wijze bij Kon. besluit vast te stellen. Dit stempel wordt eveneens gedrukt op een bij de aanbieding ter stempeling over te leggen duplicaat der bedoelde reke ning. Het origineel exemplaar dei- rekening wordt op denzelfden dag door de post gesloten en aan den geadresseerde toegezonden, terwijl het duplicaat na de stempeling terugge geven wordt aan dengene die de reke ning ter stempeling aanbood. Deze stempeling zal kosteloos geschieden. Een nieuwe fabriek. Vele lezers en vermoedelijk nog veel meer lezeressen zullen zich herinneren hoe eenige jaren geleden een bericht de ronde deed, meldende, dat de kleine Geertje van der Veen, te IJmuiden, die als 't ware bij de geboorte reeds voorbeschikt scheen, om spoedig te sterven, door middel van Molenaar's kindermeel was opgekweekt lot een j levenslustig en kerngezond kind. I Was toen de fabriek van kinder- I meel te Westzaan reeds velen bekend, bet zeldzame geval, dat op het meel, als het bij uitstek geschikte voedingsmiddel voor kinderen en zwakken, de aandacht vestigde,droeg er veel toe bij, om den omzet in dit anikel snel te doen toenemen. Op 7 August. 1910 werd uit defabriék de 14414e kist afgeleverd. Op 7 Aug. van dit jaar ging reeds de 15524e kist uit de fabriek. Want door de enorme toeneming van het gebruik van Molenaar's kindermeel is aan de firma P. Molenaar en Co., te Westzaan de noodzakelijkheid gebleken tot uit breiding over te gaan en hot was op Maandag j I. dat de nieuwe fabriek voor 't eerst draaide. Staat de molen, waarmee de fabri- kage van het kindermeel begon in het Westzijderveld, de fabriek is ge plaatst aan de Nauernasche vaart. We namen op den openingsdag een kijkje in de fabriek en werden getroffen door de zorg, waarmede deze is inge richt. De fabriek is er op ingericht, om door machinale sorteerders, zuiveraars en poetsers alle onzuiverheden weg te nemen en bovendien gaat de rijst door eenige warme machines heen, welke haar meer snijden dan malen tot een uiterst fijn poeder. Behalve kindermeel levert de firma ook voor de bakkers en heeft zij in haar fabriek ook een rogge-, en een semoulle-malerij gevestigd. De fabriek is gebouwd op aanwijzing van den heer P. Molenaar door den beer Jb. Boerendans. De eigenaar heeft de geheele inrichting zelf ontworpen en daarbij gebruik gemaakt van de nieuwste uitvindingen. De warmte van 27 Juli tot 13 Augustus. Wij ontleenen het volgende aan een mededeeling van het K. N., Meteor ologisch Instituut De thans afgeloopen periode van buitengewone warmte is de belang rijkste geweest, die sinds de oprichting van het Meteorologische Instituut in 1849 is waargenomen. Het buitenge wone karakter van het jaar 1911 blijkt het best uit een statistiek van de maximumtemperaturen van 30 gr. C. of hooger. Onder de 62 jaren, waar over die statistiek thans loopt, zijn er 40, waarin die temperatuur of niet of slechts eenmaal werd bereikt, 9, waarin 2 temperaturen boven 30 gr. C. voorkwamen, 4 met 3 en 3 met 4 temperaturen boven 30 gr. C. In 1872 en 1900 kwamen die tempera turen 6 maal voor, in 1898 7 maal, in 1858 9 maal, in 1868 11 maaien in het jaar 1911 tot dusver reeds 10 maal. Vergelijken we nu de jaren 1868 en 1911 wat betreft hun warmste periode, dan vinden we in 1868 de periode van 1228 Juli met een ge middelde maximum-temperatuur van 28 9 gr. C., een gemiddelde minimum temperatuur van 16 6 gr. C. Voor 1911 vinden we van 27 Juli13 Aug. een gemiddelde maximumtemperatuur van 59.5 gr. C., een gemiddelde mini mum-temperatuur van 16.0 gr. C. Het gemiddelde maximum was dus in 1911 nog hooger, niettegenstaande de warme periode later viel, bovendien omvatte de periode van 27 Juli13 Aug. de beide hoogste temperaturen, 35.6 gr. C. en 35.0 gr. C., ooit te UtrechtDe Bilt waargenomen, en de eenige aldaar opgeteekende reeks van 5 achtereenvolgende dagen met temperaturen boven 30 gr. C.; 913 Augustus, met maximum-temperatu ren 33.6 gr., 35.0 gr., 32.6 gr., 32.8 gr. en 32.5 gr. C. Eenige cijfers. In 't afgeloopen jaar vervoerde de Holl. IJzeren Spoorweg Mij. (H. S M.) bijna 26 millioen reizigers abonne menten niet medegerekend waar van ruirn 19 millioen 3e klas reisden, 5 millioen reisden er 2e en 1 millioen le klasse. De Staatsspoor (S. S.) vervoerde bijna 17 millioen reizigers eveneens zonder de abonnés waarvan 12 millioen in de derde, 4 millioen in de 2e en de rest in de le klasse. In totaal bedroegen de kosten der exploitatie bij de S. S. 2'/, millioen en bij de H. S. M. 17'/, millioen. Beide maatschappijen hebben een reusachtig personeel in dienst. De S. S. had op 31 Dec. j.l. 20.169 per sonen in dienst en de H. S. M. op dienzelfden datum 12.662, te zameu dus luim dertig duizend menschen. De H. S. M. betaalde aan dat per soneel ongeveer 8 millioen salaris uit, terwijl de S. S. ongeveer 11 millioen biervoor uitgaf. Vergelijkt men deze bedragen met het aantal personen bij elk der maatschappijen in dienst, dan schijnen in doorsnee de salarissen bij de H. S. M. hooger te zjjn dan bij de S. S. De S. S. hield 11 V, millioen over De H. S. M. 8'/> millioen. Buiten de exploitatie zijn er echter nog zoo veel onkosten, dat ten slotte de aandeel houders van S. S. slechts f719.260 ontvingen, terwijl de aandeelhouders der H. S. M. f675,000 ontvingen. De S. S. heeft dit jaar bijna 102 millioen geleend, terwijl de H. S. M. nog meer, n.l. ruim 119 millioen opuam. In vele Amerikaansche bladen heeft een zeer ongewone advertentie ge staan. Daarin werd tegen booge be looning een nieuwe wijsvinger gevraagd om dien als het ware te enten op een vrouwenhand. Mevrouw Reginald Waldorf, een rijke dame te Philadelphia schramde IIST ZDIE EIEPTE. EEN AMEEIKAANSCHE GESCHIEDENIS. Dringt nu ooit de politie in een speel zaal, dan kan zij toch niets in beslag nemen dan hetgeen er gevonden wordt, dat is, de fishes en de kaarten. Aan de groene tafel zaten en ston den misschien veertig personen. Het waren mannen en vrouwen, die hier luchtig bet geld wegwierpen, dat zij des daag9 gemakkelijk verdiend had den, derhalve was de opgewondenheid op de gezichten niet zeer groot. Deze heeren en dames van de steelkunst speelden met een zoo voorname noncha lance, met zulk een volkomen onver schilligheid voor winst of verlies, dat menige graaf, die in Baden-Baden zijn vermogen heeft verloren, van deze had kunnen leeren. Men speelde Pharao, een spel, dat het minste geraas maakt en even goed tot verval brengt als dobbelsteen en roulette. De kaarten nam een zonder ling menscb met een wonderlijk plat, bijna kaal hoofd, dat veel van een scbildpadkop bad, af. Hij bad zware gouden ringen met valscbe diamanten aan de vingers, een zwaren breeden ouderwetscben horlo geketting schommelde met zijn tal rijke en plompe snuisterijen tegen den rand der tafel, telkens als de man voorover boog, om over zijn gouden bril been op de tafel te zien, wat na iedere afname gebeurde. Tegenover hem, aan bet ander eind der tafel, zat onze bekende mr. Lob ster, als een soort van gewapenden oppasser, want bij bad een reusach- tigen revolver vlak voor zich liggen. Ook hij hield de spelers in bet oog en hielp opstrijken of uitbetalen, al naar gewonnen of verloren werd. Toen Fulton binnentrad was zoo even een partij geëindigd. »Ha, kapitein, wilt ge ook een par tij mee spelen?» vroeg de man met den scbildpadkop en gluurde Jim lis tig over den bril toe. »Neen, master Slung, ik moet n vriendelijk danken,» antwoordde deze, »ik heb nog elders zaken.» «Het doet mij leed, hoezeer ge al tijd gelukkig zijt, maar ik speel gaarne met gentlemen, zooals gij en deze beeren bier. Dames en beeren, de kaarten zijn doorgescbud, bet spel be gint, zet in!" «Geef mij eerst nog voor honderd dollars roode fisjes, mijnheer Slung,» riep een jongmenscb met een zeer zot gezicht en lange kunstenaarsharen terwijl bij een bonderddollar bank noot, achteloos op de tafel wierp. «Ha, de scboone Siegfried is waar achtig kollossaal bij kas,» riep nu plotseling een vrouwestem, en een betrekkelijk jong en frisch meisje sprong toe en legde haar arm om den hals van den jongeling met zwart krullend haar, »zeg eens, Siegfriedje, kan men u niet helpen met bank noten op te maken.» "Waarom niet, mijn liefje,» zei in stede van den gevraagde, haastig een tamelijk verloopen mensch met glad geschoren gezicht, die naast Siegfried zat, waarom niet? Hij verdient het gemakkelijk als favoriet van de dikke bierbrouwster zij heeft voor u bei den genoeg. Siegfried kan u immers als zijn nicht in de gezelschappen bren gen.» Over het geestelooze, afgeleefde ge zicht van Siegfried schoot als een weerlicht van Jtoorn, en terwijl bij met de vuist op de tafel sloeg, schreeuwde bij: «Beef voor mijn toorn, mijnbeer i Coar, ik ben journalist!» »Ja, en ik tooneelspeler!» antwoord- j de deze spottend, »nu, ge moogt me uitschelden!» «Hier zijn uw fishes!» zei master Slung, die de banknoot van mijnbeer Siegfried zeer langen zeer nauwkeurig bekeken had, alsof hij den uitgever er van niet recht vertrouwde. Het spel werd na dit klein tusschen- bedrijf rustig voortgezet, maar Lob ster en Fulton waren zeer stil uit de kamer verdwenen. In Lobster's plaats zat de aan alle dieven bekende ad vocaat en dagbladcorrespondent Mo- zes Haynes. Een bavelooze, smerige kerel, die volkomen in dit gezelschap paste. Fulton had Lobster een teeken ge geven, en deze was hem in den gang gevolgd. «Hoe is bet in de groene kamer gesteld?» vroeg bier Jim halfluid. «Zooveel ik weet, kapitein, zeer goed hij is stokstijf.» «Gelooft ge dat bij dood is!» Het kan zijn! Maar een mes in het hart is beter, bij komt dan niet le vend terug, zooals straks.» »Ge zijt een bloeddorstige gek, Sig- nor Ravino! Wat, in 's duivels naam zonden wij met bet lijk beginnen?» »De rivier is diep, drassig en spra keloos «Ja, en verraderlijk! Neen, dat gaat niet, en ik heb bovendien volstrekt een rechterlijke doodakte noodig. Goed, dat mij dat nog te binnen schiet, kom mee.» Beiden gingen de groene kamer binnen, waar Frank Holder koud stijf en bewegingloos op den divan lag. Fulton grendelde de deur en na derde vervolgens het lijk vaD den rattenvanger. Hij voelde hem den pols, legde zijne hand aan het hart en luisterde naar den adem, maar alles had opgehouden. »Hij is dood,» zeide hij, «de twee dossisen opium konden geen andere uitwerking hebben, en het is onnoodig hem meer in te geven. Nu willeu wij hem opschikken. Hebt ge een horlo ge op zak, vriend Lobster?» »Ja!» »Nu, geef het mij eens!» De roode haalde een reusachtig zilveren horloge uit zijn vestzak en overhan digde het Jim, die het in het vest van den doode schoof.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1911 | | pagina 1