NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Froviicie Utrecht. Qafcmnw BERICHT. Zaterdag 7 October 1911. Veertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSHAR E\ ZATEKDAfi HET GEHEIM VAN X, WIE DOET MEE? BUITENLAND. üe Oorlog1. FEUILLETON. i\o. 80. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad t 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Lngezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephoonno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. No. 28 7 October 1911. Dit zeer actueel Nummer bevat o a. Vijf fraaie foto's van de ramp van het Fransche Oorlogschip »Libeité«. De Italiaansch-Turksche oorlog, met portretten van den Koning van Italië en den Sultan van Turkije. De Onlusten in Spanje. De Manifes tatie te VVeenen De ontzettende brand te Amsterdam, waarbij men- schenlevens te betreuren waren. De Manoeuvres in de Betuwe, met 3 foto's. Voetbalwedstrijden, met foto's der elftallen. Ongeluk met de Auto bus te Parijs. Het portret van den nieuwen Minister-President van Rus land. Het portret van L. Pincoffs, indertijd de bekende steunpilaar van den Rotterdamschen handel, die te New-York overleden is, enz., enz. Voorts portretten van landgenooten, De Rubriek van Redacteur X. Het Kindesnummer »Ons Prinse?je« en het begin van bet nieuwe Ver volgverhaal, getiteld zijnde de beste roman, die William Ie Queux ooit geschreven heeft. De geabonneerde wonende wenscht zich te abouneeren op bet weekblad „PAK ME MEE", tegen den prijs van 3'/> cents thuis bezorgd. Het comité Amersfoort van »Het Nederlandsche Roode Kruis» doet thans een beroep op de stadgenooten en de bewoners der aangrenzende Gemeenten om een schrede verder te komen tot zijn taak. Door een zeer gelukkige samen werking met het Bestuur van het St. Elisabeths gast-of ziekenhuis, dat van de vereeniging »Het Groene Kruis» en dat van de Tuberculose- vereeniging een samenwerking, die andere comité's het terecht benijden kan het reeds een deel van zijn taak ten uitvoer leggen zonder dat van de uit den aard der zaak nog niet zoo welvoorziene kas buitengewoon groote offers werden geëischt. Het andere deel dier taak kan bet slechts uitvoeren als velen, vrouwen en mannen, die iets voelen voor dit werk van naastenliefde, het willen bijstaan. Sedert kort heeft »Het Roode Kruis«, aanvankelijk gesticht om hulp te brengen op het slagveld, zijn werk zaamheid ook uitgebreid om in tijd van viede den nood te helpen lenigen. We denken aan een spoorweg-ongeluk, een epidemie, een bedrijfs ongeval, ongelukken bij een volksfeest, en zoo veel meer. Om nu die vredestaak naar behoo- ren te kunnen vervullen waardoor het tevens hoe langer zoo meer be kwaam wordt voor zijn oorlogstaak heeft het, naast den geldelijken steun dor gewone leden, noodig de ern stige medewerking van een llink aantal buitengewone leden. De ge- ivone leden betalen een contributie van f 1 of meer per jaar; de bui tengewone betalen met hun per soon. De toetreding van buitengewone leden wordt thans gezocht. Zij zullen het zijn, die, na behoor lijke voorbereiding, later als verpleeg ster en verpleger van zieken en ge wonden ook in eigen kring zullen kunnen optreden. Hoe dikwjjls is een menschenleven gered doordien iemand intijds aanwezig Deze cursussen worden des mid dags gegeven. Het onderricht voor de transport colonne heeft des avonds plaats. was, die een noodverband kon leggen of op andere wijze de juiste hulp wist aan te brengen. Deze bekwaamheid nu kan ieder op aangename wijze zonder moeite of geldelijke opollering zich eigen maken. Slechts een weinig goeden wil en liet vaste voornemen om een paar urntjes per week hierover opverzacht, te offeren, zijn voldoende. Is er voldoende belangstelling dan Vrouwen en meisjes boven 16 jaar kan een Roode Kruis-post wordenen mannen boven 18 jaar uit alle Wie geleerd heeft een gewonde bij te staan, een zieko te verplegen, zal bemerken hoe veel leed zij of hij gevormd, met aan het hoofd een arts, welke haar goede diensten al heel spoedig practisch kan bewijzen. Een gedeelte der mannen daar toe genegen kan worden opgeleid tot ziekenverpleger in tijd van oorlog. Uit hen kan gevormd een zieken transport-colonne, bestemd om, na de eerste hulp te hebben verleend, zieken en gewonden te vervoeren; deze afdeeling kan natuurlijk ook in vredestijd uitmuntende diensten be wijzen in de stad en haar onmiddel lijke omgeving. Voor deze loden der transport colonne zijn noodig: een gezond ge stel, goede intelleclueele- lichaams ontwikkeling, en goed gediag. In tijd van oorlog en bij Roode Kruisoefeningen, zooals dezen zomer er hier een plaats had, worden zij, naar gelang van de functiën die zij bekleeden, gelijk gesteld met de mili taire verplegers van het leger en dienovereenkomstig bezoldigd. Wie zich niet kan verbinden voor den dienst te velde bijvoorbeeld omdat hij nog militie- dan wel land- weerplichtig is kan zich nochtans aanmelden voor het bijwonen van de cursussen als toehoorder. De cursussen zullen worden gegeven door de artsen dr. S. de Jong en J. W. Jorissen, zullen begin November aanvangen en gedurende de vijf winter maanden worden gehouden. Dr. De Jong zal behandelen Eerste hulp bij" ongelukkende heer Jorissen, Ziekenverpleging. standen vragen zich nu af of ze niet zeer veel gevoelen voor dit bij uitstek humanitair werk, dat hetzij her haald ten goede kan komen aan eigen kring, en zij melden zich aan. Die aanmelding moet geschieden vóór 21 October bij dr. De Jong (Utrechtscheweg 104e), den beer Jorissen (Kortegracht 21) of den heer Frederiks (Kortegracht 9.) Het Bestuur van bet Comité Amers foort van het N. R. K. J. IV. Jorissen, Voorzitter, mevr. E. W. VAN DEN BERGH—baronnesse van Ittersum, Onder-Voerzitster. P. J. FREDERIKS. Secretaris. W. H. E. VRIJDAG, waarn. Secretaris, mejuffr. M. I. AZIJNMAN, Penningmeesteres. mejuffr. N. STOPPENDAAL, waarn. Penningm. S. baronnesse VAN HOGENDORP—baronnesse Rengers. dr. S. DE JONG. Een Zeeslag? De nOsmaiiischer Lloyd» ontving Woensdag bericht, dat de Italiaansche en Turksche vloten in een hevig ge vecht gewikkeld waren benoorden bet eiland Mytilene, dus dicht bij den ingang der Dardanelles Het gedon der der kanonnen werd gehoord tot op de kust van Kleiri-Azie. Omtrent de juistheid van dit be richt, of den uitslag van bet gevecht zijn nog geen nadere berichten ont vangen. Tripoli beschoten. Admiraal Faravelli, de commandant van het Italiaansche eskader voor Tripoli, is tot de beschieting der stad overgegaan. Blijkbaar heeft dus het antwoord van den Tuikschen stads- commandant op het ultimatum van den Italiaanschen vlootvoogd bestaan in een weigering van overgave der stad. Veel bijzonderheden over het bom bardement en den uitslag daaivan zijn tot beden niet officieel bekend, maar het lijdt geen twijfel, of het Italiaansche scheepsgeschut heeft de Turksche kanonnen in de vervallen forten tot zwijgen gebracht, en een landing van de Italianen is mogelijk gemaakt. Een bericht uit Rome geeft nog enkele bijzonderheden over het bom bardement: zoo o. a., dat dit zeer kalm werd gehouden en men telkens wachtte, of de witte vlag niet werd geheschen. Ook werden particuliere huizen en vreedzame gebouwen ge spaard, doch alleenlijk kazernes en forten onder vuur genomen. Men lette wel, dit alles is reeds drie October, geschied, wel een bewijs, hoezeer de censuur en de verbreking van de verbindingen de overbrenging van berichten belemmeren. Want aangezien de kabel van Tripoli naar Malta is verbroken, kunnen er alleen berichten komen door de radiogra fische toestellen der Italiaansche vloot en natuurlijk kan de regeenng in Rome deze naar believen verminken en kleuren. Een enkel woord nog over het eskader, dat de beschieting van Tri poli heeft volbracht: dit bestaal uit drie gepantserde kruisers van 7350 ton, elk bemand met 550 koppen en bewapend met een kanon van 25 4 c.M., twee van 20 3, veertien van 15, tien van 7.6 en zes van 4.6 c.M. Men zegt dat de 25 c.M. kanonnen niet gebruikt zjjn. Preveza. Er is, het zij tusschen twee haakjes medegedeeld, thans een verklaring te IlST iDE IDIIEIFTE]. EEN AJIEBIKAANSCHE GESCHIEDENIS. 17) »Is bij dood?" vroeg Kellerwurm, terwijl bij Bob verstomd aanzag, en in diens oogen tranen glinsterde. «Ja, ik heb het ergens in de cou rant gelezen, maar ik weet niet waar." Nu trad juffouw Smith weder in de kamer en Kaatje bracht brandy voor Bob. »Uwe kamers zijn gereed, mijne heeren," zei de hospita, »en ge kunt ze betrekken als ge wilt. Daar het u waarschijnlijk aangenaam is, naast elk ander te logeeren, heb ik de Nos. 35, 36, 37, 38 en 39 voor u laten gereed maken." «Waarom toch vijf?" vroeg Bob. «Wel ge zijt immers vijf in getal." "Inderdaad, madame," maar mijn Jakob logeert met mij in eenekamer; laat dus nog een bed in mijne kamér plaatsen." «Goed! Kaatje, zorg dat No. 88 ingericht wordt zoo als mijnheer ver langt." i De heeren verwijderden zich nu, uit gezonderd Jakob en Bob, die bij zijne flesch bleef. Juffrouw Smith ging in de kamer heen en weder. "Jakob mijn jongen," zei Bob na een tweede glas tegelijk in zijn keel gat te hebben uitgestort, »de drank is bier uitmuntend, schenk je een glas en breng dan onze kamer in orde. Maak vuur aan, en ga dan te bed als je wilt, ik volg je dadelijk." Jakob wees op zijn mond. "Ha, ge hebt hongerMen zal er voor zorgen." Jakob verwijderde zich. Bob bleef drinken zoo lang tot bij warm en spraakzaam werd. «Mejuffrouw," zeide hij, toen juf frouw Smith weder in de kamer trad, »hoe heet ge eigenlijk?" »Ik beet Smith Sibilla Smith!" »Dan heet ge waarachtig zoo als ik." »Nu bet verheugt mij ten zeerste, dat ik een naamgenoot leer kennen," en zij reikte hem hare magere hand. Wanneer Bob veel gedronken had, was bij zeer galant en bracht juffrouw Smiths leelijke, roofvogelklauwachtige band aan zijne liepen. Dat was haar nog nooit overkomen Zij was niet weinig in baar schik met den Dieuwen logeergast, en antwoordde zeer gevleid. "Maar wat doet ge toch, hoe kunt ge toch deze leelijke, van het werken harde band kussen." «Handen als de uwe, zijn modelhan- den," riep Bob. »Ge zijt waarlijk al te beleefd," her nam juffrouw Smith. nOcb, spreek niet van beleefdheid, ik spreek slechts zoo als ik gevoel, en gij bevalt me bijzonder goed, mejuf frouw, weet ge dat ik zoo dadelijk mij met u in bet bnwelijksbootje zou kun nen begeven. Ge hebt fameuse whisky." Juffrouw Smith liep lachend de ka mer uit. «Zij lacht" zij Schmidt, voor, "maar de duivel mij, zoo ik het Diet ernstig meen. Deze whisky wekt in mij zeer wonderlijke gevoelens ik wil ook eens verliefd worden, even goed als mijne drie vrienden, en het begin is reeds gemaakt." "Maar waarom lachtet ge eigenlijk?" vroeg Bob, toen juffrouw Smith weder met ernstig gezicht binnentrad. "Omdat ge van trouwen spraakt!" "O, madame, dat is volstrekt niet om te lachen Ik zweer bet u, bet is degelijk ernst en de duivel hale mij als *-juffrouw Smith slaakte een lichte kreet, ijlde naar de tafel en sloot haastig Bobs mond met bare hand. »Niet vloeken!" zeide zij half schertsend, en Bob sloeg zijn arm om haar zeer slanke taille. «Weet ge," riep hij, haar teeder aanziende, «het is slechts om de whi wide hij zeggen, maar bij herstelde zich bij tijds en zeide: «Om den naam. Gij zoudt Schmidt blijven, zonder eenige ergernis te geven." Juffrouw Smith verwijderde zacht zijn arm van bare taille, drukte hem de band en zeide: AAJij spreken er nader over." En zij liep weg. Zij was plotseling tien jaren jonger geworden, de lieve dame. Het einde van het gesprek had Ham mer door de half openstaande gang deur onwillekeurig gehoord en trad lachend binnen. «Ik wenscb u geluk met uwe schie lijke overwinning!" riep hij. Bob stak de borst vooruit, blies zich letterlijk op en zeide: «Och, zoo doe ik altijd!" Kellerwurm, Hammer en doctor Spack waren aan het middagmaal, Bob had zich zalig van drank en liefde te bed gelegd. Hammer zat tegenover de ingang deur der eetzaal en hield ze onrustig in bet oog. Hij verwachtte Rosa Holder. Met den rug naar de deur gekeerd en tegenover Hammer zat Kellerwurm, die ook door de onrus tigheid van den kapitein aangestoken scheen, want telkens als deze naar de geopend wordende deur zag, draaide hij onrustig bet hoofd om. Beide man nen werden in hunne verwachting teleurgesteld, want het meisje kwam niet. Wij weten waarom. Aan het dessert, toen alle hoop haar later te zullen zien verschijnen, ver dwenen was, stond Hammer op, deed als of bij een sigaar wilde aansteken, trad op juffrouw Smith toe, eD vroeg zoo onverschillig mogelijk: «Ik hoop dat mejuffrouw Holder niet ziek is?" Juffrouw Smith, die Hammer's on rust opgemerkt had, antwoordde op deze vraag, welke zij wel verwacht had, gedwongen rustig «Ik weet niet sedert veertien dag£D heb ik geen tijding meer van baar." Hammer verbleekte. «Woont zij dan

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1911 | | pagina 1