NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
4.
Zaterdag 13 Januari 1912.
41e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
De Land- en Tuinbouw-
Ongevallen-Verzekering.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever O. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Laugestraat 17. Telephoonn0. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend,
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
nr.
Wat goeds hebben de Landbouw
Onderlinge en de Tuinbouw-
Onderlinge nu reeds gedaan?
In November 1901 is den land- en
tuinarbeiders in de Tweede Kamer
toegezegd, dat spoedig voor hen óók
een Ongevallenverzekering zou tot
stand komen. Wij schrijven nu
tien jaar later en nog steeds
hebben de opeenvolgende regeeringen
niets gedaan voor de land
en luinarbeiders.
De statistiek wijst aan, dat in den
land- en tuinbouw per jaar heel wat
dooden vallenin de afgeloopen tien
jaar minstens eenige honderden. En
voor de weduwen en weezen van deze
honderden dooden wordt van regee-
ringswege niets gedaan.
Waren deze dooden, arbeiders in
de industrie geweest, dan was er
voor hun nabestaanden wel gezorgd.
Men ziet hieruit van hoe groot be
lang bet voor de land- en tuinar-
beiders is, dat voor hen een Onge
vallenverzekering wordt in het leven
geroepen. En nu spreken wij nog niet
eens over de duizenden en duizenden
ongevallen, die niet met den dood
eindigden, doch voor de betrokkenen
zeer onaangename gevolgen hadden
Wat de opeenvolgende regeeringen
tot heden hebben verzuimd, is door
de Land- en Tuinbouw-onderlinge ter
hand genomen en nu is het wel in
teressant eens na te gaan, wat goeds
deze organisaties reeds hebben ge
daan in den korten tijd van haar
bestaan. Wij berinneren er nog even
aan, dat afgescheiden van enkele
kleine verschillen, die van geen be-
teekenis zijn de Land- en Tuin-
bouw-Onderlinge aan de getroffen
arbeiders dezelfde uitkeeringen doen
als de Ongevallenwet.
De knechts van de land- en tuin
bouwers, die bij de Land- en Tuin-
bouw-Onderlinge zijn aangesloten, zijn
dus bijna even goed verzorgd alsof
de Regeering voor hen een wet bad
gemaakt.
Wat de regeering naliet, daarvoor
hebben de patroons, die bij de Land
en Tuinbouw-Onderlinge zijn aange
sloten, zelf gezorgd, op hun eigen
kosten. Reeds du is een daad van
groote sociale en moreele beteekeriis.
De 10689 land- en tuinbouwers, die
bij de Land-en Tuinbouw-Onderlinge
zijn aangesloten, worden in bun be.'
drijf bijgestaan door ongeveer 45000
arbeiders; voor deze arbeiders is dus
gezorgd.
En dat dit wat beteekent blijkt uit
het staatje van ongevallen, die plaats
hadden in den korten tijd van het
bestaan der Land- en Tuinbouw-On
derlinge.
Er werden
24 arbeiders gedood door een on
geval
10 arbeiders werden levenslang
invalidedus ongeschikt om verder
hun brood te verdienen;
722 ongevallen duurden korter dan
10 dagen
1373 ongevallen duurden langer
dan 10 dagen en kurter dan 2 maan
den
108 ongevallen duurden langer dan
2 maanden.
Totaal 2344 ongevallen.
De gestorven aibeiders lieten 11
weduwen en 16 kinderen beneden 16
jaar na. Deze weduwen hebben nu
levenslang een pensioen gekregen,
terwijl de kinderen worden gesteund
tot zij 16 jaar zijn.
De 16 arbeiders die levenslang in
valide werden, hebben eveneens een
pensioen gekregen. Rij elkaar zijn er
dus door de Land- en Tuinbouw-On
derlinge 27 mannen en vrouwen ge-
pensionneerd.
De 722 arbeiders wier ongeval
korter duurde dan 10 dagen hebben,
voor zooverre zij daaraan behoefte had
den, gratis geneeskundige hulp ver
kregen. Hierdoor is wellicht erger
vooikomen, want bij kleine kwetsuren
gaat een arbeider niet spoedig naar
een geneesheer.
Aan de 1373 getroffenen, wier
ongeval langer dan 10 dagen en
korter dan 2 maanden duurde, en aan
de 108 arbeiders, wier ongeval langer
duurde dan 2 maanden, werd, behalve
gratis geneeskundige hulp, ook ge
durende al dien tijd, vanaf den eersten
dag, een geldelijke uitkeering gegeven.
Drie arbeiders ontvingen een som
in eens voor een ongeval met minder
dan 10% arbeidsongeschiktheid, ter
wijl één blijvende rente, hooger dan
10%, werd afgekocht.
En hoeveel geld is voor al deze
ongevallen besteed?
Men zie het volgende staatje
f 10.863,22 is uitgekeerd aau ge
neeskundige hulp;
f24 589,56 was noodig voor tijde
lijke uitkeeringen voor de eerste 2
maanden
f 6.356,60 is gebruikt voor tijdelijke
uitkeeringen na 2 maanden en f42.000
is gereserveerd voor de uitkeeringen
aan de weduwen, weezen en blijvende
invaliden.
Totaal een bedrag van f86.809.38.
Dit bedrag is door de land- en
tuinbouwers vrijwillig gestort, om
daarmede hun knechts te steunen als
zij een ongeval in het bedryf krijgen.
En waren de Land- en Tuinbouw-
Onderlinge nu niet opgericht, dan
waren de weduwen, weezen en getrof
fenen gebeel aan hun lot overgelaten.
Door de Land- en Tuinbouw-Onder
linge is dus heel wal ellende gelenigd.
De Land- en Tuinbouw-Onderlinge
hebben dus reeds heel wat goeds
gedaan door het verleenen van bulp
en steun aan de knechts en bun
nagelaten betrekkingen.
Maar zij zijn op andere wijze ook
indirect nuttig geweest.
In de eerste plaats hebben zij
aangetoond, boe boog noodig het is,
dat voor de land- en tuinarbeiders
een ongevallen-verzekering in 't leven
wordt geroepen. Als bij de 10689
land- en tuinbouwers, die bij de
Land- en Tuinbouw-Onderlinge zijn
aangesloten, in ruim anderhalf jaar
2344 ongevallen plaats hadden, dan
kan men eens nagaan hoeveel onge
vallen er in ons gebeele land in den
land- en tuinbouw geschieden, als
wij weten dat er in 't gebeel iets
meer dan 200.000 land en tuinbouwers
zijn. Volgens een matige berekening
zou dit minstens worden een 17 a
18000 ongevallen per jaar.
Verder is aan de Regeering getoond
hoe op practiscbe wijze een doel
matige land- en tuinbouwongevallen
verzekering moet worden ingericht.
En ten slotte hebben de Land- en
Tuinbouw-Onderlinge bij de land- en
tuinbouwers de overtuiging gewekt,
dat door onderlinge samenwerking
inderdaad grootsche dingen kunnen
tot stand komen.
Nog nimmer namen de werkgevers,
in welk bedtijf ook, zulk een onder
neming op hun schouders; en dit
werk is schitterend bekroond.
De arbeiders tot zegen, de land-en
tuinbouwers tot voordeel en de
Regeering tot voorbeelddat
zijn de gelukkige gevolgen van de
doelmatige werking van de Land- en
Tuinbouw-Onderlinge.
H. M. de Koningin.
Men meldt uit Den Haag aan de
»0. H. Crt." Het kan blijkens mede-
deeling van een onzer hoogste auto
riteiten in beperkte kringen als zeker
worden aangemerkt, dat de blijde
gebeurtenis in het Koninklijk gezin
tegen begin Juli kan worden tegemoet
gezien.
Z. K. H. de Prins der Neder
landen, Hertog van Mecklenburg, beeft
aanvaard bet Eerevoorzitterscbap van
het Tweede Internationaal Congres
voor zedelijke opvoeding, dat in de
maand Augustus a.s. te 's-Gravenhage
zal gehouden worden.
Majesteitsschennis.
Een der politieagenten, die bij het
Koninklijk Paleis in het Noordeinde
te 's Gravenhage dienst deed, bad
Dinsdag een zonderlinge ontmoeting.
Hij werd daar aangesproken door een
man, die zich tegenover den politie
beambte vragenderwijze op minach
tenden toon uitliet over de reden,
waarom bij bier geposteerd stond,
onder aansporing om liever een belsche
daad te verrichten in het gebouw dat
bij moest bewaken.
De taal was van dien aard, dat de
agent dezen persoon naar het centraal-
bureau van politie medenam, waar
bij werd gehouden en Woensdag naar
het Huis van Bewaring overgebracht,
aangeklaagd van majesteitsschennis.
De politie bleek te doen te hebben
met een gewezen korporaal-stoker
der marine.
Niet bestellen op Zendag.
Naar het »Vadverneemt, zullen
van Maandag 15 Januari af, aan de
postkantoren strookjes verkrijgbaar
gesteld worden, waarop gedruk t slaat:
«Niet bestellen op Zondags. Brieven
voorzien van deze strookjes, worden
dan 's Zondags op de postkantoren
niet behandeld en blijven liggen tot
Maandagochtend. De strookjes zijn
heel goedkoop: een vel van 50 stuks
kost slechts 1 cent.
Landweeroefeningen in 1910.
De minister van oorlog heeft alsnog
benoemd tot lid van de commissie
van onderzoek naar de beweerde
voorvallen bij de landweeroefeningen,
den gep. luitenant-generaal Snijders,
die, zooals men weet, daarover klach
ten beeft openbaar gemaakt.
De Nieuwe Cl. verneemt van de
zijde van den beer Snijders het vol
gende
Toen de commissie voor het land
weer-onderzoek benoemd was, heeft
I3ST IDE HDIEFTEL
EEN A2IEEIKAANSCHE GESCHIEDENIS.
41)
Ook dat zou te vergeven zijn, maar
nu komt het gebrek; de berichtgevers
bezoeken den als schuldige aange
houden persoon. Zij bestudeeren hem,
zooals men een beroemden man bestu
deert, zij vermelden ieder woord, dat
hij gesproken, elk gebaar dat hij
gemaakt, den indruk die bij op hen
(de berichtgevers) teweeg gebracht
beeft, en hieruit vormen publiek en
gezworenen, lang voor bet sluiten van
bet proces, huD meening. Is nu de
gevangene sluw genoeg zich tegenover
de verslaggevers in een gunstig licht
te plaatsen, dan heeft bij hunne sym
pathie en die van bet publiek ten
zijnen voordeele, zelfs zoo bij schuldig
is; is de gevangene daarentegen be
schroomd, verlegen, onvriendelijk, bet
geen toch honderdmaal juist bet geval
bij eerlijke lieden kan zijn, die onrecht
vaardig in verdenking komen, dan is
de sympathie en daarbij ook dikwerf
het proces verloren. Zoo komt het
dan dat de pers zeer dikwerf er toe
bijdraagt, de blinde gerechtigheid ook
nog dom te maken.
Dat in weerwil hiervan zoo weinig
gerechterlijke moorden bij zoovele mis
daden in Amerika voorkomen, ligt
eenvoudig hieraan, dat men daar
veel meer genegen is een wezenlijken
moordenaar te laten loopen en weder
tegen zijne medemenschen los te laten,
dan een onschuldige te veroordeelen.
En hieraan heeft de sentimenteelheid
der Amerikaansche dames het meest
schuld.
Men kan het niet gelooven, zoo
men het zelf niet gezien heeft, hoever
in dit opzicht de waanzin der Ameri
kaansche ladies gaat zelfs de Duitsche
Turcos-zottinnen uit den laatsten oor
log, knnnen ons daarvan geen behoor
lijk begrip geven. Deze dames, die
hare families veronachtzamen om
gevangenissen te bezoeken, zijn voor
de openbare veiligheid zeer gevaarlijk.
Het ware te verontschuldigen, zoo zij
er zich toe bepaalden, den gevangenen
lectuur, geld en lekkernijen toe te
stoppen, maar hiermede zijn zij
niet. tevreden Zij zijn vooraf van de
onschuld eens moordenaars vast over
tuigd, omdat dit of dat nieuwsblad het
gezegd heeft. Is de gevangene een
vrouw, dan moet zij onschuldig zijn,
omdat vrouwen immers steeds onschul
dig zijn; is bet een man, dan kan hij,
om zijn zachtmoedig gezicht, zijn
fraaieD snorbaard geen misdadiger zijn.
Eu dan brengen de scboone sentimen-
teelen hemel en bel in beweging, om
bare meening te doen bovendrijven.
Zij verschuilen zich achter de geeste
lijkheid, de pers, de gezworenen, de
rechters; en wordt desniettemin de
schuld onwederlegbaar bewezen, dan
komen ten laatste de verzoekschriften
aan den gouverneur, die ter liefde
zijner populariteit toegeeft en de
reeds ter dood veroordeelde moorde
naar of moordenares wordt tot tieD,
twintig jaren tuchthuisstraf begena
digd, welke de volgende gouverneur
tot de helft verminderd en zoo ver
volgens, zoodat het gebeurt, dat over
tuigde drievoudige moordenaars, ware
monsters in menschelijke gedaante, na
weinige jaren, zoo niet maanden, weder
op vrije voeten zijn.
Wij moesten dit vooraf zeggen, om
den loop onzer geschiedenis voor
Europeesche lezers eenigerwijs ver
staanbaar te maken.
Toen men het lijk van Marie Holms
en het in hare borst gestoken mes met
de op een zilveren plaatje gegraveerde
letters J. E. vond, twijfelde nóch de
geheime politie, nöch de advocaat-
generaal er een oogenblik aan, dat
de dader Jim Fulton was. Men kende
zijne betrekking tot het vermoorde
meisje, men wist dat hij tot alles in
staat was, en men verheugde zich hem
nu eindelijk te kunnen vatten en
houden.
Schonman begaf zich naar den officier
van Justitie en deelde hem zijn desbe
treffende meening mede.
«Ge hebt gelijk," antwoordde deze,
«maar ge weet even goed als ik, met
welken sluwen schurk wij te doen
hebben. Voorzichtigheid is hier dubbel
noodzakelijk. Maar wat zegt de cou
rant?"
«Niet veel! Zij heeft tengevolge de
uitspraak van de gezworenen, die een
verdict wegens moord gaven, maar niets
omtrent den'vermoedelijken dader kon
den zeggen, geweigerd een bevel van
inhechtenisneming tegen Fulton uit te
vaardigen. Zij meende, in hare be
krompenheid, dat er geen gronden
voorhanden waren, om aan te nemen,
dat een zoo fatsoenlijk man, als kapi
tein Fulton, slechte huizen bezocht en
daar
v.—zulk een schromelijke misdaad
zou begaan."
«En hoe verklaart zij het voorhanden
zijn van het mes?"
«Hiermede, dat van honderden men-
schen de voorletters van hun namen
J. F. zijn."
«Dat is logisch, trots alle rechts
kundige domheid, en het moet het
eerst uwe taak zijn getuigen te vinden,
die het mes bij Fulton gezien hebben."
«Goed, mijnheer, maar Fulton zal
niet wachten tot wij getuigen hebben,
hij zal eenvoudig heen gaan."
«Ja, maar laat ge hem dan niet
in het oog houden?"
«Zeker! Maar wat baat dat? Zoo
lang wij geen bevel tot inhechtenis
neming in ons bezit hebben, kunnen
wij hem niet vatten."
«Goed, ik bezorg n er een, want het
wordt inderdaad meer dan tijd dezen
bandiet zijn handwerk te verleeren."
Scbouman legde zijne hand op Ful
ton's schouder, toen deze in een wag-
gon-" plaats wilde nemen, om per spoor
naar New-York te vertrekken.
Wordt vervolgd).