Plaatselijk Nieuws. de minister van oorlog den generaal schriftelijk de vraag gesteld, of bij zijn medewerking wilde verleenen, om het onderzoek van de commissie zoo vruchtdragend mogelijk te doen zijn. Generaal Snijders heeft die vraag bevestigend beantwoord, mits zijne samenwerking met de commissie kon geschieden op voor hem aannemelijke en uitvoerbare wijze. De talrijke ge gevens, waarover hij reeds beschikt en die nog slechts ten deele zijn gepubliceerd, maakten het z. i. noodzakelijk, dat hij aan het onder zoek in den vollen omvang kon deel nemen. Geen lid der commissie zijnde, stelde hij eenige voorwaarden, om zeker te zijn, dat hij aan zijne be doelingen gevolg zou kunnen geven. De minister had overwegend bezwaar tegen sommige dier voorwaarden; doch enkele andere, ten doel hebbende bet biengen van klaarheid in de zaak, te bevorderen, werden door Z Exc. reeds dadelijk aan de commissie ter naleving voorgeschreven; nl. het toezeggen van straffeloosheid aan de getuigen voor hetgeen zij in 1910 mochten hebben misdrevenhet geven van de belofte, dat zij bij een volgende opkomst onder de wapenen geen nadeelen zullen ondervinden en het afvragen van iederen getuige, of hij bereid zou zijn, zijn verklaring, zoo noodig, onder eede te bevestigen. VVenschte de minister van oorlog alzoo niet in te gaan op het denk beeld, dat generaal Snijders, zonder lid van de commissie te zijn, niette min al haar werkzaamheden zou bij wonen, daartegen opende Z.Exc. den generaal het vooruitzicht, dat hij, des- verlangd, alsnog tot lid der commissie kon worden benoemd. De generaal beeft zich daarop onmiddellijk bereid verklaard, zoodanige benoeming te aanvaarden. In een langdurig mondeling onder houd, den generaal op zijn verzoek, door minister Colijn, ten huize van Z.Exc., toegestaan, heeft de heer Snijders zijne bedoelingen nader toe gelicht en den minister verschillende mededeelingen gedaan. Hoezeer, zooals bekend is, de generaal-majoor Bis- scboiï van Heemskerck voorzitter van de commissie is, heeft de luitenant- generaal Snijders, in strijd met de usances der militaire hiërarchie, ver klaard, zich bet lidmaatschap te laten welgevallen, óók omdat hij volstrekt ongenegen zou zijn geweest, zelf als voorzitter op te treden. Orde van de Ster van bet Oosten. Zondagmiddag werd in het Gebouw van den Protestantenbond te Utrecht, de eerste organiseerende vergadering gehouden van de Nederl. groep van de orde «de Ster van het Oostenu. Deze orde werd opgericht in 1911 in Britsch-Indië, met het doel hen te vereenigen, die gelooven, dat er spoe dig een groot geestelijk Leeraar zal verschijnen, om de wereld te helpen. Het eenige nood'ge voor toetreding in de orde is de volgende beginsel verklaring: 1. Wij gelooven dat een groot Leeraar spoedig in de wereld zal verschijnen, en wij wenschen nu zoo te leven, dat wij waardig zullen zijn Hem te kennen, wanneer Hij komt. 2. Wij zullen daarom trachten Hem steeds in onze gedachten te houden, en al het werk, dat gedurende onze dagelijksche bezigheden tot ons komt, te doen in Zijn naam en daarom naar onze grootste bekwaamheid. 3. Voor zoover onze gewone plich ten zulks toelaten, zullen wij iederen dag een gedeelte van onzen tijd wijden aan een bepaald werk, dat helpen kan om Zijn komst voor te bereiden. 4. Wij zullen trachten toewijding, standvastigheid en zachtheid, de voor naamste kenmerken van ons dage- lijksch leven te maken. 5. Wij zullen trachten iederen dag aan te vangen en te eindigen met een korten tijd, gewijd aan het vragen van Zijn zegen, op al wat wij trach ten voor Hem en in Zijn naam te doen. 6. Wij beschouwen het als onzen bijzonderen plicht grootheid te erken nen en te eerbiedigen in wie deze zich ook verloone en te trachten mede te werken, voorzoover wij zulks kunnen, met hen, die wij geestelijk als onze meerderen erkennen. Met vreugde werd door den natio- nalen vertegenwoordiger op den voor uitgang gewezen, die deze orde in korten tijd gemaakt heeft. Ook is het belangrijk te weten, dat van alle kanten berichten inkomen over het geloof in een spoedige komst van een groot Leeraar en van den kansel van meer dan een kerk is gezegd, dat indien men naar de be ginselen van deze orde algemeen zou willen leven, de wereld werkelijk in korten tijd waardig zou zijn een nieuwe geestelijke strooming te ont vangen. Verder deelde de nationale ver tegenwoordiger mede, dat in verband met deze orde voor jongelieden van 1321 jaar is opgericht de bond der Tafelronde, om hen op te leiden tot rein leven, waar spreken en een dienen van hun omgeving een ver- eiscbte is. Het hoofd van beide vereenigingen is de heer J. Krisbnamurti en zijn vertegenwoordigster in Nederland is mej. C. W. Dijkgraaf te Nijmegen. Agenda voor de openbare ver gadering van den Raad der gemeente Amersfoort op Dinsdag 1G Januari 1912 des namiddags ten half twee ure. 1. Nader voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende de ver lenging van 'de lijdelijke aanstelling van J. A. H. Hoogendoorn, als leeraar in de Hoogduitscbe taal en letterkunde aan bet. Gymnasium en de Hoogere Burgerschool. 2. Voorsstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan de onderwijzeres in de nuttige handwerken aan de openbare lagere school 3e soort in de Puntenburgerlaan Mej. M. Ebing. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlengen van het verlof wegens ziekte verleend aan de onderwijzeres aan de openbare lagere school le soort voor meisjes mevrouw van Slooten-Spruyt. 4. Rapport en voorstel van den Burgemeester naar aanleiding van een adres van het dagelijksch bestuur der vereeniging «Vergunnmg« betref fende het maken van muziek in in richtingen, waanoor verlof of ver gunning verleend is. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van een rooilijnplan. 6. Vaststelling van het verslag be doeld in art. 11 van' het Koninklijk besluit van 19 November 1900, staats blad no 262, (Kindervoeding). 7. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders voor de vervulling van de betrekking van Directeur der Hoogere Burgerschool. 8. Vaststelling Ge aanvullingsko hier inkomstenbelasting, dienst 1911. Door den Burgemeester werd den 4en dezer maand het navolgende schrij ven aan de raadsleden gezonden Bij uw besluit van den 19 December 1911, no. 472, werd oen advies in mijne handen gesteld het hierbij gevoegd adres van het Dagelijksch Bestuur der Vereeniging »Vergurining«, alhier, waarbij indien ik het goed begrijp aan den Gemeenteraad wordt verzocht, in overleg met den Burgemeester aan art. 11 der Verordening op de tappe rijen, enz., (bedoeld wordt aan art. 1 der Verordening betreffende openbare vermakelijkheden) zoodanige interpre tatie te geven, dat alleen het bespelen of laten bespelen van eenig muziek instrument kan worden verboden,in dien de muziek hinder of overlast aan anderen veroorzaakt. Ik heb ter zake nadere inlichtingen gevraagd aan den Commissaris van Politie, wiens rapport ik de eer heb hierbij over te leggen. Nevens de in dit rapport aangevoerde motieven ter bepleiting van de wenscbelijkheid het verbod tot het bespelen of laten be spelen van muziekinstrumenten in tapperijen, koffiehuizen, enz. te hand haven, waarmede ik het volmaakt eens ben, veroorloof ik mij er uwe aandacht op te vestigen, dat, waar zoowel door het Staatsgezag, blijkens de invoering van de Drankwet, als door Uwer. Raad zeiven, blijkens het verstrekken van subsidie aan eene Vereeniging tegen drankmisbruik, en door tal van parti culiere vereenigingen, alle ten dienste staande middelen worden aangewend tot bestrijding van het verderfelijke gebruik van sterkedrank, ook de Burge meester moreel verplicht is, daartoe mede te werken door gebruik te maken van de bem bij plaatselijke verordening door den Gemeenteraad toegekende bevoegdheid tot het weren van een met opzet verzonnen aantrekkelijkheid tot bevordering van het bezoek van gelegenheden waar sterkedrank wordt verkocht, zooals zich hier ter stede voordeed. Op grond van het bovenstaande heb ik de eer Uwe vergadering te advi- seeren, aan adressanten mede te deelen, dat de Gemeenteraad, den door den Burgemeester genomen maatregel toe juichende, geen invloed wenscht uit te oefenen op de wijze waarop de ver ordening betreffende openbare ver makelijkheden door hem wordt toe gepast. Burgemeester en Wethouders stellen den Raad voor het navolgend verslag uit te brengen aan Gedeputeerde Staten der provincie: De Gemeenteraad van Amersfoort, Gevolg gevende aan het voorschrift van art. 11 van het Koninklijk besluit van 19 November 1900 (Staatsblad no. 202j heeft de eer uw college te berichten, dat onder volgnummer 188 der Gemeente-begrooting voor het jaar 1911 voor subsidiën aan ver eenigingen of commissiën, die zich het verstrekken van voeding en kleeding ter bevordering van school bezoek ten doel stellen, een bedrag van f 450.is toegestaan. Bij Raadsbesluit van 15 December 1910, no. 437, werd het geheele uitge trokken bedrag var, f450.— aan de Commissie voor Kindervoeding als subsidie toegestaan onder de volgende voorwaarden: lo dat aan den Raad aan het einde van het jaar (uiterlijk 31 December) rekening zal worden gedaan van de wijze waarop het geld, waarover de Commissie ten behoeve van het ver strekken van voeding en kleeding aan schoolgaande kinderen beschikt, is besteed 2o. dat de Commissie binnen één maand na den dag van uitreiking een schriftelijke vei klaring inlevert, waarbij zij zich verbindt niet af te wijken van de regeling, genoemd in de artikelen 6, 7 en 8 van bovenvermeld Konink lijk besluit: 3o. dat de subsidie niet wordt uitbe taald, voordat de sub 2 genoemde verklaring is ingeleverd. De Commissie heeft eene verklaring dd. 29 December 1910 ingezonden, da> zij de voorwaarden aanneemt en dat door haar wordt gehandeld overeen komstig het bepaalde in art. 35, 2e alinea der Leerplichtwet, zoomede in- art. 6, art. 7 en art. 8 van het Konink lijk besluit van 19 November 1900 (Staatsblad no 202) en dat zij kleeding en voedsel verstrekt aan die school kinderen, van wie geacht kan worden, dat bet onderwijs zonder die voeding en kleeding minder resultaat zou hebben dan thans het geval is. De Commissie heeft bij missive dd. 18 December 1911 rekening en verantwoording gedaan aan den Raad van de wijze waarop het geld, ten behoeve der voeding en kleeding van schoolkinderen toegestaan, is beschikt. Gedurende 72dagen werd aan 11719 kinderen spijs verstrekt. Voor klompen werd uitgegeven f270; voorkleeding- stukken f 7.78s. De totale uitgaven voor voeding bedroegen f 1134.03. De Aanbeveling voor de vervul ling van de betrekking van Directeur der Hoogere Burgerschool bestaat uit de beeren Dr. P. O. Tiddens, leeraar aan het Gymnasium en de H. B. S. te Breda; Dr. G. van Rij, leeraar aan de 3e H. B. S met 5 j. cursus te Amsterdam. Het moeten wel redenen van zeer overwegenden aard zijn geweest, die Burgemeester en Wethouders ge noopt hebben den beer F. Wesseling, niettegenstaande deze èn door den inspecteur van het M. O. èn door de Commissie van Toezicht warm werd aanbevolen, niet op de voordracht te plaatsen voor de benoeming tot direc teur der H. B. School. Het mag toch van algemeene bekendheid worden geacht dat de heer Wesseling steeds, en de laatste jaren in het bijzonder, voor een groot gedeelte het werk van den directeur voor den vorigen titularis heeft waargenomen, terwijl hij ook thans tijdens de vacature, tot algeheele tevredenheid zoo van ieeraarspersoneel als leerlingen, het directeurschap waarneemt. Wij achtten het daarom uiet enkel in het belang der H B. S. maar ook zeer zeker in het belang der gemeente dat in de a.s. raadszitting te dien opzichte eehs klaren wijn wordt ge schonken, niet in een geheime zitting doch in het openbaar. Woensdagavond werd onder over- groote belangstelling vooral van de zijde der vele aanwezige landbouwers, de tweede cursusavond voor de onder- afdeeling Amersfoort en Omstreken van de V. P. N. gehouden. De voordracht van den Rijks- pluimveeteeltconsulent was dan ook buitengewoon belangrijk eo leerzaam, temeer omdat de les bijna geheel practisch gehouden werd. Behandeld werden kunstmatig broe den en opfokken der kuikens. Er was een broedmachine aanwezig, zoodat de geheele werking daarvan aan schouwelijk kon worden voorgesteld. Tevens werd een stel aangebroedde eieren vertoondde eieren werden onder groote belangstelling van bet publiek met een eenvoudig toestel stuk voor stuk geschouwd en be sproken. Daarna werd nog zeer duidelijk behandeld de voeding der kuikens. De behandeling van dit onderwerp zal den volgenden cursusavond (17 Januari e.k. 6'/» n.m. in de zaal bij den heer Otte) worden voortgezet. Toegang vrij ook voor niet-leden. Niet Clericaal, niet Vrijzinnig maar Sociaal. De heer Hermans uit Arnhem sprak Woensdagavond in »het Valkje« over dit onderwerp. Hij begon met een verklaring omtrent de vergadering van Maandagavond, waar de heer Drion ernstig protesteerde tegen de beschul diging door Hermans geuit, als zou hij geen eerbied voor de arbeiders hebben en dat het intellect alleen te vinden zou zijn bij de bovenste lagen der bourgeoisie. Die beschuldiging heeft spreker niet geuit, ook heeft hij den heer Drion persoonlijk niet wil len beleedigen. Beleedigen doet hij nooit en Maaodag was er niet de minste aanleiding toe. Wat hij wel heeft willen zeggen, is dat de vrije liberalen de wereld bekijken op een wijze, die de arbeiders nooit naar boven zal doen komen. Het socialisme doet dit wel. Wel hebben de vrij- zinnig-dem. en unie-liberalen dit ge daan, door Held en Nolting in de 2e Kamer te hebben gebracht. Dit feit heeft spr. willen demon- streeren. Allerminst bedoelde hij een persoonlijken aanval op den heer Drion. Spr. behandelde nu zijn onderwerp. Onder het woord vrijzinnig omvat hij de geheele vrijzinnige concentratie. Dit is het laatste mogelijke redmiddel, want de partij is gedoemd ten onder gang. De clericalen zijn verbonden in de coaltiie: de ant. rev., de Christ, hist, en de Roomsch Kath staatspartij. De a. r. partij is de gewichtigste. Het democratisch verleden van deze partij gaat hij na en toont aan dat ze nooit iets heeft gedaan om de nooden der werklieden te lenigen. Hij bespreekt het kabinet Kuyper, dat niets tot stand bracht dan in 1903 dedwang- wetten. Het nemen van sociale maat regelen heeft Kuyper en de zijnen verzuimd. Na Kuyper kwam een libe raal kabinet, dat slechts 2'/, j3ar leefde, doch uit den aard der zaak niets kon uitrichten. Hierna kwam hel ministerie Heems kerk, het kabinet van betjoligchristen- dorn. Dit ministerie heeft tot nu toe ook nog niets gedaan, ja, misschien geeft het ons een Tariefwet, geen staats pensioen, wel pensioenbelasting. De coalitie kan niets doen want ze is gebaseerd op een leugen, de antithese. De liberale partijen randen de vrijheid van godsdienst niet aan De r. k. hebben hun rechten san den liberalen Thorbecke te danken. De antithese was het te doen om de baantjes. Voor het overige zijn r. k. en a. r. hevige vijanden. Wij Soc. Dem. zallen ons nooit laten vinden om hier de regeering mee uit te maken. De Vrijzinnigen zegt spr. willen slechts'iets negatiefs, ze hebben geen ideaal. In vereenigingen met mooie namen, zooals «Gemeentebelang« en dergelijke trachten ze de zaak slepende te houden, maar de waar is niet mooi. Spreker hekelt nu de houding van den heer Gerritsen in den Raadzoo iemand moest dadelijk uit de vrijzinnig dem. partij geweerd worden. Elk liberaal zegt de heer Drion, beeft zijn eigen meening over de zaken van het land. Hiertegenover zet spr. het streven der soc. dem. partij uiteen, deze heeft wel discipline en dat is noodig ook, wil ze wat kunnen doen. We trachten de menschen tot den klas senstrijd te brengen, niet met vinnig heden, met haat tegen de patroons. Verder strijden we voor algemeen kiesrecht, omdat we hierin een mach tig wapen zien. Debat werd niet gevoerd. De voor zitter wees er nog op, dat de raads leden en de redactie van de Eemlander waien uitgenoodigd. Hun wegblijven vond bij geen bewijs van kracht. De zedelij kheidswetten. Door Patrimonium en den Cbr. Nat. Werkmansbond was Woensdag een openbare vergadering belegd in «De Arend". Ds. Teerink wees er op, dat de arbeid der middennaebtszending nog noodig bleek, al waren er ook zede- lijkswetten en al was de toestand ver anderd. Het kamerlid Duymaer van Twist besprak het Neo-Malthusianisme en toonde aan, dat geen enkele belofte er van in vervulling was gegaan. Frankrijk en Duitscbland werden als voorbeeld tegenover elkaar geplaatst. In het eerste land wordt de land bouw verwaarloosd en raakt de industrieiri handen van vreemdelingen; in het tweede een toenemende be volking, afname van het sterftecijfer, vermindering van armoede. Het N. M staat verbetering der sociale toestanden in den weg. Ook in Engeland is de toestand treurig, evenals in ons eigen land. In Noord- Holland boven het Y is het percent der R. C. bevolking steeds stijgende. De schuld komt aan het N. Malt. De regeering heeft zich met baar wetten een eerzuil opgericht. De directeur van «Kinderzorg" de heer Gordeau behandelde de gevaren van het kind op sexueel en zedelijk gebied. Het hart des kinds is geen blad blank papier. Zie ze maar in de oogen, de kinderen van 13 en 14 jaar. De struikelblokken moeten worden weggenomen. Ook hier in Amersfoort moest een kerel van de straat worden weggetrapt, die vergif druppelt in de ooren onzer kinderen. Hij brengt hulde aan ds. Pierson uit zetten, die 40 jaar heeft geroepenstopt de bronnen. In den huiselijken kring moeten we het huwelijk hoog houden. Geef de kinderberseus wat te denken en stuur de jongelui niet zoo onwe tend de wereld in. Er zal altijd wel pornografie langs den weg blijven. Een meid laat ge geen nieuwen hoed koopen, doch ge stuurt ze wel uit met uw kind. De heer Verhoef stelde den zegen van een goed huwelijk tegenover het vunze van een bordeel. De overheid heeft het voorbeeld gegeven overspel als kwaad te stempelen. Aanleiding tot ontucht was vaak armoede. Donderdagavond gaf het «Amers- foortscb Mannenkoorrr zijn 5e Concert in de groote zaal van «Amicitiatt. Het programma beloofde een heerlijken kunstavond, want medewerking was verkregen van Mej. J. Brandsma, Sopraan te Amsterdam; den Heer W. de Hoog, Baryton te Oosterhout den heer J. Wagenmaker Jr Cellist te Utrecht en Mej. Jos. Stoetzer, Pianiste alhier. Het Concert nam een aanvang met het heerlijke lied van Dubarton «Ont waak schoone zee!« Onberispelijk vol en krachtig van toon, werd dit lied door het koor gezongen. Daarna ver- rastte de heer Wagenmaker het zeer talrijke publiek, op een schoone Sonate in G-Moll, eminent geaccompagneerd door mej. Stoetzer. De heer de Hoog liet ons daarop van zijn schoone, krachtige stem genieten. Vooral de Aria uit »Paulus« vond zeer veel bijval. En toen weer het mannenkoor! Eece quomado Moriturer, dat schoone ge dicht van Jacob Haudl het werd even schoon, even prachtig gezongen vooral de bas- en tenorstemmen gaven wondervolle effecten. Hierna zong mej. Brandsma op verdienstelijke wijze een Aria uit »Elias«, van Mendelssohn, ook nu weer door mej. Stoetzer prach tig geaccompagneerd. «Sur les Rem- parts«, dat opwindende lied van Saintis, gezongen door het Mannenkoor, vond zeer veel bijval, evenals «Penseé d'Aütomne« waarop de heer De Hoog, en «Der Friihlingd, »Zonnestralen« en het «Droomevrouwkemr, waarop mej. Brandsma ons vergastten. Nadat nog eenige schoone nummers (waaronder «der Zigeunertanz*) ten beste waren ge geven, kwam eindelijk de clou, van dezen heerlijken kunstavond. Als slot werd gegeven, het bekende lied van Richard Hol, «HollandsGloriea, gezongen door het Mannenkoor, met begeleiding van Piano en dubbel strijk kwartet. Krachtig, vol, soms forsch, dan weer liefelijk, doch steeds zuiver rhytmisch, werd dit lied ten gehoore gebracht. Het was werkelijk het schoonste nummer! Met een daverend applaus, werd dan ook het «Mannen- koord gehuldigd, dat, onder leiding van zijn eminenten directeur, den heer N. Hazendonk, het nog zeer ver in de edele zangkunst zal brengen. Doch niet minder komt een woord van lof en hulde toe, aan de dames en heeren, die ieder op hun wijze, de kunstwaarde van deze avond hielpen verhoogen.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 2