NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad Üf voor de Provincie Utrecht No. 5. Woensdag 17 Januari 1912. 41e jaargang. VEHSfHIJlVT WOENSDAG EN ZATERDAG BINNENLAND. FEUILLETON. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent. ingezonden stokken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 17. Telephoonn0. 69. ADVERTENT1ËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Uit Apeldoorn schrijft men aan bet N. v. d. D. De bekende waterval bij den z.p. kleinen vijver in het Kon. Paik van Het.Loo heeft eeri groote vormver andering ondergaan De rolsvorm, opgemetseld van groote keien, is nl. vervangen door een monumentaal bouwwerk, met op den voorgrond, ter weerszijden de geheel gerestaureerde torsche beelden, inder tijd opyegraven, zooals toen gemeld. De nieuwe vorm voldoet in deze schoone omgevint bijzonder. Loonei) in de Gemeente-Administratie. Door de Afdeeling Utrecht van den Nedeilandschen Bond van Gemeente- Ambtenaren is besloten over te gaan tot instelling van eene commissie van 7 leden, wier taak het zal zijn I. in de provincie Utrecht een on- deizoek in te stellen: a. naar de jaarwedden van burge meesters, secretarissen, ontvangers, ambtenaren van den burgerlijken stand en ambtenaren ter secretarie; b. naar het getal ambtenaren in elke gemeente aangesteld tot bijstand van den secretaris c. naar de kantooruren (vrije Zater dagmiddag). II. in een rapport de resultaten van dat onderzoek mede te deelen; zoo het noodzakelijk geoordeeld wordt, maatrpgelen aan de hand te doen, ten einde wijziging daarin aan te brengen en daartoe dan uitgeweikle voorstel len aan de afdeelingsvergadering voor te leggen. Wij twijfelen er geenszins aan of bij dn onderzoek zal blijken, dat in derdaad de regeling der jaarwedden van bovengenoemde categorieën van ambtenaren hier en daar nogal veel te wenschen overlaat. Bij vergelijking der jaarwedden van de gemeente-ambtenaren met die van andere categorieën van ambtenaren of met die in de particulieie vakken, blijkt dat de loonen in de gemeente administratie over het algemeen z e e r laag zijn, al is in de laatste jaren ook al eent ge verbetering ingetreden. Waar in den laatsten tijd het idee van den vrijen Zaterdagmiddag alge meen doordringt en de wetgever daar mede zelfs heeft lekening gehouden bij de nieuwe Arbeidswet, komt het ons voor dat ook op de meeste plaatsen wel een zoodanige schikking zal kun nen worden getrollen, waardoor het op eenigerlei wijze mogelijk wordt ook den gemeente-ambtenaar daarvan te doen genieten. Voorts wachten wij met belang stelling de resultaten van bet onder zoek af. Prof. dr. J. J. P. Valeton. f Prof. dr. J. J. P. Valeton is in den nacht van Zaterdag op Zondag te Utrecht na een langdurige ongesteld heid overleden. Den 14den October 1848 te Groningen geboren, studeêrde hij te Utrecht in de godgeleerdheid en ook een korten tijd te Genève. Hij pro moveerde op een dissertatie over Jesaja volgens zijn algemeen als echt erkende geschriften. Valelon's eerste standplaats was Varik (3 Nov. 1872), in '75 ging hij over naar Bioernendaal, en werd 8 Dec. 1877 hooaleeraar aan de Rijks- Universiteit te Utrecht. Hij doceerde de geschiedenis en deri godsdienst van Israël en de uitlegkunde van het Oude Testament. Prol. Valeton schreef veel in de «Stemmen voor Waarheid en Vrede", in «Overdenkingen" en in de «Theol Studiën". In Charilepie de laSaussaye's «Religionsgesclnchle" beweikte bij het hoofdstuk over den godsdienst van Israël. Een groot aantal zijner ge schriften, onder welk een groot werk, bevattende een verklaring der Psalmen, verschenen afzonderlijk. Behalve op wetenschappelijk, was de overledene veel op practisch Christe lijk gebied werkzaam Hij was voor zitter vari de Utrechtsche Zendings- vereeniging. van de Zendingsschool en van de Salatlga-zending. Jarenlang is hij ouderling geweest van de Nederd. Hervormde Gemeente te Utrecht en in den laatsten tijd nog lid van het college van kerkvoogden en regent der diaconiescholen dier gemeente De oveiledene was lid van de Koninklijke Akademie van Weten schappen. ridder van den Nederl. Leeuw en van de Kroonorde van Pruisen. Het Provinciaal Utrechts Ge nootschap van Kunsten en Weten schappen mocht hem onder zijn' be- stuuideren tellen, terwijl Valeton ook jaren lang voorzitter van het Utrechtsch Leesmuseum is geweest. Valeton was een zeer geacht en gezien menscb, van wien veel invloed uitging op zijn leerlingen. Zijn stoffelijk overschot zal a.s Donderdag op de oude algemeene begraafplaats te Utrecht ter aarde besteld worden. Vertrek van hetsteif- huis te elf uur v.rn. De gevaarlijke rit. Men schrijft uit Best aan De Tijd In uw blad van Vrijdagavond las ik het verhaal van het avontuur, dat een bakker in de buut t van Oisterwijk dezer dagen is overkomen, die een als dame verkleeden kerel in zijn broodkar een gastvrije plaats aanbood en dit minder gewenscht gezelschap door een handige manoeuvre tijdig wist te loodsen. Het is ongetwijfeld een bakker geweest, die op de baan nog niet geroutineerd is. Immers, de Noord-Brabaritsche voerlui, vooral zij, die des nachts hun route moeten afleggen, zijn voorbereid op ontmoe tingen van dezen aard, en nemen over het algemeen de noodige voorzorgs maatregelen, die hen voor verrassin gen vrijwaren. Velen hunner toch zijn gewapend, en zij, die dit niet zijn, zorgen, dat zij de noodige practische gereedschappen in hun wagen en onder hun onmiddellijk bereik hehberi, om eventueele «vriendelijke verzoekers" van allerlei slag zoo vlug mogelijk den aftocht te doen blazen. Men zal dan ook heel vaak zien, dat voerlui, die in den nacht een zeker traject hebben af te leggen, in de eerste plaats zorgen, dat hun paard den kop geheel vrij heeft, dat wil zeggen, dat het hoofdstel met leidsels enz. een voudig wordt opgeborgen in de kar. Dit wordt hierom gedaan, dat even tueele aanvallers geen vat hebben op bet paard en het niet tot staan kunnen brengen. Nu zal men zeggen, dat deze maatregel nog al eens gevaarlijk kao worden, met het oog op het richtig besturen van het paard. Deze voerlui echter gaan van dit beginsel uit, dat bun paard toch wel den weg weet, en, zooals ze dat noemen, niet in honderd slooten tegelijk zal loopen. Veiligheid tegen ongure gasten is voor hen de hoofdzaak. Een poosje ge leden had een voerman, die 's nachts van Best op Eindhoven reed, even eens een minder aangename ont moeting. Een eindje op den eenzamen weg zijnde en rustig in zijn kar lig gend, kreeg hij op een gegeven oogen- blik in den nacht bezoeK van een man, die bem verzocht om wat tabak. De voerman, die als beschermer het houweel naast zich had liggen, be duidde hem, dat hij geen tabak had en verzocht hem. op b.ehoorlijken afstand te blijven Middelerwijl kwamen uit het kreupelhout naast den weg nog een paar kerels op de kar toe. Een dezer trachtte het paard bij den kop te vatten, om zoo de kar tot staan te brengen. Daar de voerman J het hoofdstel van het paard had ver-1 wijderd, gelukte den kerel dit niet. De voerman legde de zweep over bet beest, dat nu in flmken draf begon aan te zetten De kerels waagden nog een poging, doch het koidate op treden van den wagenbestuurder, die te kennen gaf van zijn revolver ge bruik te zullen maken, deed hun den aftocht blazen. Deze voerman was wel niet in 't bezit van eenig schiet wapen, doch de truc redde hem wel licht van een berooving. Veel voerlui echter, die gewoon zijn 's nachts hun routes te maken, zijn wel gewapend en zorgen ervoor, dat niemand, wie ook, hun voertuig nabij komt. Wan neer de individuen, die minder goede bedoelingen koesteren, merkten, dat de voerman ben niet vreest, wagen ze geen verdere pogingen en trekken af. Tot daden van geweld gaan ze niet licht over, want ze begrijpen, dat de zaak dan gevolgen heeft, die bun niet goed zouden bekomen, wijl ze dan kans hebben in handen te vallen van de justitie. Meenen ze echter, dal alles veilig is, en dat er geen haan naar kraaien zou, dan zien ze tegen een plundering niet op. De bewijzen daarvoor herinnert men zich nog wel uit bet gebeurde te Diempde door de Schijndelsche bende, uit nachtelijke overvallen en inbraken, waarvan het vaak zeer moeilijk is de feiten te bewijzen, al is men dan ook overtuigd dat men de juiste daders gevangen heeft genomen. En vooral thans, nu een deel der Schijndelsche bende weer op vrije voeten loopt, zijn de menschen, misschien wel ten onrechte, toch meer op hun hoede, vooral de voerlui, die genoodzaakt zijn 's nachts opdebaan te wezen. De voorbereiding van het Ned. Roode Kruis voor zijn taak. Maandagavond werd in Hotel Van der Burg te Apeldoorn voor een 250- tal hooiders vanwege het comité Apeldoorn der vereeniging «Het Nederl. Roode Kruis» een lezing gehouden door den onder-voorzitter Z. Exc lint.- generaal J. de Waal, over het onder werp: «De voorbereiding van het Ned. Roode Kruis voor zijn menscblievende taak, zoowel bij rampen als in oor- logstijds. Z K. H. de Prins der Nederlanden, voorzitter der vereeniging, vereerde de bijeenkomst met zijn tegenwoor digheid. Mevr. Roosmale NepveuDe Bordes, X2ST DE DIE FTE. EEN AMERIKAANSCHE GESCHIEDENI8. 42) «Wat wilt ge dan?" vroeg Fulton norsch. "Dat ge bier blijft!" antwoordde Schouman. «Wel zoo!" «Ja ik heb een klein bevel van inhechtenisneming tegen u. Gij bebt Marie Holms vermoord Fulton ontstelde, maar herkreeg dadelijk weder zijne tegenwoordigheid van geest. «Zijt ge zinneloosriep hij en stak de hand in zijn zak. Schouman had deze beweging opge merkt, maar haalde zelf zijn revolver te voorschijn en zeide droog, hem het wapen voorhoudende: «Doe geen moei te, ik ben u voorEn nu, Jim Fulton, geen verzet! Volg mij gewillig, of ik leid u geboeid door de stad Fulton werd voor den rechter ge bracht, van wien Schouman onderstel len kon, dat hij met den misdadiger in geen betrekking stond en voor om- looping onvatbaar was; deze stelde hem onder borgtocht van 6000 dol lars en liet hem naar de politie-gevan- genis overbrengen. Dat Fulton daar niet lang bleef, spreekt van zelf. Er werden borgen voor hem gevonden, zoo als voor ie- deren grooten schurk borgen te vin den zijn, hoe zeer slechts strooborgen, voor wie het op een meineed niet aankomt. Voor de Europeesche le zers, die het borg blijven in Amerika niet kennen, wil ik kortelijk aanha len, dat volgens de wet aldaar (met uitzondering van overtuigde moorde naars) niemand gevangen kan worden gehouden, voor wien een onberispe lijke grondbezitter borg stelt, name lijk beloofd, de geheele waarborgsom te betalen, welke de rechter bepaalt, in het geval dat de misdadiger de vlucht mocht nemen. Daar men nu in groote steden niet iederen grond bezitter kent, ook niet omtrent hem de desbetreffende registers kan raad plegen, zoo laat men voor de recht bank den burgerlijken eed gelden, en er zijn een soort schurken in de groote AmerikaaDSche steden, die er een winstgevende zaak van maken, borg te blijven, zonder een bed, laat staan een huis of stuk grond in eigendom te bezitten. Deze zoogenaamde stroo borgen zijn een groot kwaad, daar zij gewoon zijn met de spitsboeven, voor welke zij borg bleven, te verdwijnen. Zulke strooborgen had Pulton trou wens niet gesteld. Integendeel, de zeer achtbare eigenaren dersleepstooin- booten, waarbij hij in dienst was en die aan zijne slechtheid niet geloofden, waren borg voor hem gebleven, en den volgenden dag was hij reeds we der op vrije voeten, zoo goed als de eerlijkste; doch nu kon van zijne reis naar New-York vooreerst Diets komen, en dat was hem het onaangenaamste van de zaak. Eulton twijfelde name lijk geen oogenblik er aaD, dat hij vrijgesproken zou worden, ook wij niet, hoewel wij niet betwijfelen, dat hij de moordenaar is, evenmin als hij er aan twijfelde. Nu kwam hem zijne bekendheid met de dagbladpers voortreffelijk te stade. Vijf dagbladen, en onder deze drie der meest gelezen Engelsche bladen, slaakten allen te gelijk een kreet van woede over Fulton'sinbechtenisneming. «Het is," schreven zij, met merk waardige overeenstemming, «een mis daad tegen de rechten van een vrij burger en fatsoenlijk maD, zooals Eulton, hem zonder eenig bewijs, en tegen de betere overtuiging van den hoogwijzen Coroner, in hechtenis te nemen, zijn goeden naam en zijne stoffelijke belangen te benadeelen, door hem met het zeer onverschillig, hoe zeer treurig einde van een meisje van pleizier in verband te brengen en hem van een gewichtige handelsreis af te houden. Eulton is de man op wien niets te zeggen valt, dan hoog stens dit, dat hij eens jaren geleden met de lichtzinnige Marie Holms eenige vurige verkeering had, hetgeen men zeker ook van duizend andere mannen zou kunneD beweren, waaronder er stellig een dozijn zijn wier namen ook met J. F. beginnen, en ook wel messen bij zich dragen." En nu werd het ODgelukkig offer van mannelijke slecht heid door de heeren dagbladschrijvers nog in het graf bezoedeld, haar doen en laten in het licht gesteld, haar levenswandel ontleed, zoo als het voor werp van een anatomisch onderzoek onder het ontleedmes, om de heeren studenten den zetel zijner inwendige ziekte te toonen. En het ergste van de zaak was, dat geen barer verwan ten, die dat alles met bloedend hart lazen, voor de schandelijk gelasterde openlijk kon optreden, omdat zij een bekende bewoonster van het bekende huis no. 72 in North-Wellsstreet ge weest en daar ook gestorven was. Wie, onverschillig om welke reden, in een hol van ondeugd de wijk neemt, deze breekt de brug achter zich af en ver brandt zijn schip. De overige wereld heeft het recht niet meer, zich zijner aan te nemen. Hadden de dagbladen acht dagen lang na den ontdekten moord, op Marie Holms gepleegd, hunne kolom men met de in de kleinste bijzonder heden tredende romantische berichten betreffende het vinden van het lijk, de levensgeschiedenis der doode en hetgeen de lijkschouwing had opge leverd weten de vullen, nu volgden week op week de fraaiste lofredenen op Eulton. Hij was, naar de dagbladen te oordeelen, een der edelste en beste menschen te Chicago, en het was verwonderlijk, hoe nauwkeurig de drukpers zijn hijzonder leven en al zijn edele daden wilde kennen. Men teekende op, hoe vele bedelaars hij in zijn leven centen had geschonken, hoe edelmoedig hij destijds den over leden Frans Holder in zijn huis nam en verpleegde; hoe dikwijls hij in het jaar ter kerk ging, en hoe hij eens

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 1