NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
W oenstiag 7 Februari 1912.
41e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
DOEL EN MIDDEL.
VERVLOEKT EN VERSTOOTEN.
Nu. 11.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraut 17. Telephoonn0. 69.
ADVERTENTIÊN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 77» Cent.
Advertentièn viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Men zal niet kunnen beweren, dat
de drie Nederlaridscbe ministers, die
het ontwerp-Tariefwet van hunne
handteekeriin» hebben voorzien, zich
als warme en overtuigde voorstan
ders der protectie deden kennen. Ei
gen voorkeur heeft stellig niet tot
de indiening van het ontwerp ge
leid. Ja, hoe men 't ook wendt of
keert, de stellige verzekering (afge-
diukt in de 4de paragraaf der het
wetsontweip vergezellende Memorie
van Toelichting) »dat zij het principe
van vrijhandel zouden omhelzen'', in
dien met de buitenlandsche tolmaat
regelen tot een andere houding noop
ten, is kwalijk uit te leggen als de
conscientiekreet van een overtuigd be
schermer, die uit de vastheid zijner
oveituigirig kracht put.
Strikt genomen, zoo mag men de
ministerieele verzekeiing wel uitleg
gen, achten ook zij, Kolkman, Talma
en De Marees van Swtnderen, bet
vtijbandelsheginsel van beter allooi
dan de politiek der bescherming. Maar
het gaat niet, zoo oordeelen zij Tegeri
den stroom van het buitenland mee-
nen ze niet te kunnen opgroeien De
omstandigheden zijn te bezwarend om
het eigenlijk beleden beginsel trouw
te blijven. Dus zwenken ze naar deri
kant van het opportunisme, dat in
den reuk staat zeer practisch te zijn.
Mariage de raison derhalve. En tot
vergoelijking beroepen zij zich op de
vrees dat de handelspolitiek van an
dere staten »op den duur tot stilstand
zoo niet tot achteruitgang van del
Nederlandsche industrie moe(s)t lei-I
den". i
Wie geneigd zich gevoelt onwel
willend te oordeelen over de geringe
beginselvastheid der drie regeerings-
personeri, zal wellicht de ministeri
eele verzekering willen brandmerken
als een nieuwe poging om het princi
pieel karakter aan het wetsontwerp
te ontnemen. We laten dat onbeoor-
deeld, er alleen vollen nadruk op leg-
igend dat de in Nederland te volgen
handelspolitiek geheel afhankelijk
wordt gemaakt van wat het buiten
land laat of doel. Men geeft het op
een eigen standpunt in tc nemen, een
eigen lijn te volgen. Men sluit hel oor
voor de argumenten dergenen, die
met klem betoogden en die niet
moede worden bet telkens te herha
len, dat onafhankelijk van het
geen elders geschiedt het volgen
eener eigen lijn geboden wordt door
Nedei land's bijzondere gesteldheid,
door zijn ligging en zijn bedrijf, zijn
eigen rustige ontwikkeling. Men co-
pieert buitenlandsche wetgevers, pro
tectionist wordend als zij protegeeren.
Men doet, in één woord, precies het
omgekeerde van wat Gijsbert Karei
van Hogendorp eertijds aanbeval, toen
hij pleitte voor vrijhandel in Neder
land omdat omliggende Staten dien
niet kenden.
Van tweeën één: het beschermend
stelsel is goed of 't is niet goed. Is 't
op gr oud vari eigen voortreffelijk
heden verdedigbaar, dan behoeft, ja
behooit men niet het voorbeeld van
andere mogendheden af te wachten
en die tot richtsnoer te nemen. Zijn
daarentegen de vooi trellelijke eigen
schappen niet aanwezig, dan is er
geen reden het buitenland achterna
te loopen op de wijze der drie bij het
tariefontwerp betrokken ministers.
Navolging uit zucht tot navolging is
steeds uiting van zwakte Een ver
keerd stelsel verliest zijn vei keet d-
heden niet al wordt het elders
toegepast.
Wat dan voorts te zeggen van de
in het regeeringsstuk uitgesproken
vrees, dat de buitenlandsche tarief
politiek op den duur de Nederlandsche
industrie lot stilstand, ja, totachtei-
uitgang zou brengen
Vooropgesteld zij, dat de woorden
keus der Memorie van Toelichting
meer dan eene uitlegging toelaat. Men
kan er met goeden wil, uit lezen, dat
nu reeds de Nederlandsche nijverheid
door de buitenlandsche lolmaatregelen
in het gedrang is geraakt. Men kan
ook een toekomstbeeld veronderstellen;
een druk der buitenlandsche tolpolitiek,
welke nu nog niet zoo heel erg is,
maar op den duur 't toch worden
moet. Maar hoe dan ook, de drie
Nederlandsche ministers geven, gezien
hunne stellige verzekering, blijk te
vreezen voor stilstand, zelfs voor
achteruitgang.
Terloops worde opgemerkt, dat bij
één hunner, bij den heer Talma, die
vrees nog van zeer jongen datum
moet zijn. In de belangwekkende ge
schriften die ter Brusselsche tentoon
stelling waren ingezonden door het
departement van Landbouw, Nijver
heid en Handel, was nergens ook maar
een spoor van die nu tot uiting
gekomen vrees te onderkennen.
Tevredenheid en hoopvolle verwach
ting spraken er zich uit. Ook het
van hetzelfde departement uitgegaan
en vrijwel gelijk met het tariefontwerp
verschenen jongste jaarverslag (over
1910) omtrent Handel, Nijverheid en
Scheepvaart is in den toon der
tevredenheid gehouden.
Van waar die bezorgdheid voor het
welzijn der Nederlandsche industrie
dan toch wel gekomen mag zijn? 't
Is alles duister. De voortdurende en
aanzienlijke stijging der rijksmiddelen
bevat geen aanwijzing, dat er booze
dagen voor de nijveiheid zijn aange
broken. De statistiek vermeldt jaar
op jaar een beduidende vei meerdering
van het aantal krachtwerktuigen. Over
het tijdsverloop, begrensd door de twee
laatste volkstellingen, welker cijfers
bekend gemaakt werden, nam de be
volking toe met 13.1 procent, het
aantal in nijverheidsbedrijven werk
zame personen wees grooter stijging
aan, namelijk 22.8 procent. De export
cijfers klimmen. De winstuitkeenngen
der naamlooze vennootschappen zijn
niet ongunstig en vertoonen stijging.
Kortom, alle waarneembare ken-
teekenen wijzen op het voortdurend
in voorspoed groeien der Nederlandsche
nijverheid.
Op de ervaring, die toch nog een
goede leermeesteres verdient teheeten,
steunt de uitgesproken vrees voor het
welzijn der Nederlandsche nijverheid
derhalve niet. Ze kan daar niet op
steunen. Het moet dus wel zijn, dat
de raadslieden der Kroon de beschik
king hadden over andere gegevens,
welke den tot dusverre naar buiten
zich uitsprekenden indruk volkomen
wijzigen En ook dat mag niet uit
het oog verloren die gegevens
moeten den heer minister van Land
bouw, Nijverheid en Handel eerst
bekend zijn geworden sedert de ge
schriften voor de Brusselsche tentoon
stelling werden gedrukt en de
bouwstoffen werden verzameld voor
het jongste jaarverslag omtrent Handel,
Nijverheid en Scheepvaart.
Welke die hoogst gewichtige en
laat gekomen gegevens wel mogen
zijn De openbare dienst verzwijgt
zijn wetenschap niet. Indien de open
bare dienst in het bezit van nieuwe
en alleszins betrouwbare inlichtingen
over den toestand der industrie was
gekomen, dan zou. een nieuw grijs-
of groenboek deze stellig al wereld
kundig hebben gemaakt. Blijft dus
alleen nog te veronderstellen dat de
bewuste en invloedrijke gegevens
geheel berusten op de persoonlijke
waarneming, die licht feilbaar is en
stellig wel door ambtelijke waarneming
wordt gesteund. Dan wel, dat het
private inlichtingen zijn geweest, die
aan den Minister van Financiën, of
aan zijn raadslieden zijn verstrekt
tijdens en in verband met desamen-
stelling van het ontwerp-tarief. Het
verwerven van soortgelijke private
inlichtingen is trouwens geen novum.
Als er ergens beschermende maat
regelen in de lucht hangen is dat wel
meer geschied. Bij behandeling van
het beschermend tarief voor den
Australischen Statenbond hebben die
aan de regeering verschafte private
inlichtingen veel dienst gedaan. En
bet is bekend dat het systeem geen
windeieren heeft gelegd voor de
belanghebbende fabrikanten, die zoo
goede relaties hadden dat ze bij den
Minister werden toegelaten.
Maar hoe dan ook, indien van
regeeringswege de meening wordt uit
gesproken dat de buitenlandsche tol-
politiek voor het Nederlandsche be
drijf gevaarlijk wordt, dan is er ook
voor hen, die met den aard der private
inlichtingen onbekend bleven, wel
aanleiding om de uitspraak nader te
bezien. En niet minder is er aanleiding
om mede te onderzoeken of het thans
ter uitkomst aangewezen middel inder
daad wel uitkomst zou kunnen bren
gen.
Geen tegenspraak vindt, bij weten,
de stelling, dat de buitenlandsche
tolpolitiek voor het Nederlandsche
bedrijf overlast, bemoeilijkingen nadeel
kan inhouden. Ook de meest over
tuigde voorstanders van vrij ruilverkeer
kunnen toestemmen dat elders toege
past protectionisme in staat is deii
toestand der Nederlandsche Nijverheid
in ongunstigen zin te beïnvloeden.
Evenwel, daarmee is het geschilpunt
niet tot oplossing gebracht. Het is
niet voldoende om een ziekteverschijnsel
aan te wijzen; het bestaan van dat
ziekteverschijnsel beslist nog in hel
minst niet over de deugdelijkheid van
elk aangeprezen geneesmiddel. Even
zoo kan niet volstaan worden met de
aanwijzing van het nadeel dat aan
Nederlandsche bedrijven wordt toe
gebracht door buitenlandsch piotec-
tionisme. Wie op grond dier aanwijzing
meent te kunnen pleiten voor Kolk-
mari's tariefontwerp, zal vóór alles
hebben duidelijk te maken dat hel
gesignaleerd nadeel met en door dal
ontwerp wordt opgeheven.
Is er eemge grond voor de meening,
dat inderdaad een invloed ten goede
kan uitgaan van deze wijziging eu
verhooging der Nederlandsche invoer
rechten? Het antwoord kan slechts
ontkennend luiden. De Nederlandsche
uinier, die zijn vruchten- en groenten-
uitvoer naar Duitschland bemoeilijkt
ziet door bet Duitsche tarief, wordt
Een Roman uit de laatste Poolsche Revolutie
VAN
JULIUS ALICZNY.
2)
Dewbinsky zweeg; de spieren van
zijn aangezicht trilden, terwijl de blik
van Murawieff doordringend op hem
rustte. De voorname kalmte van den
gevangene maakte indruk op den op
gewonden generaal, die nu zijn toon
eenigszins verzachtend, hernam:
"Ik heb nauwkeurig naar uwe om
standigheden laten onderzoeken. Gij
hebt van uwe ouders een landgoed bij
Dubrovicza, ongeveer dertig mijlen van
hier verwijderd, geërfd. Ge zult binnen
twee uren Warschau verlaten en bege
leid van twaalf kozakken en een wacht
meester naar uw landgoed vertrekken
en daar zoolang blijven tot ge het
verlof erlangt naar Warschau te mo
gen terugkeeren. Het escorte blijft
als wacht bij u, gij moogt twee uren
in den omtrek van Dubrovicza rijden,
gaan of dansen," bij deze woorden
i werd de gelaatsuitdrukking van den
spreker bitter spottend »doch ver-
der moogt ge niet. Daar ik weet dat
gij een groot minnaar van een vroolijk
leven zijt, moogt ge ook bezoek ont
vangen, echter niet meer dan vier
personen tegelijk. Mocht ge be
proeven de vlucht te nemen of in uw
kasteel vergaderingen te willen hou
den, dan heeft de wachtmeester het
bevel u oogenblikkelijk neer te schie
ten als een dollen hond. Ook raad ik
u geen pogingen tot omkooping te
doen, want ieder soldaat heeft zulks
als een poging tot ontvluchting te
beschouwen, en dat de dertien kerels
niet schertsen zult ge zien zoodra ge
nader kennis met hen gemaakt hebt.
Nu nog iets: wees indachtig dat
eiken moordaanslag, die soms door
uwe lieden beproefd mocht worden,
u aan het lot onderwerpt, dat gij
voorshands ontgaan zijt. De slede
en de bedekking staan reeds beneden
gereed; ingeval dit bevel mijnheer de
graaf niet bevallen mocht gelieve hij
het mij te zeggen."
"En wat gebeurt met mij zoo ik
oprecht neeu zeg?" antwoordde Dew
binsky trotsch.
"Dan wordt ge binnen vier-en
twintig uren gefusilleerd," luidde
Murawieff's antwoord.
De gevangene zweeg een oogenblik.
Den dood vreesde hij niet, hij had
hem reeds meer dan eens onverschrok
ken onder de oogen gezien, hij had zich
met de gedachte er aan vertrouwd
gemaakt van het oogenblik af toen
hij het besluit had genomen aan het
vaderland de krachten van zijn geest
en lichaam te wijden. Maar baatte
het 't vaderland, zoo hij nu door eene
weigering tegen 's gouverneurs bevel,
zich aan den dood overgafBepaald
niet! en voor hem lag de toekomst
met haar geheimzinnigen sluier, de
hoop op eene gelukkige vlucht. Blik-
semsnel volgden deze gedachten el
kander in zijn geest op.
"Heer generaal," antwoordde hij,
"ik onderwerp mij ik moet mijne
vrienden verlaten, de stad, die mij
lief is geworden, de zaak, voor welke
ik alles heb opgeofferdwant ik ben
er trotsch opbijna geheel mijn ver
mogen heb ik aaDgewend om mijn
dierbaar Polen te reddenIk ben
overwonnen, gij zegeviertGij speelt
hier den meester, wij zijn uwe slaven.
De knoet, de knoet en de wet der
bajonetten zijn Ruslands bondgenoo-
ten. Maar denk aan dit uur recht
zal recht blijven, en keerde men het
heelal het onderst boven, de vrijheid
zal toch haar triomf vieren, stormen
ook legioenen barbaren tegen hare
bestrijders los!"
"Zwijg!" schreeuwde Murawieff,
wiens onderdrukte woede thans los
brak. "Had ik niet van Petersburg
het bevel ontvangen u te verschoonen,
ik liet u, zoo waar God leeft, oogen
blikkelijk de knoet geven, tot de
i laatste ademtocht uwe lippen ont
vlood! Weg met den verrader!"
riep hij den directeur van politie toe,
"gij verlaat dien man niet voor hij in
zijn slede zit; mijn bevel moet dadelijk
uitgevoerd worden. De graaf mag met
niemand meer verkeeren en slechts
een bediende mag hem vergezellen I
Nu voort!
De generaal wendde zich om. De
politie-directeur voerde den graaf uit
de kamer. Toen zij op de binnen
plaats kwamen, stoud de slede reeds
gereed, zoomede het escorte, van
twaalf kozakken en een wachtmeester.
Beiden namen plaats in de slede en
deze vloog voorwaarst door de straten
van Warschau, voor, rechts en links,
zoomede er achter reden op hunne
magere maar toch flinke paarden, de
kozakken. Voor het hótel waar Dew
binsky woonde, werd stil gehouden,
de graaf mocht echter niet uitstijgen,
maar de directeur van politie begaf
zich zelf in het huis, om den kamer
dienaar van den graaf de noodige
bevelen te geven. Spoedig kwam de
trouwe Iwan zoo heette de kamer
dienaar verschrikt bij de slede, en
toen de graaf hem gerust stelde en
verklaarde dat hij mee moest reizen,
snelde Iwan weder naar de kamer
van den graaf, kwam na een korte
poos met pelzen en reiszakken beladeD
terug en zette zich naast den koetsier.
Nogmaals scherpte de directeur van
politie den wachtmeester in, den graaf
zelfs geen minuut uit het oog te ver
liezen, toen op een wenk klapte de
zweep, de vurige paarden trokken aan en
als de stormwind vloog de slede door
de straten de stad uit, die langza
merhand uit haar slaap ontwaakte,
want hier en ginds ontmoette de trein
een arbeider, die reeds vroeg aan het
werk ging en de voorbijreDnende ko
zakken nauwelijks durfde aanzien.
Spoedig lag Warschau ver achter hen,
ster na ster begon na elkander te
verbleeken, de gele schijf der maan,