NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad NÉf
voor de Provincie Utrecht, |3|
FEUILLETON.
HET OUDE KASTEEL
No. 67.
Woensdag 21 Augustus 1912.
41e jaargang.
VERSCHIJNT WOMiAli EN ZATERDAG
HET NIEUWE ONTWERP.
BINNENLAND.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 17. Telephooun. 59.
ADVERTENTIËN:
Van l6 regels 0.50; iedere reg9l meer Tl, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Indien proiectiomslen verwachten,
dat de publicatie der gedaehtenwisse-
ling tusschen Commissie van voorbe
reiding en Regeeiing en de indiening
van een gewijzigd wetsontwerp de
stemming in het land ten gunste van
den nieuwen koers zal wijzigen, dan
moeten wij, voor zoover ons betreft
die illusie verbreken. Zelfs voor een
«dankbaar doch niet voldaan" is geen
aanleiding.
Of er dan van de zijde der Regee
ring geen concessiën zijn gedaan Wij
betwisten dit niet. Voor zoover de
techniek aangaat moeten wij wijzen
op eene verbeterde regeling der tarra
en op gewijzigde omschrijving der
regelen, te volgen bij het onder bren
gen van niet genoemde artikelen, al
schijnt ons in beide gevallen aanvul
ling noodig tan einde toepassing in
de praktijk mogelijk le makerr. Wat
de posten aangaat, noemen wij de om
zetting van bet recht naar gewicht in
een recht naar de waarde o.a. bij papier.
Voorts op vermindering van rechlen
op paklinnen, zakkengoed en soortge
lijke emballage, op grof glas en aarde
werk onder voorbehoud nogtans, dat
de ingew'kkelde eischen, waaraan deze
laatste rubriek moet voldoen om tot
een verlaagd recht te worden toege
laten, in de praktijk werkelijk tot het
beoogde doel zal leiden. Eindelijk noe
men wij nog de vrijstelling van bloem,
van stokvisch, van sinaasappelen,
mandaiijnen, en citroenendeze laatste
vrijstelling minder steunende op over
tuiging, in welk geval de rechten op
andere vruchten eveneens gewijzigd
zouden zijn, dan wel op verschil van
meening tusschen Commissie en Re
geering ten opzichte van den maat
staf der belasting.
Tegenover deze concessiën staat
verhooging der rechten bij andere
artikelen. Niet alleen geschaafd maar
ook gezaagd hout zal aan eene heffing
onderworpen worden. Eveneens zinken
en looden buizen. Rechten zullen wor
den verhoogd op locomotieven, tenders
en rollend matei ieel, op rijwielen, vei t
vernis, gist en sacharine. Dit laatste
aitikel liefst tot f50.— per kilogram.
Wij kunnen deze lijst van wijzigingen
voortzetten, nu eens aan de Debet-
zijde. dan weder aan de Creditzijde
boekende. Niet echter het aldus ver
kregen saldo bepaalt onzen eiridindiuk.
Deze steunt veel meer op het gevoel
1 van onvoldaanheid bij de lezing der uit-
I gebreide verslagen. Wij kunnen de ge
volgtrekking niet terughouden dat het
I moeilijke werk eener tarief herziening
ondernomen werd met eene luchthar
tigheid en een gebrek aan kennis der
bestaande toestanden, die weiriigstroo-
ken met de groote belangen, betrokken
bij eene radicale wijziging onzer han
delspolitiek.
Reeds in het verslag naar aanleiding
van het afdeelingsonderzoek van het
wetsontweip, werd geklaagd over on
voldoende voorbereiding en onvoldoen
de kennis. Dit laatste euvel spruit voor
een deel voort uit onze hoogst gebrek
kige handelsstatistiek en uit het ont
breken eener behoorlijke nijverheids-
statistiek. Te lang reeds is op verbe
tering aangedrongen. Alles wat in dit
opzicht geschreven werd, blijkt nog
duidelijker na het schriftelijk en monde
ling overleg.
Terwijl in de toelichting tot het
eerste wetsontwerp de fiscale beteeke-
nis op den voorgrond werd gesteld,
die immers dienen moest om aan te
toonon, dat het de Regeering ernst
was met hare voornemens op sociaal
gebied, zijn bij liet verder overleg de
eischen van de schatkist geheel in de
achterhoede geraakt. Het bleek voort
durend, dat het streven van de Regee
ring en van een deel der commissio
uitsluitend gericht was op bescherming
der nijverheid tegen buitenlandsche
mededinging. Maar ook bij de voor
standers dier politiek mag toch eenige
consequentie verwacht worden. Wil
men niet eenige fabrikanten, maar in
waarheid «den nationalen ai beid" be
schermen dan dient althans het ver
band niet vei broken te woiden tusschen
de male der bescherming en den arbeid
aan het voorwerp ten koste gelegd,
indien hier le lande vervaardigd Zoo
had ook de Kamer van Koophandel
le Rotterdam het vraagstuk opgevat
toen zij in haar bekend adres het
volgende voorbeeld stelde
»Een machinegietstuk van gemid
deld gewicht kost aan loon f5.per
100 Kgr.; het heeft een waarde van
f20 per 100 Kgr.,aan rechten wordt
geheven 3 pCl. dus f 0 00 per 100 Kgr
of f0.12 per f 1.loon. Eenvoudig
gietwerk dat aan loon f0.20 per 100
Kgr. kost, valt door eenige bewerking
die ca. f0 45 per 100 Kgr. kost onder
No, 187 geniet dus een bescherming
van 10 pCt, terwijl het ca. f8.per
100 Kgr. kost. De bescherming is hier
dus f 0.80 voor f 0.45 loon of ca. f 1.77
per fl.loon. Volgens No. 446 komt
voor de meest bewerkelijke stoom
machine de bescherming op ruim f0.30
per fl.loon neer.
Het ruwe werk, dat weinig geoefende
merischen vereischt, geniet mitsdien
een bescherming over het loon, die
zesmaal meer is dan die voor fijn werk,
dat door bekwame weiklieden moet
worden gemaakt en de 12 voudige be
scherming van moeilijk gietwerk, dat
geenerlei verdere beweiking onder
gaat."
De Minister van Financiën wordt
door de commissie in de gelegenheid
gesteld zich naar aanleiding van deze
opmerking van bet Rotterdamscbe
college uit te spreken. Meri had kunnen
verwachten, dat of de juistheid der
cijfers, die den Minister lang vooraf
bekend waren, zou zijn aangevochten
of de gevolgtrekking ontzenuwd zou
worden. Voor eenieder moet het toch
duidelijk zijn, dat in bet vraagstuk als
bovengesteld een stiijdpunt verscholen
ligt, dat oplossing eisebt. In plaats
van eenig betoog in die richting lezen
wij slechts:
«Eindelijk verklaarde de Minister,
dat de opmerking omtrent de onge
lijke bescherming, die hel ontwerp
taiief biedt aan aibeid, die met een
gelijk loon wordt betaald, voor hem
zeer weinig waarde had. Hij achtte
bet onmogelijk een tarief te ontwer
pen, waarin die ongelijkheid wordt
vermeden. De juistheid van de aan
gehaalde cijfers scheen den Minister
daarom van geen belang".
Het is een bekende méthode datgene
wat men niet weet als niet wetens
waardig voor te stellen, maar examen
kunstjes strooken toch weinig met den
ernst die men van eene legeering
mag verwachten. Het minste wat men
had kunnen verwachten is een poging
waaruit blijkt, dat naar het bereikbare
gestreefd werd. Waar zelfs de toezeg
aing daartoe ontbreekt kunnen wij
slechts aan luchthartigheid denken.
Tot hetzelfde verwijt is aanleiding
te over.
Aanvankelijk werd eene regeling der
tarra voorgesteld die voor alle goederen
naar het gewicht belast, verhooging
van het recht beleekende en zelfs voor
sommige artikelen zoo belangrijk, dat
men zonder overdrijving van prohibi
tieve rechten kon spieken. De Minister
kon en moest weten dat wat hij voor
stelde in de kringen der belangheb
benden een storm zou ontketenen,
want dit was reeds gebleken toen ge
lijksoortige voorstellen door den
Minister Harte waren voorgesteld.
Indien niettemin de Minister met die
wetenschap vroegere voorstellen weder
indiende, moest men denken aan eene
zeer gevestigde overtuiging, gegrond
op gegevens aan het publiek onbekend.
En wat zien wij nu gebeuren Reeds
bij brief van 20 December 1911, dus
vóór dat eenig mondeling overleg heeft
plaats gehad, deelt de Minister aan
de commissie mede de geheele rege
ling der taira in te trekken omdat uit
inlichtingen sedert vei kregen hem ge
bleken was dat de wei king daarvan
voor vele artikelen gelijk zou staan
met een prohibitief recht. Maar de
Minister had dit reeds kunnen en
moeten weten bij de indiening van
zjjn ontwei p. Alle voorbeelden omtrent
invoer van biscuits, chocolade en
suikerwerk, eetwaren in potten en
blikken die ons door den Minister als
«hautes nouveautés" worden opge-
discht zijn terug te vinden in de ad
ressen naar aanleiding van het ont
werp Harte.
De intrekking van het recht op meel
heeft ons niet verrast. Wij hebben
ons nooit voorgesteld dat dit reebt
gehandhaafd zou blijven. Alleen som
mige piotectionisten zijn door de in
trekking in eene pijnlijke positie ge
raakt. Zij hadden uit partijpolitiek zoo
trouw verdedigd, wat reeds door de
voorgangers als onverdedigbaar was
prijs gegeven, Treffend is echter de
wijze waarop dit recht wordt terug
genomen. Wij vinden als verklaring
alleen deze mededeeling:
Bij het mondelingo verleg verklaarde
de Minister de voorgestelde rechten
in de posten 225—228 terug te
nemen".
Wordl vervolgd).
H. M. de Koningin-Moeder is
voornemens bij gelegenheid van den
verjaardag van H. M. de Koningin op
Het Loo te verblijven.
Goedkooperc schoolkaarten.
Naar de »Zw. Ct." verneemt, zullen
op de spoorwegen de prijzen der school
kaarten voor leerlingen van ambachts-,
industrie- en huishoudscholen van 1
September af aanmerkelijk worden
verminderd, zoodat ongeveer hetzelfde
zal moeten worden betaald als voor
twee jaar
Uniformverandering voor het leger.
Het heeft in het leger eenige ver
wondering gebaald, dat de nieuwbe
noemde officieren, die Zaterdag in
functie werden gesteld, gekleed wa
ren in de oude uniform en niet in de
uniform van blauwgrijze kleur, waar
van de standmodellen reeds zijn vast
gesteld.
5)
Walter drukte zijn geliefde zwijgend
aan zijn hart: vervolgens vroeg hij
«En waarom is uw vader tegen onze
liefde?'
«Ach, dat is een treurige geschiede
nis," antwoordde zij, terwijl hare oogen
peinzend op de witte gordijnen staar
den. Plotseling onttrok zij hem hare
hand, die in de zijne rustte en fluis
terde: «Hebt ge niet de lange scha
duw gezien, die zoo even voorbij de
vensters trok?"
Walter zeide niets gezien te hebben.
«Het kan zijn dat ik mij bedrogen
heb," antwoordde zij en voer na eene
pauze voort:
«Mijn vader was vroeger in krijgs
dienst en toen bij zijn ontslag nam,
verkreeg bij den post in bet kasteel.
Toen wij hier kwamen, was mijne goede
moeder, wie ik geheel mijne opvoeding
dank, reeds gestorven; maar nog eene
zuster van mij leefde. Zij heette Jo
hanna, was eenige jaren ouder dan ik,
maar lichtzinnig en onbedachtzaam.
«Op een Zondag waren wij in de
stad ter kerk. Waar wij zaten konden
wij de geheele kerk overzien, en toen
ik een oogenblik mijne oogen ter zijde
wendde, zag ik tegenover ons, tegen
een pilaar leunend, een jonkman, die
zijne oogen van mijne zuster niet af
wendde. Mij ergerde dat staren en ik
poogde het met mijn donkersten blik
te doen eindigen. Maar het was vruch
teloos hij volgde ons zelfs, het is
waar op een afstand, later op den weg
naar het kasteel, tot wij in de poort
traden.
«Sedert dien Zondag kwam hij dik
werf om het museum te bezichtigen,
en op een dag stelde vader hem ons
voor.
«Hier breng ik u," zeide hij, «den
nieuwen hofschilder, den heer Berger,
die met u kennis wenscht te maken."
«Wij zagen hem nu dikwerf ten on
zent en het ontging mij niet dat hij
veel belang in mijne zuster stelde en
mijn vader het niet ongaarne zag.
«Het verwonderde mij dan ook niet,
dat hij na eenigen tijd mijn vader hare
hand vroeg. Dit verrastte Johanna
nietzij vond behagen in Berger en had
zijne aanvraag vooruit gezien. Berger
was mijn vader als volkomen eerzaam
bekend geworden, hij stond in groot
aanzien bij den vorst en bezat een rijk
inkomen. Derhalve gaf Johanna na
korten bedenktijd, welken zij echter
alleen wegens den vorm gevorderd
had, hare toestemming, en de bruiloft
werd spoedig hierop in de stad gevierd,
waar Berger een ruim huis gekocht had.
«In de eerste maanden was hun hu
welijk gelukkig. Berger deed alles om
zijne liefde te bewijzen, hij droeg als
het ware zijne vrouw op de hand en
op zekeren dag kwam het hem in de
gedachte, haar levensgroot ter ge
dachtenis voor de nakomelingen, in
bruidsgewaad te portretteeren. Het
portret ging later in het bezit van
den vorst over en hangt nn boven in
de galery.»
Walter ontroerde bij deze woorden
Bertha voer voort:
«Het geluk mijner zuster was in
middels kort van duur. Spoedig werd
zij gewaar, dat Berger's liefde slechts
een vluchtige gril was geweest dat
haar huwelijk overijld gesloten was
geworden. Hij begon veel uit te blij
ven, kwam soms dagen lang niet te
huis en scheen het ten laatste als een
last te beschouwen een echtgenoote
te bezitten. Johanna's beden en tranen
waren vruchteloos. Bergers lichtzinnig-
heid groeide van dag tot dag aan, of
liever hernam hare vroegere rechten.
Geen wonder, dat zijne omstandig
heden langzamerhand in de war ge
raakten en zijn geheele ondergang
naderde. Nu keerde Johanna op
een dag tot ons terug met de kiem
des doods in het hart. En korten
tijd daarop stierf zij van verdriet.
«Sinds haar begrafenis op het kerk
hof in de bergen, is mijn vader ge
heel veranderd. Hij werd somber en
afgetrokken, want hij beschuldigde zich
Johanna's dood lichtzinnig veroorzaakt
te hebben.u
Bertha zweeg nu en zag voor zich
neer. Walter had haar verhaal met
gemengde gewaarwordingen gehoord.
Het verklaarde hem het gedrag van
den slotvoogd en diens raadselachtig
antwoord voor het portret zijner doch
ter tegelijk echter ook zijne vijan
dige houding tegenover hem. En nu
ontstond twijfel in hem. Hoe zou en
kon het hem gelukken den vader vau
de waarheid zijner liefde voor Bertha
te overtuigen I Hoe, vroeg hij zich, is
het overigens mogelijk, zoo het geloof
er aan ontbreekt!
Bertha gevoelde en zag aan de uit
drukking van zijn gelaat, wat in hem
omging. Zij greep zijne hand en hem
in de oogen ziende, zeide zij
«Trees daarom niet. Zie, ik ver
trouw u, ik geloof aan uwe liefde,
wijl ik aan de mijne voor u geloof.
Laat ons elkander trouw blijven, en de
hinderpalen, die ons nog scheiden,
zullen vallen.
En zoo zij niet te verwijderen zijn,«
voegde zij er op vastberaden toon bij,
«zoo het hart mijns vaders geheel ver
steend is, dan verscheur ik de banden
die mij aan hem hechten en volg u.»
In dit oogenblik meenden beiden
buiten op het kiezelzand voetstappen
te hooren, die zich verwijderden. Maar
slechts een oogenblik, vervolgens was
alles stil.
Een lichte rilling overviel Bertha,
en zij stond op. «De nacht heeft hare
verschrikkingen," zeide zij, «mogen zij
ook slechts zinsbedrog zijn. Ik moet
du heengaan, het is laat.«
«Blijf nog,« bad hij fluisterend.
Maar zij weigerde haastig en ant
woordde bijna aDgstig: «Neen, neen,
het is beter voor u en mij.«
(Wordt vervolgd.)