NIEUWS
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Qakweme,
No. 70.
Zaterdag 31 Augustus 1912.
41e jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG M ZATERDAG
PREMIE
FEEST.
Plaatselijk Nieuws.
FEUILLETON.
Schatmeester en Scherprechter.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 09.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regïl meer Tl, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
voor de lezers van deze courant
Het heden verschenen 2'2e nummer
van den vierden jaargang van
ï/ijwwV '"VS
i^ill ■rnT-'t^r I.
bevat o.a.
De Religieuse feesten te Maastricht,
op Zondag 18 Augustus j.l., met 4
foto's. Het Portret van H. M. de
Koningin Wilhelmina, bij de herden
king van Haar 32sten geboortedag op
31 Augustus a.s. Opening van het
nieuwe gesticht voor alleenstaande
blinden te Wolfbeze, in tegenwoordig
heid van Z. K. H. Prins Hendrik, met
3 foto's. Tentoonstelling van Land
bouw, Tuinbouw en Nijverheid te
Bergen op Zoom, met 2 foto's.
Hulde aan den overleden componist
Massenet, door de Directie van het
Kurhaus te Scheveningeri. Het ver
krijgen van Opium, met 7 daarop be
trekking hebbende foto's. Het Por
tret van Generaal Bramwell Booth,
de leider van het Heilsleger. De
plechtige overdracht van het gebouw
der Derde Ambachtsschool door de
gemeente Amsterdam aan de veree-
niging iMaatscbappij voor den Wer
kenden Stand«. Brand in den toren
van de Ned. Herv. Kerk te Beverwijk.
Een gezellig plekje. De Nieuw
ste Mode van 1912, Premie-uitgave
voor de Abonné's van »Pak me Meea,
met een groot aantal afbeeldingen.
Generaal William Booth, f de
overleden leider van het Leger des
Heils, met Portret, en een foto van
den Generaal op zijn sterfbed.
Voorts: Portretten van bekendo
landgenooten. Het vervolg van
de Gedenkschriften van Madame Stein-
beil, met illustratie, voorstellende:
Madame Steinheil, op de binnenplaats
van de gevangenis te Saint-Lazare.
Ten slotte het Kindernummer ïOns
Prinsesje«, met onderhoudende
leerzame kinderlectuur.
Heden juicht en jubelt weder heel
Nederland. Oud en jong, klein en groot,
rijk en arm, alles viert feest, alles her
denkt de geboortedag van Neerlands
Vorstin.
Daar is niels tegen. Een goede en
vroolijke feestviering onveischillig
welke aanleiding daartoe bestaat is
toe te juichen. Het heft den geest op
van het gewone alledaagsche gedoe,
het geeft het lichaam een ontspanning
die ieder mensch van tijd tot tijd
noodig heeft.
Doch niet altijd is dit het geval.
Nog te veel (hoewel wij dankbaar
moeten erkennen veel minder dan
vroeger) is feestviering synoniem
met „drankmisbruik.
Nog steeds zijn er, iQ alle rangen
onzer samenleving doch onder de
lagere rangen het meest, die meenen
dat men niet goed feest kan vieren
als niet aan Bachus geofferd wordt
en veel geofferd wordt.
En toch hoe dikwerf wordt de eenige
wanklank die op een feest gehoord
wordt, uitgestoten door den feesteling
die te veel drank gedronken heeft.
Hoe menig feest zou ongestoord
verloopen zijn als »Jan« of »Piet« niet
dronken was geweest.
Neen de drank is geen middel om
de ware feeststemming er in te brengen.
Een feest vrij van sterken drank j
is er niet minder gezellig en pleizie-
rig om.
Welnu laat dan ook Amersfoorts
burgerij beden feest vieren zooals een
waar feest gevierd moet worden.
Zingt uit uw vreugdezangen ter
eere van Nederland en Oranje.
Jubelt vrij en frank maar laat die
zang niet zijn oen dronkenmans ge
schreeuw, laat uw jubel niet ontaar
den in het schreeuwen van door den
drank beklemde stem.
Viert feest uwe Koningin ter eere
doch doet het zonder drank dan
eerst zal Koninginnedag zijn een ware
feestgetijen algemeen volksfeest waar
op ieder later met blijde herinnering
zal terug denken. A. D C.
De installatie van den nieuw-
benoemden burgemeester had j.
Donderdagmiddag beel wat nieuws
gierigen naar het raadhuis gelokt,
zoodat, daar het geheele corps ge
meenteambtenaren voltallig aanwezig
was, de publieke tribune overvol was.
De voorzitter, wethouder H. W
van Esveld deelde mede, dat de heeren
Eysink, Briët en van den Wal bericht
hadden gezonden verhinderd te zijn
de zitting bij te wonen. Hij deed
daarop door den secretaris het
Koninklijk Besluit behelzende de be-
noeming van Mr. J. C. Graaf van
Randwijk tot burgemeester van Amers
foort voorlezen, welke lezing door de
raadsleden staande werd aangehoord
Do heeren van Kalken, Gerritsen
Veis Heyn en Oosterveen kregen de
opdracht den burgemeester binnen te
leiden, die daarop door den beer van
Esveld als volgt werd toegesproken
Mijnheer Van Randwijck.
Heden is aan den Raad de mede-
deeling gedaan, dat het Hare Maje
steit de Koningin behaagd heeft U tot
Burgemeester van Amersfoort te be
noemen en dat U de vereischte eeden
in handen van den Commissaris der
Koningin hebt afgelegd.
Als oudsten raadslid en oudsten
Wethouder valt aan mij de eer te
beurt, U in deze vergadering welkom
te heeten.
Zeer zeker is de veronderstelling
niet gewaagd, dat U, komende uit
de residentie en in de gemeentead
ministratie van 'n groote gemeente
ingeleefd, volkomen op de hoogte zijt
van het eervolle maar zorgzame ambt
van Burgemeester. Minder bekend
misschien is U de gemeente, wier be
langen aan uwe zorg worden toever
trouwd. De gemeente Amersfoort is
een stad met een zeer oud verleden.
Verschillende oude bouwwerken her
inneren nog aan den tijd, dat er onder
hare wallen werd gestreden, en ook
heden ten dage wordt er nog strijd
gevoerd, die echter nu niet de verde
diging maar het behoud van een dier
bouwwerken ten doel heeft. Het druk
ke verkeer doet namelijk de instandr
houding van een dier monumenten
gevaar loopen.
De uitbreiding van onze gemeente
in de laatste jaren houdt nauw ver
band met het goede onderwijs dat
hier wordt gegeven, want zoo ergens,
dan is de uitdrukking, het onderwijs
is een voorwerp van aanhoudende zorg
in onze gemeente van toepassing.
Amersfoort toch heeft zijn Gymnasi
um, zijn Hoogere Burgerschool, Am
bachtsscbool, Industrie- en Huishoud
school, weldra zijn Handelsschool en
een goed ingericht lager onderwijs,
dat in de laatste maanden weder be
langrijk is verbeterd en uitgebreid.
Buitendien neemt het bijzonder on
derwijs eene gewichtige plaats in en
bestaan er tal van vereenigingen, die
zich de volksontwikkeling ten doel
stellen.
Ook wat armenzorg betreft kan
Amersfoort bogen op eeuwenoude
stichtingen en op talrijke vereenigingen,
die naast het Burgerlijk Armbestuur
en Kei kelijke Besturen zich het lot
der minderbedeelden aantrekken.
Als overbekend mogen veronder
steld worden de aanwezigheid van een
groot garnizoen, de gunstige ligging
aan het groote spoorwegnet en de
schoone omgeving met haar vele
wandelingen. Worden in vele gemeen
ten particuliere terreinen voor de
wandelaars afgesloteo, Amersfoort
heeft getracht daar aan te gemoet te
komen door den aankoop van het
buitengoed Birkhoven, groot plm. 100
hectaren en dit voor hare inwoners
opengesteld.
Niettegenstaande de snelle uitbrei
ding van onze gemeente en de booge
eischen, die men tegenwoordig gewoon
is aan gemeentelijk beheer testellen,
heeft het tot heden steeds mogen ge
lukken de finantiëele balans in even
wicht te houden, zelfs bij een laag
belastingpercentage.
Of dit peicenlago op den duur zal
kunnen gehandhaafd blijven, valt te
betwijfelen, want groote en kostbare
zaken als invoering van de nieuwe
armenwet en eene melkverordening,
inrichting van de gemeentelijke water
leiding, reorganisatie der brandweer
en gemeentelijk slachthuis, wachten
nog op afdoening. Veel is nog te ver
richten, maar U vindt hier een Raad,
die vol ijver is en gaarne met U zal
mede werken om onze gemeente tot
steeds grooter bloei te brengen.
In vol vertrouwen, dat ook onder
uwe leiding veel goeds voor onze ge
meente tot stand zal komen, over
handig ik U bet teeken van uwe waar
digheid als voorzitter van den raad
en verklaar U te zijn geïnstalleerd als
burgemeestor van Amersfoort.
De heer Van Randwijck antwoordde
daarop het navolgende:
Mijne Heeren!
Bij de aanvaarding van het Burge
meesterschap der gemeente Amers
foort zij het mij vergund in de eerste
plaats een woord van eerbiedigen
dank te spreken jegens onze geliefde
Koningin voor het vertrouwen, dat
Hare Majesteit wel in mij heeft willen
stellen door mij te roepen tot de ver
vulling van dit belangrijke ambt.
Niet zonder reden mijnheer de oud
ste Wethouder, heeft U dit ambt
zorgzaam genoemd. Inderdaad de
kennis, welke ik in de gemeente
administratie beb opgedaan, heeft mij
de juistheid van uwe opmerking doen
kennen. De taak van den burgemeester
eener gemeente als Amer ffoort, welker
nooden en belangen IJ zooeven in
forsche trekken heeft geschetst, stelt
hooge eischen aan kunde en werk
kracht, aan tact en karakter, niet bet
i)
In 'tjaar 1427 was de markies de
Giac, de bevoorrechte gunsteling en
schatmeester des konings van Frankrijk
Karei VEI.
Zelden was bet met de zaken van
een koning zoo hopeloos gesteld als
met die van koning Karei in genoemd
jaar kort voor zijne redding door
de maagd van Orleans, Jeanne d'Arc.
Slechts weinige provinciën van zijn rijk
waren hem in den oorlog tegen En
geland nog overgebleven en 't was voor
uit te zien, dat bij ook deze niet lang
zijn vijand zou kunnen betwisten. Al
de havens, al de vestingen door de
Engelschen bezet; een op 't punt van
ontbinding staand leger; nergens een
bondgenoot, die werkdadig hulp bad
kunnen brengen; een uitgeputte schat
kist en weinig hoop ze weder te kun
nen vullen zoo was de toestand van
den koning, toen hij zijn ontvanger-
generaal d'Estopbanes den last opdroeg,
de door den vijand nog niet ingenomen
groote steden een oorlogsbelasting van
500,000 livres op te leggen.
Naar de toenmaligen geldswaarde
vertegenwoordigden 500,000 livres een
ontzettende som; welke moeielijk van
ongeveer twee en twintig steden was te
krijgen, die buitendien reeds gedurende
drie oorlogsjaren tot het uiterste geld
gebrek waren gebracht. Maar de ont
vanger-generaal d'Estopbanes bad den
naam voor geen bezwaren in den dienst
terug te deinzen en die van dwang
middelen nadrukkelijk gebruik wist te
maken, zoo zachtere middelen hem zijn
oogmerk niet deden bereiken. Der
halve bevond de beer d'Estopbanes zich
na verloop van veertien dagen in den
aangenamen toestand den koning te
kunnen berichten, dat de aan de steden
opgelegde oorlogsbelasting betaald was
geworden en bij bet bedrag er van,
namelijk 500,000 livres, onverwijld aan
den schatmeester, markies de Giac, zou
afleveren.
Deze onverwacht bevredigende tij
ding ontving Karei, toen hij, met eeni-
gen zijner getrouwen, zich te Bonrges
ophield en daar met een voorbeeldelooze
onbezorgde lichtzinnigheid, die hem
eigenaardig was, den loop der gebeur
tenissen afwachtte, welke volgens alle
menscbelijke berekening slechts met
het verlies zijner kroon eindigen kon
den. Inderdaad werd hem spoedig
hierop bericht, dat het laatste over
blijfsel van zijn leger in den vorigen
nacht bij St. James de Benoron zijneigen
kamp in brand bad gestoken en tot
den vijand overgeloopen was.
Door de afvalligheid van dat leger
onder bet bevel van den graaf de Rich
mond, connetabel van Frankrijk, scheen
de zaak des konings voor altijd verlo
ren.
Zulk een slag zou ieder ander ge
kroond hoofd tot vertwijfeling hebben
gebracht. Maar Karei, die de heil-
looze tijding juist ontving toen bij met
zijn gunsteling en schatmeester de Giac
met zijn geliefkoosd spel, het dobbelen
bezig was, liet zich in zijn vermaak
niet storen. De worp dien hij zooeven
gedaan bad, scheen voor hem gewich
tiger te zijn, dan de ontrouw van zijn
leger.
»Elf!» riep bij met een vreugd, als
bad bij een rijk gewonnen! «Elf, Giac!
Dat heet ik gelukl»
De markies maakte den koning er
opmerkzaam op, dat de nog aanwezige
officier, die de tijding van de onge
lukkige gebeurtenis gebracht had,
vermoedelijk op zijne bevelen wachtte.
«Drommelsja!« riep Karei, als scheen
hij de noodzakelijkheid er van te be
seffen, den officier iets te zeggen.
Zijn ze allen overgeloopen?» vroeg hij
hem.
«Allen, sire.«
«Hoort ge, Giac, dat is grappig!»
wendde de koning zich lachend tot zijn
gunsteling.
«Ja, sire,„ zeide markies. «En deze
zonderlinge gebeurtenis kon uwe ma
jesteit niet gelegener komen.»
«Waarom!»
«De weggeloopen schurken hebben
nog achterstallige soldij te vorderen:
en de schatkist is ledig.»
Op dit oogenblik diende een page
den graaf de Ricbmod, den bevel
hebber van bet overgeloopen leger aan.
«Mijn neef is welkom!» riep de ko
ning den page toe, terwijl hij den nog
wachtenden officier door een wenk te
kennen gaf, dat hij kon been gaan.
De aandiening van den connetabel
had op den markies eeD indruk ge
maakt, die zichtbaar niets minder dan
onaangenaam was. Zijn gezicht bad
plotseling de onbezorgde vroolijke
uitdrukking verloren en was ernstig en
bleek geworden. Hij scheen te ver
moeden, dat er een storm tegen hem in
aantocht was, dien hij erg te vreezen
had.
«Nu, Giac?» zei Karei, de veran
derde stemming zijns gunstelings op
merkend. «De beurt is aan u.»
De toegesprokene liet den dobbel-
beker onaangeroerd voor zich staan,
en terwijl bij van de tafel opstond
stamelde hij verlegen:
„Sire.»
«Wat is er? Ge ziet er nit als een
arme zondaar! Spreek toch!» De mar
kies deed moeitezijn kwaad voor
gevoel te onderdrukken, terwijl hij met
meer eerbied dan hij gewoonlijk in
zijne verkeering met den koning in
acht nam, antwoordde:
»'t Is uwe majesteit niet onbekend,
dat de connetabel mij niet genegen is.
Als uw schatmeester, sire, beschouwt
hij mij als de oorzaak, dat den afval
ligen troepen de soldij niet is betaald
geworden. Derhalve vrees ik, dat hij
mij voor 'tgeen gebeurd is verant
woordelijk zal stellen en pogen zich
aan mij te wreken.»
«Gekheid, Giac! Wees daarom niet
ongerust. Er gebeure wat wil, ik be
scherm u, ik, de koning!
(Wordt vtrvoigd.)