NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
No. 75.
Woensdag 18 September 1912.
41e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
BINNENLAND.
Schatmeester en Scherprechter.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraut 17. Telephoonn. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Een gedenkteeken voor generaal
Booth.
Wij ontvangen het volgende scbrij
ven
We zouden het beschouwen als een
vernieuwd blijk van uw welwillend
heid tegenover ons werk, indien U
zoo vriendelijk wilde zijn bet volgende
in uw geëerd blad op te nemen
Te midden van onze smart en het
gevoel van verlatenheid, veroorzaakt
door het overlijden van onzen be
minden Generanl en Stichter van
het Leger des Heils, ben ik zeer
verblijd en aangemoedigd geworden
door de vele brieven, ontvangen
van alle zijden, van de hooggeplaats-
ten zoowel als van hen, die in hun
eigen leven de zegenende gevolgen
van den arbeid van het Leger heb
ben ervaren. Uit al deze brieven
spreekt dankbaarheid jegens den
almachtigen God, Die zulk een man
als William Booth aan de wereld
heeft geschonken; en bewondering
voor de uitkomsten van zijn arbeid,
door middel van zijn Officieren, bier
in ons Nederland.
Het denkbeeld is geopperd, dat
er in Nederland iets behoorde ge
daan te worden, waardoor de ge
dachtenis aan onzen Stichter en
aan het werk, waaraan hij op zoo
edele wijze zijn leven wijdde, zou
worden bestendigd.
Ik heb hierover gecorrespondeerd
met Generaal Bramvvell Booth, onzen
nieuwen leider, en hij schreef mij
daaromtrent het volgende:
»Het komt mij voor, als wij over
wegen, welken vorm een plan ter
nagedachtenis van wijlen den Gene
raal zou moeten aannemen, dat \v(j
ons belmoren af te vragen: «Wat
zou bij zelf zeggen, als bij nu tot
ous kon spreken 7"
Ik ben er zeker van, dat in over
eenstemming met zijn edel leven,
hij de gedachte aan een persoon
lijk gedenkteeken, uit te voeren in
steen of metaal, met kracht van
de hand zou wijzen. Hij zou zeggen
«Laat het een gedenkteeken zijn
waarvan de uitwerking ten bate
der menschbeid zoo mogelijk zal
worden ondervonden, zoo lang de
wereld blijft bestaan.
Een van de onderwerpen, waarmee
mijn vader zich de laatste jaren in
den geest bezighield, met betrek
king tot het werk in Nederland is
geweest: een meer grondige en
volledige opleiding en toerusting
tot den arbeid voor de officieren.
Hij aarzelde slechts dit plan ter
sprake te brengen, omdat biermede
zware kosten gepaard zouden gaan.
Behoorden wij nu niet te trachten,
uitvoering te geven aan zijne wen-
schen en kan het niet zijn, dat zijn
overlijden juist de spoorslag voor
ons wordt, dien wij noodig hadden
om zulk een buitengewone poging
te doen
In overeenstemming met het voor
afgaande neem ik nu de vrijheid, voor
te stellen, dat wij een poging doen
om een Nagedachteriisfonds bijeen te
brengen voor het volgende doel
(1) Een geschikt terrein te Amster
dam te verkrijgen met, naar ik
hoop, behoorlijk ruimte voor uit
breiding in de toekomst.
(2) De oprichting van een gebouw,
dat dienst zal doen als opleidings
instituut, waarin arbeiders van
eiken tak van Leger des Heils
arbeid zullen worden opgeleid.
Dit gebouw zou moeten plaats
bieden aan honderd mannen en
vrouwen, en de noodige lezing
zalen, leervertrekken, enz. bevat
ten.
(3) Het bouwen van een openbare
bijeenkomstzaal met plaatsruimte
voor duizend personen.
Wij schatteD de kosten van dit plan
op f 150,000; veel hangt natuurlijk
af van de plaats, waar dit gobouw
zou veriijzen. Maar bovengenoemde
som zal ongeveer noodig zijn om ons
plan te volvoeren.
Aan belangstellenden in dit plan
wordt verzocht hierover te schrijven
aan ondergeteekende.
W. RIDSDEL,
Hoofdleider vlh Leger des Heils
in Nederland.
Prins Hendrikkade 49—51, Amster
dam.
De Koningin-Moeder is voorne
mens op 4 October het opvoedings
gesticht vanwege de Ned. Herv. Kerk
voor jongens te Maarsbergen te openen.
Vervalsching van levensmiddelen.
Naar De Ned. verneemt, heeft do
Minister van Landbouw dezer dagen
een wettelijke regeling ter voorziening
tegen vervalsching van levensmiddelen
ter hand genomen. Een wetsvoorstel
is in bewerking.
Dr. Kuypcr's opvolger.
Mr. dr. V. d. Laar schrijft in de
Chr. Soc. «Beukelaar# dat het z. i.
niet meer zoo ganschelijk onzeker is
wie de komende leider der anti
revolutionairen wel zal zijn, nl- »de
man met den Geuzenkop«, met welken
naam dr. Kuyper bij zijn jubileum
betitelde den Utrechtschen professor
in de godgeleerdheid, dr. Hugo Vis-
scher. Toch gelooft de schiijver dat
deze niet dadelijk als Kamercandidaat
voor Ommen zal woiden gesteld, maar
«voorshands zijn arbeid in Utrecht
zal voortzetten, ook zijn arbeid om
tusschen de orthodoxen onzer kerk
de verdeeldheid voortdurend te doen
toenemenoc.
Aan de Tweede Kamer der Sta
ten Generaal te 's-Gravenhage werd
het navolgend adres ingediend
Geven met verschuldigdeu eerbied
te kennen ondergeteekenden dat zij
zich veroorloven de aandacht van Uwe
Hooge Vergadering te vestigen op bet
gevaar voor den handel in 't algemeen
en indirect voor den Staat en voor
de verstoring der openbare orde, ont
staande door de steeds toenemende
Machtsuitbreiding der American Pe- ging ook al weer duidelijk de familie-
troleum Company, waarvan de grootste
aandeelhoudster is: de Standard oil
Company.
Toen in 1891 de Amerikan Petr
Cy. hier te lande haar werkkring be
gon, stelde zij al spoedig het stelsel
in van Posten, Contröle, Vervolging
evenals zulks bij de Standard Oil Cy
is ingericht en welk minderwaardig
systeem hier gelukkig nog niet be
kend was.
Door dit drievoudig systeem zijn
velen geruïneerd, honderden uit hun
zaken verdreven, en een groot aan
tal ondergeschikten geworden van dit
groote, alle initiatief doodende lichaam
zoodat er thans in Nederland bijna
geen onafhankelijke zaak in den Petro-
leumhandel te vinden is.
De American Petr. Cy. is dë be
zitster van vele zaken als b.v, de
Hollandsche Petroleum Vg., Mij. tot
verkoop van Petroleum voorheen H.
Rieth Co., Petroleumhandel «Neder
land", De Automaat, Pétrolifè en een
onnoemlijk aantal andere zaken, te
veel om hier op te noemen en waar
van men in het minst niet zou ver
moeden dat de American Petroleum
Cy. daarvan de eigenaresse is ja met
zekerheid kan men zeggen dat de
Petroleumhandel in Nederland voor
98% in haar bezit is.
Ook op ander gebied is zij in niet
geringe male geïnteresseerd in: de
Internationale Sleepdienst, Scheep
vaart en Steenkolen Mij. Stoomvaart
Mij. Nederlandsche Lloyd, Admini
stratie en Deposito-Bank, allen op
zich zelf reeds machtige lichamen,
zoogenaamd door haar gecontroleerd,
doch in werkelijkheid niet anders dan
uitvloeisels der A.P.C. Het zal Uwe
Hooge Vergadering wel zeer begrij
pelijk zijn, dat door eene dergelijke
Combinatie of Machinatie het der
A.P.C. mogelijk is ieder, wie ook, ja
zelfs kapitaalkrachtige firma's uit de
zaken te drukken.
Zoo blijkt verder uit het jaarver
slag der Rotterdamsche Bankvereeni-
verhouding tot de American P. Cy.
daar toch staat onder de Balans- en
Winst- en Verlies-Rekening namens
aandeelhouders onderzocht en goed
gekeurd
Mr. J. KNOTTENBELT
Advocaten der A.P.C. zijn
Mrs. Knottenbelt Fruin
J. VAN VOLLENHOVEN
Bezoeker der Raffinade
rijen der S.OC. te
N.-York.
W. T. KLAARE
Directeur der A.P.C.
Van de Commissarissen dier Rotterd.
Bankvereen. zijn er 3 A.P.C.-Direc
teuren of Oud Directeuren n.m. de
Heeren O Randebrock, F Speth, ter
wijl Jhr Schuurbeque Boeye gedele
geerd Commissaris, directeur der
Administratie. Déposito-Barik is, even
als de Dir. Rob Bruns, eerst duitsch
Correspondent der A.P.C. later proc.-
houder en daarna Dir. der A. en D. Bank.
Waar het nu te verwachten is dat
ook deze Bank zal gaan werken in
den geest der American P. C. daa
zal ook daar ingevoerd worden het
posten-, controle- en vervolgings
systeem en wee den handelaar wiens
finantieele sterkte daar wordt bloot
gelegd, want dan is zijn lot beslist.
Is bij finantieel sterk, dan mag hij
een eenzijdig contract aangaan bij
de betreffende branche, waardoor bij
io elk geval zijn onafhankelijkheid
kwijt is is hij finantieel niet sterk,
dan wordt hij eenvoudig afgemaakt.
Wij veroorloven ons een voorbeeld
onder de aandacht van Uwe Hooge
Vergadering te brenen: Een Steen
kolen-handel kocht van een Syndicaat
vrijen handel, 15 ton smeedkolen, de
wissel komt en daarop parisseert de
Rotterdamsche Bank-Vereeniging.
Wordt nu het Controlesysteem bij
die Bank ingevoerd als bij de A. P. C.
dan immers kan de Zuster-Mij. (hier
de Scheepvaart en Steenkolen Mij.)
zeer juist weten hoeveel de concurrent
betaald heeft en kan daar naar han-
6)
De indruk, dien deze beschuldiging
en bijzonder het achterlaten der be
wijzen er van, zoomede deze manier
van procedeeren op den markies maakte
dat alles bad meer zijn toorn, dan zijne
vrees voor bet vonnis opgewekt, dat
hem te wachten stond. Reeds bij de
sumiere opsomming der hem ten laste
gelegde misdaden was bij op het punt
geweest aan zijn gal lucht te geven en
slechts met moeite was 't hem gelukt
zich te bedwingen. Nu echter, toen
bij door de aan hem gedane vordering
zijne beantwoording op de beschuldi
ging slechts bij ja of neen te bepalen
had, hij zich alle middelen van verde
diging ontnomen zag, gaf hij aan zijn
toorn den vollen teugel en bedwong
zich hierbij des te minder, daar hij zich
niet ten onrechte overtuigd hield, dat
hij daardoor zijn lotniet verergeren kon.
Zich fier opichtend riep hij met don
derende stem tot zjjne rechters:
«Schurken, ellendelingen! Gij ver
geet dat ik edelman ben, die je later
voor de onbeschaamdheid waarmede gij
voorgeeft naar de wet te handelen,
naast elkander zal laten hangen. Neem
je in acht!
Nu werd de van beleedigingen over-
stroomenden mond van den markiesplot-
seling tot zwijgen gebracht, daar op een
gebiedenden wenk van den voorzitter,
de vier hellebaardiers, die den beschul
digde moesten bewaken, op hem vie
len, hem op den grond wierpen, kne
velden en uit de gerechtzaal sleepten.
Een kwartieruurs later bevond de
markies zich weder in zijne gevangenis,
aan een tafel zittend en in nadenken
verdiept over hetgeen nu komen zou.
Sombere voorevoelens van een heilloos
lot stegen in zijne ziel op, maar de
zekerheid dat zijn leven veilig was,
maakte die voorgevoelens minder
schrikkelijk dat anders het geval zou
zijn geweest.
Plotseling echter bleven zijne ge
dachten bij een omstandigheid rusten,
die hem ook te dien aanzien een ang-
stigen twijfel inboezemdehij kon het
niet verklaren, waarom de connetabel
hem naar Villequiers had laten brengen,
om in deze stad en niet te Bourges
zijn proces voort te zetten, en hierin
1 meende hij een list van zijn vijand te
ontdekken, hetgeen zijn hart niet
weinig bezwaarde.
Had de connetabel hem uit Bourges
verwijderd, wijl bij daar de tegenwoor
digheid des koniDgs vreesde, om tegen
zijn plechtig gegeven woord den mar
kies aan den dood over te leveren en
omdat hij zeker kon zijn, dat oogmerk te
Villequiers onder een of ander voor
wendsel te bereiken, zonder dat ko
ning Karei ooit vernemen zou wat van
zijn gunsteling geworden was?
Terwijl de markies over de moge
lijkheid van zulk een woordbreuk de
treurigste beschouwingen maakte, werd
de deur zijner gevangenis geopend en
voor bem verscheen in ambtgewaad van
bloedrechter van Villequiers, de burge
meester begeleid van ziju twee schepe
nen.
Een lange rol papier in de hand van
den eerste, verkondigde den gevangene
dat zijn lot onherroepelijk beslist was
zoo trouwens van een «beslissing»
spraak kon zijn in een proces, waarbij
alle wettige eiscben verkracht waren,
terwijl het vonnis naar alle waarschijn
lijkheid den rechters reeds vooraf ge
dicteerd was geworden.
I «Heer markies de Giac,» nam de
burgemeester met eenige verlegenheid,
die verried, dat hij zich eenigszins be
klemd gevoelde door de onwaardige
rechterlijke rol, welke hij speelde, het
woord en ontrolde het papier dat bij
had meegebracht; «treednader en hoor
bet vonnis van de vierschaar der goede
stad Villequiers, zooals het naar recht
en billijkheid en aangezien uwe stilzwij
gende bekentenis uwer misdaden over
u is uitgesproken.»
De markies van aard niet vreesachtig
en in gevaarlijke omstandigheden met
veel zielskracht toegerust, vervamelde
al zijn moed en trad fier op zijn rechters
toe; terwijl hij hen op minachtende
toon toeriep:
«Laat hooren, mijne heeren, wat gij
mij te zeggen hebt, maar maakt het
kort en gebruikt niet veel woorden.»
«Het zal geschieden zooals ge
wenscht,» antwoordde de burgemeester,
waarop bij met het aan de waardigheid
van zijn persoon en de betreffendp zaak
overeenkomend gewicht van de rol pa-
pier het volgende las:
«De hooge vierschaar der trouwe stad
Villequiers beeft erkend naar recht en
geweten, dat ArthurjPhaebus Charles,
markies de Giac, met hoogverraderhjke
bedoeling 300,000 livres ontvreemd
heeft, dat hij de aanlegger is geweest
van den ondernomen moordaanslag op
den ontvanger-generaal d'Estophanes,
dat bij op liederlijke en arglistige wijze
de gelden der koninklijke schatkist ver
kwist beeft; dat hij in dertien gevallen
personen valschelijk beschuldigd, be
roofd en aan have en lichaam benadeeld
heeft dat alles wordt als bewezen be
schouwd en hij mitsdien veroordeeld om
op bet marktplein der goede stad Ville
quiers door het zwaard ter dood te wor
den gebracht.»
Wat? ter dood riep de markies
niet minder ontsteld als verschrikt.
«Heeft de connetabel met zijn woord
van eer slechts een schandelijk verraad
gepleegd?
«Vergun mij, heer markies,» bevre
digde de burgemeester den veroordeelde
«ik ben niet ten einde...»
«Maar ge zegt ter dood
«Ja, ter dood door het zwaard op bet
open marktplein. Maar hoor toch naar
hetgeen er op volgt.
«Ha, dus een voorwaarderiep de
markies luisterend en een weinig ge
ruster.
En de burgemeester las verder:
(Wordt vervolgd.