NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht. |3J
@ofememee
FEUILLETON.
No. 76.
Zaterdag 21 September 1912.
41e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
PREMIE
RAADSSTUKKEN.
Schatmeester en Scherprechter.
Amerstoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langeatrnat 17. Telephoonn. 09.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regM meer 7'/, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
voor de lezers vau deze courant
Het heden verschenen 25e nummer
van den vierden jaargang van
bevat o.a.
Begrafenis te Utrecht, van de bij
het Vossegat om het leven gekomen
Militairen, met 2 foto's. De mijn
ramp bij Clarence in Frankrijk, waar
bij 30 personen den dood vonden en
bijna 70 gewond werden, met 3 foto's
Boottocht der Vereeniging ter be
vordering van Gemeentebelangen te
Groningen naar de haven van Ernden,
met 2 foto's. De Martha-Stichting
te Allen. Oranjefeest van deWil-
helmina-Vereeniging te Alfen aan den
Rijn, met 2 foto's. Ontwerp voor
een Gemeentelijken Schouwburg te
's-Gravenhage, Architecten Fellner en
Helmer te Weerren. Congres voor
de Geschiedenis der Godsdiensten, te
Leiden, waarbij o. a Minister Heems
kerk tegenwoordig was.Plechtigeeerste
steen-legging van de elfde R.-K. Kerk
te 's-Gravenhage. Keizer Wilhelm
met gevolg bij de Zwitsersche Manoeu
vres, met 2 foto's. Iets over Wes
pen, geïllustreerd met 13 afbeeldingen.
De Elfdorpentocht te Groningen.
Vergadering van den Rond der
Vereenigingen ter Bevordering van
Vreemdelingenverkeer, to Locbem op
8 September gehouden. De tocht
georganiseerd door de Nederlandsche
Heide-Maatschappij, waaraan ook Z.
K. H. Prins Hendrik deelnam, met
3 foto's. Anna Louise Geertruida
Toussair.t, met 2 foto's. Per motor
boot den Oceaan over.
Voorts; Portretten van bekende
landgenooten. Het vervolg van de
Gedenkschriften van Madame Stein-
heil. Heldenfeiten uit het leven
van Ridders van de Militaire Willems
orde.
Ten slotte de rubriek van Redacteur
X. en hel Kindernummer »Ons Prin
sesje®, met onderhoudende en leer
zame kinderlectuur.
De geabonneerde
wonende
wenscht zicb te abouneeren op het
weekblad „PAK ME MEE", tegen den
prijs van 3'/> cents thuis bezorgd.
Bij raadsbesluit van 4 Juni
j I., werd in handen van Burgemees
ter en Wethouders gesteld een adres
met Memorie van toelichting van de
afdeeling Amersfoort en omstreken
van den «Bond van Nederlandsche
onderwijzersc, waarbij verzocht wordt
de salaris-verordening zóo te wijzigen,
dat aan de bezwaren van de afdee
ling worde tegemoet gekomen.
Naar het oordeel van het Dag. Best.
is het wenschelijk eene verbetering
in de salarissen voor de onderwijzers
en onderwijzeressen van bijstand aan
te brengen door het aanvangs-trac-
tement, thans f600 bedragende, op
f650 te bepalen en voorts geen wij
ziging te brengen in de regeling van
de verhoogingen wegens diensttijd.
Lettende op de omstandigheid, dat
met ingang, van 1 Januari 1911 de
laatste verbetering in de salaris-rege
ling heeft plaats gehad, komt bet
B. en W. voor, dat met de nu voor
gestelde verbooging van f50 voor
iederen onderwijzer of onderwijzeres
van bijstand kan worden volstaan.
Eene dergelijke verhooging zal, aan
gezien op 1 Januari vermoedelijk 68
onderwijzers en onderwijzeressen in
dienst zijn, jaarlijks f 3400 kosten.
Alhoewel na het bovenstaande eene
verdere bespreking van het adres en
de Memorie van toelichting overbodig
geacht kan worden, wenschen B. en
W. toch de opmerkzaamheid te ves
tigen op de beschouwingen van adres
santé over de regeling van de perio
dieke verhoogingen. Deze zijn thans
als volgt bepaald: vier 2-jaarlijksche
verhoogingen van f 75 en daarna twee
2-jaarlijksche verhoogingen van f50.
Ten slotte wordt na 30- en 35-ja-
rigen diensttijd nog telkens eene ver-
booging van f 50 toegekend.
Ten aanzien van deze laatste ver
hoogingen merkt adressante op, dat
de groote tijdruimte van 18 jaren,
liggende tusschen 12 en 30 dienstja
ren, »den weg, die voert naar het
maximum, troosteloos dor maakt«. Ver
zuimd wordt echter, hierbij op te
merken, dat de verhoogingen na 30
en 35 jaren diensttijd indertijd op
vei zoek van belanghebbenden zijn
ingevoegd met het oog op hun pen
sioen.
In het voorstel van Burgemee
ster en Wethouders naar aanleiding
van een adres van de vereeniging
«Openbare leeszaal en bibliotheek te
Ameifoort» om haar eene subsidie
van f 1500 te verleenen, zeggen zij
o. a het navolgende:
Het ligt naar onze meening op den
weg der Gemeente eene subsidie aan
de vereeniging te geven, daar zij in
derdaad een doel nasreeft, dat tol
groot nut van de geheele bevolking
kan strekken en de vereeniging de
geestelijke ontwikdeling van velen kan
bevorderen. Ofschoon de gevraagde
subsidie een vrij belangrijke som
(f 1500.bedraagt, meenen wij toch,
dat, indien uwe vergadering tot steun
besluit, dit bedrag niet verminderd
moet worden. Zal toch een inrichting,
zooals adressante beoogt te stichten,
slagen, dan behoort zij op niet te
kleinen voet gesticht te worden. Bo
vendien zal, indien wij welingelicht
zijn, vermindering van de gemeente
lijke subsidie een gelijke daling van
de Rijkssubsidie ten gevolge hebben.
Wel komt het ons gewenscht voor,
I dat de gevraagde subsidie slechts dan
verleend woide, indien blijkt, dat ook
van particuliere zijde voldoende be-
langsteling voor de instelling bestaat.
Daartoe is de eerste voorwaarde in
het conceptbesluit ontworpen.
Volgens art. 6 tweede lid van de
Statuten kan bij besluit van de Al-
gemeene vergadering bet recht om
éen of twee Bestuursleden te benoe
men aan den Raad der Gemeente
Amersfoort worden toegekend. Naar
onze meening behoeft in deze rich
ting door uwe vergadering geen drang
uitgeoefend te worden. Het komt ons
toch beter voor, dat de Gemeenteraad
van een eventueele dergelijke recht
geen gebruik zal maken. Het geheel
vrijwillig door de leden gekozen Be
stuur behoort de verantwoording to
dragen. Blijkt het, dat, om welke
reden ook, steun van de Gemeente
niet langer gewenscht is, dan zal deze
ingetrokken worden. Het komt ons
echter voor, dat voor het al of niet
beantwoorden der vereeniging aan
haar doel, uitsluitend de verantwoor
delijkheid moet berusten bij het door
de leden der vereeniging gekozen
Bestuur. Om de zelfde reden achten
wij het niet gewenscht, onder de
subsidie-voorwaarden bepalingen op
te nemen betreffende de lectuur,
welke ter lezing zal moeten liggen
Ook hier zal de verantwoordelijkheid
moeten berusten bij personen, op
wier keuze de Gemeenteraad geen
invloed beeft uitgeoefend.
Ter toelichting van hun voor
stel tot reorganisatie van den genees
kundigen dienst deelden Burgemees
ter en Wethouders aan den Raad het
navolgende mede:
Bij raadsbesluit van 7 April 1911
werden wij uitgenoodigd eene reor
ganisatie van den gemeentelijken ge
neeskundigen dienst te willen over
wegen en daa; bij in 't bijzonder te
willen letten
a. op ophefling van de splitsing
tusschen Gemeente-geneesheer en Ge
meente-heel- en vroedmeester;
b. op 't eventueel aanstellen van
éen of meer schoolartsen.
Onnoodig is het, boverdien U in
herinnering te brengen, dat in uwe
vergadering meermalen stemmen op
gingen tot de invoering van het insti
tuut van schoolartsen.
Ter voldoening aan bovenstaande
uitnoodiging hebben wij de eer U te
'kennen te geven, dat ook naar onze
meening thans besloten kan worden
r tot eene reorganisatie van den ge
lnoemden dienst, waarbij de splitsing
tusschen Gemeente-geneesheer en
Gemeente-heel- en vroedmeester dient
te vervallen. Deze splitsing toch,
afkomstig van eene vroegere wette
lijke regeling, kan als geheel verou
derd en in de practijk niet goed
bruikbaar beschouwd worden. Een
nieuwe organisatie van dezen tak van
dienst zal naar onze meening onge
twijfeld de vroegere splitsing moeten
doen verdwijnen.
Een principieel betoog te houden
ten gunste van de instelling van
schoolartsen meenen wij thans ach
terwege te kunnen laten. Het goed recht
van een dergelijke instelling is in den
loop der jaren reeds in vele Gemeenten
gebleken, zoodat wij ons ontslagen
mogen achten van deze taak.
Slechts zij herinnerd, dat in 1905
de Commissie van toezicht op het
Lager onderwijs reeds aangedrongen
heeft op de aanstelling van school
artsen.
Behalve in de behandeling der
armlastige patiënten en in den dienst
van schoolartsen moet nog voorzien
worden in de keuring van candidaat-
ambtenaren en werklieden en in de
controle van ziekte ambtenaren en
werklieden.
Bovendien zal het Gemeentebestuur
in menig geval adviezen van medi-
scben aard behoeven.
Bij overweging op welke wijze het
beste in den boven omschreven dienst
zou kunnen worden voorzien, zijn wij,
ook na raadpleging van de regelingen
in andere Gemeenten, tot de over-
7)
«Aangezien echter, dat het zijne
majesteit onze allerehristelijkste en
allergenadigste koning en heer in zijne
goedertierenheid en wijsheid behaagd
heeft den genoemden markies de Giac
door zijn koninklijk woord het leven
te schenken, zal het in behoorlijken
vorm gevelde vonnis in het opleggen
eener boete veranderd en verzacht wor
den, waarvan echter het gerecht zal
mogen afzien, wanneer de veroordeelde
door zijne handteekening de verklaring
bekrachtigt, dat hij de voltrekking van
het erkende doodvonnis vrijwillig en
onverminderd begeert en hiermede van
de hem verleende koninklijke genade
afziet.»
»En waarin bestaat de boete, waaraan
ik het leven zal te danken hebben
vroeg de markies verbleekend, daar hij
een gelegden strik vermoedde.
«Zij is op bevel in het vonnis gelast
geworden," zei de burgemeester en las
vervolgens voort: «Arthur Phaebus
Charles, markies de Giac zal gehouden
zijn, morgen bij het opgaan der zon,
een van roof en moord overtuigden delin
quent, op liet openbare marktplein te Vil-
lequiers met het zwaard en bijgestaan
door den scherprechter ter dood te brengen,
en wordt hem door deze daad ten allen
tijde de zedelijke qualificatie van scherp
rechter toegelegd van rcchtwege.v
Een kreet van woede en afschuw
slakend, zonk de markies op eene bank
neder.
»0!« riep hij vervolgens tandeknar-
send, terwijl hij deaanwezende rechters
de gebalde vuist ophief, «deze duivel
achtig verzonnen boete kan slechts uit
het vervloekte brein van den connetabel
ontsproten zijn, en gij zijt zijn hand
langers! Weg, ellendelingen,» voegde
hij er van de bank opspringend bijweg
of ik verworg je!»
Verschrikt als vreesden zij dat de
bedreiging van den veroordeelde spoe
dig op de daad kon volgen, verlieten de
rechters in allerijl de gevangenis en
wierpen de dikke met ijzer beslagen
deur achter zich dicht.
IV.
Zoo men zich de lage, beleedigende
vernedering herinnert, waarin zelfs
nog twee eeuwen later het ambt van
scherprechter tegenover de burgerlijke
maatschappij zich bevond, dan zal men
eenigszins kunnen oordeelen over de
geraffineerde wreedheid der keuze,
welke men den markies had voorgesteld.
Het gold eene onteering, die zelfs het
machtwoord eens konings niet geheel
kon verdelgen, wanneer men gedwon
gen of vrijwillig met den voltrekker der
rechterlijke vonnissen slechts in de
minste aanraking kwam. Zelfs de ge
ringste burger zou boven zulk een
aanraking, vooral zoo zij in het openbaar
moest geschieden, den dood gekozen
hebben; want ziju huis, zijne familie
zou door iedereen als pariaas, hij als ver-
stootene ontweken, als aan den dood
vervallen behandeld zijn.
En nu verbeelde men zich de onge
hoorde wreedheid, die er in lag, dat
het gerecht van Villequiers een man,
die uit een oudadelijk geslacht ge
sproten, tot nu zoo hoog in de gunst
van een gekroond hoofd had gestaan,
dwong als boete eene daad uit te voe
ren, die hem de hoedanigheid van een
beul gaf, j a hem uitdrukkelijk voor ge
heel zijn leven als beul qualificeeren
moest! Men moge over het karakter
van deu markies oordeeleD zoo als men
wil. men®!nag met alle recht zijne ze
deloosheid verfoeien desniettemin
zal men de onderstelling niet kunnen
onderdrukken, dat de veroordeelde
onder den eersten indruk, dien het
rechterlijke vonnis op hem maakte, in
de hem voorgestelde keus slechts een
i oogenblik geweifeld had.
Toen echter zijn eerste aandoening
opgehouden had en daar voor een
bedaarde beschouwing van zijn toestand
[getreden was, herkregen zijn verstand
en zijn natuurlijke tegenwoordigheid
van geest weder de overhand op zijn
gewaarwordingen en in zijn ziel rijpte
een besluit, dat even moedig als, naar
de toenmaals heerschende meening
over de eer, hiermee in overeenstem
ming was.
Van welken aard dat besluit was
zal in den loop dezer geschiedenis gezegd
worden. Het gold voor den markies het
redden zijner eer -nota bene, de eer
van een man die de koninklijke schat
kist had bestolen, een sluipmoord had
willen doen plegen, en die zich aan een
reeks van misdrijven had schuldig
gemaakt kortom, een mensch die
naar de begrippen vae alle beschaafde
volken, alle eer reeds verloren had.Daar-
om rekende hij er op door een soort van
coup de theütre, door een door wanhoop
gegeven bewijs van moed, in de oogen
zijner natie zijn zoogenaamde eer te
kannen herstellen. Hierin vergiste hij
zich niet. De triomf van den markies de
Giae vindt men in de kronijk der stad
Villequiers van de vijftiende eeuw aan-
geteekend.
De vijfde Juni van het jaar 1427 was
voor de inwoners der goede stad Ville
quiers de dag eener gebeurtenis, die
aller gemoederen reeds vroeg in bewe
ging bracht.
Bij het aanbreken van den dag
heerschte op het marktplein der stad
een gewoel het welk bewees dat er een
ongewone en gewichtige gebeurtenis op
den handwas. Uit alle huizen, straten
en stegen stroomden uiannnen en vrou
wen van allen leeftijd te zarnen om een,
in het midden van het plein door een
lage schutting afgesloten ruimte, wier
toegang door een troep krijgsknechten
en stadssoldaten streng bewaakt werd.
Wordt vervolgd).