NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
GOUD VOOR LIEFDE.
No. 05.
Woensdag 27 November 1912.
41e jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
„DUMPIIMC".
BINNENLAND.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 77, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
IV.
Alle redenen derhalve om le onder
zoeken in hoeverre het «veronderstelde"
verschijnsel zijn beweerden fatalen
invloed op onze nijverheid doet gelden.
Is de dumping door België en Duitsch-
land en andere landen zoo algemeen
en heeft zij zoo ver strekkende gevolgen
als de Regeer ing het laat voor komen
Blijkens het Vei slag werd er in de
commissie van voorbereiding reeds op
gewezen dat juist de spinneiijen en
de meehndustrie, die te kampen heb
ben met lijdelijke buitensporig lage
pi ijsaanbieding uit het buitenland,
niettemin in bloeienderi toestand ver-
keereri. Geeft men zich de moeite aan
de hand van het Verslag omtrent
Handel, Nijverheid en Seheepvaail
over 1911,gepubliceerd dooi den Minis
ter van Landbouw, die tevens het
Tarieforitwerp mede ondeiteekeiide
en dus voor den inhoud mede verant
woordelijk is, de takken van nijverheid
stuk voor stuk eens na te gaan, dan
blijkt, dat, al moge bij onderscheidene
daarvan melding worden gemaakt van
de builenlandsche concurrentie, bij
verreweg de overgroote meerderheid
de algemeene toestand «bevredigend"
en «gunstig" genoemd wordt, dat
slechts bij 18 van de 153 bedrijven
wordt aangeteekend een «nog niet-" of
«minder-" of «onbevredigend", en dat
ten aanzien van 17 soorten artikelen
wordt vermeid dat zij «door de over
productie in het buitenland" dooi de
vreemde concurrenten hier tegen »ab
normaal" lage prijzen, «vaak beneden
den kostprijs", hier te lande worden
ingevoerd. De praktijk van de «dum
ping", die door de Regeei ing en som
mige commissieleden als algemeen
voorkomend verschijnsel wordt voor
gesteld, blijkt dus slechts ten aanzien
van 17 soorten bedrijven voor te komen.
Doch geenszins met het fatale gevolg
dat daardoor die takken van nijver
heid in een gedrukten toestand ver-
keeren, want in het Verslag wordt
zelfs bij 13 van deze takken van nij
verheid aangeteekend dat de
resultaten «bevredigend" mogen wor
den genoemd.
Volledigheidshalve moge nog wor
den vermeld, hetgeen daaromtrent
wordt medegedeeld.
De fabricage van aarden buizen
wordt «onbevredigend" genoemd, als
oorzaak wordt opgegeven «de zware
concurrentie, welke het uit België en
Duitschland ingevoerde fabrikaat de in-
dustiie aandeed. Veelal tengevolge van
overproductie in die landen worden
de producten in Nederland tegen zeer
lagen prijs vaak beneden kostprijs aan
de niaikt gebracht".
l)oc.h men zij voorzichtig met al te
spoedig aan deze klachten het oor te
leenenwant het Verslag zegt ook,
dat «gereleveerd dient te worden dat
de Nederlandsche fabrikanten voor
hun product vaak ook afzet vinden in
het buitenland," terwijl de vervaar
diging van draineerbuizen en cemerit-
rioolbuizen bevredigende resultaten
opleverde.
Ten aanzien van spiegelglas en spie
gels wordt de onbevredigende toestand
geweten aan de omstandigheid dat de
buitenlandsche syndicaten het spiegel
glas zeer duur in prijs houden, dat
zij daardoor op het glas bevredigende
winsten maken en zoodoende in staat
zijn het verzilveren tegen kostenden
prijs te doen.
Doch dat men ook hier weer voor
zichtig moet zijn bewijst de afnemende
invoer van het betrokken product,
waarvan de waarde daalde van f'23000
in 1901 op f 10000 in 1911.
Ten aanzien van het overleder
(chroomleer) wordt ook geklaagd over
de concurrentie van de builenlandsche
overproductie die «vaak tegen kost
prijs en daar beneden" wordt ver
kocht.
Doch dat aan de scboenfabricage
dat voordeel door den wetgever moet
worden ontnomen en dus daarvoor de
pioductiekosten kunstmatig duurder
moeten worden gemaakt, is tot dusver
niet aannemelijk gemaakt.
Terwijl de toestand van de metaal
industrie in nagenoeg al hare onder-
deelen bevredigend wordt genoemd,
schijnt dit met de spijlcer- en draad
nagel fabrieken niet het geval te zijn.
Ook dit woidl weer toegeschreven aan
de «overproductie der Belgische, Brit-
sche, Duitsehe en Fransche fabrieken,
die hier tot uiterst lage prijzen zouden
verkoopen, terwijl bovendien het
Duitsehe walsdiaadsyndicaat aan de
Duitsehe draadnagelfahrieken een uit-
voerpremie zoude veileenen".
In hoeverre door bescherming d. i.
langs Icunstmatigen weg de spijker
en draadnagelfabricage zou kunnen
worden gemaakt tot een der takken
van industrie, die hier van nature
zouden kunnen opbloeien, is een vraag
waarop met belangstelling het ant
woord der protectionisten wordt tege
moet gezien.
Ten aanzien van cement wordt ver
meld dat het hier goertkoopor wordt
aangeboden dan in Duitschland, doch
tevens wordt gesproken van «bevie-
digenden afzet". En van dat goed-
koopere cement (en ijzer) profileert
onze cement-ijzerindustrie (gewapend
beton), die zich verheugt m «over
vloed van werk" en voortdurende uit
breiding".
De sleewfabrikanten klagen ook
over de overproductie van België, dat
«jaarlijks bij vele millioenen stuks
tegen abnormaal lage prijzen hier te
landea invoert.
«De Belgische fabrikanten zijn na
melijk alle aangesloten hij een syn
dicaat en mogen in verband daarmede
slechts eerie beperkte hoeveelheid
steerien op de Belgische markt brengen
ten einde aldaar den prijs hoog te
houden. Zij vinden het echter voor-
deeliger hunne fabrieken op volle
capaciteit te laten werken eri dan het
te veel aan product tegen lagen prijs
aan het buitenland, met namo Neder
land, af te zettemx. Dumping dei halve
in den eigenlijken zin des woords.
Doch hoe is nu de toestand der Ne
derlandsche baksteenfabricage? «De
gang van zaken bij de baksteenin
dustrie, aldus het Verslag, woidt alge
meen bevredigend door verschil
lende fabrikanten zelf zeer bevredigend
genoemd en beter dan in 1910«
Het spreekt verder van «gunstigen
toestanda, hetwelk ook mag worden
afgeleid uit de mededeeling, dat «ver
schillende fabrieken dan ook de maxi
mum-capaciteit produceerden waartoe
zij in staat warena, en dat andere
daarin slechts werden belemmerd door
«niet voldoende voorraden klein.
Voorts wordt over die buitenland
sche concurrentie en de aanbiedingen
beneden kostprijs geklaagd bij de
artikelen superpliosphaat (waarvan
echter onze landbouw profiteert),
loodwit (waardoor onze verilabrikan-
ten met hunne in olie gemalen- en
lakverven op de wereldmarkt kuunen
concurreeren), electromotoren (waar
van de iiislallatiebureaux op electro-
technisch gebied zoo talrijk zijn ge
worden), tramiveglocomotieven (waar
van de tramwegmaatschappijen kun-
neo profiteeren)fabriekmatige hoef
ijzers (waarvan de boer weer voordeel
heeft); papier; garens, tryp, wollen
sloffen (die de textielindustrie niet
schaden); Russische zandsuiker, en
sigarettendoch bij al deze bedrijven
luidt de regeeringsdiagnose dat zij in
bevredigenden toestand verkeeren.
Wij komen dan ook na aandachtige
lezing van het Verslag tot de conclusie
dat de toestand van de Nederlandsche
industrie allerminst een is van inzin
king, zooals de protectionisten bewe
ren; dat voorts de veronderstelde en
op den voorgrond geschoven dumping
praktijk niet is een algemeen voor
komend verschijnsel doch slechts uit
zondering, en als voorbijgaand een
tijdelijk inconveniënt bij slechts zeer
enkele bedrijven volstrekt niet wettigt
het invoeren van beschermende rech
ten, waardoor weer andere takken van
nijverheid zullen worden benadeeld.
Voorts, dat in theorie de dumping
slechts onder bepaalde omstandigheden
kan voorkomen, doch dat in de praktijk
ook deze protectionistisch» theorie
niet opgaat, dat het middel allerminst
past bij de kwaal eu integendeel de
ontworpen tariefwet zou blijken te
zijn een vivisectie op de welvaart der
nationale industrie.
Nieuwe munten.
Naar de «Utr. Ct." verneemt, zul
len de nieuwe (gouden) vijfgulden
stukken reeds vóór St. Nicolaas in om
loop worden gebracht. Zij zijn van
hetzelfde model als de bekende gou
den tientjes. Er wordt voor een be
drag van 5 millioen gulden van ge
slagen.
Noenzaal.
De A. N. W. B. Toeristenbond voor
Nederland, die een prijsvraag had uit
geschreven voorde beste Nederlandsche
vertaling van het wooid lunchroom,
heeft uit 142 opgegeven woorden ge
kozen het woord «Noenzaak.
Vogelbescherming.
De dageiijksch besturen van de Ned.
Ornithologische Vereeniging van de
Ned Vereeniging tot Bescherming
van Vogels en van de Vereeniging tot
Behoud van Natuurmonumenten in
Nederland hebben besloten tot het
instellen van een «centrale commissie
voor de belangen van vogelstudie en
vogelbescherming!!, bij wijze van proef
neming voor den tijd van driejaren. Het
doel is meer aanraking te verkrijgen
met de buitenwereld, voor zoover deze
in vogels belang stelt.
De centrale commissie voor 't
oogeriblik bestaande uit de heeren
dr. L F. de Beaufort, secretaris der
Ornithologische Vereeniging te Eerbeek
W. H. de Beaufort, secretaris van
Vogelbescherming, en Jac. P. Thijsse
secretaris van Natuurmonumenten te
Bloemendaal wil trachten zich in
verbinding te stellen met personeo
2)
Den volgenden morgen zeer vroeg,
klom hij, slechts door een koppel voor
treffelijke speurhonden begeleid, over
de bergen. Hij had een Engelsche
revolverbuks en vijftig patronen by zich.
Ik bleef geheel alleen in de hut achter
en bevond mij in een zonderlinge toe
stand van zenuwachtige gejaagdheid
en radeloosheid, Tegen het ondergaan
der zon zag ik een vreemd man van de
heuvelen komen en de hut naderen, toen
vernam ik da.t er een ongeluk gebeurd
was. Wat was er gebeurd?
Vaughum was door een groote bende
Indianen overvallen en omsingeld ge
worden en hoewel hij zich tot het naaste
blokhuis er door had geslagen, was hij
toch daar in stervende toestand aange
komen. Ik vond hem, uit ontelbare won
den bloedende, op een matras onder eeni-
ge moerbezienboomen liggen, die het
eenzame huis beschaduwden. Een neger
in en twee of drie wild uitziende, maar
goedhartige grensbewoners deden hun
best, den rooden levensstroom te stuiten,
waarmede snel de laatste minuten van
zijn leven vloden, maar alles was
vruchteloos.
//Schrik niet, Jack, en ween niet,"
zeide hij glimlachend, «want er is niets
in het leven of den dood dat een traan
waard zou zijnweent men evenwel,
dan is men niets meer dan zwak."
Ik behoefde hem in zijn sterfuur
niet over zijne wereldsche zaken te
spreken. Dit was reeds lang tusschen
ons besproken, en wel wetend in welk
bestendig levensgevaar hij hier zweefde,
scheen hij volstrekt geen belang meer
in zijn leven te stellen; hij bracht
geen woord van klachte uit, zooals
wel menschen doen, die in den bloei
van hun leven moeten sterven. Hij
sprak haastig, schier koortsig van het
verleden van zijn geboorteplaats, zijn
doode moeder, zijn talrijke vrienden
en zijne jeugd, maar Eleonores naam
kwam niet over zijne bleeke lippen
en ik kon er niet toe besluiten ze
rlen stervende te noemen om misschien
een laatsten groet voor haar te
erlangen.
Toen de laatste tinten van het weg
stervend avondrood flauw tot het grijs
van den nacht overgingen, stierf hij,
en het was als het plotseling spriDgen
van een glazenklok, toen met een
laatsten snik het woord «moeder" van
zijne lippen kwam.
Ik had zijne moeder zeer goed ge
kend, 't was een kleine, beminnens
waardige, lieve vrouw, die haar zoon
aanbad en daardoor zoo innig door
hem bemind werd, dat niemand be
greep hoe hij haar kon verlaten en
eenzaam laten sterven.
Ik ondersteunde de negerin bij de
laatste liefdediensten, welke zij den
doode bewees, en toen den volgenden
morgen de zon opging, hegroef ik met
behulp der naburige farmers, die hun
jongen, dapperen aanvoerder beween
den, een der beste zonen van Oud-
Engeland in den bloedigen bodem van
Texas.
En wat hij bezat goud, land en
vee had hij alles aan Eleonore,
echtgenoote- van den achtbaren Crosby
te Snowdon-Heights, Westmoreland
vermaakt goud voor liefdeIk
stelde een administrateur over de goe
deren aan en reisde zoo schielijk
mogelijk naar Engeland, om de rijke
erfgename van haar geluk kennis te
geven.
In vond haar in de kleine eetzaal
van het fraaie huis, voor hetwelk zij
zich verkocht had. Hare schoonheid
was weg, zij zag er vermoeid, zich
vervelend, ziek uit en was slordig
gekleed. Voor wien zou zij zich ook
fraai houden Ik stelde mij zeiven
voor en noemde een wederzijdschen
vriend, in wier huis wij vóór jaren
elkander ontmoet hadden. Zij herin
nerde zich dit zeer goed, zag mij
niettemin vragend aan, als begreep
zij niet recht, waarom ik de herinne
ring dezer bekendheid zocht.
«Ik kom recht van Texas terug,"
zeide ik en hield haar hierbij in het
oog om te zien of haar hart misschien
eenig voorgevoel er van had, dat dddr
haar minnaar woonde, maar zij bewoog
geen spier.
«Waarlijk?" antwoordde zij onver
schillig «het moet een woest eenzaam
land zijn I"
«Ik hoop niet, mevrouw, dat ge dit
gelooft, want ik kom eigenlijk om u
mee te deelen, dat u daar een over
leden vriend een stuk land heeft na
gelaten, even groot als een Duitsch
vorstendom."
En op het bleek, onverschillig ge
zicht der dame schoot plotselings een
waren springvloed gloeiend rood en
hare oogen vlamden zoo jeugdig, als
die in den tijd van haar bloeiende
schoonheid geglinsterd hadden. Zij
stond bewogen op en verwachtte met
half open lippen en ingehouden adem
de voortzetting van mijn verhaal.
Maar ik bleef zwijgen en aanschouw
de haar een poos met leedwezen, in
dit oogenblik ontwaakte haar hart en
fluisterde haar toe, door welk verliet
zij haar nieuw geluk gekocht had.
Zij werd doodsbleek, viel in haar
stoel achterover, verborg haar gezicht
in hare fijne handen en snikte: «Ach,
mijne liefde mijn eerste liefdel En
dat het eenige bericht van hem, na
zoo veel bange, bange, treurige jaren I"
Ik zocht haar te troosten, door haar
van zijn gezegend leven van zijne edele
daden te verhalen, hoe hij de zwakken
beschermd, de armen gevoed en hul-
pelooze weduwen en weezen met zijn
leven verdedigd had tegen de roode
barbaren maar geen troost baatte.
«Wat helpt mij dat?" kreet zij, «hij
heeft mij verlaten, zonder een proef
te nemen, mij van mijne zwakheid en
dwaasheid te genezen. Ik heb hem
zoo gloeiend bemind, en bij heeft mij
jaren lang laten lijden, zonder mjj