nieuwe Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. J%V»7. Woensdag 4 December 1912. 41e jaargang. VERSCHIJNT WOENSIIAli EN ZATERDAG De balans m liet protectionisme in Frankrijk. FEUILLETON. HOE EEN BOEKBINDER RAADSHEER WERD. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestrnat 17. Telephoonn. Ai). ADVERTENTIËN: Van 1regels 0.50; iedere reg9l meer 7Cent. Advertentièn viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsrnimte. ii. Voortdurend werden tarievenoorlo- gen gevoerd, die ten slotlede werkelijke oorlogen mede ten gevolge hadden. En de vredesverdragen van die tijden toonen duidelijk aan, hoe juist bijna achter iederen oorlog de economische belangen in 't spel zijn; want bij elk vredestraclaat uit die dagen werden tariefve: lagingen bedongen. Nadat het mercantiele stelsel in de achtiende eeuw door de physiocraten en de leer van Adam Smith was ver drongen, is eigenlijk eerst in I7S6 door een handelstractaat een einde gemaaklaan die voortdurende tarieven- oorlogen, die door het mercantilisme weiden te voorschijn geroppen. De Fransche tevolutie bracht op het stuk van handelspolitiek niet meer dan de economische eenheid in het land zelf, niet meer dan dat inderdaad de 26 rnillioen inwoners van Frankrijk onder elkander vrij mochten handel drijven. De nationale vrijheid van han del werd door de revolutie tot stand gebracht in Frankiijk, zooals die later bij de vorming van de republiek der Vereenigde Staten van Nootd-Arnerika en bij de totstandkoming van het Duitsche eenheidsrijk eveneens werd ingevoerd. Tegen het buitenland bleef Frank rijk ook in het t evolutietijdperk het protectionisme handhaven, al was dan ook bet tarief van 1791 vergeleken bij de tarieven in die voorafgaande tijdperken, nog al vrijgevig. Ouder de Conventie en het Keizer rijk werd onder den drang der poli tieke omstandigheden het prohibitieve protectionisme weer de hoogste eco nomische wijsheid. En het averecht- sche beginsel dat een volk zijn naburen zooveel mogelijk afbreuk moet doen om zelf wel te varen, heeft stellig niet weinig bijgedragen tot de reeks van oorlogen uit die dagen, liet mer cantilisme, de theorie van den inter nationalen handelsnaijver, werd door Napoleon In zijn uiterste consequen ties toegepast. En men behoeft niet te vragen of die practijk van het pro tectionisme op den duur voordeelig is gebleken te zijn. Tusschen bet Col bertisme en het Imperialisme is er 'alleen dit onderscheid te constateeren, I dat bij het eerste de tarievenoorlogen ,de werkelijke oorlogen hebben ver oorzaakt, terwijl Napoleon de econo mische strijdmiddelen eenvoudig aan greep als hulpmiddelen bij den wer- kelijken worstelstrijd met de andere volkeren. Maar de ruineuze gevolgen waren dezelfde. Ook na de restauratie bleef Frank rijk de staatkunde volgen van econo misch isolement; prohibitieve tarieven van imkomende rechten bleven van kracht tot ongeveer i860. De reactie tegen die protectionis tische staatkunde kwam op als ge volg van deri sloom en de ver betering vau het verkeer. Voor I860 leden alle pogingen otn de handelsrelaties tus schen Engeland en Frankrijk te ver beteren schipbreuk, totdat door het handelstractaat met Engeland in dat jaar de periode van een liberale han delspolitiek een aanvang nam. Die liandelstractaten, die in de daarop volgende jaren ook met andere landen werden gesloten, hebben aan Fi ank rijk wel niet het vrijhandelsstelsel ge geven, maar zij hieven toch een aan tal belemmeringen op die nooit weder zijn ingevoerd; met uitzondering van eenige rechten op artikelen van de metaalindustrie, hebben zij het tarief verlaagd tot ongeveer 15 pCt. van de waarde der belaste goederen. Na den oorlog van 1870 bleef de meerderheid getrouw aan de politiek in de richting der handelsvrijheid. Toen de Minister van Handel, de Meaux, in 1875 de Kamers van Koophandel raadpleegde, spraken er 62 (tegen 14) zich uit voor de hernieuwing der handels- tractaten en verscheidene verklaarden dat zij die verdragen beschouwden als een stap in de richting van absolute viijheid van handel. De protectionistische reactie deed voor het eerst haren intocht door het tarief van 1881, dat de rechten slechts matig vei hoogde; doch reeds in 1885 en 1887 volgden verdere verhoogin gen door de rechten op graan en op vleesch. Eindelijk werden de handels- tractaten door de prolectionisten die, wanneer maar de eerste stap is gezet in hunne richting, onverzadig baar zijn door de wet van 29 November 1891 opgezegd en werd elke conventie met andere landen beperkt tot een duur van slechts twaalf maandenterwijl het hun ten slotte in 1892 gelukte de Regeering op te sluiten tusschen een zg. mini mum- en maximumtarief, waarbij zij zich het recht van verandering der invoerrechten naar hun goedvinden voorbehielden. En daaraan heeft het dan ook niet ontbroken. Van 1892 tot Maart 1908 zijn er niet minder dan '198 verande- tingen in het tarief gekomen door verschillende wetten en 155 door bet zg. «Comité consultatif des arts et manufactures®, in het geheel dus 348 wijzigingen in het korte tijdvak van 16 jaren. Doch ook dit was nog niet genoeg. Den 2den Juli 1904 verkrceg-de com missie der invoerrechten van de wet gevende macht de bevoegdheid om een algeheele herziezing van het tarief in studie te nemen. En daar deze commissie zich geheel op protectio nistisch standpunt plaatste, is het niet te verwonderen dat de herziening van 29 Maart 1910 wederom de pro tectie in Frankrijk verscherpte. Zoo valt dus uit Franktijk's tarief historie, waarvan wij de voornaamste feiten slechts in hoofdzaak memoreer den, voor ons land al dadelijk deze conclusie te trekken, dat de eerste stap, die wederom in protectionisti sche richting gezet wordt, spoedig door meerdere wordt gevolgd. Ook in Nederland wil het Kolkman-tarief beginnen met zoogenaamde «matigen rechten. Gezien de praktijk van het pro tectionisme waarop de voorstanders zich immers gaarne beroepen, is er geen enkele reden om hunne bewering te gelooven dat hier niet zal gebeuien wat overal elders, ook in Frankrijk, wel het geval was. Toetsen wij thans de andere pro tectionistische stellingen eens aan de practijk van het beschermende stelsel in Frankrijk. Wat zijn de gevolgen geweest van de voortdurende verhooging der in komende rechten in Frankrijk? De periode der liberale economische handelspolitiek, ingeluid door het be kende handelstractaat met Engeland in 1860, is een tijdvak van voorspoed geweest. Tusschen de jaren '1859 en 1869 vermeerderde de handelsomzet 3907 rnillioen francs tot 6228 rnillioen, een gemiddelde jaarlijksche toeneming van ongeveer 232 rnillioen. En na den oorlog van 1870 met Duitscbland her stelde Frankrijk zich zeer spoedig tot verbazing van andere landen, voor een niet gering deel was dit te danken aan de vrijzinnige handelspolitiek, die ook toen nog werd gehandhaafd. In 1875 toch verklaarden de Kamers van Koophandel zich voor het behoud van de liberale staatkunde, terwijl bleek, dat juist die takken van nijverheid, die het hardst om protectie begonnen te roepen, in een toestand van bloei verkeerden. Zoo zag b.v. de katoen industrie haar export toenemen van gemiddeld 143 rnillioen in de jaren 1854/9 tot niet minder dan 306 rnillioen in het tijdvak van 1876 tot 1879. De metaalindustrie, die eveneens klaagde, bloeide niet minder. Het totaal aantal stoommachines b.v was toegenomen met 178.000 in 1860 tol 544.000 in 1880. De buitenlandsche handel was ver meerderd van 7332 rnillioen in 1872 op 8501 rnillioen francs in 1880, een 'jaarlijksche toeneming dus van 115 rnillioen. De landbouw begon eveneens te floreeren; zoo zag de wijnbouw den uitvoer steeds stijgen met ongeveer 50 rnillioen francs. Doch de slechte oogst in 1878 was den protectionisten een welkome aan leiding om hun beschermend stelsel opnieuw te introduceeren. De toestand van landbouw en nijverheid werd zwart afgeschilderd, tout comme chez nouz, waar de nationale indusrie wordt gezegd in een toestand van inzinking te verkeeren. En, zooals later in Duitschiand en andere landen werd gerepeteerd, vereenigden zich de groot grondbezitters en industrieelen in een verbond, om de protectie van hun bedrijven door te zetten door ver- hooging der inkomende rechten. En het gevolg? De jongste ver scherping van de protectie in 1910 bewijst het bankroet der tarieven van 1892, die zelf reeds het faillissement hadden aangetoond van het protec tionistisch tarief van 1881. Die her haalde verhooging van de inkomende rechten is een experimenteel bewijs van de juistheid der stelling der vrij handelaars, dat hoe «matig® ook maar begonnen, de protectie steeds voert tot meer. Hebben nu die herhaalde verhoo gingen gegeven wat er van werd verwacht? Men ootdeele. Frankrijk is er door gewikkeld in twee belangrijke tarieven-oorlogen, de eene met Zwitserland van 1892 tot 1895, de andere met Italië vaQ 1888 tot 1899. En het resultaat? De handel met Zwitserland nam at van 338 rnillioen in 1891 tot 230 rnillioen in 1895, dus 108 rnillioen minder. De handel met Italië ging eveneens achteruit en wel van 500 rnillioen in 1887 tot 281 rnillioen in 1898 dus met 219 rnillioen. Nu beweren onze protectionisten dat een land de retorsiebevoegdheid noodig heeft om desnoods andere landen tot concessies te dwingendat 2) De koning, reeds weder in zijn huis japon van grijze, vuile flanel en zonder de goed in de stad bekende witte pruik, stond .met diep gerimpeld voorhoofd, stok en handen op den rug, midden in de kamer, Aan de deur, de zeer alledaagsclie losbarsting van woede des konings geduldig verwachtend, stond de minister. Maar niet zooals gewoonlijk sloeg de koning nu met den stok om zich heen. Hij zuclite diep en vroeg tamelijk bedaard, als uit een zwaren droom ontwakend „Is Görne daar?» »Sire, op uw bevel «De duivel hale de magistraat, geheel de magistraat!» schreeuwde nu plotseling de koning en greep met volle hand den eersten den besten knoop van des ministers rok, zoodat de kleine sierlijke mijnheer von Görne zich als een eekhoren onder de klauw van een leeuw kromde. »Den satan de magistraat, geheel de magistraat!" 'Zoo uwe majesteit beveelt stamelde de bleeke minister ontsteld. De koning wierp zijn stok op den naasten stoel, trad aan het venster en zag lang naar buiten. "Luister,» riep hij vervolgens, zonder om te zien. Bevend en zwaar ademend begaf de excellentie zich van de deur naar het venster. «Moet soms de magistraat «Zwijg Diep boog de excellentie achter den rug van den monarch. «Görne 1» «Zeg eens, Görne, wat denkt ge van de magistraat.» Volkomen hetzelfde wat uwe majes teit er van denkt.» «Zoo! nu dat is verduiveld sluw!» Langzaam draaide de koning zich tot zijn minister om. «En zeg nu eens, Görne, maar draai er niet om heen, want om het nauwkeurig te weten -heb ik je laten roepen zeg nu eens, hoeveel personen in de drie of vier laatste weken over den magistraat geklaagd hebben «Achttien personen, majesteit.» «Wel, wel, dat komt precies uit. Heden komt er een bij, dat maakt dus negentien personen. Én nu wil ik je wat zeggen,» hernam de koning en greep een tweeden onschuldigen ministersknoop«nu ben ik van al die verdoemde magistraatsslaapmutsen meer dan zatIk zal er een kort proces mee maken, ik zal de kerels wel krijgen; de kerels zullen aan mij denkenIk zeg je, Görne, geheel Berlijn zal verbaasd staan het zal een heidensch rumoer geven 1 Maar het is mij volkomen onverschillig, en nu kunt ge weer heengaan. Overigens blijf ik je genadige koning.» De excellentie kuste de hand, welke hem gereikt werd, en verliet daarop zoo gauw mogelijk het schrijfkabinet en het paleis. De koning wreef zich de handen, als bij een goeden inval, greep- zijn stok, stiet er driemaal mee op den vloer en de kamerhuzaar stond voor de deur. «Lodewijk «Majesteit «Eeiehardt, meester boekbinder in de Nagelgasse moet komen. Oogen- blikkelijk.» De geheele Nagelgasse geraakte in opschudding, toen de huzaar langs de goot marcheerde en naar het uithang bord van den boekbinder zocht. En moeder Reichardt viel bijna omver van schrik, en vader Reichardt jammer de en schreeuwde zoo, dat men het drie huizen ver kon hooren: «Had ik maar mijn mond gehouden ik zal ransel krijgen ik ben onschuldig en het is de schuld van den schoorsteen, van den schoorsteen alleen.» «Geen beweging! jas en laarzen aangetrokken en pet opzetten, oogen- blikkelijkbeval de huzaar, die altoos, zoodra hij uit het bereik van het paleis was, voor koning van Pruisen speelde. En eindelijk, na twee groote slokjes jenever, had de arme boekbinder zich in zooverre hersteld, dat hij door den huzaar ondersteund, ten minste gaan kon. De tranen van vrouw en dochter en de zuchten der geheele Nagelgasse volgden zijne schreden. De ongeduldige monarch keek reeds uit het venster, en zoodra Lodewijk en Reichardt den koelen, galmenden gang voor het schrijfkabinet betraden, had de koning de deur geopend. «Ha, zijt ge daar, Reichardt. Kom binnen, mijn zoon. Beeft ge? Hebt ge de koorts?» «Angst in de broek,» waagde Lodewijk te prevelen. «Zwijgen, gekl kom, mijn zoon.» De deur viel in het slot. De koning zette zich in den stoel aan de schrijftafel, speelde met een ganzenpen en zeide, half tot den bleeken, bevenden boek binder gewend«Ge kunt gaan zitten.» Half dood zonk Reichardt op den naasten stoel neder. «Luister,» zei de koning, «je be zwaren tegen den magistraat «Ach, majesteit, ontferming!» En de boekbinder wrong de handen en sprong overeind. De ganzenpen vloog weder op de tafel. «Zijt gij zinneloos? Zitten! je bezwaren tegen den magistraat heb ik met pleizier vernomen en om je nu een zeker bewijs van mijne bijzondere genade te geven Opstaan Met open mond en stijf van verbazing stond de boekbinder op. Ook de koning stond op, de rechter hand tusschen het vuile flanel, de linker op de schrijftafel. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 1