MII UW E Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht No. 101. Woensdag 18 December 1912. 41e jaargang. FEUILLETON. VERSCHÏJ1VT WOENSDAG EN ZATERDAG NOG EENS ARTIKEL '20 DER TARIEFWET. HOE EEN BOEKBINDER RAADSHEER WERD. «Bodewijk!» Amersfoortsche Courant. ABONNEIHENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door bet geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever O. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 37. Telephoenn. 69. ADVERTENTIËN: Van 1regels 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Wij hebben reeds eenmaal de aandacht gevestigd op de bepalingen ten aanzien der vei pakking, zooals die voorgesteld werden bij art. 20 van het gewijzigd wetsontwerp Waar wij overluigd zijn, dat die bepalingen aan administratie en be lastingschuldigen groote moeilijkheden opleggen, ontduiking van rechten in de hand en in de praktijk viijwel onuitvoerbaar zullen blijken, meenen wij aan het gewijzigd voorstel een afzonderlijk beloog te moeten wijden. Tot goed begrip van het ondei worp, brengen wij voor den oningewijde in herinneiing, dat bij de thans nog geldende wetgeving, de importeur van goederen naar de waaide belast (kortheidshalve waardegoederen te noemen) de inkomende rechten te betalen heeft voor de volle waarde van inhoud en verpakking. Aan den importeur van goederen naar het gewicht belast (kortheidshalve wicht- goedeien te noemen) wordt daar entegen toegestaan eene zekere bij de wet vastgestelde tarra in aftrek te brengen, of wel indien hij daarmede geen genoegen wensoht te nemen, het netto gewicht ambtelijk te laten vaststellen. Steeds werden dus deze rechten betaald hetzij over een fictief, heizij over een geconstateerd nello gewicht. Van een zuiver theoretisch standpunt beschouwd, kan worden erkend, dat er verschil van behandeling bestaat bij beide rubrieken. Bij waarde goederen wordt ook de emballage als onderdeel van het geheel voor bet bedrag der waarde aangeslagenbij wichtgoederen komt de emballage vrij binnen. Zij die zich op een practisch standpunt stellen welen echter, dat de emballage in verhouding tot de waaide van den inhoud in den regel weinig beteekent, dat daar entegen, in verhouding tot hel gewicht van den inhoud, de emballage een zeer belangrijk percentage verte genwoordigd. Wij herinneren ons dan ook niet, dat van de zijde van den handel ooit klachten gerezen zijn, omdat bij de waardegoederen ook de waarde van de emballage opgenomen werd in het bedrag waarover rechten voldaan moesten worden. Wel is dikwijls geklaagd, dat rechten geeischt weiden over kostbaar verpakkings materiaal gebezigd voor waarde goederen, als kisten voor piano's en spiegelruiten, vruchtenvans enz. die bestemd warm later teruggezonden te worden, terwijl de inhoud in Nederland verbruikt werd. Dit bezwaar staat echter geheel op zich zelf en zou gemakkelijk oplossing kunnen vinden ook zonder principieele wets wijziging; naar het ons voorkomt zelfs onder eenige voorzorgen tegen misbruik, door eenvoudige aan schrijving der ambtenaren. Van de zijde der administratie is de aandacht gevestigd op het feit, dat bij wichtgoederen zoogenaamde luxe-emballage vrij van rechten moest worden toegelaten. Gesteld dat de invoer daarvan belangrijk genoeg is om inmenging van den wetgever le rechtvaardigen, dan zou het over weging verdienen meerdere wicht rechten in waarderechten om te zetten waardoor de luxe emballage langs den gewonen weg getioffen zou worden. Ongelukkig hebben de ontwerpers van het tarief juist het tegenovergestelde systeem gekozen, waai door eene leemte in de wetgeving indien deze werkelijk bestaat slechts vergroot kon worden. De ontwerpers van de tariefwet zijn onder den indruk gekomen, dat gestreefd moest worden naar een vormigheid, onverschillig of rechten geheven weiden van waardegoederen dan wel van wichtgoederen. In die lijn althans ligt het aanvankelijk voorstel alle goederen niet minder belast dan f3 per 100 kg. voor bet brutu gewicht aan te slaan en voor de overige wichtgoederen slechts aftrek voor grove emballage toe te staan, Een streven naar gelijkmaking dus, waarhij de behandeling der waarde goederen onveranderd bleef, doch de importeur der wichtgoederen in slech ter conditie kwam. De ontwerpers der taiiefwet hebben spoedig de onhoudbaarheid ingezien der door hen voorgestelde bepalingen, die in sommige gevallen tot eene ver hooging der wichtrecbten moest leiden zoo aanzienlijk, dat zonder overdrijving van prohibitieve rechten gesproken kon worden. Indien zij zich bij de indiening van het wetsontwerp de moeite getroost hadden behoorlijk kennis te nemen van de bestrijding die eene soortgelijke regeling, doot den Minister Harte van Tecklenburg voorgesteld, ondervonden had, ware het aanvaukelijke voorstel op het punt der tarraregeling nimmer gedaan. Wij zullen thans nagaan wat bij gewijzigd wetsontwerp in de plaats is getreden. Ingetrokken werd de bepaling, dat voor alle wichtgoederen niet hooger belast dan f3 per 100 k. het bruto gewicht maatstaf der heffing zal zijn. De aftrek der vroegere taira bleef gehandhaafd, zoolang daarin niet bij algemeenen maatregel van bestuur wijziging zal zijn gebracht. Viijgesteld wordt, onverschillig of het waaidegoederen dan wel wicht goederen betreft, alle emballage die moet dienen om de goederen gedu rende het vervoer tegen breuk of andere beschadiging te beschermen (grove emballage) zoomede dat ver pakkingsmateriaal, dat wel in handen van den wederverkooper komt, doch niet aan den verbruiker wordt afge leverd. Deze laatste vrijstelling wordt in art. '20c nog eens uitgebreid tot ngesoldeerde blikjes, papier en blad tin, waai in de goederen zijn gewik keld of waardoor zij van elkander zijn afgescheiden, plankjes of klosjes. waarom garneeisel, lint of garen is gewonden, onbeschilderde en onbe- plakte kartonnen doozen en ander dergelijk verpakkingsmateriaal, ook al zijn daaiin de goederen vei pakt tot rechtstreeksche aflevering aan den verbruiker, voor zooveel dat verpak kingsmateriaal als zoodanig geen han delswaarde heeft, of na de ontpakking voor eene zelfde bestemming niet meer bruikbaar is".") Tegenoier deze vrijstellingen staat de bepaling, dat alle verpakkingsma teriaal niet daaronder vallende, belast zal worden met 12 pCt. der waarde, terwijl het daarbij geen verschil zal maken of de inhoud vrij van rechten ten invoer wordt toegelaten, dan wel naar waardegewicht, aantal of maal belast is. Zoo is dan de theoretische gelijk stelling verkregen,-f) maar met welke gevolgen? Bij den invoer zal eerst moeten worden vastgesteld welke emballage beschouwd moet worden als grove emballage, verder welke emballage bestemd is aan den verbruiker te worden afgeleverd of wel onder de hierboven omschreven uitzondeling valt. Welken hopeloozen strijd zien wij hier tussehen administiatie en handel ontstaan! Bij gemis aan vaste lijnen kunnen wij ons voorbereiden op zeer uiteenloopende behandeling bij de verschillende kantoren van inkla ring. Alle bezwaren vioeger in het midden gebracht tegen de afzonder lijke tariefposten voor goederen, be stemd voor vei koop in het klein, worden nog eens vermeerderd. De speciale vei hooging van rechten voor de kleine verpakking wordt aangedikt door de vrijstelling voor emballage daarop te doen vervallen. Zoo zullen, om een voorbeeld te noemen, vijgen en dadels aangebracht in ver pakking geschikt voor verkoop in het klein, dubbel getroffen worden. Tegenover den wijnhandelaar, die wijn in flesschen aanvoert, zal de adm'nistratie bewerengrdat dezo aldus aan den consument wordt afgeleverd en dus voor de flesschen een recht van 12 pCt. gevorderd moet worden, ofschoon bet recht op ledige flesschen slechts 6 pCt. bedraagt. Maar zal de wijnhandelaar dezen eisch niet betwisten door aan te toonen, dat geen levering in den zin van eigendoms-overdracht plaatsvindt, waar het immers gewoonte is de ledige flesschen later aan den leveran cier terug te geven? De werkzaamheden der ambtenaren om van het publiek niet te spreken worden aanzienlijk uit gebreid. Zij zullen een onderzoek moeten instellen naar aard en bestem ming van het verpakkingsmateriaal. Bij de wichtgoederen zullen zij, naast de contióle van het gewicht, zich nog eens bezig moeten houden met taxatie van de waarde van een be trekkelijk hoogst klein onderdeel. Welke grenzenlooze minachting voor uitbreiding van ambtenaars-personeel en ambtenaarskostenHet sterkst spreekt dit, indien wij denken aan de goederen, die vrij van rechten kunnen worden ingevoeld en niette min ter wille der emballage aan vol ledig onderzoek en taxatie van een onderdeel onderworpen blijven. Ter wille van centen offert men guldens. Als vooi beeld kunnen wij wijzen op de onbelaste geneesmiddelen (ait. 2566 tariefwet). Geheel blijvend op technisch ter rein valt het niet moeilijk aan te toonen, dat de nu voorgestelde regeling niet alleen practiscbe bezwaren brengt, maar ook principieel onjuist is. In afwijking van het thans beslaande stelsel, uitdrukkelijk in da waardewet van 1906 neergelegd, zullen inhoud en vei pakkingsmatei iaal van elkander gescheiden worden. Men zal niet meer de waarde aangeven van 100 flesschen inkt, maar in de plaats daarvan stellen de waarde der vloeistof en de waarde der flesschen. Dit voert tol dezelfde consequentie als de afzonderlijke taxatie 6) «Oudje," zei mevrouw, toen de acht bare Reichardt zoo even eene zitting achter den rug had, «ge hebt zeker veel te doen gehad. Ik heb dan ook je liefste gerecht gekookt.» «Mijn kind,» sprak de raadsheer, «boewei ik vreeselijk honger heb, moet ik toch eerst mijn genadigen koning verslag zenden. Altoos de zaken eerst 1 Nadat de prijzende brief aan zijne majesteit geschreven was, hapte de raadsheer met een waren boekbinders eetlust in zijn geliefkoosde spijs. «Kinderen,// verzekerde bij naiede- ren derden beet, «het is niet gemak kelijk raadsheer ,te zijn, geloof mij!// //Paatje,// zei zijne dochter, //straks moet ge toch bezichtigen wat wij ge kocht hebben. Een zijden en een wol len kleed, een kanten sluier en ge knoopte handschoenen tot aan mijn ellebogen." »En ik, oudje,» zei mevrouw, «heb twee kleedjes en een kanten sluier aangeschaft. Men kan daar toch nu niet meer buiten.» Ook reeds betaald vroeg de echtgenoot, terwijl bij aan een been kloof. «Daar moet gij voor zorgen, oudje.» «Nu, kinderen, hak er niet dadelijk zoo diep in I Zeshonderd thaler zijn toch geen millioen, wel?» «Maar, man! Maar vader!» riep dadelijk het zwakke geslacht. //Gunt ge ons niet eens dat klein genoegen Moet ik dan nog altoos als een boekbindersdochter voor den dag komen?// //Nu, nu, ge moet niet dadelijk bits worden. Het was eigenlijk niet zoo gemeend;// bevredigde bet sterke geslacht, dat dadelijk de zeilen streek, om de geliefkoosde spijs in rust te kunnen verduwen. Na de Zaterdagscbe zitting keerde de raadsheer schaakmat terug. Hij klaagde over vermoeidheid eu een zeer drogen keelbij bad een half uur lang over een aan te leggen brug over de Spree gesproken. Nadat hij vervolgens een prijzend verslag aan zijne majesteit bad gezonden, wilde bij op zijn bed een lange rust nemen, toen de meid drie leveranciers met rekeningen in zijn kamer braebt. «Wat wilt ge?» snauwde bij bet trio toe. «Gelooft ge, wijl bet beden de eerste van bet kwartaal is, dat men bet geld maar zoo uit den grond kan tooveren? Terugkomen I» De geduldige kooplieden gingen heen en Roosje kwam huppelend bin nen en lachte luidkeels. «Papatje,dezen brief moet ge lezen I De komeneisch- man ginder aan den boek, wil met mij trouwen bij bemint mij, schrijft bij onder en boven. Ik en een komeneisch- man! Ja, zoo het nog in de Nagel- gasse was. Het is waarachtig om je dood te lachen «Inderdaad,» zei de raadsheer, «bij mag de beste meDsch van de wereld zijn, maar bet gaat in geen geval. Strenge scheiding der standen I Want slechts op die wijze hebben de men- scben respect voor elkander, en daar voor zal ik in onze vergaderingen steeds spreken en stemmen. Ga nu naar je moeder, kind. Ik moet slapen.» De geplaagde man verheugde zich spoedig in den slaap des rechtvaar digen. De koning, door Derschau ge volgd, kwam van bet bezichtigen van eenige nieuwe gebouwen terug. //Majesteit «Mijn minister von Görne moet ko men. Oogenblikkelijk «Geheel Berlijn zal (zich verblijden, als bet verneemt boe wel en vroolijk uwe majesteit heden is,» zoo begroette de minister den monarch. «Meent ge, Görne? Nu ja, ik ben Goddank I niet ziek. Zeg eens, hebt ge weer iets van den magistraat geboord? Ik bedoel iets kwaads? Wat? Dus geen bezwaren? Nu, dat doet me plezier, ik heb ook niets geboord. Ja, lieve Görne, bet was toch een zeer goede gedachte van mij, den kerel Reichardt, daar heen te zenden. De vent past op, de slaapmutsen slapen niet meer, bet is weer alles in orde gekomen. Nu willen wij te zamen werken. Hebt ge den brief van den Dresdener koning meegebracht? Niet? Luister, Görne, het is toch waarachtig om duivels te worden!» De koning bleef lang op. De arme minister moest het met hem doen. De raadsheer Reichardt snorkte tot den volgenden morgen, en toen me vrouw met bet ontbijt hem wekte, klaagde hij over slechten eetlust en razende hoofdpijn. Gebruik koud water,» troostte me vrouw, «het komt alleen van het lange slapen.» «Gekheid!» riep de echtgenoot, op Nagelgassen toon. «Niets dan onzin en domheid! Ge wilt mij dit beetje slaap niet gunnen Het komt van het lange zitten en spreken, van veel werk zaamheden I «Blijf dan aanstaanden Woensdag uit de vergadering.» «Spreek niet over dingen, waarvan je geen verstand hebt! Weg blijven? Niet eer dan als ik dood ben Moeten er weer bezwaren komen? Moet het weder naar beneden gaan met den magistraat? Dat zou een blaam voor mij zijn en verdriet voor mijn gena- digsten koning. Geef me nu mijn kou sen, en ik wil probeeren of bet met bet eten gaan zal?» Des Woensdags kwam de arme man andermaal met een droge keel te buis. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 1