NIEUW E Nieuws- en Advertentieblad voor da Prat! ie ie Utrecht. |fi| gafememefc FEUILLETON. Knecht en Meester. So. 1. Zaterdag 4 Januari 1913. 42e Jaargang. vpsniUNT WOENSDAG EN ZATERDAG PREMIE Een tex"u.g-"blilE. Amerstoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Kijk 1.25. Afzonderlijke Nninmers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever O. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 69 ADVERTENTIÈN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/» Cent. Advertentièn viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. voor de lezer» van deze courant. Het heden verschenen 40e nummer van den vierden jaargang van •^i" 1 - bevat o.a.: No. 40 van het Geïllustreerd Week blad »Pak me Meea, zijnde het Eerste Nummer van het Vierde Kwartaal van den Vierden Jaargang, bevat be halve boeiende lectuur, een groot aantal zeer actueele foto's als: Klok gelui bij het einde van het Oude- en den aanvang van het Nieuwe Jaar. Gelukkig Nieuwjaar! Eigenaardig eebruik bij de viering van het Nieuw jaarsfeest te Philadelphia. De vie ring van «Driekoningen" (6 Jan.) in Zweden. Voorts: 's Lands wijs, 's lands eer: een eigenaardig ge bruik op 23 December, bij gelegen heid van de viering van den Sint Luciadag, in Zweden. Medaille, ge slagen als berinnering aan liet hon derdjarig bestaan van Hollands onaf hankelijkheid (voor- en achtei zijde) Handteekeningen van Keizer Napo leon I, in verschillende tijdperken van zijn leven. Sarah Bernhardt, de 68- jarige tooneelspeelster, als jeugdig mar ketenster in het nieuwe stuk van haar zoon«Kerstmis onder het Schrikbewind". De Turksche en Grieksche afgevaardigden, bij de vre desonderhandelingen te Londen. Keizer Wilhelm op jacht. Een vlieg machine zonder motor. Een groep van drie Chineezen, die in België aan het zwerven waren geraakt, totdat zij in Den Haag belandden. De kine matograaf op het slagveld. Honden- wedrennen. Theorie en practijk, iets uit de jongste spoorwegstaking in Engeland. De Nootdscbe Zeezwa luw (Sterna Macrura) Gegoten plaat, uitgehouwen uit een muur van een antiek huis te Doesburg, voorstel lende: De Bruiloft te Kana. Ten slotte: Portretten van bekende landgenooten. Het vervolg van den historïscben roman door Eline van Stuwe (Jacqueline Reyneke" van Stuwe), getiield: «Donkere Wolken". De Rubriek van Redacteur X en het Kinder nummer «Ons Prinsesje", met onderhoudende en leeizame'lec tuur voor de Jeugd. De geabonneerde wonende wenscht zich te abonneeren op het weekblad „PAK ME MEE", tegen deu prijs van 3'/j cent» thuis bezorgd. Negen tien honderd-en-elf was een jaar geweest vol politieke afwisseling, een jaar van groote gebeurtenissen, waarvan de wereldgeschiedenis zou gewagen, een jaar van spanning en herademing. Maar toen op den 31 December nog steeds geen strijd was uitgebroken tusschen Frankrijk en Duitschland, terwijl die tusschen Italië en Turkije op lustelooze wijze voort- kwijndè, meende men met eenig recht te mogen voorspellen, dat 1912 een rustiger jaar, minder rijk aan grootsche momenten zou worden. Het lot heeft 't anders gewild. Het I krantenlezend publiek heeft zich waar- j lijk niet behoeven te vervelende be- ruchte komkommertijd is slechts van korten duur geweest, en de sensatie was niet van de lucht. En zoo wij ons dus tot taak hebben gesteld een terug blik te werpen op hetgeen de wereld in 1912 beroerde, dan stellen wij ons niet vóór gebeurtenis na gebeurtenis te behandelen, voorzien van data, zoodat dit artikel zou gelijken op die beminne lijke ctijdtafels«, die ons in onze school jaren plaagden. Neen, liever laten wij onze gedachten zweven over de twaalf maanden, die achter ons liggen, zij zullen van zelf blijven toeven bij het eerste groote feit, dat zijn stempel heeft gedrukt op 1912. De tot standkoming van het Fransch- Duitsehe Marokko-verdrag? Ja, be langrijk was deze overeenkomst on getwijfeld. Zij heeft voor geruimen tijd het gevaar afgewend van een Fransch- Duitsehen oorlog, waarvan reeds jaren lang de kiemen aanwezig waren in Noord-Afrika, en die in 19-11 inderdaad dreigde uit te breken. En toch zullen slechts weinigen in de eerste plaats denken aan dit belangrijk feit, 't welk gevolgd werd door het Marokkaansche protectoraatverdrag tusschen Frankrijk en Spanje. Voor ons, Nederlanders be hoort de Marokkokwestie thuis in het jaar 1912, toen de dagbladen onrust barende telegrammen en zwartgallige beschouwingen bevatten naar aanlei ding van het Agadir-incident, maar voor de drie betrokken landenFrank rijk, Duitschland en Spanje is het afgeloopen jaar van nog grooter ge wicht, want daarin heeft de afwikkeling van het conflict grootendeels plaats gehad. Negentienhonderd en twaalf heeft de beslissing gebracht. Maar velen, die hunne gedachten laten gaan over 1912, zullen langer verwijlen bij het groote drama, dat thans, na verloop van vele maanden, hun gezicht nog brengt in een plooi van diepen ernst, dat thans nog hun hart van weemoed vervult, en menig een nogmaals een traan ontlokt. Geen schrijversbrein, de griezeligste en avontuurlijkste verhalen mogen er aan ontsproten zijn heeft ooit een drama in elkander gezet, dat in groot sche verschrikking de ontzettende scheepsramp van April 1912 nabij kwam. Wij zullen hier geen feiten herdenken, wij zullen hier niet in bij zonderheden afdalenin ons aller ge heugen zijn zij gegrift. Slechts een enkel woord van ootmoedige hulde aau de helden, die hun mannenplicht vervulden tot op het laatste oogenblik. En de gebeurtenissen volgen elkaar op met groote snelheid. Onophoude lijk verandert en vernieuwt de wereld. Het oude rijk van het Midden heeft opnieuw zijn ontzaglijke ledematen geroerd: een oogenblik keek Europa heel ernstig en men dacht aan den armen baron van Ketteler. Maar de volkswoede keerde zich niet tegen de vreemdelingen. Een burgeroorlog brak uit: het groote rijk was in twee deelen gesplitst, en dreigde in een Noordelijk en Zuidelijk-China uiteen te vallen. Het was een strijd van nieuw tegen oud, en van oud tegen ouder, van republikeinen tegen Mantsjou- dynastie, van Hantsjou-dynasty tegen Min-dynastie, een strijd, die eindigde met de proclamatie der republiek over het meest traditioneele land onzer aarde. Yoean Sji Kai, de staatsman van Europeesche opleiding, nam het bewind over uit de handjes van het kind, dat als keizer boven honderden millioenen onderdanen troonde. Maar wij kunnen slechts kort stil staan bij elke gebeurtenis, want 1912 was een jaar vol afwisseling, en in bijzonderheden mogen wij ons niet verdiepen. Wij slaan den blik op Engeland, en gedenken een der merk waardigste mannen, die ooit op de aarde werkteGeneraal Booth. Hij ontviel den reuzen-arbeid, dien hij gewrocht had, maar dien hij kon achterlaten aan een weergalooze or ganisatie, die zijn werk van geloof en liefde met onverflauwde kracht en met onwankelbaar vertrouwen zal voortzetten tot heil der lijdende en dwalende menschheid. Wij denken aan de groote mijnwerkersstaking, die de Britsche eilanden beroerde; wij den ken aan den strijd om zelfbestuur, die zich in Ierland afspeelt, en welke nauwer samenhangt met de idee eener imperiale federatie dan velen ver moeden. De presidentsverkiezing zal in Frankrijk eerst het volgend jaar plaats hebben, doch thans reeds wordt er druk over de «kansen// geredekaveld, en worden, candidaten genoemd, ter wijl een ieder in de overtuiging leeft, dat het Elysée-paleis betrokken zal worden door een staatsman, die niet op het candidatenlijstje der dagbladen prijkt. In de groote Amerikaansche repu bliek daarentegen verkeert men niet in het onzekere omtrent den man, die in de eerstkomende vier jaren geroepen zal zijn om de opperste staatszaken te leiden. De verkiezings campagne is met ongekende heftig heid gevoerdde vroegere vrienden Taft en Roosevelt hebben elkander als verbitterde vijanden bestreden, en ten slotte slaagde de democra tische candidaat Woodrow-Wilson er in, het Witte Huis te veroveren. Evenals elke nieuwe president is hij een man van uitstekende hoedanig heden, doch niemand twijfelt er aan, of hij zal dezen na verloop van vier jaren wel verloren hebben. In eenige monarchiën ging de hoogste staatsmacht in andere handen over door overlijden van den regee renden vorst. Koning Frederik van Denemarken stierf tijdens een verblijf u> Hamburg op den openbaren weg, zonder dat iemand vermoedde, welk een doorluchtige persoonlijkheid Daar het ziekenhuis werd gereden. Japan, verloor zijn grooten Keizer Moetsoe-Hitoe, die de gouden ketenen der overgeleverde etikette verbroken had, om zelf het bestuur over het rijk van den chrysantemum te aan vaarden, en het moderne Japan op te voeren tot een macht van den eersten rang, die over Rusland zege vierde. En generaal Nogi, de held van Port-Arthur, een verpersoonlij king van het vooruitstrevende, ge moderniseerde Land der Rijzende Zon, beging, getrouw aan de oudste eD vroomste-traditie van Nipon, harikari. Luxemburg verloor door den dood zijnen groothertog Wilhelm, die tij dens zijn korte regeering een kwij nend bestaan buitenlands gevoerd had. Teneinde verwikkelingen te voorkomen, die ontstaan zouden, indien geen onmiddellijke nakomeling van den groothertog op den troon werd geroepen, besloot de Kamer te breken met de Salische wet, en werd de jeugdige priuses Marie met de (Aauteekeningen van een commissaris van politie). 1) De gelddrager Franke was reeds vele jaren in dienst bij den rijken bankier M Hij had zich nooit aan eenige oneerlijkheid schuldig gemaakt en genoot zooveel vertrouwen, dat hem de grootste sommen toevertrouwd werden. Zoo had hij op een dag tegen den avond het was in het begin van December en reeds vroeg donker op last van zijn meester negen-en- twintigduizend gulden aan de bank te ontvangen. Zonder er over na te denken had M hem deze boodschap opgedragen, want hij kende de eerlijk- hoid van zijn bediende, in wien hij meer vertrouwen stelde dan in zijne boekhouders. Daar stormde Franke het kantoor van den bankier binnen, ontsteld, bleek, aan den arm bloedend. Geheel uitge put zonk hij op een stoel neder. Ver schrikt sprong M op, vroeg naar de lederen portefeuille, waarin de som moest zijn en jammerend deelde do gelddrager hem mede, dat de porte feuille hem ontrukt en ontstolen was. Zichtbaar in de grootste opgewonden heid verhaalde hij, dat in een passage, die twee straten vereenigde, de porte feuille met de geldswaarde, welke hij onder den arm droeg, hem ontrukt was geworden. Hij was den dief, die schielijk wegliep gevolgd en had van hem, toen hij hem greep een steek met een mes in den arm ontvangeD. De ontsteltenis van den bankier was groot, want het verlies trof hem zwaar. Hij zond dadelijk om de politie, deed van het gebeurde aangifte en ik begaf mij onmiddelijk tot hem, om nadere omstandigheden te vernemen. Hij bracht mij in zijn kantoor en deelde mij de geschiedenis mede. Een ontboden arts had den arm van Franke, die zich ineen zijkamer bevond, onder zocht en verbonden, en de kwetsuur voor weinig beteekenend en niet ge vaarlijk verklaard. Naar het oordeel van den arts was de verwonding met een puntig scherp instrument toege bracht, waarschijnlijk met een mes. Ik trad in de zijkamer om Franke zelf in verhoor te nemen. Hij zat op een stoel, maar stond op toen ik met zijn principaal binnentrad. Hij wes een man van in de vijftig jaren, in zijn donker haar had zich reeds veel wit gemeDgd. Zijn gestalte was middelma tig groot en krachtig, zijn gezicht maakte een goeden indruk, alleen in zijn bijna half gesloten oogen lag iets onrustigs en stekends. Zijn gezicht was bleek, tengevolge van de opge wondenheid, misschien ook van het bloedverlies. Ik liet mij het gebeurde nog eens door hem verhalen. De passage was mij bekend, zij liep door een huis en over een lange binnenplaats. Er werd zeer weinig gebruik van gemaakt, evenwel bevonden zich op de plaats verscheidene kleine winkels. «Hebt ge den man, die u de porte feuille ontrukte, herkend?" vroeg ik. «Ik ken hem niet." «Gij hebt hem toch gezienkunt ge hem beschrijven?" vroeg ik voort. «Ja," gaf de gevraagde ten antwoord «hij was zeer fatsoenlijk gekleed, droeg een donkere jas en hoogen zwarten hoed." «Was hij groot?" «Ja, tamelijk groot en sterk; hij had een donkeren zwaren baard en kon in de dertig of veertig jaar oud zijn." «Zoudt ge hem weder herkennen, zoo hij in uw tegenwoordigheid werd gebracht «Ik geloof ja, stellig kan ik het ech ter niet zeggen, het licht op de plaats is zeer flauw." «Hebt ge iets bijzonders a*n den man opgemerkt?" Franke dacht een oogenblik na. «Ik zag een tamelijk grooten riDg aan zijne hand glinsteren," antwoordde hij. «Wanneer zaagt ge dien?" «Op het oogenblik toen bij den arm oplichtte en mij den steek toebracht.'' «Waar gebeurde dat?" «Bij den uitgang der passage, daar had ik hem ingehaald." «Waarheen vlood de man?« «Hij liep de straat op.« Hebt ge hem daar vervolgd?// «Neen.» «Waarom niet?» «Ik zag hem niet meer toen ik op de straat kwam en was ook door den stoot verschrikt en als bedwelmd. Ik keerde naar de binnenplaats terug en riep om hulp in een winkel.» »Gij keerdet op de binnenplaats te rug? In dien tijd kon de man zich immers des te zekerder verwijderen Ware het niet doelmatiger en natuur lijk geweest hem op de straat te vol gen «Ik was geheel in de war en wist nauwelijks wat ik deed. De arm was mij zeer pijnlijk en ik vreesde dat d© verwonding gevaarlijk kon zijn.» «Riept ge, toen u de portefeuille ontrukt werd, niet om hulp?» //Ik weet niet of ik het gedaan heb; ik geloof het echter wel.» „Was niemand buiten u in de passa ge of op de plaats?» »Ik heb niemand gezien.» //Op de straat moeten toch men- schen zijn, die den vluchtende ge zien hadden?» Ik weet het niet ik was geheel in de war.» „Wat deedt ge vervolgens?» »Ik spoedde mij hierheen, om mijn meester van het ongeluk kennis te geven.» //Gij onderzocht dus niet verder naar den man?» (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 1