NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
No. 6.
Woensdag^22 Januari 1913.
42e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
BINNENLAND.
FEUILLETON.
ONDER RUSSISCHE SMOKKELAARS^
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Laugestraat 77. Telephoonu. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/« Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De Tucht-Unie.
Men mag zich mogelijk al vleien,
dat de naam alreeds een leuze werd,
die geen ijdele klank meer is, voor
wie haar hoort, een krachtige propa
ganda kan de «Tucht-Unie" toch niet
missen, daar gelaten nog of eenige
organisatie zich hiervan te speeneu,
zich ooit als weelde zou kunnen ver
oorloven. Maar het woord «Tucht-
Unie" zegt velen reeds wat en voor
anderen strekke ter voorlichting de
omschrijving van het doel, zooais deze
te vinden is in artikel 1 der Statuten:
«Bestrijding der Tuchteloosheid onder
het Nederlandsche volk, teneinde zijne
zedelijke, geestelijke en lichamelijke
kracht te verhoogen."
Tuchteloosheid. Een woord, dat
misschien te hard klinkt, wanneer
't niet in verband met de Tucht-Ume
gebruikt wordivoor haar is 't het
verzamelwooid voor al die groote en
kleine gebreken, karaktertrekken en
eigenaardigheden onzen volksaard
eigen, die aanleiding gaven tut die
waarschuwende uitlating, dat vrijheid
geen bandeloosheid beteekent.
De Tucht-Unie wil niet ons volk
een tucht opleggen, welke als een
ijzeren keurslijf zou zitten, echte vrij
heid, gezonde beweging belemmerend;
géén vrijheidsbeperking dus; de Unie
wenscht zelfbeheersching over al die
eigenschappen, welke zoo licht in
ondeugden, zoo niet in erger kwaad
ontaarden; zij wil aankweeken den
zin tot orde en regelmaat. En daarbij
bestrijkt de Tuchi-Unie een uitge
strekt gebied, zoo groot als bijkans
heel 't terrein van ons maatschappelijk
leven. Dat blijkt alreeds uit de groote
verscheidenheid van organisaties bij
baar aangesloten, als: het Algem. Ned.
Verbond en de Algem. Ned. VViel-
rijdersbond, de Bond voor Lichamelijke
Opvoeding, de Nederl. Automobiel-
Club, het Ned. Onderwijzers Genoot
schap, de Ned. R. K. Volksbond, Pro
Juventute enz. enz. Bat blijkt ook uit
de commissies, die zij reeds vormde,
m. n. voor de bevordering van ver
keersveiligheid, voor sport, spel,
lichaamsoefeningen en speelterreinen,
tot voorlichting in zake de drank
bestrijding, tot verbetering vau den
volkszang enz.
En elke organisatie, elk persoonlijk
lid, toegetreden tot de organisatie kan
op zijn wijze meehelpen ter bevor
dering van het doel, mits zich hou
dende aan de slot-alinea van art. 2,
dat bij de middelen ter bereiking van
het doel noemt, «alle geoorloofde en
tegen wet of verordening niet strij
dende middelen (om) zelftucht en
tucht te bevorderen of in het leven
te roepen." Noch op politiek, noch op
godsdienstig gebied geeft de Unie aan
eenigerlei richting boven welke andere
ook de vooikeur.
Hebben we hiermede aangetoond
over welk een ruim gebied de werk
kring van de Tucht-Unie zich uitstrekt,
hoe velerlei personen hier kunnen
samenwei ken, men zal nu allicht be-
giijpen, hoe in 't bijzonder voor de
Tucht-Unie een voortdurende propa
ganda noodig is; niet alleen en inde
eerste plaats voor zich zelf, maar om
wat zij voorstaat steeds meer te ver
breiden in de onderscheidene lagen
van ons volk. Daarvoor beeft zij ook
noodig de peis in den meest uitge-
breiden zin des woords, zoowel de
dagbladpers als de periodiek ver
schijnende bladen en tijdschriften. Ten
einde gemakkelijker contact te kunnen
verkrijgen met de pers, vormde zich
thans, op instigatie van het Hoofd-1
bestuur, een pers- en redactie com-l
missie, bestaande uit den Heer C L.
van Balen, hoofdredacteur van het
Vaderland, Mej. E. Belinfante, redac
trice en de Heeren W. C. van Meurs
redacteur aan de Nieuwe Courant,
H. J. van de Munnik, redacteur aan
de Nederlander en C. P. Voute, redac
teur aan de Nieuwe Rotterdamsche
Courant, Secretaris, Marconistraat 19,
den Haag.
De Commissie stelt zich o. m. voor
nu en dan de gastvrijheid der bladen
in te roepen voor de plaatsing van
een of andere bijdrage over de Tucht-
Unie en haar bemoeiingen, terwijl zij
evenzeer bereid is de bladen van
voorlichting te dienen, wanneer deze
zelf voor de Tucht-Unie in eenigerlei
opzicht propaganda wenschen te ma
ken.
In verschillende plaatsen zou de
commissie gaarne nog correspondee-
rende leden aanstellen. Hun, die hier
toe genegen zijn wordt verzocht zich
aan te melden bij den secretaris.
De Minister van Oorlog heeft
bepaald, dat de vrijwilligers van het
reservekader bij de infanterie, genie,
vestingartillerie en bereden korpsen,
die laatstelijk in 1911 of vroeger
onder de wapenen zijn geweest en
door wie voor 1 Mei a. s. niet is
aangevraagd om dit jaar voor ten
minste drie weken vrijwillig onder
de wapenen te mogen komen, door
den korps-commandant znllen worden
opgeroepen om in 1913 tegen een
door dien korpscommandant vast te
stellen datum voor den tijd van vier
weken onder de wapenen te komen.
Van deze opkomst zullen zijn vrij
gesteld de kaderreservistena. wier
diensttijd in het jaar 1913 eindigd;
b. aan wie is vergund zich builen
Europa op te houden. f»v4ss. Cl.«)
Landverhuizers naar de Vereenigde
Staten.
Waarschuwing!
Blijkens ontvangen berichten zou
een Arnerikaansche maatschappij, de
D... H... 1... Co., het voornemen
hebben hier te lande emigranten aan
te werven en aan Nederlanders land
te verkoopen.
Dengenen, die dergelijke voorstellen
mochten ontvangen wordt aangeraden,
alvorens daarop in te gaan, nadere
inlichting bij de afdeeling Handel van
het Departement van Landbouw, Nij
verheid en Handel (Lange Houtstraat
36, 's-Gravenhage) in te winnen.
De aangekondigde sigaren
makersstakingen te Rotterdam, Dord
recht en Gorinchem, zijn Maandag
ingegaan.
Deze stakingen omvatten ruim 450
arbeiders. De door het bestuur van
bet Verbond van sigarenfabrikanten
aangenomen motie, die Zaterdag door
ons werd gepubliceerd, is officieel ter
kennis gebracht van de hoofdbesturen
der vier arbeidersorganisaties in de
sigarenindustrie. De hoofdbesturen
zullen binnenkort over deze motie
vergaderen. -
Parades.
Uit een weldra te verschijnen besluit
zal blijken, dat de militaire parades,
behalve die op den verjaardag der
Koningin, niet geheel worden afge
schaft.
De beoordeeling of in eenig garnizoen
op andere verjaardagen dan die van
H. M. parade kan worden gehouden,
zal worden overgelaten aan de mili
taire garnizoensautoriteit, wiens be
slissing afhankelijk wordt gesteld van
de vraag, of er een voldoend aantal
manschappen aanwezig is om parade
te maken.
Vooraf is reeds te zeggen, dat dit
in de maand April, waarin twee Ko
ninklijke verjaardagen vallen, zeer
moeilijk zal zijn, omdat alsdan het in
Januari opgekomen gedeelte der militie
nog niet voldoende geoefend is.
Maar tevens is te verwachten, dat in
de maand Augustus met haaf twee
verjaardagen van leden der Vorstelijke
familie wel een genoegzaam aantal
soldaten in de garnizoenen aanwezig
zal zijn om, aangevuld met het kader,
de parade te laten doorgaan.
Tevens zal het tijdstip der parade
niet meer gebonden worden aan 12
uur 's middags, doch zal de militaire
autoriteit bevoegd zijn, elk uur in den
voormiddag daarvoor vast te stellen.
Invaliditeits- en Ouderdoms-
verzekering I
De heer Treub, van oordeel, dat
bet noodig is. in de Invaliditeitswet
de mogelijkheid van verzekering bij
bijzondere fondsen op te nemen als
correctief tegen de zijns inziens te
gecentraliseerde en te bureaucratische
regeling der zaak in het ontwerp,
heeft een 10-tal daartoe strekkende
amendementen bij de Tweede Kamer
ingediend, daar hij overtuigd is, dat
dit doel niet is te bereiken langs den
weg, ingeslagen dtJbr het amendement
van den heer De Visser.
Hij stelt daartoe voor in de eerste
afdeeling, die de organisatie der ver
zekering regelt, een afzonderlijke
paragraaf op te nemen, handelende
over de erkende bijzondere fondsen.
Bij zjjn amendementen is de beer
Treub er van uitgegaan
lo. dat de verzekeringsplicht moot
voortduren ook voor hen, die zich bij
een bijzonder fonds hebben aange
sloten
2o. dat deze verzekerden dezelfde
waarborgen moeten hebben ten aan
zien der uitbetaling van de hun toe
komende renten als de bij de Bank
verzekerden
3o. dat de regeling zoodanig moet
zijn, dat selectie van individueel slechte
risico's is uitgesloten;
4o. dat de verzekerden zeiven het
overwicht moeten hebben in het be
stuur der bijzondere fondsen;
5o. dat gewaakt behoort te worden
tegen het ontstaan van te kleine
bijzondere fondsen
6o. dat onderlinge herverzekering
van erkende bijzondere fondsen be
hoort te worden aangemoedigd
7o. dat, nu bet ontwerp voor de
Bank het premiestelsel huldigt, dat
tevens bij de bijzondere fondsen moet
worden gevolgd
8o. dat de bijzondere fondsen bun
rechtmatig deel ontvangen in de Rijks
bijdrage van art. 19;
9o. dat zij eveneens (bij aanneming
van zijn amendement op art. 167)
bun deel ontvangen in de daar be
doelde Rijksbijdrage;
lOo. dat de werkgevers niet door
middel van het bijzondere fonds de
1) -o-
Tantan is het erbarmelijkste stadje
van al de zeeplaatsen in Rusland. Ik
was er bijna van honger gestorven, ja
men wilde mij er zelfs verdrinken. Met
extra post kwam ik laat in den nacht
aan, de postiljon bleef met het ver
moeide driespan bij de poort van het
eenige steenen gebouw staan. Toen de
wachthebbende kozak der Zwarte Zee
den klank der klokjes hoorde, riep hij,
uit den slaap gewekt met woeste stem:
ii Werda?» De sergeant en de korporaal
verschenen. Ik gaf hun te kennen, dat
ik officier was, tot de te veld zijnde
legerafdeeling behoorde, wegens kroon-
aangelegenheden op reis was en een
officieel kwartier verlangde.
De korporaal voerde ons door de
stad. Aan welke hut wij kwamen
allen waren bezet. Het was koud; ik
had in drie nachten niet geslapen, was
vermoeid en begon boos te worden.
«Breng mij waar ge wilt, verdoemde ke
rel, zij het naar den duivel, zoo ik maar
ergens te huis kom!« schreeuwde ik.
«Hier is nog eene hut,« antwoordde
de korporaal en krabde zich het hoofd,
«maar zij zal u niet behagen, het is er
niet zuiver.»
Ik begreep niet volkomen de betee-
kenis van het laatste woord, en beval
hem door te rijden. Na een langen rit
door smerige straten, waarin ik aan
beide zijden niets dan half vervallen
muren zag, kwamen wij aan een niet
groote hut dicht bij den oever der zee.
De volle maan bescheen het rietendak
en de witte muren mijner nieuwe
woningop het voorplein, dat door een
muur van steeneD gevormd werd, stond
ter zijde een tweede ellendige hut,
kleiner en ouder dan de eerste. De
oever liep bij den muur er van steil
zeewaarts af en beneden schuimde deze
met haar eeuwig ruischende donker
blauwe golven. De maan zag stil op het
rustelooze element neer, en kon ik in
haar licht, ver van den oever, twee
vaartuigen onderscheiden, welker don
ker touwwerk, als een spinnewebbe, be
wegelijk tegen de witte linie van den
horizont afstak.
Er is een schip in de havendacht ik,
morgen kan ik mijne reis naar Gelend-
schik voortzetten.
Een linie-kozak bediende mij als
knecht. Ik beval hem den koffer te
ontpakken en de voerman te ontslaan
zelf riep ik om den meester des huizes.
Alles bleef stilik klopte zonder
antwoord te ontvangen.... Wat is
dit? Eindelijk keek uit het venster
een knaap van oDgeveer veertien jaren
oud.
«Waar is de meester van dit huis?«
«Er is er geen?»
«Wat? is er geen?»
«Neen.»
«En de vrouw des huizes?»
«Is naar het dorp gegaan.»
«Wie zal de deur openen?» vroeg ik
en schopte er met mijn voet tegen.
De deur ging van zelf open; uit de
hut kwam een vochtigen tocht. Ik ont
stak een lucifer en hield het voor den
neus van den knaap; het vlammetje be
scheen een paar witte oogen. Hij was
blind, blind geboren. Hij stond onbe
wegelijk voor mij en ik aanschouwde
zijne gelaatstrekken. Ik heb, ik moet
het bekennen, een sterk vooroordeel
tegen alle blinden, lammen, dooven,
stommen, bultenaars als anderszins. Ik
heb opgemerkt dat er steeds een merk
waardig verband tusschen het uiterlijk
van een mensch en diens ziel bestaat,
alsmede dat met het verlies van een
lichaamsdeel, ook de ziel een gevoels-
orgaan verliest. Ik aanschouwde dan
het aangezicht van den blinde, maar
wat wilt ge op een gelaat lezen, dat
geen oogen heeft? Ik aanschouwde hem
lang met onwillekeurig medelijden,
toen plotseling een nauwelijks zicht
bare glimlach over zijne diepe lippen
liep, die, ik weet niet waarom, op mij
een onaangenamen indruk maakte. In
mijn geest steeg het vermoeden op dat
dezen blinde niet zoo blind was, als hij
scheenvergeefs wilde ik mij overreden
dat men deze oogen niet kon namaken,
en dan met welk oogmerk Maar wat
te doen? Ik hel spoedig tot voor-
oordeelen over.
«Zijt gij de zoon des huizes?» vroeg
ik hem eindelijk.
«Neen.»
«Een arme wees.»
«En heeft de huisvrouw kinderen?»
«Neen. Zij heeft een dochter gehad,
maar deze is met een Tartaar over zee
gegaan.»
«Met welken tartaar?»
«Mijn god I een Krim-Tartaar, een
schipper van Kentich.»
Ik trad in de huttwee banken, een
tafel en een groote koffer bij den haard
was al het huisraad. Aan den wand
geen enkele prent een slecht teeken I
Door de gebroken vensterruiten woei
de zeewind. Ik nam uit den koffer een
stuk waskaars, ontstak het en begon
mjin goed uit te pakken, zette mijn
sabel en mijn geweer in een hoek, legde
de pistolen op de tafel, spreidde mijn
mantel op een bank uit, de kozak den
zijnen op een anderehij snorkte in tien
minuten, maar ik kon niet in slaap
komenvoor mij bewoog zich bestendig
in de duisternis de knaap met de witte
oogenZoo verstreek ongeveer een uur.
De maan scheen door het venster en
haar licht flikkerde op de leemen vloer
der ut.
Plotseling gleed over de lichtstreep,
die de vloer doorsneed, een schaduw.
Ik richtte mij op en keek naar het ven
ster. Iemand liep er voorbij en verborg
zich, God weet waar. Ik kon niet onder
stellen, dat die gestalte langs den stei-
len oever liep, maar waar anders kon
hij verdwenen zijn Ik stond op, wierp
een mantel om, nam een dolk en trad
stil uit de hut, tegenover mij zag ik
den blinden knaap. Ik drukte mij tegen
den muur en hij ging met vasten, maar
voorzichtigen tred voorbij uit.
(Wordt vervolgd.)