NIEUWE
1ÈT Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
®ak>mzmz
FEUILLETON.
Zaterdag 25 Januarijl913.
42e jaargang.
PREMIE
RAADSSTUKKEN.
ONDER RUSSISCHE SMOKKELAARS.
^0. 7
Amersfoortsche Courant.
V
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever O. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 17. Tclephoomi. 60.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent.
Advertentièn viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsrnimte.
voor (le lezers van deze courant
Het heden verschenen 43e nummer
van den vierden jaargang van
bevat als voorplaatRaymond Poin-
caré, die door de Nationale Vergade
ring te Versailles tot Piesiderit van
de Fransche Republiek gekozen is.
Verder: H. M de Koningin in arre-
slede in het Haagsche Bosch zelf
mennend. Robslee-vreugde in de
Scheveningsche Boschjes, met twee
foto's Een vioolijke start en in volle
vaart. Houthakkers, hun ontbijt
gebruikende in liet besneeuwde Haag
sche Bosch. Ue vrouwelijke barbier
aan het werk. Een monster in
menschen gedaante. Een weinig
bekende bedevaartplaats te Amster
dam, rnet drie foto's, als Overzicht
van het Bagijnenhof, met de keik en
kei kingang. Het klooster in het
Bagijnenhof: De bagijntjes aan de
naaitafel en de Bagijntjes aan de
stiijkplank. Twee bektoonde hond
jes.Gerijhound «George», die reeds
vele bekroningen behaalde. Het
hondenkerkhof »Het Torentje» op
den Amstelveensche weg te Amster
dam, met twee foto's De schol
ekster (Haematopus Ostratpgus).
Pages, bij de bruiloft van den adjudant
van den Engelschen Koning, in de
Westminster Abdy. Japanschen in
winterkostuum. De Keizer van
Duitschland en zijne zes zonen, op
Nieuwjaarsdag van het paleis komende.
Een apenfamilie in deRotterdamsche
Diergaarde. Slangenmenschen te
Berlijn. Het 25 jarig jubileum van
de Werklieden-Vereentging» Eendracht
maakt Macht» te Scbeveningen.
Een gouden Bruidspaar in het Oude
Mannen- en Vrouwenhuis te Amster
dam. Reklamewagen van de Firma
C. H. Knor A. O. te Heilbron.
Sneeuwopruimfttg. Gelukkige red
ding.
Ten slotte: Portretten van bekonde
landgerioolen Het vervolg van den
historischen toman door Eline van
Stuwe (Jacqueline Reyneke van
Stuwe) Getiteld «Donkere Wolken»
De Rubriek van den Redacteur X.
De twintigste Esperanlo-les en
het kindernummer »Ons Prinsesje»,
met onderhoudende en leerzame lec
tuur voor de Jeugd.
De geabonneerde
wonende
wenscht zich te abonneeren op het
weekblad „PAK ME MEE", tegen den
prijs van 3'/i cents thuis bezorgd.
In hun voorstel van 12 Novem
ber 1912, tot vaststelling van een
Reglement voor de biandweer, schre
ven B. en W. dat wij de Raad een
nader voorstel zouden doen tot be
paling van den dag van het in wer
king treden van het reglement aan
gezien het nog niet vaststond, wanneer
de nieuwe organisatie tot stand zou
zijn gekomen.
Ook thans is zulks nog niet het
geval, daar o.a. het bestelde materieel
nog niet geleverd en de vereischte
telefoongemeenschap ten behoeve van
het alarmsysteem nog niet tot stand
gekomen is.
Intusscben zijn B. en W. bereids
overgegaan tot de benoeming van het
personeel, ten einde dit tijdig te kun
nen oefenen met het bestaande
materieel.
Met het oog daarop stellen B. en
W. den Raad voor, te besluiten tot
de in werking treding van het nieuwe
Reglement voor de brandweer, gere
kend van den 1 Januari 1913 af,
behoudens, dat de brandhlussing zelve
eerst aan haar worde opgedragen bij
intrekking van de oude verordeningen
op de brandweer.
In de raadsvergadering van 26
Maart 1912 werden B. en W. ge
machtigd tot onderbandsche verhuring
tol Kerstmis 1912 van eertige terrei
nen, welke ten dienste van de Water
leiding waren aangekocht en niet
terstond voor dit bediijf benoodigd
waren.
Ook dit jaar zullen bedoelde ter
reinen nog niet voor het bedrijf be
schikbaar behoeven le worden gesteld,
weshalve B. en W. voorstellen, hen
opnieuw te machtigen tot onderhand-
sche verhuring tot Kerstmis 1913.
Voor 1912 is geen hoogere prijs
dan 10 cent per roede bedongen
kunnen worden, omdat, tengevolge
van de aan te leggen werken, de
mogelijkheid niet was uitgesloten, dat
aan het te verhuren gedeelte eenige
schade zou worden toegebracht. Op
denzelfden grond zal ook dit jaar geen
hoogere huurprijs bedongen kunnen
worden, aangezien de worken niet
geheel tot een einde zijn gebracht.
Op grond van het bovenstaande
stellen Burgemeester en Wethouders
den Raad voor wederom tot verhuring
tegen 10 cent per roede te besluiten.
Nadat de Raad in zijn zitting
van den 3 October 1912 had besloten
tot aankoop van sVleulbergenn en
andere terreinen, gelegen aan del
Barchman Wuytierslaan en strek
kende tot den Ouden Utrechtschen
weg, werd door Burgemeester en
Wethouders overwogen den eigendom
te verkrijgen van den grond, gelegen
tusschen den Ouden Utrechtschen
weg en den straatweg naar Utrecht,
welke onmiddellijk aan bovengenoem
de gronden aansluit. Zij achten het
bezit van dezen grond van groot
belang voor de Gemeente, in de eerste
plaats omdat zij dan eigenares is van
een zeer belangt ijk, aaneengelegen
complex gronden, strekkende van den
Utrecht-chen straatweg totdeBaich-
mijn Wuytierslaan bij de halte Vlas
akkers; en voorts omdat op het uit
breidingsplan voor deze terreinen
meerdere belangrijke wegen zijn ont
worpen.
De pogingen tot aankoop werden
onlangs met succes bekroond; B. en
VV. zijn er in geslaagd, op deze gron
den de hand te leggen voor een,naar
bel hen voorkomt, zeer aannemelijken
prijs. Het geheele teriein, ter geza
menlijke grootte vari 35.34.70 H A.,
kan door de Gemeente worden aan
gekocht van de eigenares, mevrouw
de wed. Roos Vlasman, te Abcoude,
voor de som van f 110 000.kosten
van overdracht inbegrepen.
Het terrein is grootendeels bezet
met eiken hakhout; een gedeelte
wordt ingenomen door opgaand den
nenbosch, ter waarde van, naar schat
ting, f3700.
Tot juiste beoordeeling van den
gevraagden prijs, welke per vierkanten
Meter ongeveer 30 cent bedraagt,
diene, dat voor de achter de hofstede
»Vleutbergen« en aan den Ouden
Utrechtschen weg gelegen terreinen
in openbare veiling van 24 September
1912 een prijs van 19.34 cent per
M», onkosten inbegrepen, werd be
taald; neemt men een zelfden prijs
aan voor het achtergedeelte van den
nu te koop aangeboden grond, lig
gende tusschen dan Ouden Utrecht
schen weg en eene lijn getrokken op
80 Meter uit- en evenwijdig aan den
Utrechtschen straatweg, dan komt
dit achterterrein, groot 311 870 M',
der Gemeente te staan op ruim
f60 000; het voorterrein, ter breedte
van 520 M. langs den straatweg en
ter diepte van 80 M., wordt dan be
taald met f 1.20 per vierkanten Meter.
Deze prijs komt B. en W. in verband
met de prijzen van bouwterrein langs
dien straatweg in de omgeving van
de aan te koopen terreinen, niet le
hoog voor. Daarbij komt dat de aan
le koopen grond gunstiger is gelegen
dan het terrein »Vleutbergen« c. a.
en dat eene grootere oppervlakte
terstond als bouwterrein beschikbaar
komt.
Door de eigenares der gronden
werden de volgende voorwaarden
gesteld voor den verkoop
1. ten behoeve van den aan haar
in de omgeving dez£r terreinen toe
behoorenden grond zal op de over te
dragen terreinen de erfdienstbaarheid
worden gelegd, dat er niet mogen
worden gebouwd fabrieken noch hui
zen van minder dan f250.werke
lijke huurwaarde;
2. voorts zullen er geene kroegen,
bierhuizen, bordeelen of dergelijke
mogen worden gehouden of uitge
oefend.
Tegen het aanvaarden dezer voor
waarden bestaat o. i. geen bezwaar
deze bepalingen zijn vrijwel gelijklui
dend met die van de servituten op
de gronden van de Maatschappij
«AmersfoorU gelegd ten behoeve vau
de door die Maatschappij aan de
Gemeente overgedragen wegen (Raads
besluiten van 23 Mei 1901, 20 Mei
1902, 26 Mei 1903, 29 Mei 1906 en
15 December 1908).
Bij de onderhandelingen met ver
koopster kwam voorts ter sprake het
opnemen als voorwaarde van de ver
plichting der Gemeente om mede te
werken tot het kadastraal ten name
van de vet koopster stellen van twee
strooken grond, ter weerszijden van
het Noordelijk gedeelte van den
Kalkweg gelegen, kasdaslraal bekend
in Sectie C nos. 250 en 252. Deze
perceelen staan thans in het kadaster
ten name van de Gemeente, doch
zouden, naar beweerd wordt, niet
haar toebehooren, doch eigendom zijn
van de erven van mr. S. J. A. van
Walcheren, die de strooken verkocht
hadden aan de wed. Roos Vlasman,
eigenares van de aangelegen terreinen.
Voor de juistheid van deze bewering
bestaat zeer groote waarschijnlijkheid;
om de kans van eene ingewikkelde
2)
Onder den arm droeg hij een pakje.
Hij richtte zich naar de haven en steeg
een smallen steiger af.
"Op dien dag zullen de stommen
spreken en de blinden zien,» dacht ik
en volgde hem op eenigen afstand, om
hem niet uit het oog te verliezen. In
middels begon de maan bewolkt te wor
den en uit zee steeg de nevel op nau
welijks kon men er het licht op het dek
van het naaste schip door zien. Op den
oever glinsterde het schuim der golven,
die ieder oogenblik dreigden den knaap
weg te spoelen. Ik steeg met moeite
naar beneden, klauterde langs de hel
ling, en ziede blinde hield stand en
wendde zich rechtsom, hij ging zoo dicht
langs het water, dat het scheen als zou
den de golven hem ieder oogenblik
griipen; maar het was duidelijk zijn
eerste wandeling niet, te oordeelen naai
de zekerheid, waarmede hij van den
eenen steen op den anderen trad en de
uitgespoelde plekken ontweek. Einde
lijk hield hij stand, zette zich neder,
zekerlijk om naar iets te luisteren en
legde het pakje naast zich.
Ik verborg mij achter een vooruiste-
kende rots op den oever en sloeg zijne
bewegingen gade. Na eenige minuten
vertoonde zich aan de andere zijde een
witte figuur, zij naderde den blinde en
zette zich naast hem neder. De wind
bracht mij een deel van hun gesprek
over.
»Hoe, blinde vroeg een vrouwen
stem, «het stormt hevig, Janko komt
niet.»
nJanko vreest den storm niet,» ant
woordde de knaap.
»De mist wordt dikker,» zei weder
de vrouwenstem op ongerusten toon.
»In de mist kan men des te gemakke
lijker de wachtschepen voorbij sluipen,»
was het antwoord.
»En als hij verdrinkt?»
»Nu, wat verder, dan zult ge zondags
zonder een nieuw lint naar de kerk
gaan.»
Er volgde een pauze. Het verwonder
de mij echterde blinde had mij in klein
Russisch dialect toegesproken, en nu
sprak hij zuiver Russisch.
'Ziet ge, ik had gelijk,» hernam de
blinde en klapte in de handen. Janko
vreest noch de zee, noch den mist, noch
den wind, noch de douaneluister, het
is niet het plassen van het water, mij
bedriegt ge niet het is de Blag zijner
riemen.»
Het meisje sprong overeind en zag
onrustig in de verte.
»Ge raaskaalt, blinde,» zeide zij, "ik
zie niets.»
»Ja, ik beken het, ik geloofde in de
verte iets als een boot bespeurd te heb
ben, maar het was niets.»
Zoo verstreken tien minuten en toen
vertoonde zich werkelijk op de golven
e»n zwarte stip die nu grooter dan
kleiner werd. Zich langzaam op dekruin
der golven verheffend, snel neerzinkend,
naderde een boot den oever. De roeier
was stout, die zich in zulk een nacht
op een afstand van twintig wersten over
het kanaal waagde, en de reden die hem
daartoe bewoog, moest gewichtig zijn
geweest.
Aan deze gedachte mij overgevende,
zag ik met onwillekeurige hartklopping
naar de boot. Maar zij dook als een eend
onder en sprong dan met een snellen
riemslag, als gevleugeld uit een diepte
midden in het schuim omhoog; gewis,
dacht ik, zal zij tegen den oever verbrij
zeld wordenmaar zij wendde zich
gemakkelijk zijwaarts en liep onbescha
digd in een kleine bocht binnen. Daar
uit kwam een man van middelbare
grootte, met een zwarte Tartaarsehe
muts op het hoofd; hij wenkte met de
hand alle drie begonnen de boot
te lossen; de vracht was zoo groot dat
ik tot heden niet begrijp hoe de boot
niet gezonken ie. Ieder hunner laadde
een pak op de schouders en ging langs
den oever tot ik hen uit het oog verloor.
Nu was net tijd voor mij om naar
hnis terug te keeren, want, ik beken
het gaarne, deze geheele wonderlijke
historie verontrustte mij en ik wachtte
ongeduldig den morgen af. Mijn kozak
was zeer verwonderd toen hij ontwaakte
en mij geheel gekleed zag, maar ik zeide
hem de oorzaak niet. Ik aanschouwde
eenigen tijd door het venster den don-
kerblauwen hemel, die met gescheurde
wolken bedekt was, en den verren Kritn-
oever die een lange streep vormt en met
een steile rots ten einde loopt, op wier
punt een vuurtoren schittert, en spoed
de mij toen naar den kommandant, om
te vragen wanneer ik naar Gelendschik
op reis kon gaan. Maar o wee De kom
mandant kon me niets bepaalds zeggen.
De schepen die in de haven lagen, waren
öf wachtschepen öfkoopvaardijschepen,
die nog volstrekt niet bevracht werden.
«Mogelijk komt in drie of vier dagen
het postschip,» zeide mij de komman
dant, en dan zullen wij eens zien."
Ik begaf mij verdrietig en misnoegd
naar huis. In de deur kwam mij mijn
kozak met ontsteld gelaat tegen.
«Slechte tijding, mijnheer,» zeide hij.
»Ach, vriend, God weet wanneer wij
van hier wegkomen!»
j Toen ontstelde hy nog meer, boog
zich tot mij en fluisterde mij iu het oor
»Hier is het slecht! Ik heb straks een
sergant van de Zwarte Zee ontmoet; ik
ken hem, hij was verleden jaar bij het
leger: toen ik hem zeide waar wij inge
kwartierd waren, zeide hij mij: »Onzui-
vere lucht, vriend, slechte menschen I
En waarlijk, wat bliDde is dat! Hij
gaat allerwege alleen, ook naar de
markt, om brood en om water men is
ar hier reeds aan gewoon, dat ziet men.»
»Nu, en is de huisvrouw ten minste
voor den dag gekomen?,
«Straks, tijdens uwe afwezigheid
kwam de oude vrouw met hare doch
ter.»
"Welke dochter? Zij heeft geen
dochter?»
(Wordt vervolgd.)