BINNENLAND. Plaatselijk Nieuws. en kostbare procedure over den eigen dom dezer gronden te ontgaan, kwam het B. en W. gewenscbt voor, dal deze peiceclen, evenals de er tusschen gelegen Kalk weg, in on be twisten eigendom aan de Gemeente zouden komen. De ondet handelingen, te dien aanzien gevoerd, hebben er toe geleid dat de erven van mr. S. J. A van Walcheren zich bereid hebben ver klaard, alle rechten, die zij hebben of kunnen uitoefenen op deze strooken grond, aan de Gemeente over te dragen tegen betaling van f200, mits deze bestemd worden tot openharen weg, terwijl mevrouw de wed. Roos Vlagman den koop van deze strooken te haren name niet zou doen door gaan mits haar op die strooken recht van uitweg wordt gegeven. Bovendien is mevrouw Roos Vlas man bereid, aan de Gemeente om niet af te staan twee strookjes grond langs den Kalkweg, in het verlengde van de strooken van de erven Van Walcheren, ter gezamenlijke grootte van 210 cA. Het bezit ook van deze strookjes gtond is voor de Gemeente, ten dienste van eventueele verbreeding van den Kalkweg, van waarde; wij stellen U daarom voor tot deze overneming te besluiten. Ten slotte was de eigenaar van het perceel Sectie C, no. 1612, den heer J. Reuten, te Roermond, bereid dezen grond, ter grootte van 24 Are 60 c.A gelegen aan de Westzijde van het terrein, aan te kooperi van de wed. Roos Vlasman, thans gebiuikt en bestemd voor weg aan de Gemeente ovei te dragen voorden prijs van f10. Naar aanleiding van een en ander stellen Burgemeester en Wethouders den Raad voor tot aankoop te be sluiten. Prins Hendrik in het sanatorium op de Hohenmark. Men schrijft ons uit Frankfort a M.: Z.K.H. Prins Hendrik der Neder landen heeft naar men weet tot het oudergaan van een meer langdurige kuur in het sanatorium van Prof' Dr. Friedlander in de llóhenmaik bij Frankfort am Main zijn intrek geno men. Deze inrichting heeft van de behandeling van zenuwziekten en neurasthenici haar specialiteitgemaakt; hiertoe is dit sanatorium door zijn ligging en inrichting dan ook buiten gewoon geschikt. Omtrent den toe stand van den prins en den aard zijnor kuur wordt, gelijk te verwachten was het diepste stilzwijgen bewaard, zoo dat het moeilijk is zich hieromtrent een juist denkbeeld te vormen. De hooge patient zelf wenscht in de meest volstrekte rust zijn gezondheid terug te kiijgen, en wil niet, dat eenige me ledeeliug omtrent hem verstrekt worde. Het tegenwoordige vei blijf van Z.K.H bedekt een oppervlakte van 125000 vierkante Meters, en ligt in vredige rust, ver van het gedruisch der stad en bare voorsteden, op de uitloopers van den zoo rijk met natuurschoon gezegenden Taunus. Het bestaat uit een groot park, door hooge boomen ingesloten, en door heldeie bergstroompjes besproeid. In plaats van oen ziekenhuis-achlig gebouw zijn over het park tal van kleine, vriendelijke villa's verspreid, waar de patiënten zich huiselijk kun nen inrichten, in zulk een villa woont Prins Hendrik. Het ruime hoofdge bouw bevat ontvangzaal, spreekkamer, badkamer, tal van zitkamers, enz. en is door een eigen, fraai-aangelegd stuk park omgeven, waar de vogels lustig tjilpen, en dat het landelijke kaïakter van (spiinsen omgeving vol maakt. Leeftijdsgrens voor pensionneering 1 De heer M. A. Bringenberg en 26 andere ambtenaren bij de Directe Belastingen, invoerrechten en Accijnzen en bij do Registratie en Domeinen, allen te Amsterdam hebben een adres geticht tot H. M. de Koningin tegen een eventueele verlaging van de leeftijdsgrens voor pensionneering van 70 op 65 jaar. Aan de verlaging der leeftijdsgrens zijn toch vele bezwaren verbonden, als: lo. Er zijn ambtenaren, die na hun zestigste jaar nog promotie moeten maken om bet genot van vol pensioen te kunnen hebben; 2o. vele ambtenaren hebben een levensverzekering gesloten, uit te keeren op zeventig-jarigen leeftijd, en zouden, bij vroeger ontslag, verder niet in staat zijn, om de premie te betalen 3o. enkele ambtenaren hebben op 65-jarigen leeltijd nog een of meer kinderen, wier opvoeding niet vol tooid is; 4o. er zijn zelfs nog ambtenaren, die op dien leeftijd het volle pensioen niet kunnen bekomen, omdat ze vroeger in de onmogelijkheid ver keerden de surnumerairsjaren in te koopen 5o. de financieele bezwaren met het oog op de stijging van de pensioenen, die ten laste van liet Rijk komen, op welk bezwaar vroeger ook door sommige afgevaardigden werd gewezen. Die bezwaren zijn. naar het adres santen voorkomt, van zoo over wegenden aard, dat zij het wel der overweging waard achten, of het raadzaam zou zijn om tot de invoering van den voorgenomen maatregel over te gaan, niettegensiaande dat deTweede Kamer in 1904 heeft uitgemaakt, dat de leeftijdsgrens zal worden gesteld op 70 jaren. Wanneer trouwens dergelijke wijzi gingen afhankelijk kunnen worden gesteld van do wisselende inzichten van verschillende opvolgende Ministers, dan zouden de ambtenaren alle zeker heid omtrent hun beslaan missen Dat daarvoor een vaste basis moet bestaan, werd ook eikend door een der afgevaardigden, die destijds zeide «Wij allen zijn er van verzekerd, dat binnen korteren of langeren tijd lot stand zal komen een wettelijke regeling der rechtspositie der ambtenaren, en in zoodanige regeling behoort de legeling van dit onderwerp thuis.t Redenen waarom adressanten H. M. eeibiedig vei zoeken om voorloopig de leeftijdsgrens voor ontslag der amb tenaren van de Directe Belastingen enz. met te wijzigen, en om wanneer de belangen van den dienst het volstrekt mochten eischen, zulks te doen plaats hebben bij de wet. (Hand. bl.) Reservekader. Ter voorkoming van teleurstelling, wordt nogmaals in herinnering ge bracht, dat de jongelieden, die in 1894 geboren zijn, zich slechts bij het reser vekader der infanteiie, vesting-artille- lie of genie kunnen verbinden tot vóór 22 Maart e. k. Alvorens tot het reservekader te kunnen worden toegelaten, moeten verschillende bescheiden iu gereed heid worden gebracht in verband waai mede het in het wel begrepen belang der betrokken jongelieden is zich reeds dadelijk, betzij schriftelijk, of persoonlijk te wenden tot den hoofdofficier voor het reser vekader (bureel Willemstraat 4, 'sGra- venhage). Voor eenigen tijd werd door de leden van de Maatschappij tot bevor dering der Bouwkunst afd. Utrecht en de club van Utrechtsche leden van het Genootschap «Architectura et Amicitia», besloten tot het houden van eene tentoonstelling van het werk van architecten, bouwkundigen, enz. woonachtig in de prov. Utrecht. Inge volge bovenstaand besluit heeft op 11 Dec.j.l. te dier zake een commis sie-vergadering plaats gebad, waar behalve de afgevaardigden van voor genoemde vereenigingen ook aanwezig waren de vertegenwoordigers van het Utrechtsch Kunstvei bond. In deze vergadering is besloten, dat de ten toonstelling zal worden gehouden in de 2e helft der maand April 1913 en zal bestaan uit teekenwerk, foto's, werkstukken, enz., welke op het bouw- weik betrekking hebben. De bedoeling is de tentoonstelling ui t drie afdeetingen te doen bestaan n.l.: Ie afdeeling: een overzicht van uitgevoeide werken van architetecten door teekemngen, foto's schetsen werk stukken, enz. 2e afdeeling: inzendingen van tee- keningen, schetsen, studies (bij voor keur gewasschen teekeningen) van onuitgevoerde werken van aicbitecten. Indien mogelijk ook inzendingen van werkstukken. 3o afdeeling: inzendingen van tee kenwerk van uitgevoerde en niet uit gevoerde werken van bouwkundigen in 't algemeen, waardoor in deze afdeeling ook kan worden ingezonden door eigenbouwers. De inzendingen zullen alvorens te worden toegelaten, aan de beoordee ling van eene bevoegde jury worden onderworpen. Schoolartsen. De afdeeling Amersfoort van bet Ned. Onderw. Genootschap had Don derdagavond een openbare vergadeiing belegd in «Het Valkje«. De heer J. H. G. Karstens, kinder arts te Utrecht, behandelde hierin bet onderwerp: »Wat heeft de praktijk der schoolartsen geleerd®? Onder de vele aanwezigen waren o a. ook de burgemeester, wethouder Rijkens, ver scheidene raadsleden en leden van de gezondheids- en schoolcommissie. De heer Spelberg heette de aan wezigen welkom en gaf hierna het woord aan den spreker, welke onge veer zeide: Indien men bedenkt, dat reeds in de eerste helft der vorige eeuw in verschillende landen schoolartsen zijn aangesteld; dat het ook in Nederland geen nieuw instituut is 'l welk reeds in een 40-tal plaatsen is ingevoerd; dat 't op drie internationale congres sen voor schoolhygiène is besproken en dat er sedert Aug. 1910 een inter nationale vereeniging voor schoolart sen bestaat, dan is men verwonderd, dat er in ons land nog steden bestaan, waar geen schoolartsen zijn. De be hoefte werd wel gevoeld, in de eerste plaats door de onderwijzers. Aan hen is bet voor een groot deel te danken, dat in ons land bet medisch toezicht niet nieuw meer is. Door hun on kunde op medisch gebied kan de lichamelijke zorg niet aan de onder wijzers worden opgedragen, ook kun nen ze de afwijkingen niet op de juiste waarde schatten. Op veel vra gen kan alleen een geneeskundige liet antwoord geven. Doofheid kan de oorzaak van achterlijkheid zijn. Lui heid en sulligheid kan door een operatie in de keelholte verholpen worden. Bij den bouw van een school kan de schoolarts ook van advies dienen. Zijn taak kan tweeërlei zijn: 1°. Het geneeskundig onderzoek van alle nieuwe leerlingen en onderwijzers en 2o. het geven van geneeskundig advies bij den bouw van scholen en vaststelling van het leerplan. Opgeivorpen bezwaren. Het is wel eens genoemd een lastige kijk-in-den pot. Dit is natuurlijk sterk overdreven. IIij behoort een bescheiden plaats in te nemen en geen materiaal te ver zamelen voor medische statistieken, omdat alleen de directe belangen der- kinderen in 't oog moeten worden gehouden. Er is ook beweerd, dat de school artsen in de ouderrechten treden in zooverre deze hot recht van keuze missen. Doch dit is onjuist, want hij treedt niet als behandelend genees heer op, terwijl de ouders in het opvolgen van den gegeven raad vrij zijn. Slechts dan, als de kinderen hinderlijk zijn voor anderen, moeten ze van school worden verwijderd. Een derde bezwaar zijn de kosten. Dit is niet weg te redeneeren, doch hangt af van persoonlijke appreciatie of men de oilers acht op to wegen tegen hetgeen men verkrijgt. Het medisch toezicht is toch heel wal waard. Spreker zegt nu, wat in Utrecht is bereikt. Sinds Oct. 1907 zijn daar 5 schoolartsen en sinds Oct. 1912 zijn er 6 in functie. Deze oefenen medisch toezicht op alle openbare scholen, en ook op die bijzondere, wier besturen dat wensciien. Alle katholieke scholen maken er gebruik van, en ook de diaconiescholen in den laatsten tijd. Ieder schoolarts heeft 3000 leerlingen onder zijri toezicht. Zijn de leerlingen twee maanden op school dan worden ze onderzocht. Hierbij mogen ook de ouders tegen woordig zijn. Is ontkleeding rioodig dat: is voorafgaande toestemming noodig. Eenmaal per maand bezoekt hij de school. Hij onderzoekt afwijkingen van gehoor- en gezichtsfunctiën. Acht hij behandeling noodig, dan wordt zulks aan de ouders meegedeeld. In 75*/o der gevallen is hel advies op gevolgd. De meest voorkomende afwijkingen behandelt spr. nu, als daar zijn oog ziekten en stoornissen in de furictiën der oogen. In 4 jaar werden er 1666 waargenomen en 1025 uitwendige oogziekten geconstateerd en 306 ge vallen van scheel zien. Aanvankelijk hadden veel ouders er op tegen, dal hun kinderen een bril droegen. Oorafwijkingen. In de bovenge noemde 4 jaar werden geconstateerd 486 gevallen van onvoldoende gehoor- scherpte, 110 twijfelachtig en 297 oorontstekingen. Verder nog 750 maal te groote amandel en 508 adencide vegetaties. Het is te begrijpen, dat tijdig in grijpen hier van zeer groot belang is. Huid en Haarziekten. Favus is een moeilijk te bestrijden ziekte en pogingen om uit te roeien zijn te Utrecht steeds mislukt, omdat de lijders telkens weer aan de behande ling werden onttrokken. De gemeente heeft nu voorzien in een polikliniek, waardoor be-lrijding mogelijk is ge bleken. In 1908 kwamen 80 gevallen voor. in 1909 47, in 191011 nieuwe en 17 oude en in 1911 weer 62 door toetreding der diaconiescholen. Nieuwe gevallen hc-bben zich nu nog niet voorgedaan, terwijl de oude gi ooien- deels zijn genezen. Hoofdzeer tengevolge van honfdluis is 1427 maal waargenomen. 80 dei- kinderen waren op sommige scholen er door aangetast. Longtubeiculose werd '127 maal waai genomen en 150 maal vermoed, andere longafwijkingen 119 maal en hartziekte '116 maal Aan een spraak- gebtek waren er 378 lijdende en 480 ruggegraatsverkroinmingen wer den geconstateerd. Veel zorg wordt aan achterlijke kinderen gewijd en zij. die het noodig hebben naar de school voor achter lijken gezonden. Tandbederf werd geconstateerd bij veien der schoolbevolking, tet wijl bij behandeling wenscbelijk was. Deze cijfers zijn daar om te be wijzen, dat de taak van den school arts niet denkbeeldig is. Ook let hij op de besmettelijke ziekten en gaat na of er kinderen zijn, die aan onder voeding lijden. Moet de schoolarts uitsluitend als zoodanig werkzaam zijn of ook nog nevenpraktijk waarnemen. Spreker is voor het laatste, omdat de arts dan meer afwisseling heeften frisscher blijft. Bovendien is dit ook goedkooper. Amersfoort heeft 6 openbaie scholen met 1950 kinderen, 7 bijzondere met 1950 en fröbel -en bewaarscholen met 700 kinderen, zoodat 2 artsen hier voldoende zijn. Spreker hoopt, dat Amersfoort dit instituut weldra zal bezitten en dat alle scholen er gebruik van zullen maken. Het is zijn ovei tuiging, dal deze instelling zal zijn tot heil van liet onderwijs en van de toekomstige burgers. De heer Buys vroeg of het aan stellen van een specialiteit geen aan beveling verdient en hoe dit in Utiecht is ingericht. In Utiecht zegt de lieer Carstens zijn 6 schoolartsen op oen salaris van f800, ze mogen nevenpraktijk waar nemen. De heer Rijkens had gedacht een middenweg te zien aanbevolen nl. een schoolarts met consultatieve praktijk. Spreker achtte dit een bezwaar Een medicus zou zoo te weinig ver dienen om volgens zijn stand te künnneh !e>en. Daar niemand iets moer te vragen of op te merken bail, sloot de voor zitter de vergadering. Gisteravond sprak de heer v. d. Roest, oud-zendeling, in het Valkje over: «Den Zendings-aibeid opNieuw- Guinea.® Lange jaren heeft hij hier gearbeid en is bijzonder op de hoogte van het doen en laten van de zeden en gebruiken en van de godsdienstige begrippen der inlanders. Om zijn woorden te demonstreeren had spr. meegebracht verschillende kleeding- stukken, pijl en boog, koralen schortje, een kapmes, een woning in 't klein, enz. enz. en hij vertelde van elk voorwerp wat hij noodig achtte om duidelijk te maken, hue de Papoea leeft. De positie van de vi ouw is hier niet benijdenswaardig. Ze beeft geen recht. [laar man is haar heer en meester en zij is zijn slavin, die voor haar man moet zorgen. De ouders kiezen voor hun zoon een vrouw en deze wordt dan van de schoonouders ge kocht. Soms heeft een man meer dan een vrouw. Als de familie wat groot is, acht zij dit aan haar stand ver plicht. Geld kent men hier niet. Het beetje handel is ruilhandel. Elk dorp heeft een smid. Dit is de voornaamsto man. Hij maakt groote hakmessen, die gebruikt worden bij moordpartijen. De mannen werken niet en behoeven dit ook niet te doen. Ze hebben wei nig behoeften en wat ze noodig heb ben levert de natuur op. Het voedsel bestaat voornamelijk uit sago, dat de sagopalm in rijken overvloed oplevert. De Papoeas zijn lichamelijk zwakze hebben geen sterke spieren, een ge volg van hun onvoldoende voedsel en gebrek aan arbeid. In zoo'n woning of groot bok, dat op palen in 't water staat, buizen 80 a 100 menschen Dat het er in elk opzicht vies naar toe gaat, is duidelijk. De Papoea heeft geen godsdienst. Zij zijn het laagst staande heidenvolk. Ze hebben geen woord om God aan te duiden. Hun godsdienst, als men het zoo noemen mag, bestaat alleen uit vrees, uit vrees voor de geesten van de afgestorvenen. De koppensriellerij is aan het afne men, doch komt nog veel voor. Het leven zit in 't hoofd, meent de koppen sneller. Heeft men nu het hoofd van een ander dan leeft men zelf langer. Thans geschiedt dit veel uit hartstocht. Het wei ken als zendeling onder deze menschen is zeer moeielijk. Voor eerst de taal en dan begrijpen ze niets van wat hun gezegd wordt of vinden het de grootste dwaasheid. De resultaten na jaren van arbeid schijnen niets te zijn en tocb, besluit spreker, wordt er niet te vergeefs geat beid en tser vooruitgang merkbaar. De zending kost geld en hij hoopt, dat ieder het zijne hiertoe wil bijdra gen. Wie er meer van wil weten, vrage het aan den heer Teeling, die gaarne alle inlichtingen geeft. Onder dankzegging werd de ver gadering gesloten. Den len Januari 1913 bedroeg het aantal inwoners dezer gemeente 24 172 waarvan J 1,844 mannen en 12 328 vrouwen, tegen 11.774 mannen en 12 223 vrouwen, te zamen 23,997 zielen op 1 Januari 1912, eene ver meerdering alzoo van: 70 mannen en 105 vr. totaal '175. Geboren werden in 1912: 347 jongens en 31 meisjes totaal 663. Overleden in 1912: 189 mannen en 183 vr., totaal 372. Het geboorte overschot bedroeg dus: 15 m. en 133 vr., totaal 291. In den loop van 1912 vertrokken uit de gemeente: 1360 m. en 1240 vr.. totaal 2600, terwijl zich vestigden: 1272 rn. en 1212 vr., totaal 2484. De bevolking vormeerdeide in 1912 door geboorte mei 663; door vestiging met 248. De bevolking verminderde in 1912 door overlijden met 372 door vertrek met 2600. Totaal vermeerdeiing 175. Naar hunne godsdienstige gezindheid was de bevolking verdeeld in Nedeiduitsch Herv. 11398 Fiansch of Waalsch 36 Evang. Luthersch 348 Hersteld Ev. Luthersch 41 Doopsgezind 2'2i Remonstrantsch-Geroformeerd 182 Gereformeerde keik 1571 Vrij-Gerefoi meerd 50 Cbristelijk-Gereformeerd 181 Roomscb-Katholiek 8569 Nederduitsch-Israëliet 835 Portugeesch-Israëliet 1 Oud-Katholiek 252 Andere gezindten 130 Tot geen keikgen. behoorende 852 Kerkelijke gezindte onbekend 2 Door den Gemeenteraad zal den 30e Januari den burgemeester een diner worden aangeboden. Volgens «het Vaderland® zal de majoor-kwartiermeester H. Wijs van het 5e regiment infanterie oveiste Woudstra opvolgen als contioleur der inwendige adminislratie hij de 2e divisie. Op '1 Februari komen bij het Ie regiment huzaren alhier voor eerste oefening in dienst de aspirant kor nettenK. L. E M. Goossens, R. J. Kneppelhout, R H. baron Schimmel- penninck van der Oye en jhr. D. F. L. Teixeira de Mattos. In het begin der volgende maarid wordt in het perceel no 18 aan de Kampstraat de R.K. openbare lees zaal geopend. Hier ter stede is eene afdeeling van de vereeniging «de Dageraad opgericht. Tot onze groote verwondering was het Concert Woensdagavond in Amicitia gegeven zeer slecht bezocht. We hadden een vrij volle zaal ver wacht, te meet' daar het lang geleden, was dat een cellist optrad. En dan een cellist als Joha»Ydo, waarvan niets dan goeds was verteld, en zeer terecht. Hij had een prachtig pro gramma, en voerde elk nummer boven allen lof verheven uit. De piano-partij was in zeer goede handen. Mevrouw Mossel-Belifante is een erkende kun stenares en heeft dit Woensdag weer bewezen. Het samenspel was onge meen schoon en bracht de aanwezigen in verrukking.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 2