Plaatselijk Nieuws.
Gemengd Nieuws.
BUITENLAND.
DE BALKAN-OORLOG.
pleging van wezen en van kinderen
die uit andere hoofde voldoende
ouderlijke zorgen missen. Wijl gezins
verpleging vaak vele en groote moei
lijkheden medebrengt en men tevens
wil vermijden de nadeelen verbonden
aan de massaverpleging in de wees
huizen, hoopt men met kleine stich
tingen, waar het huiselijke niet
geheel verloren gaat, veel bij de jeugd
sluiirieiende kracht, die andeis dreigt
verloren te gaan, een kans te geven
om zich ie ontplooien.
Zooals de naam aanduidt, wordt
beoogd een opvoeding op vrijzinnig
godsdienstigen grondslag.
Het beleg van Adrianopel.
De Bulgaarsche regeering heeft er.
vooral op aandrang van Ftansche
zijde in toegestemd maatregelen te
nemen tot bescherming der vreem
delingen in de belegerde stad. Aan
vankelijk was afgesproken, dat de
vreemdelingen zich zouden kunnen
begeven naar de wijk Karagasj, doch
om meer dan een reden zal daarvan
niet kunnen komen. Ten eerste ligt
Karagasj binnen de linie der Servische
troepen en wil de Servische generale
staf de verantwoording voor de be
waking en verzorging der vreemde
lingen niet overnemen en ten tweede
hebben de Turken, en wel terecht,
er op legen, dat de vreemdelingen,
die uit de stad komen en dus veel
zullen kunnen klikken, zich binnen
de vijandelijke linies vestigen. Wel
schijnen de Turken er in te willen
toestemmen, dat de vreemdelingen
zich naar Constarilinopel begeven.
Hel heet, dat men het omtrent dit
voorstel reeds eens geworden is en
dat de Bulgaren de menschen zullen
doorlaten, zoodra een lijst met de
nanien is ingediend.
Er moeten een 300 vreemdelingen
in de stad zijn, afgezien van de
40.000 Bulgaren, die er woonden.
De strijd om Skoetari.
Een bericht uit Turksche bron
meldt:
Den 14en Februari deden de Mon-
tenegrijnen met 16 000 man en tal
van kanonnen een aanval op de
Turksche stelling op deri Tarabosj.
De Turken boden krachtigen tegen
stand. De Montenegiijnen moesten
zich met achterlating van zes kanon
nen en 3000 gekwetsten terugtrekken.
In Cettinje zijn, zooals reeds gemeld
is, reeds alle openbare gebouwen in
hospitalen herschapen, voor de op
neming iler gewonden.
Een beticht aan het «Jouriiak zegt,
dat d6 aanval op den Tarabosj is
afgeslagen met een verlies van 6000
man aan dooden en gewonden, als
mede van zes kanonnen. Het aantal
dooden, dat in het eerste bericht
niet genoemd is, zou dus 3000 be
dragen. Maar de Turken zouden toch
geen reden hebben dat cijfer te ver
bergen. Vermoedelijk is dus slechts
bet eerste telegram juist.
In Saloniki zijn met het Italiaan-
sche hospitaalschip «Regina Marge-
rita« 766 gewonde Serviërs aange
bracht uit Durazzo.
De Albaneesche kwestie.
Het ziet er naar uit, of de Al
baneesche kwesiie de mogendheden
het langst verdeeld zal houden.
Oostenrijk blijft op zijn standpunt
staan, dat Skoetari, Ipek, Prrsren,
Dsjakowa, Dibra, Konitza en Janina
tol het zelfstandig Albanië zullen
moeten behooreu, terwijl Rusland de
Slavische Balkanstaten in het gevlei
komt door een veel minder uitgebreid
gebied voor den nieuwen staat te
reserveeren. Vooral de Montenegiijnen,
die er alles op zetten om Skoetane
in handen te krijgen, zijn nu op de
Donau monarchie gebeten.
De Montenegrijnsche afgevaardigde
Popowitsj, die nog te Londen vertoeft,
ontving van den minister van buiten-
landscbe zaken te Cettinje een officieel
telegram, waarin hern instructies
gegeven worden, dat de plannen voor
Montenegro betreffende Skoetari on
veranderd blijven.
Het telegram eindigt melde volgende
woorden: «Skoetari of de dood.a
De correspondent van de «Kólnische
Zeitung« te Constantinopel, had dezer
dagen een onderhoud met den Turk-
schen groot-vizier, Mahmoed Sjelket
pasja, waarin laatstgenoemde de
Albaneezen grootendeels verantwoor
delijk stelde voor de rampen, welke
het Oltomaansclie rijk den laatsten
tijd getroffen hebben. Woordelijk
zeide de groot-vizier: «De grootste
schuld dragen de Albaneezon.
Als volk zijn zij goed, maar zij
werden slecht geleid en hun aanvoer
ders hebben hen en ons in het onge
luk gestort. Hoe vaak heb ik er te
Constantinopel op aangedrongen om
een bepaald programma te volgen.
Maar men heeft niet naar mij geluis
terd. De ware patriotten werden
voorbijgegaan eri liever schonk men
gehoor aan de leiders der Albaneezen,
en had men medelijden met de arme
verdrukten. Daardoor kwam de eerste
tweespalt in de regeeririg. Orize
naburen hebben van onze binnen-
landsche oneenigheid een goed gebruik
weten te maken en thans zouden de
Albaneezen Allah danken, wanneer
Hij hen weer onder Turksche heer
schappij bracht. Nu is het echter
te laat!"
Kamer van Koophandel en
Fabrieken.
Zaterdagavond hield deze Kamer
een openbate vergadering ten stad-
huize onder voorzitting van den heer
J. Ger. Kleber. De notulen van 1
Febr. 1913 werden vervolgens gelezen
en goedgekeurd.
Ingekomen, behalve de gewone
periodieken, een missive van de
Maatschappij Nijmegen omtrent toe
treding tot het in 1914 te houden
internationaal Congres, ter bespreking
van internationale vraagstukken be-
tieflende den handel.
De voorzitter achtte bet met het
oog op de finantiën niet wenschelijk
tot hel congres toe te treden. Hiertoe
werd besloten. Aan de orde het rap
port over de kaasmarkt uitgebracht
door de heeren Van Haselen en Van
Vollenhoven. De Secreiatis leest
het voor.
Vele Hollar,dscbe boeren hebben
zich in orize omgeving gevestigd en
zich op de kaasproductie toegelegd,
waardoor weer een afzetmarkt is
noodig geworden. Amersfoort ligt
hiervoor zeer gunstig. Te Barneveld
heeft men getracht een kaasmarkt in
T leven te roepen. Deze kon evenwel
door de ongunstige ligging niet blijven
bestaan Hier is de kans van slagen
groot. Op de eerste vergadering, die
de commissie met kaasmakers hield,
waren er 30. Een commissie van 10
personen is benoemd om propaganda
te maken.
De tweede vergadering werd bijge
woond door den heer Tromp van
Holst en den zuivelconsulent, den heer
Hylketna. Deze meende, dat men de
verwachtingen niet te hoog moest
spannen.
De Hof werd de gescbikste plaats
geacht voor de markt
De Voorzitter verklaarde hetiappoit
met veel belangstelling te hebban
gehoord en dankte de commissie voor
de uitvoerige behandeling der zaak.
Hij stelde voor het rapport aan het
Gemeentebestuur te zenden met een
begeleidend schrijven. De Maandag
wordt voor een geschikten marktdag
gehouden. Belangrijke kosten zijn er
niet aan verbonden.
Hierna werd behandeld het rapport
betreffende de voorziening van elec-
tricileit voor licht en beweegkracht.
Deze commissie bestond uit de heeren
A. Eysink, P. J. Hamers en H. van
Hazelen. Van de verzonden circulaires
zijn 65 beantwoord ingekomen, terwijl
de vergadering, waarin de heet Nagt-
glas Versteeg uit Bussum sprak, zeer
druk bezocht was Uit dit alles wordt
geconcludeerd, dat het gemis van
electrische energie zeer gevoeld wordt.
Op voorstel van den voorzitter
wordt dit rapport eveneens aan het
Gemeentebestuur verzonden met een
schrijven, waarin gezegd wordt, dal
de Kamer zich geheel met de conclude
van het rapport kan vereenigen.
Hiertoe werd besloten. Nadat de
voorzitter de commissie had dank
gebracht voor de wijze, waarop ze
haar taak beeft vervuld, sloot hij de
vergadering.
Krachtens art. 11 van het Kon.
Besl. dd. 19 November 1900 (Stbl.
no. 202) is de Gemeenteraad ver
plicht, binnen twee maanden na bel
verstrijken van het dienstjaar, aan
Gedeputeeide Staten der Provincie
veislag uit te brengen aangaande de
wijze, waarop het op de Gemeente-
begrooting toegestane bedrag voor
het in art. 35 der Leerplichtwet om
schreven doel is besteed.
Dat verslag wordt door den Raad
in afschrift medegedeeld aan den
Districts-schoolopziener.
Bedoeld verslag door Burgemeester
en Wethouders ontworpen naar ge
gevens door de Commissie voor Kinder
voeding verstrekt, luidt als volgt:
De Gemeenteraad van Amersfoort,
Gevolg gevende aan het voorschrift
van art. 11 van het Koninklijk be
sluit van 19 November 190U (Staats
blad rio. 202) heeft de eer uw college
te berichten, dat onder volgnummer
190 der Gemeente-begrooting voor
het jaar 191'2 voor substdiën aan
vereenigirigen of commissiën. die zich
het verstrekken van voeding en kleeding
ter bevordering van schoolbezoek ten
doel stellen, een bedrag van f450.
is toegestaan.
Bij Raadsbesluit van 19 December
-1912. no. 482, werd het geheele uit
getrokken bedrag van f450aan
de Commissie voor Kindervoeding als
sub-idie toegestaan onder de volgende
voorwaarden
10 dat aan den Raad aan het einde
van hel jaar (uiterlijk 31 December)
rekening zal worden gedaan van de
w ijze waarop het geld, waai over de
Commissie ten behoeve van het ver
strekken van voeding en kleeding aan
schoolgaande kindei en beschikt, is
besteed
2o. dat de Commissie binnen n
maand na den dag van uitreiking
een schriftelijke vei klaring inlevert,
waarbij zij zich veibiudt, niet af te
wijken van de regeling, genoemd in
de artikelen 6 7 en 8 van boven
vermeld Koninklijk besluit;
3o. dat de subsidie niet wordt
uitbetaald, voordat de sub 2 genoemde
verklaring is ingeleverd.
De Commissie heeft een verklaring
d.d. 1 Januari 1912 ingezonden, dat
zij de voorwaarden aanneemt en dat
door haar wordt gehandeld over
eenkomstig het bepaalde in ait 35,
2e alinea der Leerplichtwet, zoomede
in art. 6, art. 7 en art. 8 van het
Koninklijk besluit van 19 November
19(10 (Staatsblad no 202) en dat zij
kleeding en voedsel verstrekt aan die
schoolkinderen, van wie geacht kan
worden, dat het onderwijs zonder die
voeding en kleeding minder resultaat
zou hebben dan thans het geval is.
De Commissie heeft bij missive
dd. 28 December 1912 rekening en
verantwoording gedaan aan den Raad
van de wijze waarop het geld, ten
behoeve der voeding en kleeding van
schoolkinderen toegestaan, is besteed.
Gedurende 72 aagen werd aan
10 780 kinderen spijs verstrekt. Voor
klompen werd uitgegeven f250. De
totale uitgaven voor voeding bedroegen
f1043 77'.
Zaterdag j.l. werd in Amicitia
door het Atnstei darnsch Tooneel
Ensemble «Geloof en Vader land» ge
teven voor een slecht bezette zaal.
Soms* dachten we: de thuisblijvers
hebben gelijk gehad, vooral in het
eerste en soms ook in het tweede
bedrijf. Het scheen wel eens of de
rollen er nog niet goed inzaten. In
het derde bedrijf werd er vlotter en
ook beter gespeeld. Of evenwel deze
tragedie van een volk veel succes zal
hebben, is nog de vraag. Hel stuk
verplaatst ons in de dagen der refor
matie in de Habsburgsche landen,
waar de bewouers voor de keus werden
gesteld öf verdreven te worden óf bij
het ware geloof te blijven Ook de
familie Bart, boeien, zijn de nieuwe
leer toegedaan. Eerst verzwijgen ze
dit, doch weldra kornt Christolïel
Bart er openlijk voor uit in tegen
woordigheid van den Keizerlijken
ruiter, die zijn buutviouw doodelijk
gewond heeft. Zijn vonnis is nu geveld
en hij moet het land vei laten. Zijn
vrouw, hoewel katholiek gebleven,
besluit hem te volgen, evenals de
oude Bart, die zoo tnoeielijk zijn ge
boortegrond kon verlaten Ouk hun
eenig kind Spreeuw zal meegaan,
omdat hij minderjarig is mag hij met
mee. Spteeuw stort zich uit teleur
stelling in het water en verdrinkt.
De smart der ouders is groot en in
zijn wanhoop werpt Christolïel zich
op den ruiter om hem te dooden.
Hij doet dit niet en gaat het land
uil met zijn vrouw en bel verdionken
kind De ruiter is blijkbaar anders
geworden. Hij ziet hen na en trapt
zijn sabel stuk.
Als we een opmerking moesten
maken, zouden we zeggen, maak de
pauzen wat korter.
De afdeeling Amersfoort der
Vereenigiog tot opvoeding in het
buisgezin van halfverweesde, verwaar
loosde of vei laten kinderen hield j.l.
Maandagavond onder praesidium van
den heer F. M. van Veen hare jaar
vergadering.
Uit het door den secretaris Mr.
Baudet uitgebracht jaarverslag bleek
dat het aantal der aan de afdeeling
toe vei trouwde kinderen stationnair
bleef, n.l. 42, van welke 21 te Amers
foort wonen. Tegenover 2, die uit de
verzorging gingen, staan 2 anderen,
die onder haar toezicht kwamen. Het
gedrag liet ovei het algemeen met
te wenscben over.
Het ledental nam toe met 5 en
steeg tot 177 met een totaal-coo
tributie van 1499; het kas-saldo wies
tot ruim f300.
Mevrouw D. M. Meursing-Kirchner
werd als bestuurslid herkozen.
De begrooting voor 1913 werd in
ontvangst en uiigaat vastgesteld op
f 1532.46 met eeri geraamd batig
saldo van f372 46.
Tot afgnvaaidigde naar de te Am-
steidarn te houden algemeene verga
dering werden benoemd de heer F.
M. van Veen en Mr. Baudet en tot
hunne plaatsvervangers de heeren J.
van der Lijke en II. van Maanen.
Tot leden der firianiieele commissie
voor J913 werden benoemd de heeren
H. van Maanen en A. M. J. van
Rossern, tot hunne plaatsvervangers
de dames mej. J. C. Menger uit Bai-
neveld en mevrouw M. E. Reyndërs-
Calkoen.
lieden heeft de heer A. R. Veenstra
zijn functie als hoofd-commies ten
gemeente secretarie aanvaard.
Tot onderwijzer aan de Christe
lijke school in de Blankenheimstraat
is benoemd de heer W. Heere te
Eibergen.
Eerstdaagsch zullen door de
II afdeeling van het le regiment
Veld-ar tiller ie in de omstreken schiet
oefeningen met scherp worden ge
houden.
Wandelaars dienen dus goed uit te
kijken naar de waarschuwende roode
seinvlaggen.
Dr. H. L. Out uit Utrecht zal
Donderdagavond in eeno vergadering
der plaatselijke afdeeling van den
Ned. Protestantentenbond over: «De
beteekenis van 1813.
Een gouden dameshorloge met
Ketting en een goudpn medaillon zijn
voor de respectievelijke eigenaars
terug te bekomen aan het bureau
van politie.
Van begin Maart tot einde October
zal weder herhalingsondei wijs voor
meisjes worden gegeven en wel vijl
namiddagen per week van 5 tot 7 uur.
Inschrijving van leeilmgen vóór 1
Maart, 's namiddags van 4 tot 5 en
van 7 tot 9 uur in het gebouw der
Openbare School D, Hellestraat 117.
Het onderwijs is bestemd voor hen,
die het gowoon Lagei Onderwijs ge
noten hebben en omvat de vakken:
Nedei landsche Taal, Rekenen, Nuttige
Handwerken. Kennis der Natuur, Ko
ken, Huishoudelijk Boekhouden en
Zang.
Voor hen, die niet meer dan 96 uren
in hei jaar herhalingsonderwijs wen
schen, omvat het de vier eerstvolgende
vakken, liet schoolgeld bedraagt 20
cent per maand.
Volgens het ons toegezonden jaar
verslag der Rem Ger. Gemeente be
droeg hel aantal lidmaten op I Januari
1013 135 tegen 119 op I Januari 1912
het aantal catechisanten 79 (191282)
In don loop van 1912 lieten 29 per
sonen zich hij de Gemeente inschrijven,
terwijl 13 lidmaten door overlijden of
vertrek haar ontvielen Aan 4 kinderen
werd de doop toegediend.
De heer De Touiton Bruyns weid
als secretaris vei vangen door den heer
H. A. de Groot, doch zal vooiloopig
nog bestuurslid blijven
De finanlieele toestand was iets gun
stiger dan het vorige jaar; een bedrag
van f320 kou word n toegevoegd aan
het onafhankelijkheidsfonds.
Melding wordt gemaakt van degoede
verstandhouding en samenwerking met
de Protestantenbond, voor welks Zon
dagsschool en lezingen het kerkgebouw
steeds ter beschikking stond
Naar wij vernemen is do ziekte,
waaraan ééne interne leerlinge der
industrie- en huishoudschool alhier
lijdende was, weer geweken en wordt
bet gebouw thans gedesinfecteerd;
zoodat de lessen in den loop dezer
week worden hei vat.
Volgens de N. Rotten! Crt.
woidt de cursus bij het 5e regiment
infanterie, evenals die hij het 6e en
8e regiment opgeheven en zal daar
voor een centralen cursus te Kampen
in de plaats komen.
De zilveren medaille voor 24-
jarigeo trouwen dienst is toegekend
aan den sergeant-majoor itisit ucteur
H. A. Naarding.
Op het terrein aan de Konin-
ginnelaan werd j.l. Zondag 't Vijfde
door Wageningen met 30 geklopt.
Qu'ck veiloor ondanks zeer goed
spel op Bokhoven tegen Robur et
Velocitas met 0 1.
H. V. C. bezorgde V V. Z. uit Zeist,
in een vnendschappelijken wedstrijd
achier Rustoord een nedeilaag rnet
4—1.
In de vergadering van het Centr.
Vrijzinnig Verkiezings-Comité met ver
tegenwoordigers uit de velschillende
gemeenten van het district Arnersfooit
is met algemeene stemmen definitief
candidaat gesteld voor dea.s Kamer
verkiezing in dit district Mr. W. 11.
de Beaufoit.
Prof', v. Rhijn. f
Uit Gioningen wordt het over
lijden bericht van dr. C. H, v. Rhijn,
hoogleeraar in de theologie aan de
Universiteit aldaar, in den ouderdom
van 64 jaar.
De overledene werd in 1849 te
Delfi geboren en promoveerde in
1875 te Utrecht tot doctor in de
theologie, op pi oefschrift.
Van 18751880 was hij predikant
te Leusden en van 188Ó—1886 te
Gouda. Sedert was hij hoogleeraar aan
genoemde Universiteiti
De overledene gaf o.a. een Hol-
landsche beweiking van het Bijbelsch
WoordenboekOok zagen verschil
lende boeken van hbm het licht, o.a.
«Het oudste Christendom.
De oveiledene was bestuurslid van
vele nuttige instellingen.
Coers' Liederen vau Groot-Nederland.
De Vereeniging: Hei Nederlandsche
Lied heaft aan hare leden weer een
bundel Liederen van Groot Nederland,
verzameld door F. R. Coers Frzn.
(G. M. B. Dixon Co., Apeldoorn),
gezonden en wel Vaderlandsche Liede
ren bestaande uit: Mijn Nedeiland.
Wien Ni-èrlandseh bloed. Wilhelmus
(Nieuwe melodie). O schitterende
kleuren. Wij leven vrij, wij leven
blij. In naam van Oranje. Rechtop
vau lijf.
Wij ontvingen ter kennismaking
het eerste nummer van »de Gong"
loepstem van de Tucht-Unie.
Wat het tijdschrijft brengt blijkt
uit het navolgende voorwoord:
De gong toept in groote gezinnen
de leden, die door hot huis vetspreid
en aan hunnen arbeid zijn, te zanien
op oogenblikken, waarvoor zij voor
de goede orde bijeen moeten komen.
De gong is de roepstem, die een
oogenbhk den arbeid doet staken, het
gesprek doet onderbreken, die ouderen
en jongeren en dienstbaren herinnert
aan de saamhooi igheid in de kleine
gemeenschap.
Daarom is de klank hun welkom,
waaraan zij met ingenomenheid ge
hoorzamen.
Met deze roepstem, stelt bet Bestuur
der Unie zich voor: het verkiijgen
van een nauweren band tusschen de
leden (vereenigirigen en personen) en
het Algemeen Bestuur, door de leden
in de alleieerste plaats op hoogte te
stellen van zijn arbeid, maar ook van
hetgeen in hem omgaat en van zijne
begrippen omtrent het doel der Unie.
liet hoopt door gedachtenwisseling
die begrippen te kristalliseer en, zoo
dat helder en klaar de te bewandelen
weg naar voren komt
Die stem roept de leden op tot
een krachtige medewerking bij dit
streven, zoowel in engeren als in
ruimeren kring, onder eerbiediging
van elkanders denkbeelden. Met
elkander!
Moge dit het Bestuur gelukken I
Ook een prijsvraag.
In de «llaarl. Ci.« kwam dezer
dagen Silvius in een stukje, getiteld
«Feesten 18131913a, met een nieuw
denkbeeld, waaiop wij tot duSver nog
nergens de aandacht gevestigd zagen.
Sprekende over den dichter, in
zijn bijzondere verhouding tegenover
alle andere kunstenaars waarin
hij geloogt, dat deze alleen tegen
woordig den weg weten te vinden
orn uit hunne kunst geld te maken,
de schilder door speculatie-objecten,
de musici door te werken voor
gramrnaphoon of pianola, de proza
schrijvers door journalistieken, arbeid,
de beeldhouders door meubel ont
werpen, de dichter alleen door niets
wil bij nu voor de dichters een
emplooi vinden bij de aanstaande
feesten.
Ook daarvoor worden alle kunste-