BUITENLAND.
BINNENLAND.
Plaatselijk Nieuws.
Gemeenteraad.
ligging «van nature« aangewezen op
handel en verkeer door zijn geolo
gische gesteldheid van den bodem
als «van oudst te zijn landbouw- en
handelsstaat parjexcellence, is de »big-
revolvera-politiek van een dreigtarief
allerminst geschikt om onze export
belangen te dienen.
Trouwens de voorgenomen retorsie-
staatkunde steunt op de onjuiste mer-
cantilistische opvatting alsof het koo-
pen en invoeren van goederen, spe
ciaal fabrikaten, uit het buitenland
een gunst zou zijn, die wij den «vreem
deling* bewijzen. Het is de oude op
vatting, dat bij een koop alleen de
verkooper voordeel heeft en nog wel
ten koste van den kooper, die nog
steeds aan de protectionistische rede
neeringen ten grondslag ligt. Het
schijnt moeite te kosten om in te
zien dat een volk in den buitenland-
schen handel het middel bezit om
zich steeds op de goedkoopste wgze
dus met zoo min mogelijk opoffering
aan kapitaal en arbeid van het noo-
dige te voorzien De tariefwet,
die thans is voorgesteld, is de eerste
naar het nieuw-mercantilisme, dat,
zij in ietwat gemoderniseerden vorm,
in het wezen der zaak in niets ver
schilt van de oude staatkunde uit
vroegere eeuwen, die aanleiding gaf
tot stelselmatige economische wrij
vingen eerst, straks gevolgd door
weerwraak, répressailles, uitloopend
eindelijk op tariefkrijg met niet zel
den gewapend verzet en oorlog. En
nu mag worden gevraagd of Neder
land verstandig zou doen zijn poli
tieke onafhankelijkheid te zoeken in
de vrijheid van handel te handhaven
ook in het belang van het onafhan
kelijk en vreedzaam voortbestaan in
de rij der tegenwoordige Siaten. Of
het krachtens zijn roeping als cen
trum van het groeiend internatio
nalisme niet veeleer moet bestrijden
de uit verouderde mercantilistische
staatkunde stammende opvattingen
van de »zelf-genoegzame staat," het
het daarmee samengaande wantrou
wen, de afgunst en haat tusschen de
volkeren, voerend tot economiscben
krijg en opdrijving van imperialisme
en militaire bewapening. Het «matig*
tarief is een wig die begint met een
smalle punt, doch allengs de breedte
verkrijgt van een tweesnijdend slag
zwaard.
Brand op de tentoonstelling te Gent.
België is niet gelukkig met zijn
tentoonstellingen, althans wat het
brandgevaar betreft. Men zal zich
herinneren, dat de Brusselsche tentoon
stelling in Augustus 1910 door brand
zwaar beschadigd werd, waarbij het
hoofdgebouw en Oud-Brussel ver
loren gingen; thans heeft de tentoon
stelling te Gent van het vuur te lijden
gehad, dat gelukkig niet zulke ernstige
verwoestingen heeft aangericht, of
schoon er toch groot gevaar was.
Zondagmiddag om half drie, terwijl
een gioote menigte zich op het ten
toonstellingsterrein bewoog, zag men
eensklaps vlammen zich verheffen
boven de pavilloenen van de Avenue
des Nations. Aan den ingang daar
van was brand uitgebroken in een
Duitsch restaurant, het Zillerthal. Dit
gebouw, geheel van hout, werd in
korten tijd een prooi der vlammen.
Er werd onmiddellijk alarm ge
maakt en met bewonderenswaardige
vlugheid was de tentoonstellingsbrand
weer ter plaatse. Vier minuten na
het alarm reed zij uit met het ge-
heele personeel, een automobiel-brand
spuit en 900 meter slang.
Tien minuten later verschenen sol
daten van het le en 2e linieregiment,
die het terrein afzetten en de orde
handhaafden. De hitte was vreeselijk
en weldra tastten de vlammen ook
het Indische pavilloen aan, waar koop
lieden in tapijten gevestigd waren.
Het vuur woedde over een opper
vlakte van 350 M\ en de brandweer
moest er zich toe bepalen om de
naburige gebouwen te beschermen,
met name het Paleis der Schoone
kunsten, dat op slechts eenigo meters
afstands ligt. Het Nederlandsche pavil
joen werd onmiddellijk ontruimd. Het
kantoor van den hoofdbewaker der
tentoonstelling ging mede in vlammen
op. Deze tastten ook de Engelsche
afdeeling aan, maar konden daar nog
tijdig onderdrukt worden.
Zoodra de brand uitbrak, deed de
commandant der brigade Engelsche
biandweer een spuit in werking stelien
en weldra kwamen ook spuiten van
de stedelijke brandweer, onder, bevel
van commandant Galase en luitenant
Vanderveke, die de pogingen der
tentoonstellingsbrandweer krachtig
ondersteunden.
Om 6 uur was alle gevaar geweken,
dank zjj de groote hoeveelheid water,
die de brandweer over de brandende
en belendende gebouwen uitgoot. De
heeren Braun, burgemeester van Gent
en De Hemptinne, commissaris gene
raal, waren ter plaatse.
In de afgebrande gebouwen werd
om 5 uur nog een hevige ontploffing
gehoord. Men zegt, dal het pijpen
benzine waren, die uiteensprongen,
gelukkig zonder opnieuw brand te
doen uitbreken. Persoonlijke ongeluk
ken kwamen niet voor. Het Ziller
thal was spoedig door de bezoekers
verlaten. Alleen geraakte in het ge
drang een vrouw onder den voet.
De oorzaak van den brand is onbe
kend. Men vermoedt, dat een bezoe
ker van het Duitsche restaurant on
voorzichtig een brandende sigarette
in een hoop hooi heeft geworpen. De
schade wordt geschat op 250 a 300.000
francs.
Het café Zillerthal en het Palais
des Indes waren gelegen aan de lin
kerzijde van de Avenue des Nations,
in de onmiddellijke nabijheid van het
viaduct van de spoorweglijn Ostende-
Gent-Brussel, die het tentoonstellings
terrein kruist.
Het Palais des Indes was eon niet
al te groot etablissement, waar men
voornamelijk een kijk op de Indische
nijverheid kreeg. Het was een der
weinige afdeelingen, die bij de opening
der tentoonstelling geheel gereed wa
ren.
Wijziging Woningwet!
In opdracht van de Deputatenver-
gadering van 25 April is door het
Centraal Comité van Antirev. Kies-
vereenigingen volgend schrijven ver
zouden aan den heer mr. Th. Heems
kerk, Minister van Binnenl. Zaken:
Excelentie I
Op de vergadering te Utrecht d.d.
24 April j.l. kreeg het Centraal Co
mité van Antirevolutionaire Kiesver-
eenigingeu, van de als toen gehouden
Deputatenvergadering in opdracht,
zich tot u te wenden, met het be
leefd verzoek, om, bij de voorgenomen
herziening van de Woningwet, het
vraagstuk der schadevergoeding wel
nader in ernstige overwegiugen te
willen nemen.
In breeden kring toch, vooral in
de grootere steden, schijnt aan de
wet van 22 Juni 1901. Stbl. 158,
een uitvoering te zijn gegeven, die
maar al te zeer den indruk heeft
gewekt, alsof in weerwil van hetgeen
art. 77—90 van de Wet van 28 Aug.
1851, Stbl. 125, ter beveiliging van
het in art. 151 der Grondwet aan
eigenaars verzekerde recht vaststelde,
in tal van gevallen toch metterdaad
inbreuk op dat grondwettig toegekende
recht plaats grijpt.
De op zichzelf nauwkeurige bepa
lingen, die in 1901 als nieuw hoofd
stuk, onder Titel IV. in de Onteige-
ninswet zijn ingelascht, schijnen bij
de uitvoering, aan de wettelijke be
palingen te geven, op zoo bedenke
lijke wijze ontdoken te kunnen wor
den, dat er herhaaldelijk niet anders
dan vervreemding van eigendom, zon
der schadeloosstelling, plaats grijpt.
Er is ten deze aan de gemeentebe
sturen een zoo uitgebreide bevoegd
heid gegeven, en het toezicht op bet
gebruik maken van deze bevoegdheid
schijnt, hoe breed ook opgezet, en
hoe goed ook bedoeld, lang niet zel
den zóó gebrekkig te werken, dat de
door de Grondwet gewaarborgde be
scherming van rechten ophoudt het
noodige effect te sorteeren.
Velen gevoelen zich bierdoor in hun
recht verkort en zouden zich zeer
teleurgesteld zien, indien bij de nu
komende herziening van de Woning
wet geen maatregelen werden geno
men, om dein art. 151 van de Grondwet
bedoelde schadevergoeding aan eige
naren, die zich uit de beschikkin over
hun eigendom ontzet zien, op vasten
voet te verzekeren.
Reeds werd in meer dan één Ge
meenteraad aan de klacht, die in
verband hiermede gerezen is, uiting
gegeven, en ook de Pers heeft zich
de belangen van hen, die zich gespo-
lieerd gevoelen, aangetrokken. Met
name zij hier verwezen naar een arti
kel betredende deze aangelegenheid,
opgenomen in de Standaard van 12
April j.l., tweede blad.
Uiteraard was dit onderwerp te inge
wikkeld van aard, om op de Depnta*
tenvergadering breed besproken te
worden, en ook het centraal Comité
acht zich niet geroepen, om de aan
dacht van de Regeering op bepaalde
gewenschte wijzigingen te vestigen.
Het bepaalt er zich daarom toe, om
uit te spreken, dat het niet gaarne
elke uitvoering, ten deze aan de
Woningwet gegeven, voor zijn reke
ning zou willen nemen, en acht, dat
niets onbeproefd mag worden gelaten,
om den pijnlijken indruk, alsof met
151 dor Grondwet de hand werd ge
licht, volledig weg te nemen.
In naam der Deputatenvergadering
deze wenschen ter kennisse van Uwe
Excellentie brengende, heeft bet Cen
traal Comité de eer, voor zooveel noo-
dig en mogelijk op voorziening ten
deze aan te dringen.
's Gravenhage. 14 Mei 1913.
Het Centraal Comité van Antir.
Kiesv. (w.g.) KUYPER. Voozitter.
C. VAN DER VOORT VAN ZIJP.
Secretaris.
L. F. DUYMAER VAN TWIST.
Penningmeester.
Internationale Spoorwcgvcrbouden
in 't belang van Nederlands Handel
en Nijverheid!
Men schrijft aan de Telegr.
Het is bij de handelswereld zeker
wel bekend, dat sedert meer dan
twee jaren tusschen de Nederlandsche
en Belgische spoorwegadministratiën
en de Oostenrijksche Staatsspoor
wegen, de tlongaarsche Staatsspoor
wegen, dePruisische Staatsspoorwegen,
alsmede de Zuid-Duitsche, de Beiersche
en Saksische Staatsspoorwegen, enz
correspondentiën, verhandelingen en
conferentiën hebben plaats gehad over
de opstelling van nieuwe spoorweg
tarieven voor het Nederlandsch en
Belgisch-Oosten rijksch-Hongaarsch
spoorwegverbond, ter verkrijging van
meer uitgebreide rechlstreeksche
vrachtprijzen met de vorengenoemd#
spoorwegadministratiën.
Reeds in 't begin Mei van dit jaar
werden als een gevolg van deze over
eenkomsten en verhandelingen nieuwe
spoorweggoederen tarieven, be vattende
rechtstreekscbe vrachtprijzen voor bet
vervoer in beide richtingen, zoowel
van stukgoed als van goederen in
wagenladingen tusschen stations van
de Nederlandsche Staatsspoorwegen,
de Hollandsche IJzeren Spoorweg-
Maatschappij en de Belgische Staats
spoorwegen eenerzijds en de sta
tions van der K. Oostenrijksche Staats
spoorwegen en andere Oostenrijksche
particuliere spoorwegen anderszijds,
ingevoerd.
Voor de vorming en de berekening
van de nieuwe soortgelijke spoorweg-
goederentarieven met stations van de
Hongaarsche Staatsspoorwegen is op
het oogenblik in Boedapest een com
missie vereenigd van gedelegeerden
van de Hongaarsche en Oostenrijksche
Staatsspoorwegen, van de Nederland
sche Staatsspoorwegen, de Hollandsche
IJzeren Spoorweg-Maatschappij, van
de Belgische Staatsspoorwegen, als
mede van de Pruisische, Saksische
en Beiersche Staatsspoorwegen en
verdere spoorwegen.
Zoodra dit nieuwe tarief is tot stand
gekomen en ingevoerd zal zijn zijn
de nieuwe wegen geopend voor de
uitbreiding en ruimere ontwikkeling
van onzen handel en onze nijverheid,
niet alleen met Oostenrijk en Hon
garije, maar ook en juist met het
oog op den afloop van den Balkan-
Oorlog, voor de daarachter ge
legen landen Roemenië, Bulgarije,
Servië, enz. daar vooral door
Hongarije de wegen leiden over
Predeal, Orsova, Belgrado, Dobezlin,
enz. naar deze landen en de hoofd
plaatsen Boekarest, Sofia, Saiajewa,
Banyaluka en zelfs naar Constantinopel.
Door de Vereeniging tot bevor
dering van het Vreemdelingenverkeer
is nabij het station een bord geplaats
waarop aangegeven de navolgende
korte wandeling door de Stad langs
de voornaamste merkwaardigheden,
afstand 4 K.M.
(Gelieve de blauw-witte borden te
raadplegen.)
Tramlijn volgen, brug over, eersten
weg links sKoppelpoort", (15e eeuw)
!,- KM.
Van daar langs «Kleine Spui" naar
Museum «Fléhite" (oudheden, schil
derijen enz.) 128 M.
Hiertegenover «Kapel" en het z.g.
«Mannendeel" van het oude »St.
Pieters- en Blocklandts Gasthuis" (14e
eeuw). Het nieuw gebouwde Gasthuis
ligt links hiervan; de bezichtiging
der oude gebouwen kan aan den Bin
nenvader gevraagd worden.
Van het Museum langs «Nieuwe
Weg", «Havik" (oude huizen) naar
de «St. Joriskerk' (gedeeltelijk 12e
eeuw) op «den Hof." 375 M.
Langs de Kerk, links om: Oude
Muurschildering (Vle S'.atie) naar de
kosterswoning, bezichtiging Kerk
(prachtig oksaal, doopvont, enz. Van
St. JoriskerkLangestraal naar de
«Binnenkamppoort" (nu Karnperbin-
nenpoort) (13e eeuw) 140 M.
De «Muurhuizen" inslaan, (oude
huizen) «Plompetorenpoort" (vroege
re gevangenis) (13e eeuw); op brug:
uitzicht «Pensionaat" (Louis XVI) en
op de oude walpoort «Monnikendam"
(15e eeuw.)
Eerste straatje links inslaan, Zuidsin
gel- Kleine Haag- Plantsoen, over
«Monnikendam», via Heerensraat,
Zuidzingel (gezicht buitenzijde Muur
huizen, Plomperlorenpoort en Kam
perbinnenpoort) naar de Kampstraat
1,2 K. M.
Van daar links af door de Kamper
binnenpoort naar Station 1,5 K. M.
Op verschillende punten der Lange-
straat, aan de rechterhand, is de
fraaie, 94% M. hooge, 15 eeuwsche
«Onze Lieve vrouwe toren» zichtbaar.
Het mooiste gezicht hierop is: de
lange Gracht af loopen en het eerste
straatje inslaan.
Vreemdelingen, wier treinen geen
directe aansluiting hebben kunnen
aan de hand daarvan in korten tijd
met het bezienswaardige onzer stad
kennis maken.
J. Hofland is door de districts
federatie der S. D. A. P. candidaat
gesteld voor de Provinciale Staten.
De plaatselijke afdeeling van den
Nationalen Bond van Protestantsche
kiezers heeft besloten bij de a.s. ver
kiezingen voor de Tweede Kamer in
het district Amersfoort de candidatuur
van Mr. W. H. de Beaufort te steunen.
Ook de afdeelingen van den Neder-
landschen Bond voor Staatspensionee-
ring in dit district zullen op den beer
De Beaufort stemmen.
De commissie van beoordeeling
van de monumentale bank als blijvend
gedenkteeken aan het eerste eeuwfeest
van Neeiland's onafhankelijkheid bij
»Lisiduna« op te richten heeft bare
keuze bepaald op de teekening inge
zonden onder 't motto «ons prachtig
materiaal». De ontwerper bleek te zijn
de heer G. van Hoogevest, architect
alhier.
Als nu de dubbeltjes maar ruim
genoeg toevloeien om de uitvoering van
bet ontwerp mogelijk te maken.
Op de j.l. Maandag gehouden
tweede kaasmarkt werden 14 wagens
aangevoerd en op een enkele partij
na grif verkocht. De prijs liep van 25
tot 29 cent het pond.
Het voorloopig bestuur be
noemde tot directrice van de openbare
keuken mevr. F. van Assen, thans
waarnemend directrice van deSophia-
stichting te Scheveningen. Volgens
ingekomen bericht heeft mevr. van
Assen de benoeming aangenomen.
Do directrice hoopt 1 Aug. in Amers
foort te komen om zelf de voorbe
reiding van de openbare keuken te
regelen. Met 1 September hoopt het
bestuur de keuken te kunnen openen
Door de Amersfoorlsche muziek
vereniging, directeur den Heer J. A.
Jochems wordt hedenavond te 8 uur
in het plantsoen het navolgend
programma uitgevoerd:
1. Vrijbeidsmarch
2. Ouverture L'Esponent Reichardt.
3. Wals Wer Kann da fürGilbert,
■i. Am Bosporus Turksch Inter
mezzo aus Hallo! die grosse
RevueWilhelm.
5. Fantaisie Romeo Et Juliette Bellini.
PAUZE.
6. Thorno Jubelmarsch Mackz*
7. Ouverture Sous L'Ombrage Gillisse'
8. The Holy CityS. Adams*
9. Fantaisie Le Fille du Regiment arr. Kessels*
10. Marsch Glorie aux BasserDe Vries.
Aan mejuffrouw J. C. van der
SchroelT is, op haar verzoek, door den
Gemeenteraad van Baarn met ingang
van 1 Augustus eervol ontslag ver
leend als leerares in Gymnastiek aan
de Muloschool te Baarn.
De heer G. K. G. van Aaken
is benoemd tot lid der jury bij het
muziekfeest voor harmonie- en fan
farekorpsen, door «Crescendo» te
Baarn uitgeschreven en daar 30 Juli
te houden.
Luitenant H. J. Ruempol Hamer,
van het 5e regiment infanterie, is met
ingang van 1 October benoemd tot
leeraar in Geschiedenis en Aardrijks
kunde bij den cursus van het korps.
Aan den afstandstil, uitgescho
ven door «Wielersport» en Zondag
van hotel-Reichmann als vertrekpunt
gehouden, namen 10 wielrijders deel.
De route liep van het Stationsplein
via Hilversum naar Amsterdam, van
daar naar Utrecht en via Soesterberg
terug naar Amersfoort.
Men vertrok om 9 uur en vóór 3
uur kwamen hier terugvan de Biezen
bos, Kaljee en Engel, allen uit Amers
foortDe Veer, uit Amsterdam Ten
Haaf, uit Soest; en J. van Doorn, uit
Amersfoort.
Zaterdagavond sprak de heer
Kernkamp uit Hilversum in hotel
Reichmann over Richard Wagner voor
een 40-tal dames en heeren. Hij
schetste Wagners leven en lijden en
strijden en toonde een groot ver
eerder van hem te zijn. Met de groot
ste aandacht werd de rede aange
hoord. De heer Hoog sprak uit naam
van allen, toen hij den heer Kern
kamp dank zegde voor zijn belang
rijke mededeelingen.
De heeren Joh. J Cattieeu H. C.
A. de Jong behaalden op de interna
tionale hondententoonstelling te Delft
met hunne honden eerste en speciale
prijzen De heer Cattie was uitgekomen
met zijn Belgischen ruwharigen her
der „Jacot". De heer de Jong expo
seerde zijn 'bekende chien de Bouvier
„Charlatan". Algemeen werden deze
fraaie dieren geroemd. Er waren circa
300 honden ingeschreven, waaronder
vele buitenlandsche.
Bij den Uitgever P. Noordhoff
te Groningen is tor perse om weldra
te verschijnen een feestboekje ter her
denking van 1813, getiteld «Verdrukt
en bevrijd. Het Oranje-Boven in 1813,
door H. Lankamp, schrijver van het
Leerplan voor de Scholen met den
Bijbel. De prijs is 30 ets. per exem
plaar. Het is echter de bedoeling den
prijs aanzienlijk te verlagen bij be
stelling van getallen om de uitdeeliog
op scholen mogelijk te maken.
Vergadering van den Raad der
gemeente Amersfoort op Dinsdag 27
Mei 1913 des avonds te half negen.
Voorzitter de Burgemeester.
Afwezig met kennisgeving de heeren
Van Kalken en Van Achterbergh de
laatste wegens ziekte en de heer
Houbaer,
De notulen werden ongewijzigd
goedgekeurd, zooals ze ter visie had
den gelegen.
Ingekomen de volgende stukken.
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht van den 28 April 1913,
3e afd. No. 1227/1105 tot verdaging
hunner beslissing op het Raadsbesluit
van 28 Maart 1913, No. 135 strek
kende tot aankoop van perceelen van
M. van Esch, wed. T. van Stokkum.
(Voor kennisgeving aangenomen.)
Missive van de Gedeputeerde Staten
van Utrecht van 5 Mei 1913, 3e
afdeeling, No 1758/1189 ten geleide
van een afschrift van het Koninklijk
besluit van 18 April 1913, No. 13,
waai bij de goedkeuring wordt ont
houden aan het Raadsbesluit van 30
April 1912, No. 160 tot vaststelling
van eene verordening tot heffing van
schoolgeld aan de scholen A, B, C en D.
(Voor kennisgeving aangenomen.)
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht van 5 Mei 1913, 3e
afdeeling No. 1091/1173, tot goed
keuring van het Raadsbesluit van 22
April 1913, No. 175, betreffende over
name van het pothuis bij perceel
Nieuweweg 1 van M. Joëls. (Voor
kennisgeving aangenomen.)
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht van 5 Mei 1913, 3e
afdeeling No. 1693/1172, tot goed
keuring van het Raadsbesluit van 22
April 1913, No. 176, betreffende
opname van tijdelijk kasgeld. (Voor
kennisgeving aangenomen.)
Besluiten van Gedeputeerde Staten
van Utrecht van 5 Mei 1913, 3e
afdeeling, No. 1178 en 1179 tot be
slissing in beroep van reclames inzake
inkomstenbelasting van H. W. J. op
den Akker en W. H. NoppeD. (Voor
kennisgeving aangenomen.)
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht van 14 Mei 1913, 3e
afdeeling, No. 1977/1209 tot goed
keuring van het Raadsbesluit van 10
Mei 1913, No. 207, tot het aangaan
eener geldleening groot f 700.000.
(Voor kennisgeving aangenomen.)
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht van 14 Mei 1913, 3e