/fV
Jr
NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad ,Njj£
voor de Provincie Utrecht.' |p|
@flfememcfc
So. 75.
Zaterdag 20 September 1913.
42e jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
PREMIE
BINNENLAND.
FEUILLETON.
WA&lS€Sf¥Il«.
Aangezien ons gebleken is dat er onder onzen
inaam zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht
worden, zoo berichten wij dat op al onze Naai
machines nevenstaand handelsmerk moet voor
komen. Men late zich onder welk voorwendsel
ook geen nagemaakte Lewcnstein' machine aan
praten. Voor Amersfoort en Omstreken eenigste
Agent W. KOMMER, Krommestraat 24, Amersfoort.
De Firma AifcWEiN STitlN
UTRECHT, CII OORSTRA AT 14.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever O. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 69.
ADVER1 ENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7'l, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden gleobts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
voor de lezers van deze courant.
Het heden verschenen 25ste nummer
van den vijfde jaargang van
bevat o.a.:
Onze nieuwe Ministers: Jbr. Dr. J.
Louden, Minister van Buitenlandsche
Zaken.Een drietal Marker schoon
heden. Kiekjes van de Zeilwedstrij
den op de Noordzee.Stakende Lon-
densche arbeidsters. L)e onafhanke
lijkheidsfeesten te Enschedé, Weesp.
Delft en Groningen. Bezoek Konink
lijke familie aan de Hoofdstad
Kiekjes van de Nat. Kleederoptocht te
Amsterdam. Aanbieding van de Onaf-
hankelijliheidsvlag aan den Burgemees
ter van Amsterdam.De Haagsche
Landbouwtentoonstelling. Brand in
de loods van het Blauwhoedenveem
Het kindernummer »Ons Pt tnsesje».
Weldra Groote Prijsvraag niet
IOOO Gulden aan prijzen.
De geabonneerde
wonende
wenscht zich te abonneeren op het
weekblad „PAK ME MEE", tegen den
prijs van 3'/t cents thuis bezorgd.
Gehuwde onderwijzeressen!
De Minister van Binnenlandsche
Zaken beeft de circulaire van zijn
ambtsvoorganger (dd. 28 September
1908) tngetiokken. Aan do bij de
Rijksscholen eventueel aan te stellen
ongehuwde onderwijzeressen moet der
halve voortaan niet meer de mede-
deeltng worden gedaan, dat zij bij
het aangaan van een huwelijk ver
moedelijk ontslag zullen bekomen.
Nederlandsehe Handelshoogeschool.
De regeering heeft een som van
f 20,000 op de begrooting gebracht
als subsidie aan de Vereeniging tot
oprichting van een Nederlandsehe Han
delshoogeschool te Rotterdam. Voor
een subsidie ook van de gemeente
Rotterdam zijn onderhandelingen
gaande.
Particulieren hebben een som van
f 120,000 bijeengebracht, welke vol
gens vet kregen toezeggingen in de
eerstvolgende jaten tot ruim f300,000
zal stijgen. Men stelt zich voor dit
kapitaal later te bestemmen voor de
stichting van een eigen gebouw aan
vankelijk zal, naar bekend i-, de hoo-
geschool in een gehuurd perceel haar
intrek nemen.
De exploitatiekosten zijn aanvanke
lijk geraamd op een bedrag van on
geveer f 75,000 waarvan vermoedelijk
ongeveer f 20 000 door de opbrengst
van de collegegelden goedgemaakt zal
kunnen worden. (IV. R. C.)
Bond voor Staatspeiisionneering.
Het hoofdbestuur van den Bond voor
Staatspensionneering, het Comité van
Actie voor de jongste verkiezingen en
de redactie van het Bondsoigaan kwa
men te Amsterdam bijeen ter bespre
king van de sociale paragraaf in de
Troonrede.
Met dankbaaiheid werd kennis ge
nomen van betgeen door de nieuwe
Regeeiing op het gebied van ouder
domsverzorging wordt voorgesteld,
doch de uitsluiting van vroegor-be-
deelden werd betreurd, al werd erkend
dat de linancieele toestand des lands
de Regeering voor groote moeielijk-
heden stelt.
Besloten werd, in een adres aan de
Regeei ing te verzoeken, die voorwaarde
te doen vervallen, en zulks onder ver
wijzing naar Engeland. Ook zal ver
zocht worden de leeftijdsgrens zoo
mogelijk op 65 jaar te stellen.
De propaganda zal zich in den a.s.
winter richten op het doen doordrin
gen van het besef, dat de beide te
vragen wijzigingen noodig zijn verder
zal, met het oog op de veranderde
omstandigheden onder vele behoeftige
ouden van dagen, werk worden ge
maakt van bet verkrijgen van betere
toestanden in de gestichten, als af
schaffing van de armen-uniform, op
heffing van de scheiding onder ge
huwde verpleegden en het geven van
meer vrijheid wat betreft bet uitgaan
der in de gestichten opgenomenen.
Handelsbl.
De correspondent van het
»Hand.bl.« te Barneveld schrijft:
Dezer dagen begaf zich een land
bouwersvrouw in een der grootste
dorpen van de Veluwe, wier spruiten
tot nu toe de school met den Bijbel
bezochten, naar het hoofd dier school,
met verzoek het bewijs van vaccinatie
der kleinen te mogen hebben, aange
zien de ouders van plan waren bun
kinderen voortaan naar de openbare
school te zenden.
In plaats van dadelijk aan het ver
zoek te voldoen, werd echter op alle
mogelijke manieren getracht het
vrouwtje van dit inoodlottig" besluit
af te brengen en toen zij toch maar
op haar standpunt bleef staan, werd
zij er op gewezen, dat de Hemel, wan
neer zij haar kinderen naar zoo'n
school durfde sturen, dan wel eens
met zijn stiafTen kon komen, door
mensch of beest in dat gezin met
ziekten of nog erger te treilen.
Ook dit paardenmiddel mocht niet
baten.
Hoewel geheel over stuur en dik
behuild, kon het vrouwtje eindelijk
met de pokkenbriefjes in haar zak
vertrekken, waarna zij ons baar nood
kwam klagen over de door haar onder
gane bejegening.
»De mail van Pensioen»!
Er was zoo schrijft men uit
Workum aan de Leeuw. Ct. be
richt gekomen, dat oude Giietje «den
mijnheer van het pensioen» gaarne
wilde spreken. Het oudje kan zelfs
niet moer loopen, dus we bezoeken
baar in het armoedige vertrekje, dat
zij geheel alleen bewoont.
Als Wè de deur openen, zien we
het oudje bewegingen maken om op
te staan, maar we voorkomen die
moeite door binnen te treden, een
stoel te nemen, wat ruimte op de
tafel te maken en met de portefeuille
voor ons tegenover haar plaats te
nemen. De oude vrouw ziet met ver
wondering naar dit alles en krijgt
eerst kijk op de dingen als ik zeg:
»Ik kom voor het pensioen, Grietje!
Houd je rm maar kalm en tracht je
geheugen wat op te frisscben, want
wezollen samen eens wat praten, hoor 1*
Grietje knikt met het giijze, ge
rimpelde hoofd en haar ééne oog (bet
andere mist ze reeds lange jaren)
begint zoo waar te glanzen.
Wel, Grietje, hoe oud ben je?
Weet je ook wanneer het je verjaar
dag is?
En daar klinkt het
Jawel, mijnheer, ik ben in mijn
85e en hier in een briefje, daar staat
mijn verjaardag op.
Dit verschrompelde, geel geworden
papiertje is bijzonder vlug gevonden
uit een oud kerkboek, dat in een j
hoek van de vensterbank ligt. Het
briefje is voor langeu tijd eens opge
vraagd aan de secretarie.
Dat komt goed uit, vrouwtje,
en kan je mij nu ook zeggen, waar
je in de laatste 10 jaren gewerkt
hebt?
Neen, mijnheer, zoo lang kan
ik niet onthouden, maar ik heb ge
werkt zoolang ik kon. Ja, ja, ik heb
wat werk gedaan in m,n leven. M'n
banden staan krom van 't werken.
Ja maar, Grietje noem mij nu
eens wat namen van vaste buizen,
waar je gewerkt hebt.
Opeens wordt het haar helder en
tal van namen] komen over haar
lippen, namen van mannen en vrouwen,
die ik hier niet gekend heb, en ik
woon bier al 30 jaren.
Een gewoon verschijnselde oudj-s
herinneren zich all<*s uil hun jeugd,
maar weten niets meer van de laatste
20 jaren.
Ik schud met het hoofd en zog
Grietje, die menschen zijn wel
30 jaar dood, die kunnen je nu niet
aan pensioen helpen. Herinner je je
ook iets van je 60e tot 70e jaar?
Ging je toen ook nog uit werken?
En daar luidt bet eenvoudig, maar
oprecht:
Ja, mijnheer, ik heb altijd ge-
wasschen en gewerkt, maar al kon
ik er den hemel mee beërven, ik kan
het mijnheer niet precies zeggen
waar! Twee gulden in de week, 't
zou een zegen zijn en ik zou er
onzen lieven Heer voor danken, maar
ik mag er niet om leugenen, niet
waar, mijnheer?
Ik verdubbel mijn pogingen en bet
gelukt me twee namen te hooren
van menscben, die ik nog ken.
Verrijkt met enkele aanteekeningen,
verlaat ik het merischje, met het
ernstige voornemen baar zoo moge
lijk een heerlijk St. Nicolaasfeest te
bereiden.
ALLES KOMT EENMAAL OP Z'N
P00TEN TERECHT
DOOR
A. S. H. BOOMS.
6)
Het kleine slimme ding was door
Ü3tige vragen er achter gekomen, dat
hij dezelfde luitenant Van Dijcke was
bekend als de held van het avontuur
in Amsterdam, wat de zuster van een
harer vriendinnetjes was overkomen,
wier opgewonden verhaal der redding
toen reeds aan een drietal jeugdige bak-
viechjes, waarvan zij er een was, aan
leiding had gegeven tot stille veree
ring van den alleen bij name bekenden
ridderlijken officier, wiens eenvoudig
doch flink optreden in die meisjes-
oogen gaandeweg de grootsche afme
ting eener Middeleeuwsche romantische
heldendaad had aangenomen.
De vereering voor die ridderlijke
dienstbetooning groeide nu, na de her
kenning, in het jeugdige, maagdelijke
hartje langzamerhand tot liefde aan,
vooral toen de denkbeeldige held ont
popte als een hupschen, galanten, vroo-
lijken, geestigen Luitenant, die haar
door alles imponeerde; de intieme
omgang in zoo'n bekrompen ruimte
als een zeilschip aanbiedt en de lange
reis deed de rest, daar hare geleidster, die
evenals bijna al hare Indische zusters
'n hartstocht tot koppelen had, de
gelegenheid tot vertrouwelijken om
gang bevorderde, toen zij meende te
bemerken dat er alleen dht aan ont
brak om die twee voor altijd bijeen
te brengen.
Nol hield bepaald reel van het naïve,
aardige jonge meisje, dat hij echter
altijd nog als een kind beschouwde
en als een ouderen broer behandelde;
van liefde was bij hem geen sprake
en hij was zich eerlijkbewust het
meisje nooit aanleiding gegeven te
hebben dit te veronderstellen, want
aan trouwen dacht hij immers nog
laDg niet, niet alleen wegens de groote
schuld aan gebroken glaswerk, die hij
mee naar Indië nam en die hem wer
kelijk drukte, en het karige tractement
dat de pretmaker alleen heel gemak
kelijk aan kon, maar ook omdat hij
als verstandig man eerst van zijne
jeugd wilde genieten en zien wat er
in de wereld te koop was, alvorens
zich te binden en eene vrouw te leiden,
of zooals bij zelf zeide, w«eerst droog
achter de ooren worden en leeren voor
zichzelf te zorgen, alvorens de zorg
voor eene huishouding op zich te
nemen.wh.
Toen Yan Dijcke ongeveer zes
maanden te Kalian in garnizoen was,
werd de vader van Sophie Dorling
benoemd tot Majoor lïilitair-Kom-
mandant van Timakoelit, en al spoe
dig bleek den vader dat Sophietje,
toen een meisje van nog geen acht
tien jaar, eene bijzondere genegen
heid voor haren vroegeren reisgenoot
koesterde, waarvan zij, ongekunsteld
als zij nog was, de blijken gaf in haren
omgang met hem en de bewonderende
wijze waarop zij over en met hem
sprak.
Ofschoon de majoor, hoe goed hij
ook waarnam, niet bemerkte dat Yan
Dijcke die liefde beantwoordde, daar
hij met haar eenvoudig op denzelfde
correcten, open en vriendschappelijken
voet omging als met andere meisjes,
zoo vertrouwde hij toch uit eigen er
varing den licht ontvlambaren luite
nants-aard niet; het voor zijne onbe
middelde dochter minder gewenscht
achtende dat zij 'n luitenant trouwde,
die wel eene mooie toekomst voor zich
had doch overigens niets bezat dan
zijn kletterende sabel, en uit onder
vinding wetende hoe zwaar de wor
steling is om met gebrekkige finan-
tieele middelen een vrouw gelukkig
te maken die gewoon is zekere eischen
aan het leven te stellen, zoo liet hij
Nol duidelijk blijken dat hij, hoe hij
hem ook als officier hoogachtte, het
toch minder wenschelijk vond dat de
vroegere vertrouwelijke kennismaking
aan boord op meer intiemen voet werd
voortgezet, doch hij deed dit op eene
vrij onhandige wijze zoodat de luite
nant daarin wantrouwen meende te
zien in zijne loyauteit.
En dat was voor Van Dijcke juist
'n prikkel om tegen de verdrukking
in te gaan, hoe hij zich zelf ook voor
hield dat hij dwaas en tegenover het
meisje onverantwoordelijk handelde.
Langzamerhand beheerschte hem daar
door voor het lieve kind een gevoel
dat hem blind maakte voor alle gevaar
in de toekomst en doof voor elke ver
maning van zelfverwijt, want hij die
wrok over die verdenking begonnen
was met vuur te spelen brandde zich
zelf zeer ernstig. Hij werd verliefd
op Sophie en geheel beheerscht door
eene eerlijke doch diepe hartstocht.
In meer kalme oogenblikken echter
zij het ernstige van zijn toestand in
en bevreesd om, figuurlijk gesproken,
ten tweede male de glazen in te
slaan, wist hij zich voldoende te be-
heerschen, zoodat de verhouding tus-
schen de beide jongelui eene weder
zijdsche ww verliefdheid ww bleef, die
echter, als papa Dorling in de nabij
heid in observatie was, als uit afspraak
alleen bestond in veelzeggende blik
ken op eeD afstand.
(Wordt oortolgi.J