NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad TÉf voor do Provincie Utrecht, Mg} FEUILLETON. No. 11. Zaterdag 7 Februari 1914. 43e jaargang VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. PREMIE Qakwrne, Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. fi9. ADVERT ENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7'/« Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. voor de lezers van deze courant. Het beden verschenen 45ste nummer van den vijfden jaargang van ..WUInri bevat o.a.: Verschillende mooie afbeeldingen van het Rijksmuseum te Amsterdam. Liefdadigheidsinstellingen te New- York. Intern. Zwemwedsti ijd te Milaan in den winter. Inboorlingen uit Senegal (Afrika), als soldalen in de Fiansche gelederen. Kiek, ge nomen voor het huis van den civiel- gezaghebber te Moeara-Taweh (Bor neo). Foto van C. C. A. de Koning, de Vorst der Nedei landsche Schaat senrijden. Do Sinaasappeloogst in Valencia (Spanje). Geweldige brand te Montreal in Canada, bij een tem peratuur van 27 graden onder nul Twee kiekjes v. d. Militaiien Voet balwedstrijd Engeland-Nedeiland te Aldershot in Engeland. Een in klei geboetseerd model van het hoofdge bouw der Samarang-Cheribon Stoom tram-Mij. Het Kindornummer «Ons Prinsesje." De geabonneerde wonende wenscht zich te abouneeren op het weekblad „PAK ME MEE", tegen den prijs van 3'/« cents thuis bezorgd. Ons belang bij het behoud van Indië. Wanneer wij spreken van de 2000 millioen, waarop bet kapitaal, bij de Indische ondernemingen betrokken, wordt geschat, en van de 300 millioen gulden, welke volgens raming aan jaar- lijksche revenuen uit Indië worden ge noten, dan dient bierbij Ie worden opgemerkt, dat hiermede niet uilslui tend Nederlandscbe belangen zijn ge moeid. Immers van sommige in Neder land of Indië gevestigde maatschap pijen (die welke in bet buitenland baar zetel hebben zijn buiten reke ning gelaten) zijn de aandeelen voor een grooter of kleiner deel in handen van buitenlanders, en onder de-parti- culiero ondernemers en de geëm ployeerden der in Indië gevestigde be drijven komen, hier meer daar minder, vreemdelingen voor. En zelfs onder de Europeanen, die Staatsbetrekkingen bekleeden, zijn er van vreemde natio naliteit, zoo bijv. ingenieurs en officie ren van gezondheid Eu eindelijk die nen er bij bet O. I. leger, zooals van algemeene bekendheid is, in de min dere rangen steeds Belgen, Duitscbeis, Oostenrijkers, Zwitsers enz. Hoe nu in al deze verschillende opzichten precies de verhouding is tusschen bet belang van Neder landors en van peisonen van andere nationa liteit, is onmogelijk aan te geven. Maar wat inmiddels vast staat is, dat op ieder gebied het Nederlandscb be lang verreweg ovet wegend is. Natuurlijk komen ook de indirecte voordeelen niet alleen aan Nederlan ders ten goede. Het zou niet mogelijk zijn den vreemden ondernemingsgeest op handelsgebied buiten te sluiten, en het zou zeker evenmin verstandig zijn daarnaar te streven, Doch dit neemt niet weg, dat ten aauzien van den handelsomzet van Indië Nederland de allereerste plaats inneemt, zoowel in den invoer als in den uitvoer. Het bepalen van de juiste verhou ding is ook hier alweer niet wel moge lijk. De bestaande statistische gege vens zijn daarvoor niet voldoende. De waardeberekenirig, bij het samenstel len der Nederlandscbe in- en uitvoer statistiek gebezigd, is vooral hoogst gebrekkig, omdat daarbij als maatstaf geldt een tarief, dat in 1846 is vast gesteld. De Indische statistiek is in dit opzicht zeker veel beter, omdat de prijzen voor de verschillende artikelen jaarlijks opnieuw worden bepaald. Hier stuiten wij echter op een andere moei lijkheid, welke verband houdt met het nagaan van het land van herkomst of bestemming, voor het geval in een lusi-chenhaven heizij in Euiopa, hetzij 'n Azië, voornamelijk te Singa pore of Penang overlading heeft plaats gehad. Wij geven daarom hier de opbrengst van eenige der voornaamste produc ten, gedurende 1912 in Nederland in veiling vei kocht, als: Tabak 84 milli oen, thee 7 mtlhoen, tin 40 millioen. De bruto opbrengst der verkochie pro ducten, hier te lande aangevoerd door de Neder 1. Handelmaatschappij (kodie, Kina, tin, tabak, thee, copia, rubber, enz.) beliep in dit jaar 71 millioen, lerwijl aan den Staat wordt verant woord als opbrengst in Nederland van' de Gouvernementsproducten, met inbe grip der door de Bilitonmaatschappij betaalde pachtschat, ruim 42 millioen gulden. Tot dusver is nog slechts een be trekkelijk klein gedeelte van de vrucht bare eilanden in cultuur gebracht. De van de tot nu toe bebouwde uitge strektheid te verwachten oogsten wor den, volkens Mr. 's Jacob, president van de Kamer van Koophandel te Batavia, wanneer de plantingen tot volle ontwikkeling zullen zijn geko men, berekend op: suiker '150, tabak 158, thee 25 5, koffie 20.8, kinabast 4 3, cacao 16. djalthoul 3 5. tapioca 4, diveisen 2.5. te zamen 380 millioen, waarin niet is begrepen de snel stij gende opbrengst van de rubber, welke nog niet is te begrooten. Daarbuiten vallen de eveneens voor ruimer debiet vatbaar geachte mine rale voortbrengselen en boscli- en zeeprodueten, waarvan de uitvoer in 1910 ruim 120 millioen bedroeg. Als de takken van de Nederlandscbe nijverheid, die bij den export naar Indië voornamelijk belang hebben, noemen wij de textiel-industrie (bet totaal van den invoer van manufac turen uit Nedeiland in Indië bedroeg in 1911 34 millioen), de machine-indu strie (met 10 millioen) en venier de fabricage van spoorwegmaterieel, ge distilleerd, papier, glaswerk, kleede ren boter, olie, veekoeken, biscuit, aardewerk, chemicaliën, zeep. verfwa- 'ren, tabak, sigaren en sigaretten, boe- ken, blikwerk, amoniak, automobielen, i rijwielen enz. Ook hier zijn alle be langen niet precies onder cijfers te brengen. Van het indirecle voordeel, dat de Indische Scheepvaart aanbrengt dat is dus afgezien van de winsten door de matschappijen uitgekeerd zijn wij echter door caloulatie kunnen komen tot een meer nauwkeurig b«eld. De bouwkosten van nieuwe schepen voor de Indische stoomvaartlijnen, gedurende de beide vorige jaren op Nederlandscbe werven voltooid of op stapel gezet, bedragen omstreeks 35 millioen. Van de 97 stoomschepen, die de Koninkl. Paketvaart Mij. in de vaart heeft is voor meer dan 90 pet. der waarde in Nederland gebouwd. De leverantien voor de uitrusting der schepen in Nederland beloopt thans ongeveer 6 millioen per jaar. Door de vier maatschappijen wordt jaarlijks uitbetaald aan gages aan de Nederlandsche bemanning der schepen, salarissen van ambtenaren en loonen van werklieden in Nederland (met inbegrip van pensioenen) omstreeks 9 millioen. Hier buiten valt do com missie. uitbetaald aan de agenten, waarvan het gezamenlijk bedrag even iu de millioenen loopt. Eindelijk wordt in Nederland voor de stoomschepen aan haven- en loodsgelden een paar ton per jaar betaald. Van wat de Indische scheepvaart voor ons land beteekent (wij bepaalden ons tot de geregelde lijnen) geven deze cijfers eenig denkbeeld. Men boude in het oog, dat door de snelle uitbreiding der thans 185 schepen tellende vloot, welke verbindingen in den Archipel en met Nederland, Engelscb Indië, Australië, China en Japan onderhoudt de uitgaven van jaar tot jaar beduidend stijgen. Het moeilijkst in cijfers uit te druk ken is het belang, dat de kleinhandel, de leveranciers van allerlei levens- benoodigdbeden, met inbegrip van de beoefenaars der bouwvakken, hebben bij dat gedeelte der bevolking zeker niet het minst koopkrachtige dat, na terugkeer uit O.Indië, in het vaderland z(jn rente of pensioen ver teert. En evenmin is het na te gaan, welk bedrag de fiscus san rijks- en gemeentebelastingen, als aandeel in de directe baten uit Iodië ontvangt. Een feit is het, dat de Staat mee deelt in de algemeene welvaart van zijn burgers. En het Koloniaal belang is voor Nederland zeker een zeer voor name, zoo niet de voornaamste factor voor de algemeene wei vaart. En nu ten slotte. Wij schreven bier boven«Ons belang bij bet behoud van Indië®. Dit beteekent niet, dat voor het geval Nederland den Oost verloor, alle bezittingen van Neder landets in Indië met één slag zouden verloren zijn. Het gezag, dat bet Ne derlandsche aldaar zou opvolgen, zou den eigendom van particulieren hebben le eerbiedigen. Maar het beteekent wel, dat de Nederlanders gaandeweg uit Indië zouden worden verdrongen. Een vreemde oveiweldiger zou zich zeker niet meester maken van den Archipel om den tegenwoordigen gang van zaken te bestendigen en den Hollan ders hel leeuwendeel der economische voordeelen te laten. Dat spreekt van zelf. Eerst zou hij alle Nederlanders, die openbare betrekkingen bekleeden, naar huls zenden. En als het ons dan mocht gelukken ons op den duur in onze handelsrelatiën met onze voor malige kolonie te handhaven, dan zou dit zijn in evenredigheid tot de andere vreemde naties, hetgeen al naar de ALLES KOMT EENMAAL OP Z'N POOTEN TERECHT DOOR A. S. H. BOOMS. 42) Bij dien woesten sprong en dat wel luidend klaterend lachen, beving den kolonel eene eigenaardige gewaarwor ding alsof hij dat meer gezien en meer gehoord had van datzelfde meisje han delende in jeugdigen blijden overmoed, terwijl hem als 't ware een naam van herkenning op den tong zweefde, die hij echter toch niet kon uitspreken. Stilzwijgend legde men het korte eindje weegs tot de woning der dame af, daar ieder met zijne eigen gedach ten bezig washuppelend liep het meisje vooruit, opende de deur der bovenwoning, en zich omkeerende noodigde zij met eene gracieuse be koorlijke neiging en vriendelijke be- tooverende oogopslag de beide achter geblevenen tot binnentreden. In stede van daaraan te voldoen, deed eensklaps Van Dijcke als van verrassing een pas achteruit, zijne oogen staarden in verrukking wijd geopend die heerlyke lieve gestalte aan en, als had die eigenaardige aan vallige beweging de herinnering in hem opgeroepen en verhelderd, riep hij onwillekeurig diep gevoeld uit, Fietje! II... Zoowel de oudere dame als het jonge meisje zagen den spreker verrast aan en de laatste vroeg hem, wel eenig- zins gepikeerd over die familiariteit van een onbekende, maar toch op vriendelijken toon. Kent u mij zoo goed mijnheer, dat u mij bij mijn voornaam noemt Voldaan over dien uitslag haalde Van Dijcke als overtuigend bewijs zijn horloge uit, opende dit en toonde het jonge meisje het daarin aanwezige portret, om haar te overtuigen dat de treffende gelijkenis de oorzaak was van die brutaal familiaar schijnende toespraak. Deze lieve dame waarop u gelijkt als de eene droppel water op de andere, droeg ook eenmaal dien naam, die voor mij de mooiste en heerlijkste is op de wereld, voegde hij t' meisje ge roerd toe, op den toon van iemand die een kostbaar en dierbaar juweel toont waaraan smartelijke herinnerin gen verbonden zijn. Tante Fietje I riep 't kind ver baasd nit toen zij die photographie zag die in 't deksel was aangebracht met haar laatst liefdewoord, »»voor altijd je Sophie»" De oudere dame hkd ondertusschen hare voile opgelicht ten einde den heer die dien naam zoo roerend en zoo beteekenisvol uitsprak nader op te nemen, en toen deze het horloge toonde en het meisje het portret harer tante herkende, schenen ook haar de schillen van de oogen te vallen en riep zij tot verbazing van haar klein kind in extase over al die plotselinge herkenningen, hartelijk en op blij ver rasten toon uit, zooals een moeder haar weergevonden zoon zou toespre ken na lange smartelijke schening door eigen schuld, Nol Van Dijcke, die bij den uitroep van het meisje deze verbaasd doch hoopvol had aangezien vestigde nu zijne oogen op de oudste dame en met een kree' van blijdschap met beide handen de hare vattende die zij onwillekeurig naar hem uitstak, zag hij haar een oogenblik vol aandoening verrast in de oogen en stamelde toen in blijde verrukking, terwijl een traan van aan doening langs zijne gebruinde waug rolde, Mevrouw Dorling! u! u leeftIs 't waar I eu mijn, mijn eigen Sophie? Zeg mij toch! vlug! waar is mijn lieveling I Leeft zij ook nog Mevrouw Dorling knikte slechts bevestigend, te veel aangedaan om iets te kunnen antwoorden, verteederd en getroffen door het zoo ongekun steld getoonde geluk dat het hart van den vroegeren geliefde harer dochter vervulde, die in de vervoering zijnet- vreugde de beide trillende handen kuste die nog in de zijne lagen. Gelukkig! Goddank! stamelde hij geroerd on toen vervolgde hij iu één adem, haastig en dringend, als wilde hij de minst mogelijke tijd verliezen, met al 't ongeduld van een man die oprecht lief heeft, Waar is ze? Is ze gezond? is ze nog ongetrouwd?"» Tante trouwt nooit, heeft ze gezegd! riep 't enthousiaste kind in romantische vervoering uit, van de eene verbazing in de andere vallende en hare door aandoening vochtige oogen afwissende. Dus ongetrouwd! vrij I Nog altijd mijn! mijn eigen lieve Fietje! Wat 'n geluk! wat 'n geluk waar is ze jubelde Van Dijcke vol ongeduld alsof hij weer de jonge luitenant was. Hier! Pleegzuster! antwoordde mevrouw. Dus was zij bij u toen u straks met uw kleinkind de Vijverberg over ging- Ja! hebt n ons toen al gezien? Ja! maar niet herkend! Zoo dicht bij haar en dat niet ge voeld I Grootma! is dat die mijn heer van het portret, waarvoor tante wel eens stilletjes zit te schreien U weet wel die man die er op schreef »»een man een man, een woord een woord!"» vroeg de kleine niet wetende hoe gelukkig zij den officier maakte door 't onbewust verklappen van zoo'n geheim. (Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 1