NIEUWE
'HÈt Nieuws- en Advertentieblad 'ijlt
voor de Provincie Utrecht.
Rijksverzekeringsbank.
FEUILLETON.
So. 12.
Woensdag 11 Februari 1814.
43e jaargang
I
VËHSIBIJNT WOENSDAG EN ZATEItDAG.
UITVOERING INVALIDITEITSWET
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Aangezien ons gebleken is dat er onder onzen
naam zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht
worden, joo berichten wij dat op al onze Naai
machines nevenstaand handelsmerk moet voor
komen. Men late zich onder welk voorwendsel
ook geen nagemaakte Lewenstein' machine aan
praten. Voor Amersfoort en Omstreken eenigsto
Agent W. KOMMER, Krommestraat 24, Amersfoort.
De Firma A. LEWENSTE1N
UTRECHT, CIIOOHSTRAAT 14.
v/rec/// omyrac^t.v, 295
v/ei/ffe/s/f/jn/at7-
orge/s tinstspc/p/rro -s
Jnc/jc /oinJiafe/2
Amersfoortsche Gsurant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het gebeele Kijk 1.25.
Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
BureauLangestraat 77. Telephoonn. 69.
ADVERT ENTIÊN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
{Overgenomen uit de Nederlandsche
Staatscovrant van 4 Februari 1914,
No. 29).
Het is gewenscht gebleken de aan
dacht te vestigen op het navolgende
Aan de rentetrekkers krachtens de
artt. 369-370 der Invaliditeitswet is
gelegenheid gegeven voor het stellen
van
een doorloopend-geuiachtigde,
wat wil zeggen, dat zij iemand mogen
aanwijzen, die, eenmaal aan het post
kantoor en aan de Rijksverzekerings-
bank te Amsterdam bekend zijnde, op
eigen handteekening de rente 'aal
mogen halen, tenminste, wanneer
h(j daarbij vertoont
ten eerstehet bewijs, dat hij de
gemachtigde is (legitimatiebewijs), en
ten tweede: het aan den rentetrek
ker uitgereikte bewijs van toekenning
der rente.
De doorloopend-gcmachtigde krijgt
dus geen algenieene volmacht om
over de rente te beschikken, inaar
kan het geld alleen halen, wanneer
de rentetrekker hem het bewijs van
toekenning geelt.
De rentetrekker kan dus door zijn
bewijs van toekenning niet uit handen
te geven, verhinderen, dat de door-
loopend-gemachtigde tegen zijn wil
de rente zou afhalen en hij kan steeds,
ook al heeft hij een doorloopend-ge
machtigde gesteld, ztlf zijn rente halen.
Het is evenwel van groot belang
voor de meeste rentetrekkers zulk
een doorloopend-geuiachtigde te
stellen, omdat zij dan altijd wanneer
zij door ziekte als anderszins verhin
derd zijn zelf naar het postkantoor
te gaan, ten spoedigste de beschikking
over hun rente kunnen krijgen.
Minder noodig is het alleen voor
diegenen, die in de buitenbestelling
van de postkantoren wonen en
daarom hun rente kosteloos thuis
gebracht krijgen.
Als doorloopend-geuiachtigde kun
nen de rentetrekkers in het algemeen
iedereen aanwijzen, in wien zij het
vertrouwen stellen, dat deze het geld
met het bewijs van toekenning telkens
eerlijk zal komen thuisbrengen. Alleen
is er voor de Rijksverzekeringsbank
bezwaar om postambtenaren en tus-
schenpersoneu als doorloopend-ge
machtigde te erkennen en zal het
voorts aanbeveling verdienen iemand
te kiezen, die kan schrijven of ten
minste zijn naam kan teekenen. Wil
de man zijne vrouw, of de vrouw haar
man, of willen belanghebbenden hunne
kinderen of hunne kleinkinderen door
loopend machtigen, dan zal dit worden
toegestaan, ook al zou hij of zij, die
1 gemachtigd wordt, zijn naam niet of
niet meer kunnen zetten.
Den rentetrekkers wordt ontraden
I om zich te laten overhalen om hunne
belangen op te dragen aan personen,
die zich aanbieden om tegen belooning
voor hen naar het postkantoor te
gaan, althans, wanneer deze personen
niet behooren tot de naaste omgeving
of familie van den rentetrekker en dus
op grond van persoonlijke bekendheid
door hem kunnen worden vertrouwd.
Om een gemachtigde of een an
deren gemachtigde te stellen, behoeft
men slechts naar het postkantoor te
gaan om dit te vragen. Kan men per
soonlijk niet gaan, dan vraagt men
aan den persoon, die men wil mach
tigen, om dit te doen en geeft men
hem het bewijs van toekenning mede.
De postambtenaren maken dan de zaak
in orde.
Voor intrekking eener bestaande
doorloopende-niachtiging behoort
men zich schriftelijk tot het Bestuur
der Rijksverzekeringsbank te wenden.
Desnoods is ook een schriftelijke of
mondelijke mededeeling aan het post
kantoor voldoende. Ook al zou de
doorloopend-gemacbtigde weigeren om
zijn eigen legitimatiekaart of wel het
bewijs van toekenning van den rente
trekker af te geven, zoo levert dit
geen bezwaar op en komt het recht
van den rentetrekker niet in gevaar.
Amsterdam, Februari 1914.
Het Bestuur
der Rijksverzekeringsbank.
Si j'étais roi.
De prins van Wied heeft thans den
grooten mogendheden kennjs gegeven,
dal hij het aanbod om vorst van
Albanië te woiden heeft aanvaaid.
I Mij is naar Rome vertrokken, van-
«aar h(j over Weenen naar Potsdam
1 terugkeert. Na zijn terugkeer zal Essad
Pasja hem de kroon van Albanië komen
I aanbieden.
Welke hoofdstad hij krijgen zal, is
nog niet bekend. Mij zal zelf gaan
uitzoeken. Maar eerst moet dan bel
zuiden vao zjjn land door de Grieken
ontruimd zijn. Die onlruiming zal, naar
het nu heet, 1 Maart beginnen en 31
Maart geëindigd zijn.
De prin3 kiijgt een lijfwacht van
200 man. Die zal bij misschien wd
noodig hebben. Op het oogenblik is
hij druk bezig met bet leeren van
Turksch, Gneksch, Servisch, Bul-
gaarsch en verschillende Albaneesche
dialecten, om zich voor zijn volk ver
staanbaar te kunnen maken.
Of zijn toekomstig lot te benijden
is? Iemand in Durazzo geeft daarop
m eonige aphorismen antwoord:
Durazzo, zegt hij (en Durazzo komt
waarschijnlijk als hoofdstad in aan
merking) heeft nog geen W. C. in ge
bruik, maar wel een bioscoop een
gramofoon en twee rijwielen. De bloed
wraak is voor de Albaneezen geen ge
noegen. Toch stei ven 207. der man
nen aan moord. De machtigste man
in Albanië is aDalphabeei. Het leven
ven de vrouw is maar de helft waard
van dat van den manhet vermoor
den van een man wordt met 5000,
dat van een viouw met 2500 piaster
beloond De ga-tvi ijbeid is den Alba
neezen heilig, maar de gast mag na
hel vei laten van bet huis bestolen
worden. De Albanees is niet zoo bang
voor den dood als voor een bad
Koningin Eleonora van Bulgarije,
die een tijd lang onder den naam van
gravin Carlowo in Weenen vertoeft
heeft, weipt thans haar incognito af
om in de Neue Freie Presse een
beroep te doen op de gansche be
schaafde wereld, ten bate der in Bul
garije gevluchte Macedonische Bul
garen. xWeet ge«, zoo heelt de
Koningin gezegd, i>dat wij 60.000
Macedonische vluchtelingen in het
land hebben, die wij voeden, kleeden
en herbergen? De regeering heelt
alles gedaan wat ze doen kun, maar
onze middelen zijn nu op en wij heb
ben geen graan meer in onze schuren
ls het nu niet de plicht der inter
nationale pers om ons te helpen Wel
is waar heeft ze tot dusver al heel
weinig voor ons gedaan, de inter
nationale pers, maar mij drukt die
ellende, die met alle beschiijving spot,
het hart en ik ben blij dat ik mij eens
uiten kan.
De adjudant der Koningin dikte dit
nog wat aan: v't Is afschuwelijks,
zetde hij, ide winter is streng en
zonder erbarmen. De regeering heeft
de arme menschen, om ze voor den
vriesdood te bewaren ingekwartierd
in steden en dorpen, er is geen boer
die niet één of meer kamers beschik
baar gesteld heeft voor de ongeluk
kige stamgenooten maar er is geen
hout moet om te branden, geen meel
om brood te bakken en geen geld om
wat te koopen. Zoodat eiken dag de
vraag dringender wordt, wat er ge
beuren moet om deze arme lieden
voor bevriezen en verhongeien te
behoeden
Te Boedapest hebben een aantal
scholieren, allen trouwe bioscoop
bezoekers en bewonderaars van detec
tive, films, een bandietenbende ge-
votmd, die zij naar den bioscoopheid
van dien naam »Zigomai« genoemd
hebben. De mannen van Zigomar
hebben reeds een ontelbaar aantal
wandaden op bun geweten. Zij houden
groote strooptochten, zoowel in als
buiten de stad, en de opbrengst wordt
eerlijk tnsschen de leden veideeld. De
politie spant zich in om al deze jeug
dige »ZiKOtnarietjess veilig achter slot
en grendel te krijgen, doch het lukt
niet bard. De bandieten benutten alle
listen, die zij van de detective-films
geleerd hebben met groot succes.
Ambtenaren.
'n Idee'van Het Huisgezin:
Het aantal ambtenaren neemt schrik
barend toe.
Eo de ambtenaren roepen voortdu
rend om meer tractement.
Dit laatste is natuurlijk.
Alles wordt duurder, en met den
gulden van vandaag doet men niet
veel meer dan met den balven gulden
van vijf-en-twintig jaar terug.
Meer ambtenaren en meer tracte-
ment zijn twee zaken, die elkaar niet
altoos goed verdragen.
Minder ambtenaren en meer trac-
tement zou gemakkelijker en ook logi
scher zijn.
Kon in die richting niet iets beproefd
worden
Is uitgemaakt, dat de wei kzaamhe-
den der ambtenaren baar uileistespan-
kracht hebben bereikt?
Men hoort wel eens het tegenover
gestelde vet luiden.
En niet tot de zeldzaamheden be
hooren gevallen, dat ambtenaren tijd
en gelegenheid vinden, zich buiten
hun functie aan allerlei winstgevende
zaken te wijden.
Kou niet van de ambtenaren meer
gevraagd en dan ook hun arbeid rui
mer betaald worden?
Dat was beter voor hen zelf, beter
ook voor de maatschappij, welke dan
voor een anderen werkkring beslag
kon leggen op krachten, welke thans
ten deele improductief blijven.
Sneller recht 1
De Minister van Justitie hoopt en
vei trouwt, dat wanneer volgens het
weldra in te dienen nieuwe Wetboek
van Strafvordering, een snellere be-
ALLES KOMT EENMAAL OP Z'N
P00TEN TERECHT
DOOR
A. S. H. BOOMS.
43)
Ja, lief kind, antwoordde hij
dadelijk, maar tante schreit waarlijk
niet door mijne schuld I daarvoor
heb ik haar te lief.
Mevrouw Dorling had eindelijk de
aandoening bedwongen die zich van
haar had meester gemaaktgten gevolge
van dit nog op straat gevoerde*gesprek,
dat door den spoed van vragen en
antwoorden slechts een oogenblik tijds
gevorderd had; hare handen losma
kende, die Van Dij cke nog steeds vast
hield, zeide zij.
Laat ons in huis gaan, mijnheer
Van Dijcke, het huis van de weduwe
Dorling, dat ook de woning is van
hare dochter Sophie, staat altijd voor
u open.
In de kleine gezellige huiskamer ge
komen, waar ook Sophie haar dage
lijks leven grootendeels sleet, waar
hij, de vroeger gebannene, nu als op
genomen in den huiselijkeD kring wel
kom genoemd was, vermeerderde de
aandoening van den fijn gevoeligen
man, hij viel snikkende van geluk op
een stoel neer en verborg zijn gelaat
in beide handen, want zijn eigen Sophie,
die hij altijd zoo trouw had lief ge
had, was hem teruggegeven en als 't
ware uit den dood herrezen, en zij
had hem ook nog lief, want zij had
immers menigmaal om hem geschreid
bij zijn portret.
En terwijl zijn overvol hart verlicht
werd door die tranen van zaligheid,
zag hij in zijne gedachten de zon schit-
t :rend verrijzen boven zijn toekomstig
gelnk, dat hij, hoewel laat, nog vin
den kon en vinden zou in vereeniging
met haar aan wie hij eenmaal zijn
woord verpandde. In stilte zegende
hij alle meisjes en vrouwen die hem
door hunne handelingen van een huwe
lijk met hen afkeerig gemaakt hadden,
zoodat hij nu, nog heerlijk vrij zijnde,
zijne hand kon reiken aan haar, die
misschien wel gebreken had zooals
alle menschen, doch in elk geval ge
toond had dat hare liefde onwankel
baar trouw en diep gevoeld" was.
Terwijl de weduwe zich van hoed
en mantel ontdeed, was de kleine
Sophie bij den wedergevonden voor
haar nieuwen vriend geblevengetrof
fen door die tranen van een man op
leeftyd en die uiting van trouwe ge
negenheid, eenigzins romantisch en
sentimenteel voelende zooals alle bak-
vischjes, voor wie 't in hunne onschuld
een ideaal en hartewensch is voor de
liefde te strijden en te lijden en des
noods jarenlang een martelkroon te
dragen in afwachting van zege door
trouwe liefde, was het kind naast hem
op de knieën gezonkenhare hand op
zijn arm leggende en met hare groote,
door tranen vochtige oogen tot hem
opziende, zeide zij,
O, mijnheer Van Dijcke, zult u
tante nn gelukkig maken zooals zij
verdient? zij is zoo goed, zoo
lief, zoo braaf en zoo trouw!
Zjj heeft u zoo liefl Tante zei
altijd dat u zoo eerlijk, zoo ridderlijk
was Ik zal u ook hartelijk lief
hebben als u dat wenscht.
Zijne hand op 't lieve kopje leg
gende, gelukkig door die uiting der
onschuld, zag hij haar dankbaar liefde
vol aan.
Sophietje, lief kind, ik weet
niet of je nog een vader hebt, zoo
ja, wees dan verzekerd dat je oom
Nol je n& hem, 't meeste lief zal hebben
even lief als je brave grootmoeder je
heeft I
En in haar onschuldig kinderlijk
enthousiasme stond zij eensklaps op,
sloeg hare kinaerarmen om zijn hals
gaf hem een kus zoo heilig en zoo
rein als die van 'n engel uit den
hemel, die, als vredebode neêrgedaald,
den gelukkigen man daarmede als
belooning gezegend zou hebben.
Dat is braaf, dat is lief en har
telijk Sophietje, mijn lieveliDg, om zoo
den mau die zoolang afwezig was wel
kom te heetenzeide de groot
moeder die juist binnentrad. Kom
hier lieveling geef mij nu ook zoo'n
kus en laat mij dan met je aanstaanden
oom alleen.
Zij kuste hare grootmoeder en reikte
Yan Dijcke de hand en zoo met de
door tranen vochtige oogen en een ge
lukkigen glimlach op het lieve ge
zichtje, scheen zij een hemelbode van
vrede en geluk.
Toen nu de weduwe Dorling met
Vau Dijcke alleen was, ging zij op
de sofa zitten en verzocht hem naast
haar plaats te nemen, waaraan hij
dadelijk voldeed. Zijne hand in de
hare nemende, begon zij,
Mijn beste jongen, ik vraag je
vergiffenis, zooala ik ook Sophie ge
vraagd heb, voor al 't verdriet dat
jelui geleden hebt, gedeeltelijk door
mijn toedoen, want even als mijn man
vond ik jelui toenmaals te jong en
jou positie niet voldoende om tot een
huwelijk toestemming te geven, zoo
dat ik uieêgeholpen heb om jelui te
scheiden, niet denkende, dat 't zoo
lang en zóo bh ter zou zijnl Ik