NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad IÉT voor de Provincie Utrecht. Woensdag 11 Maart 1914. 43e jaargang FEUILLETON. HET BABYLON HOTEL? No. 20. De Firma A. LEWENSTilN UTRECHT, CU OORSTRA AT 14. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. PRIJSVRAAG. Plaatselijk Nieuws. i W4iig^Si¥««, Aangezien ons gebleken is dat er onder onzen naam zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht worden, zoo berichten wij dat op al onze Naai machines nevenstaand handelsmerk moet voor komen. Men late zich onder welk voorwendsel ook geen nagemaakte Lewenstein' machine aan praten. Voor Amersfoort en Omstreken eeDigste Agent W. KOMMER, Kromraestraat 24, Amersfoort. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever O. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. Ott. ADVER1 ENTlEN: Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer Tl, Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsrnimte. De intrekking van het wetsontwerp Kolkman heeft principieele beschou wingen over vrijhandel en bescher ming op den achtergrond gebracht. De tijd is gekomen om de volle aan dacht te wijden aan ons bestaande tarief van invoerrechten. De fouten, die daaraan kleven, zijn te veelvuldig en te algemppn erkend dan dat het noodig zou zijn die breedvoerig in herinnering te brengen. Er beslaan tal van grieven. In de eerste plaats kan, van vrij- handelssiaridpunt beschouwd, zeker als ernstige grief gelden, dat de her ziening van 1877, blijkens da toen malige discussie bedoeld alvoor- loopige maatregel, niet door verdere stappen gevolgd weid. Ons tarief kan niet als zuiver fiscaal beschouwd wor den, omvat nog te vele elementen, die in den loop der tijden het karakter van bescherming verkregen. Indien in den strijd, die achter ons l>gt, iets duidelijk is geworden, dan is het dit, dat de Nederlandsche nij verheid, die reeds hoe langer boe meer voor uitvoer is gaan werken, om zich ten volle te kunnen omplooien op export is aangewezen. Voor de export-nijvei heid balen geen bescher mende rechtenwat meer zegtzij schaden de nijverheid, die bare hulp middelen van andere moet ontbieden. Dit zuiver zakelijk argument tegen protectie in ons land is langzamer hand, zoo al niet openlijk erkend, dan toch gevoeld ook bij ben, die aanvankelijk niet zooveel gevaar zagen iu de voorgenomen tariefsherziening. Een leden te meer om ernstig te onderzoeken of de nijverheid in baar geheel niet nog meer gebaat zou kun nen worden door verdere verlaging of vrijdom van rechten op door baar beooodigde artikelen. Voorts bestaat er eenstemmigheid dat ons tarief in menig opzicht ver ouderd is en tot groote onbillijkheid aanleiding geeft. De wenscbelijkheid van eene grondige technische her ziening wordt door niemand ontkend. Ook wij wenschen die;'doch wij wen- schen daarbij de lyn doorgetrokken te zien in 1877 zoo uitdrukkelijk als richting voor de toekomst aangegeven. Het tarief worde dus vrijgemaakt van alle pogingen tot bescherming. Een vrijhandelstarief is dus het eind doel; en als ons tarief eerst zuiver fiscaal is geworden, dan zullen geene bijredenen verhinderen tot verdere verlaging over te gaan, indien de eiscbi n van de schatkist zulks ver oorloven Wat de zaak niet gemakkelijk maakt, is dat men om practiscb werk te doen ook met het einddoel voor oogen bij het ontwerpen van een vrijhandels- tarief de flnancieele gevolgen aan iedere wijziging vet bonden onder de oogen moet zien. Overwogen moet daarom worden of een tarief herziening in de in 1877 aangegeven lijn de protectie, voor zoover die nog bestaat, in ééns dan wel geletdelgk uit ons tarief zal verwijderen. Ook dienen onder de oogen te worden gezien de moeilijkbeden, aan het technische deel van een ontwerp- herziening verbonden. Ook daarbij rijzen tal van vragen. B.v. Zal rnen bet aantal belaste artikelen (voor zoover het recht niet is beschermend) bandhaven, misschien uilbreiden en verbetering zoeken in verlaging van hel cijfer, dan wei weinig artikelen, desnoods hooger, belasten Zal men streven naar gelijkmatigheid in het percentage der heffing dan wel groote verschillen toelaatbaar achten? Zal men de samenstelling en graad van afwerking der ailikelen tot maatstaf nemen; aan de bestemming een plaats inruimen? Is het mogelijk en wen- schelijk grooter onderscheid te maken tusschen artikelen van zuivere weelde en artikeieo van algemeen gebiurk? Fs het van heffing naar waaide voor verdere uitbreiding vatbaar? Deze vragen kunnen vermeerderd worden. Onze vereeniging wenscht eene wijziging van het tarief in bovenaan- gegeven zin tot onderwerp van studie en bespreking te maken. Zij is vol komen overtuigd dal net omwerpen van een volledig tarief meer speciale kennis van velerlei onderwerpen eischt dan bij een enkel man gezocht mag worden, dat daartoe ook meerdere gegevens worden vereischt dan voor bet groote publiek beschikbaar zijn. Maar wij meenen, dat in groote lijnen wel aangegeven kan worden hoe eene herziening opgevat moet worden, dat oiteengezet kan worden hoe de ont brekende kennis vergaard moet wor den, dat daarbij voorbeelden tot toe lichting gegeven kunnen worden en eindelijk, dat de vermoedelijke ge volgen voor de schatkist niet geheel in het duister mogen liggen. Om dit doel te bereiken schrijft de vereeniging onder verwijzing naar het bovenstaande, dat als korte toe lichting moge gelden, de volgende prijsvraag uit: Welke malerieele en technische wij zigingen moeien in ons tarief van invoerrechten worden aangebracht, daarbij op den voorgrond stellende de wenschelijkheid om te komen lot afschaffing van alle protectie langs geleidelijken weg Deze prijsvraag is aan de volgende regelen gebonden Antwoorden worden verwacht vóór 1 Maart 1915 aan het adres van den Secretaris. Aan den schrijver, die daarvoor volgens de beslissing van bet bestuur in aanmerking komt, wordt eene ver goeding van f 1000 toegekend, terwijl bij gelijke aanspraken van meer dan een schrijver deze som onder hén zal worden verdeeld. De antwoorden moeten ongeteekend zijn, doch voorzien van een motto en vergezeld a. van een correspondentie adres, b. van een gesloten couvert hetzelfde motto dragende, naam en werkelijk adres van den schrijver ver meldende. Door toekenning der vergoeding verkrijgt onze veieoniging het recht tot publicatie met vei melding van den naam van den schrijver, tenzij deze tegen die vermelding bezwaar mocht maken. Het Bestuur A. PLATE, Voorzitter, te Rotterdam. H. SMISSAERT, Ondervoorzitter te 's Hage. U. G. SCHILTHUIS te Groningen. D. VAN BLOM te Delft. C. A. VERRIJN STUART te Gro ningen. K. REYNE te Utrecht. E. H. KRELAGE te Haarlem. H. J. H. GELDERMAN te Oldenzaal. K. C ZN. DE BOER te Assendelft. H. HERINGA, Secretaris-penning meester, te Scheveningeii. Kanier van Koophandel en Fabrieken. Zaterdag vergadetde deze kamer ten raadhuize onder voorzitterschap van den heer J. Ger. Kleber. Afwezig de heeren Meursing en Van Vollenhoven. De notulen der vorige vergadering werden gelezen en goedgekeurd. Ingekomen waren behalve de gewone periodieken en jaarverslagen: 1. Een petitie voor invoering van een wereldpostzegel van 5 ct. f Aan gehouden). 2. Een missive van de vereeniging voor tentoonstellingsbelangen, be treffende de tentoonstelling te Dussel- dotf in 1915 te houden. (Aangenomen voor kennisgeving.) 3. Een missive van de Ned. Handels- hoogescbool. Een exemplaar zal aan de leden worden rondgezonden. 4. Een missive van de Gemeente Amersfoort verzoekende toezending van een verslag van den toestand der Kamer in 1913. (Wordt gezonden.) 5. Een missive van de Kamer van Koophandel te Heerenveen om onge- wenschte concurrentie te bestrijden, zooals handel van ambtenaren. (Aange houden.) 6. Een missive van nOnze Vloot". (Voor kennisgeving aangenomen.) 7. Aanvraag om een jaarverslag door het Koloniaal Instituut te' Hamburg. 8 Eeu missive van Van Deventer Co. over onontplofbare tanks. (Wordt rondgezonden 9. Idem. van den Bond van Neder!. Graan-Inspecteurs verzoekende toe zending van jaarverslagen. (Wordt toegezonden door secretaris.) 10. Aan de orde is de vraag om het adres van de Kamer te Orleans inzake spoorwegongevallen te steunen. De heer Van Haselen meent, dat de laatste ongelukken bewezen heb ben, dat die zorg nog al wat te wenschen overlaat, waarom hij er veel voor voelt dit adres te steunen. Andere leden sluiten zich hierbij aan. Besloten werd na onderzoek te steunen. De voorzitter deelde nu mee, dat herhaaldelijk klachten inkomen over den loketdienst aan bet postkantoor. Hij stelt voor een adres te zenden aan den Dir. Generaal der Posterijen. De heer Van Haselen bracht verder de besteldienst ter sprake. De eerste bestelling komt hier veel te laat. Besloten werd deze zaak der be voegde autoriteit onder de oogen te brengen. Hierna sloot de voorzitter de ver gadering. 5) door E. Bennett (uit het Engelsch.) «Ik vrees begon ze de gewone formule, 't Was een deel van haar dagelijkschen plicht gasten af te schepen, die den heer Babyion wenschten te spreken. «Neen, neen," zei Racksole haastig, «met dergelijke praat jes heb ik niets te maken, 't Betreft hier een kwestie van zaken. Als u een gewoon bureaulist was, zou ik u een paar sovereigns in de hand hebben gestopt, en dan was de zaak in orde geweest. Nu u niet nu 't duidelijk is dat bij u van omkooperij geen sprake kan zijn zeg ik alleen tegen u, ik moet mr. Babyion onmiddellijk spreken over een hoogst drin gende zaak. Mijn naam is Racksole Theodore Racksole* «Van New-York?" vroeg een stem bij de deur, met een eenigszins buitenlandseh accent. De millionair wendde zich snel om en zag een kleinen, def- tig gekleeden man vóór zich, met een grijzen baard, een kaal hoofd en kalme, helderblauwe oogen. „Er is er maar éen," zei Theodore Racksole kortaf. «U wenscht me te spreken?" vroeg de nieuw aangekomene. «U is mr. Felix Babylon?" De man boog. «Op dit oogenblik verlang ik er meer naar u te spreken dan iemand anders in de wereld," zei Racksole. «Dat ver langen is inderdaad buitengewoon groot, mr. Babyion. Ik zou graag even rnstig met u praten, een paar minuten maardie tijd zal, denk ik, wel voldoende zijn om de zaak in orde te brengen." Met een gebaar van zijn hand noodigde de heer Babyion den millionair uit hem voor te gaan naar een zijgang, aan welks eind zich zijn particuliere kamer bevond, een, uiterst weelderig ingericht, in stijl Louis XV gemeubeld vertrek. Zooals de meeste ongetrouwde mannen met een kolossaal inkomen, had ook de heer Babylou «liefhebberijen" van zéér kostbaren aard. De eigenaar van het hotel en zijn gast namen tegenover elkaar plaats. Theodore Racksole had bij dit avontuur 't ver krijgen van zijn wensch eigenlijk uitsluitend te danken aan een gelukkig toeval zooals bij millionaire zoo dikwijls het geval is want de heer Babylon had de vaste gewoonte zich nooit of nimmer te laten interviewen door zijn gasten, hoe voornaam, hoe rijk, hoe op hun stuk staande ze ook mochten wezen. Als bij niet heel toevallig juist op dat oogen blik juffrouw Spencer's bureau was binnengetreden, en als hij niet heel toevallig in de gelaatsuitdrukking van den millio nair iets had gezien dat zijn aandacht trok, dan zouden al de Amerikaansche energie en vindingrijkheid van den heer Rack sole niet in staat zijn geweest hem dien avond dé gelegen heid tot een praatje met den eigenaar van het Babyion Hotel te verschaffen. Theodore Racksole was er zich echter volstrekt niet van bewust, dat een louter toeval hem had gediend. Hij gaf zichzelf heelenal de eer er van. «Ik las een maand of wat geleden in de New-Yorksche bladen," begon Theodore, zonder ook maar even z'n keel te schrapen, «dat dit hotel van u, meneer Babyion, aan een ven nootschap zou worden overgedaanmaar 't blijkt, dat die koop toen niet is doorgegaan." «Neen," antwoordde mr. Babyion openhartig. «De reden waarom de koop toen is afgesprongen, was, dat de tusschen- personen, die met mij en bedoelde vennootschap onderhandel den, in het geheim een ruime winst wilden maken, en ik was tiet genegen daartoe mee te werken. Zij stonden op hun stuk en zoo kwam er niets van de heele zaak." «Was de vastgestelde prijs naar uw zin?" «Volkomen." «Mag ik vragen welke prijs dat was." «Is u een kooper mr. Racksole?" «Is u een verkooper, mr. Babyion?" «Dat ben ik," zei Babyion, «althans onder zekere voor waarden. De prijs was viermaal honderdduizend pond, 't pacht goed en 't meubilair er onder begrepen. Maar ik verkoop alleen onder voorwaarde, dat de kooper de inrichting niet tegen een hoogeren prijs aan een vennootschap overdoet." «Ik wou wel éen vraag doeu, mr. Babyion," zei de millio nair. «Wat zijn gedurende de laatste vier jaar uw voordeelen geweest gemiddeld?" «Vier en dertig duizend pond per jaar." «Ik koop 't hotel," zei Theodore Racksole, tevreden glim lachend; en als u 't goedvindt, zou ik het contract wel onmid dellijk willen teekenen." «U heeft met 't nemen van een besluit niet lang werk, mr. Racksole. Maar misschien, heeft u dit plan al een geruimen tijd overwogen?" (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 1