NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON» HET BABYLON HOTEL No. 44. Woensdag 3 Juni 1914. De Firma A. LEWE/N STF1N UTRECHT, CII OORSTRA AT 14. 43e jaargang VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. W4AS§€IfWÏÏÏ^. Aangezien ona gebleken is dat er onder onzen naam zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht worden, zoo berichten wij dat op al onze Naai machines nevenstaand handelsmerk moet voor komen. Men late zich onder welk voorwendsel ook geen nagemaakte Lewenstein' machine aan praten. Voor Amersfoort en Omstreken eenigste Agent W. KOMMER, Krommestraat 24, Amersfoort. v/*vf+/s -p/crc/00 3 Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stnkkenin te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 09. AD VER! ENT1ËN: Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7'/. Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De meening van een Javaan over de weerkracht in Indie. Wanneer wij waarde hechten aan de meening van anderen, aan het geen buiten onzen eigen kring wordt gezegd met betrekking tot Nederland en Indië, dan hebben wij in de eerste plaats het gewicht te erkennen van het oordeel van den Indiër, die, hoe wel belanghebbende bij de kwestie in niet mindere mate dan wij Neder landers, de zaak toch beziet van een ander standpunt dari wij. Wil een dergelijk oordeel objectieve waarde bezitten dan moet het afkomstig zijn van iemand, die ofschoon betrokkene, niet is een partijman, opdat deze uit den aard der zaak de dingen ziet door een sterk gekleurden bril Bovendien moet hij zijn een man van bieedere ontwikkeling en met een daardoor ver ruimden gezichtskring, zoodat zijn blikken gaan over de grenzen der inlandscbe maatschappij. Al moge thans op een snelle uit breiding in de toekomst worden ge hoopt, toch is bet aantal van hen, die aan de hier te stellen eiscben voldoen, nog steeds beperkt. Onder de jonge generatie van ont wikkelde Javanen is er een, die in den laatsten tijd in woord en geschrift zijn meening duidelijk beeft geopen baard, zoodat wij weten wat hij denkt ook over de weerkracht van Indië. Wij bedoelen Raden Mas Noto Soeroto, die in den laatsten tijd ook te Amster dam eenige malen als spreker is opge treden vooreen belangstellend publiek. De heer Noto Soeroto (Raden Mas is zijn titel) is een kleinzoon van den regeerenden Sultan van Djokjokarta. Hij vertoeft sedert eenige jaren in Nederland, hoeft aan de Leidsche Hoogeschool den graad van candidaat in de rechten verworven en stelt zich voor ook den doctorstitel te behalen. Hij meldde zich vrijwillig aan voor den dienst bij hel leger hier te lande en is thans reserve-luitenant bij het 3e regiment huzaren. Ondanks zijn nauwe aanraking met de Westeische maatschappij voelt de heer Soeroto zich nochtans geheel Oosterling; on dankszijn Westersche cultuur, ondanks zijn correcte Eutopeesche kleeding is zijn binnenste geheel gebleven in over eenstemming met zijn uitei lijkdat alle physieke eigenschappen vertoont *an den type-Javaan, van de donkere gelaatskleur en den tengeren lichaams bouw lot den klank der stem. Wij schromen dan ook niet de meening van den heer Soeroto te geven als een oordeel van buiten onzen kring, en voeren tot staving van ons standpunt aan Soeroto's eigen woorden: »De handhaving en waardeering der twee beschavingen is het reëele, het alleen mogelijke, dat Nederlanders en Java nen motten nastreven. Al moge de tegenwoordige jong-Indiër, tengevolge van zijn moderne opvoeding en zijn eerste geestdnfl voor het in deze tijden eestadig veldwinnen der Westersche levensbeschouwing, oogenschijnlijk ver- europeaniseerd zijn, in wezen blijft bij, ondanks zichzelf,, nog altijd de Ooster ling in denken en voelen, als gevolg van eeuwen lang beerschende tradi ties. Wil de Nederlander den status quo in Indië bandhaven, dan moet hij allereerst beginnen met de groote verschillen in het diepste wezen van Oost en West goed in het oog te houden, om met des te grooter waar deering en des te- ruimer blik naar den Javaan toe te treden". De beweging, die thans vooral in de »Sarekat Islam" en de slndische Partij" haar uiting vindt, toont vol gens den heer Soeroto aan, dat de bevolking van Oost-Indië en in het bijzonder van Java verkeert in een geestestoestand van zelfonvoldaanheid maar de stemmingen onder de inlan ders in Oost-lndië zijn tot op heden van vreedzamer aard dan in andere hoeken van Azië. Het ontwakende Azië, vertegenwoordigd door China en Japan, zal echter het tooneel der komende gebeurtenissen van het Noord westen van Europa naar bet Zuid- Oosten van Zuid-Azië verplaatsen, en dan zal midden op het tooneel staan het Nederlandscbe Irisulinde als een meubelstuk, dat gevaar loopt bij een verwoed optreden der acteurs te wor den omvergeworpen. En dan is de vraag: «Hoe zal Nederland zijn positie in Oost-Indië handhaven". Een waarschuwing voor Nederland ligt, ook volgens den heer Soeroto, in de Japanscbe spionnage op Java, en de daardoor veroorzaakte spionnen- vrees is z.i. allerminst van grond ont bloot. Het gevaar, dat in het Oosten de suprematie van Europa bedreigt, is voornamelijk te duchten van den kant van het MoDgoolsche ras. Voor hands is er nog geen sprake van een vereenigd samengaan van China en Japan, maar voorzien mag worden, dat de Japanner zich te gelegenertijd tot den Chinees verwant zal gevoelen, meer dan tot welke andere natie ook. Hoe vraagt de heer Soeroto is het bestaan tan bet uitgebreide corps geheime agenten der Japanscbe regeering te lijmen met de bewering, dat de eerzucht van Japan is een vreedzame eerzucht, die de ontwik keling van markten en werkverschaf fing voor zijn steeds toenemende be volking als bet eigenlijke geheim der giootheid beschouwt? Hoe dikwijls hoort men niet, dat de spionnage zich onder den dekmantel van allerlei beroepen en bedrijven verbergt,, dat zij zelf3 met de prostitutie gemeene zaak maakt? Men derike aan den Japanschen houder van een onaan zienlijk Semarangscb tokoltje, van wien bet bekend is, dat hij »in drie ge slachten» generaal is. Het Japanscbe geheime informatie bureau, dat zooals wij onlangs mededeelden in het terrein van zijn werkzaamheid ook Nederlandsch-Indië heeft betrokken, bedoelt volgens deo heer Soeroto niets anders dan stem ming te maken onder de Inlanders voor Japansch imperialismeen Japansch overwicht over de Aziatische volken. De heer Soeroto verklaarde in een onlangs te Amsterdam gehouden rede bet dan ook volmaakt eens te zijn met de waarschuwing van den be kenden oud ambtenaar voor de Chinee- sche zaken, den heer Henri Borel, gericht tegen het Indo Japansch Ver- boud, dat hooge regeeringspersonen in Japan en China onder zijn leden telt en als welks agenten de hotel bedienden in de groote steden van China optreden, dat heet te zijn een shandelsvereeniginga doch inderdaad is een wijdvei takte politieke organi satie, die als leuze voert: »Het Oosten voor het Oosten.» In zijn «Annalen der Zuidelijke Rijken» schreef het Japanscbe par lementslid Takegasbi, die talrijke reizen maakte door de Nederlandscbe Kolo niën: »De Inlanders hopen op het aanbreken van den Dageraad, zij kijken reikhalzend en smachtend uit naar de gevoelens voor heD in het hart der Japanneezen. De eene dag na den anderen nadert en daarmee krijgt de Hollandsche regeering een zorg meer om over te denken.» In het boek zijn opruiing en verdachtmaking van de Hollanders voor het grijpen. Dat het behoud van Indië voor Nederland zulk een levenskwestie is, dat de behandeling daarvan niet op de lange baan kan worden geschoven, staat voor den heer Soeroto vast, en hij beroept zich in dit verband op Mr. C. van Vollenboveo, die zeide: Bloei van Indië trekt bloei van Neder land na zich. Het is telkens en-telkens weer Indië geweest, dat ons uit een ziektecrisis ophaalde of na ziekte over het doode punt heen bracht; zooals het de Republiek heeft helpen groot maken, zooals het den val in de acht tiende eeuw heeft helpen breken, zooals het met honderde millioenen eerst onze hoofdigheid met België heeft bekostigd, later ons aan sporen en kanalen heeft geholpen, het af schaffen van de slavernij in de West heeft mogelijk gemaakt, onze scheep vaart en scheepsbouw op gang heeft gebracht en onzen geestelijken gezichts kring honderdvoudig heeft verruimd. Zonder het geld van Indië geen Water weg en geen herleefd Rotterdam en allicht geen herleefde werven. Het vraagstuk van het behoud van Indië is veelzijdig, het beweegt zich op diplomatiek, militair en algemeen politiek terrein. Het samengaan van Indië met Nederland eischt van den kant van Nederland daarom groote toewijding. De kwestie van koloniale politiek is de voornaamste, want daarin vinden de militaire en maritieme pro blemen grootendeels hun oplossing. Gegeven: een overbeerscht en een beerschend volk. Gevraagdboe is eenheid, eendracht en samenwerking dier twee te verktijgen? En het ant woord van Soeroto is: door met alle dienstbare middelen bet gevoel van heerschen en beheerscht worden weg te nemendoor boven eigen belangen het bestaan van hoogere, gemeen schappelijke belangen te stelten; door boven onderlinge verdeeldheid op groo ter gemeenschappelijk gevaar te wijzen. Indien die geest van eenheid, het gevoel van samenhoorigheid is ver kregen, dan kosten van zelf de defensie vraagstukken (tnlandsch leger, hulp legioenen, militie en vlootbemanoing) niet meer zooveel hoofdbrekens, omdat ook al stapt men heen over de bezwaren, die wortelen in den twijfel omtrent de deugdelijkheid van den inlandschen krijgsman men toch steeds sluit op den twijfel omtrent de betrouwbaarheid. De deelneming aan een militaire opleiding tot ver dediging van den geboortegrond is hier opvoedkundig zoo goed, omdat de Javaan daardoor zelfbewust wordt. 27) door E. Bennett {uit het Engelsch.) Er is éen ding dat ik binnen de eerstvolgende vijf minu ten te weten wil komen, en dat is dit: hoe is 't uw be- minnenswaardigen echtgenoot gelukt Prins Eugen te ontvoeren en waarom heeft hij 't gedaan Laten we beginnen met die tweede vraag. U heeft die daar straks al trachten te ont wijken." Juffrouw Spencer keek Nelly aan en toen sloeg ze haar oogen neer en frommelde met zenuwachtige gebaren aan het tafelkleed. if Hoe kan ik 't u vertellen," zei ze, //als ik 't niet weet? U heeft op 't oogenblik macht over me en u plaagt me voor uw eigen genoegen." Ze zette een gezicht als was zij de ver volgde onschuld in persoon. «Was 't de bedoeling van den heer Tom Jackson, Prins Eugen geld af te persen?" vroeg Nelly Racksole. i/Geld I Geen denken aan I Tom heeft nooit gebrek aan geld." //Maar ik bedoel een massa geld groote sommen?" //Tom heeft nooit iemand geld afgeperst," zei juffrouw Spencer, op stunrschen, onverzettelijken toon. «Dus had hij er een of andere reden voor om de komst van Prins Eugen in Londen te willen voorkomen?" //Misschien wel. Ik weet 't niet. Al zou u me ook vermoorden, ik weet 't niet." Nelly bleef even staan nadenken. Toen hief ze den revolver op. 't Was een geheel werktuigelijke handeling en ze dacht er in de verste verte niet aan werkelijk van het wapen gebruik te maken, maar, 't was zonderling, weer scheen dat gebaar juffrouw Spencer een hevigen schrik aan te jagen. Zelfs op dat oogenblik wekte het Nelly's verbazing op, dat een vrouw als juffrouw Spencer zoo onnoozel kon zijn te gelooven, dat van den revolver werkelijk gebruik zou worden gemaakt. Daar ze zelf niet de minste physieke vrees of lafhartigheid bezat, kon Nelly zich die eigenschap in anderen onmogelijk voor stellen. Toch zag ze het voordeel dat die omstandigheid haar gaf in en ze maakte er op onmeedoogende manier gebruik van, met een gebaar zoo theatraal als ze maar te voorschijn wist te roepen. Ze hief den revolver op, totdat die zich op gelijke hoogte bevond met juffrouw Spencer's gezicht, en plotseling voelde ze zich door een vreemd zonderling gevoel aangegrepen. Ze besefte, dat ze nu werkelijk dat wapen zou gebruiken, als de ellendige bedriegster vóór haar haar te ver mocht drijven. Ze werd bang bang voor zichzelf, ze ver keerde onder den invloed van een woest, eigenaardig instinct. In een oogwenk zag ze juffrouw Spencer dood aan haar voeten liggen de politie een gerechtshof het schavot, 't Was afschuwelijk. „Spreek," zei ze heesch, en 't gezicht van juffrouw Spencer werd al bleeker eu bleeker. //Tom zei," fluisterde de vrouw op snellen, gejaagden toon, //dat als Prins Eugen naar Londen kwam, dit zijn heele plan in de war zou brengen." //Welk plan? Welk plan? Antwoord me." //De hemel sta me bij, ik weet 't niet." Juffrouw Spencer zonk neer in een stoel. //Hij zei dat de heer Dimmock rechts omkeert had gemaakt, en dat hij met hem moest afrekenen en toen heeft Rocco //Roccol Wat is er met Rocco?" Nelly kon nauwelijks haar eigen stem duidelijk verstaan. Haar vingers klemden zich vaster om den revolver. Juffrouw Spencer's oogen openden zich al meer en meer, ze staarde Nelly aan met een uitdrukking als van een waanzinnige. i/Yraag 't me niet. Ik kan niet meer. Ik sterf!" fluisterde ze. Ja," zei Nelly, en 't woord klonk haar in de ooren als werd 't niet door haar zelf maar door een ander uitgesproken. //Ik sterf," herhaalde juffrouw Spencer eu langzaam sloten zich haar oogen en haar hoofd en schouders zonken achter over op de leuning van den stoel. Een plotseling gevoel van weerzin greep Nelly aan. De vrouw was blijkbaar in zwijm gevallen. Nelly wierp den revolver neer en snelde naar de andere zij van de tafel. Ze was nu weer heelenal zichzelf sympathiek, echt-vrouwelijk, de oude Nelly, 't Gaf haar een gevoel van onbeschrijfelijke verlichting, dat dit zich had voor gedaan. Maar in hetzelfde oogenblik sprong juffrouw Spencer als een kat overeind, greep den revolver en wierp dien met een woeste beweging van den arm tegen het raam. Het wapen vloog kletterend door de ruit, onder het vallen ontploffende daarna volgde een diepe stilte. //Ik heb u al gezegd, dat u een gek was," merkte juffrouw Spencer aan, op langzamen, bedaarden toon sprekende, //hier te komen als een soort van vrouwelijke Jack Shephard, om te proheeren me op die manier uit te koorenMaar nu staan

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 1