Plaatselijk Nieuws.
Gemengd Nieuws.
Graaf en gravin Van Lynden van
SaDdenburg hebben aan het gastmaal
ten paleize deelgenomen en bleven er
overnachten.
H. M. Koningin-Moeder gaat in
het laatst van deze maand naar Arolsen,
ten einde daar enkele dagen de gast
te zijn van haar broeder, den vorst
van Waldeck Pyrmont. H. M. keert
Zaterdag 1 Augustus ten paleize Soest-
dijk terug.
Reuter meldt uit Stockholm:
Z. K. H. Prins Hendrik kwam, aan
boord van de kruiser «Zeeland» Maan
dag tegen 3 uur op de reede aan.
De officieren, die den Prins hier tijdens
Zijn verblijf zijn toegevoegd, en de
Nederlandsche gezant begaven zich
aanstonds aan boord van de «Zeeland»,
eenige oogenblikken daarna gevolgd
door prins Wilhelm, die namens zijn
vader Prins Hendrik kwam begroeten
en afhalen voor een bezoek aan bet
Koninklijk slot.
Maandagavond boden de koning en
de koningin den Prins een intiem
diner aan in het paleis.
Het eedsvraagstuk.
Hij de Tweede Kamer is ingediend
een wetsontwerp tot nadere regeling
van bet eedsvraagstuk.
Nu bij arrest van den Hoogen Raad
van 29 Juni j.l. is beslist dat een
belofte afgelegd door een niet tot
een kerkgenootschap behoorenden ge
tuige niet de kracht heeft van een
beëedigde getuigenverklaring en dat
vaan een verklaarbaar verzuim van
den wetgever is toe te schrijven",
dat verklaringen van personen, die
niet tot een kerkgenootschap behoo-
ren, niet als verklaringen van ge
tuigen kunnen gelden, komt het der
Regcering niet twijfelachtig voor, dat
dit ihans door den Hoogen Raad na
bijna een eeuw geconstateerde verzuim
van den wetgever zoo spoedig moge
lijk moet worden hersteld. Zooals hel
arrest van 23 Mei 1910 een wetswij
ziging omtrent den vorm der beëedi-
ging onontbeerlijk maak te,is thanswets-
wijziging ten aanzien van de ver
plichting omtrent het afleggen van
een eed of belofte noodzakelijk ge
worden.
De Regeering wenscbt de herziening
der eedsverplicbting niet te beperken
tot een wijziging uitsluitend ten op
zichte van den getuigeneed in straf
zaken en den daarmede noodzakelijk
verband houdenden getuigeneed in
burgelijke zaken, doch aan deze her
ziening een zoodanig algemeen karak
ter te geven dat deze althans voor-
loopig als een oplossing van het reeds
zoo langen tijd de gemoederen ver
deeld houdende eedsvraagstuk zal
kunnen worden aangemerkt.
Tweeërlei moet bij deze algemeene
herziening op den voorgrond staan
1o. er moet meer eenheid en zeker
heid komen ten aanzien van de thans
in tal van afzonderlijke wettelijke
voorschriften omtrent de beëediging
voorkomende bepalingen;
2o. aan deze nieuwe regeling zal
het beginsel moeten ten grondslag
liggen, dat de eed slechts in die ge
vallen gehandhaafd blijft, waar deze
inderdaad onmisbaar moet worden
geacht en ten aanzien van die perso
nen van wie de eed kan worden ge
vorderd zonder hun geweten geweld
aan te doen.
Een algemeen geldende geheel vrije
keuze tusschen eed of belofte of een
algebeele afschaffing van den eed kan
de Regeering niet bevorderen.
Daarentegen isevenminbevredigend
de uit tal van wettelijke voorschriften
voortvloeiende en ook door het arrest
van den Hoogen Raad van 29 Decem
ber 1913 niet gewijzigden toestand,
dat allen, die tot een kerkgenootschap
behooren dat het afleggen van een
eed niet bepaaldelijk verbiedt, ver
plicht zijn den eed af te leggen, ook
al hebben zij persoonlijk de meest
ernstige gewetensbezwaren tegen het
afleggen van den eed. Deze eedsdwang
nog langer te handhaven, ware in
strijd met den geest van art. 167 der
Grondwet, welk artikel ieders per
soonlijke godsdienstige gevoelens zoo
veel mogelijk wil geëerbiedigd zien.
De Regeering die de Minister Regout
bij de behandeling in de Tweede Kamer
betreffende de noodwet van 1911 in
uitzicht stelde voor de definitieve
oplossing van het eedsvraagstuk, schijnt
ook naar de meening van de tegen
woordige Regeeriog de meest ge-
wenscbte, welke regeling hierop neer
komt, dat tot de belofte zouden worden
toegelaten allen bij wie ernstige ge
wetensbezwaren tegen het afleggen
van den eed bestaan, onder bevoegd-
beid van den rechter, om, indien deze
niet aanneemt dat de gewetensbezwa
ren oprecht gemeend zijn, toch den
eed op te leggen. Deze regeling vol
doet alleszins aan bet vereischte:
behoud van den eed onder de eer
biediging echter van gewetensbe
zwaren.
Hoezeer overtuigd van de wonsche-
lijkheid dat op het gebied der beëedi
ging grootere eenheid totstandkomt,
meent de Regeering toch naast de
algemeene regeling eedsverplichting
zonder gewetensdwang, voor een
aantal andere gevallen een afwijkende
regeling te moeten voorstellen.
Zy is van oordeel, dat ten aanzien
van alsmede in alle gevallen waarin
thans reeds het wettelijk voorschrift
volledige vryheid van keuze geeft
tusscben eed of belofte en waarin
derhalve het afleggen van den eed
door den wetgever niet dringend
noodzakelijk is geoordeeld, de eed zal
dienen te vervallen en voortaan alléén
de belofte behoort te worden afge
legd.
J. S. Meuwsen.
De Middenstandsgeneraal", zoo
werd de beer J. S. Meuwsen, de voor
zitter van den Middenstandsbond, die
de overige week het congres te Dor
drecht zoo verdienstelijk leidde, in
een interview genoemd.
De Middenstandsgeneraal, inder
daad! Maar één die van soldaat af
dien rang heeft behaald. Hij was het
die in 1900 de Amsterdamsche winke-
liersvereenigiog hielp oprichten, waar
toe de heer Van Harpen, de directeur
van het «Geeltje" het initiatief bad
genomen.
Meuwsen werd er dadelijk voor
zitter van. We hebben zei hij in
bedoeld interview de zaken ernstig
opgenomen. Geen vereeniginkje ge
speeld. Daar was 't ons niet om te
doen. We hebben aanstonds een
programma opgemaakt. Het doel was
ons voornamelijk bezig te bouden met
de economische vraagstukken betref
fende den middenstand, en bij onze
propaganda daarvoor heeft de pers
ons trouw geholpen. We begonnen
de Amsterdamsche Winkeliersver
eeniging met 100 leden, maar spoedig
was dit aantal verdriedubbeld.
In 1901 is mee van Meuwsen den
stoot uitgegaan tot de oprichting van
den Nederlandscben Middenstandsb..
dien hij sinds met groote bekwaam
heid heeft geleid.
»Als er ooit iets van den Neder
landscben Middenstand terecht zal
komen, dan is het niet door bulp en
steun van den Staat, van de regeering,
maar dan is het door steunen op
eigen kracht." Dit was zijn devies,
waaraan hij steeds trouw gebleven is.
Hij beeft het doel mede door deel
neming in de voorlichting van den
middenstand van lijkswege helpen
bevorderen.
Zeven jaar heeft hij in de winter
maanden het land doorgetrokken, naar
de steden en naar de dorpen, om daar
voordrachten en lezingen te houden,
en de menschen op te wekken. Een
goede vakopleiding was broodnoodig.
Een technisch opgeleide handelsstand
ziedaar, wat we wilden, zegt Meuwsen.
Het gevolg van ons streven en werken
was, dat in verschillende plaatsen
vakcursussen en vakscholen werden
opgericht voor den industrieelen en
bandeldrijvenden middenstand. Zoo
richtte de Arost. Winkeliersvereeniging
een Middelbare Handelsschool op, die,
door rijk, provincie en gemeente ge
steund, tot een uitsteker.de inrichting
is gegroeid. Zij bestaat nu drie jaar;
juist dezer dagen is 't eerste eind
examen afgenomen. Zij beeft een
speciaal program voor den kleinhandel
en de kleinindustrie, en ze wordt door
autoriteiten als een modelschool ge
prezen
De Middenstand zal er wel bij varen
als deze nauwgezette bekwame man
nog lang zijne actie zal blijven leiden.
Een schenking van f ÏO.OOO.
In de gisteren te Scbeveningen ge
houden vergadering van den raad van
beheer der Nederlandsche Centrale
Vereeniging tot bestrijding der Tuber
culose, werd door den voorzitter, den
beer jhr. S. M. S. De Ranitz, mede
gedeeld, dat mej. Pekelharing te Beek
bergen, ten behoeve der Centrale
Vereeniging een schenking heeft ge
daan van f 10.000 welke mededeeling
door de aanwezige leden met dankbaar
applaus werd begroet. N. Ct.
De Vereeniging tot bestrijding
der tuberculose te Amersfoort is er in
geslaagd, de hand te leggen op een
stukgrond, uitkomend op den Bloem-
weg en den Utrechtscbeweg, naast
het perceel van Wethouder Van Esveld.
Daarop zullen worden gebouwd
ligbaden, terwijl het bestaande woon
huis wordt ingericht voor een consul
tatie-bureau en woning voor den con
cierge, die tevens is belast met bet
toezicht op de patiënten.
Het ging het Bestuur der afdeeling,
dat zijn taak zoo gaarne ruim opvat,
zeer ter harte, dat het in den laatsten
tijd zoo vee! aanvragen van patiënten
om in de ligbaden een plaatsje te
vinden, wegens gebrek aan ruimte
moest afwijzen.
Het hoopt door den thans getroffen
maatregel in de eerste jaren te kun
nen voldoen aan alle aanvragen.
Het Bestuur meent, dat thans hel
oogenblik is gekomen waarop het een
beroep mag doen op de offervaardig
heid der stadgenooten, ten einde de
kosten van den aankoop en de inrich
ting te kunnen bestiijden.
Het vraagt geen nieuwe dan wel
verhoogde jaarlijksche bijdragen, doch
een gift ineens en vertrouwt, dat de
circulaire, welke binnenkort zal wor
den verzonden, niet alleen aandachtig
zal worden gelezen, maar dat ook het
aangehechte inteekenbiljet door ieder,
naar zijn vermogen zal worden inge
vuld, zoodat de bestrijding der immers
geneesbare ziekte ook hier ter stede
met kracht kan worden ter hand ge
nomen. Amersf. Ct.
Op het tweetal voor predikant
bij de Cbr. gereformeerde gemeente
zijn geplaatst de heeren J. Jongeneel
en H. Hoogendoorn candidaten van
de Theologische school te Rijswijk.
H. M. de Koningin-Moeder zal
in het laatst dezer week een bezoek
brengen aan het Militair Hospitaal
alhier.
De Provinciale Staten van Utrecht
hebben de subsidie aan de vereeniging
«Ambachtsschool voor Amersfoort en
Omstreken" verhoogd tot f 5250.
De heer H. van Woudenberg,
werkzaam ten kantore van de Ge
meente-bedrijven, die onlangs liet
diploma Boekhouden verwierf van de
Vereeniging van leeraren in het Boek
houden, behaalde nu óok bet diploma
Roekhouden van de federatie van
kantoorbedienden «Mercurius".
Zijn collega de heer G. Karsbergen
slaagde voor het Mercurius-diploma
Engelsche correspondentie.
De heer H. A. J. H. Verraden,
slaagde voor het eind-examen voor
werktuigkundige aan de Midd. Techn.
School te Amsterdam.
De verkoop van het bloempje
voor het R. K. tuberculosefonds Her
wonnen Levenskracht», heeft j I. Zon
dag alhier f 685 opgebracht.
Wij vestigen de aandacht onzer
lezers op achterstaande advertentie
betreffende de hedenavond te bouden
algemeene vergadering van den Amers-
foortschen Bond voor Lichamelijke Op
voeding. De vergadering kan worden
bijgewoond door alle belangstellenden.
Donderdagavond 8 uur wordt op
het terras van «Amicitiaa een concert
gegeven door de stafmuziek van het
5de reg. inf., directeur de beer G.
Bikkers.
Het programma luidt:
1. „Koningin Wilhelmina"
Marschv. d. Hegge Zijnen.
2. Ouverture „Haijdée" Auber.
3. „In Schoner Maiennacht" Walzer Rentzsch.
4. Grande Fantaisie sur des motifs
de POpéra „Roméo et Juliette" Gounod.
Pauze.
5. Ouverture „Banditenstreiche" Suppé
6. Balletmuslk und Hochzeitszug
aus der Oper „Féramora" Rubenstein.
7. „Menuetto Paderewski.
8. Potpourri surl'Opéra „Les Clochea
de Corneville"Planquette.
De A. Z. P. C verloor Zondag
middag met 15 tegen «Maas» uit
Rotterdam.
Ter kaasmarkt van j.l Maandag
werden aangevoerd 29 wagens, be
vattende 6425 K.G. kaas.
De pi ijs liep van f27.tot f 29.-
per 50 K.G. Voor gestempelde kaas
werd f31.besteed.
Honderdduizend vrouwen naar
Canada.
Sir Arthur Conan Doyle heeft een
reis naar Canada gedaan, om de zeden
van het land te besludeeren en on
dervinding op te doen voor zijn poli-
tie-roroans. Hij zegt dat het land be
hoefte heeft aan vrouwen en beklaagt
de Canadeezen die eenzaam op bun
boerderijen zitten. Hij zal de Engel
sche regeering aanraden opstaatskosten
100.000 vrouwen naar Canada te doen
gaan. Hij is overtuigd, dat elk van haar
daar een man zalvinden DoStaatmoest,
naar zijn meeDing, om het uittrekken
der vrouwen te begunstigen, een soort
huwelijks-agentuur oprichten.
Lichtsignalen van Mars?
In 1907 hebben waarnemingen van
de sterrekundigen der Flagstalïsterre-
wacht iü Noord-Amerika nog al gerucht
gemaakt. Zij hadden op Mars lichtver
schijnselen opgemerkt, die op hen den
indruk van lichtsignalen maakten. In
verband hiermee werd de vraag ge
opperd, of het inderdaad niet moge
lijk was, dat de Marsbewoners ge
poogd hadden door lichtsignalen de
aandacht der oventueele aardbewoners
te trekken.
Door waarnemingen van LeCooltre,
astronoom te Genève, is dit vraag
stuk weer actueel geworden. Naar 't
tijdschrift «Aus der Natur" meedeelt,
heeft Le Cooltre op Mars opvallend
helle, blauw-witte lichtpunten waar
genomen, die plotseling in de omge
ving van donkere meren verschenen
en ettelijke seconden, boogstens een
paar minuten bleven schitteren. Het
verschijnsel was dus vrijwel gelijk aan
het in 1907 door de Flagstaffsterre-
wacht vvaargenomene. Natuurlijk volgt
daar niet uit, dat de fantastische Ame-
rikaansche verklaring de juiste is; de
mogelijkheid bestaat toch, dat er al
leen geweldige vulkanische uitbarstin
gen of meteorologische processeu in
bet spel zijn en de eventueele Mars
bewoner aan bet totstandkomen der
lichtverschijnselen zoo onschuldig is
als een pas geboren aardscb kind.
Een romantisch huwelijk
werd eergisteren te Londen voltrokken.
De bruidegom was prins Louis van
Bourbon, een neef van den koning
van Spanje en de bruid een Londenscb
jong meisje, Beatrix Harrington. De
prins bad bet meisje dat uit een een
voudige burgei familie afstamt, in de
badplaats Folkestone leeren kennen.
Na het huwelijk begaf het jonge paar
zicb naar 't Spaanscbe gezantschap
om een authentieke bevestiging van
van bet huwelijk te balen. De gezant
weigerde deze af te geven.
Een boerin uit Zuid-Beveland
wil naar Scheveningen.
Gaat niet. De tram staakt, vertelt
iemand baar.
O, zie je nou wel, tegenwoordig
met al die nieuwigheden? Dat beb
je nou van de electriciteit! Heb je
ooit van staken geboord? Staakten
vroeger de paarden samen?»
«Leeuw. Ct.«
RECLAME.
■XV';
mm
dat niemand hier zich nog met ons bemoeid heeft. Misschien
zijn ze een beetje bang voor mijn revolver uw revolver,
bedoel ik."
Nelly en hij wierpen beiden een blik op den onverstoorbaar
kalmen stuurman, die het jacht naar zee bleef richten. Ze
bevonden zicb thans op ongeveer twee mijl afstand van de
Belgische kust.
Hem in 't Fransch toesprekende, gaf de Prins den zeeman
bevel bet jacht te doen wenden en naar de haven van Ostende
terug te keeren, maar de man nam van die order niet de
minste notitie. De Prins hief den revolver op, met het doel
den stuurman schrik aan te jagen en toen begon de man snel
achtereen te praten, in een mengeling van Fransch en Vlaarasch.
Hij zei dat hij van Jules strikte orders had gekregen zich op
geenerlei manier met iets te bemoeien, wat er ook op het
dek van het jacht zou mogen voorvallen. Hij was de kapitein
van het jacht en hij moest koers zetten naar een zekere
Engelsche haven, waarvan hij den naam niet kon meedeelen.
'tWas hem opgedragen het schip in volle vaart te houden,
onder alle omstandigheden die zich zouden kunnen voordoen.
Het scheen een heel forsch, heel sterk en heel beslist man
te zijn en de Frins vroeg zich af welke gedragslijn tegenover
hem het meest gewenscht zou wezen. Hij deed hem nog ver
schillende vragen, maar de eenige uitwerking er van was, dat
de man hoe langer hoe meer uit zijn humeur raakte. Te ver
geefs legde Prins Aribert aan den man uit dat juffrouw Rack-
eole, de dochter van den millionair Racksole, door den heer
Tom Jackson was ontvoerdte vergeefs maakte hij dreigende
gebaren met den revolverde stugge, maar moedige kapitein
zei alleen dat hij daarmee niets te maken had, hij had zijn
instructies gekregen en hij was van plan daaraan te voldoen.
Op tamelijk sarcastischen toon verzocht hij zijn ondervrager
er aan te denken dat hij de kapitien was vaD het jacht.
«Ik kan hem moeilijk neerschieten, duDkt me," zei de Prins
tot Nelly, nik zou hem alleen een kogel door zijn been kunnen
jagen, of zoo iets."
n't Is nog al gewaagd en bovendien nog al hard voordien
armen kapitein, een man met zoo buitengewoon veel plichts
gevoel zei Nelly. nEn we zouden dan ook al het scheepsvolk
tegen ons krijgen. Neen, we moeten iets anders bedenken."
«Ik zou wel eens willen weten waar 't scheepsvolk zit," zei
de Prins.
Juist op dat oogenblik begon de heer Jackson, die gebonden
en bewegingloos op het dek lag, teekenen te geven dat zijn
bewustzijn terugkeerde. Hij opende de oogen en keek met een
onbestemden blik om zich heen. Eindelijk kreeg hij den Prins
in 't oog, die, met den revolver in de hand hem naderde.
«Zoo, zoo, is u daar?" zei hij met zwakke stem. «Wat voert
u hier aan boord uit? Wie heeft me zoo vastgebonden?"
«Hoor eens hier!" antwoordde de Prins, «ik heb geen lust
om praatjes te maken, maar dit jacht moet onmiddellijk naar
Ostende terugkeeren, waar ge aan de autoriteiten zult worden
overgeleverd."
«Och kom!" spotte de heer Tom Jackson. «Werkelijk?"
Toen riep hij in 't Fransch den man die aan 't roer zat toe:
«Hei, Andrélaat die twee even worden uitgezet in de boot."
't Was een zonderlinge toestand. De Prins, zich van niets
zeker voelend dan van 't bezit van Nelly's revolver, stond in
twijfel wat hij doen zou, öf de eenmaal gegeven order her
halen en tevens tot meer krachtige maatregelen overgaan, öf
zich in den toestand schikken, met zooveel waardigheid als
de omstandigheden zouden toelaten.
«Laat ons de boot nemen," zei Nelly, «in een uur kunnen
we naar de kust roeien."
Hij zag in dat ze gelijk had. Het jacht op zulk een wijze
te verlaten, leek tamelijk vernederend en stellig en zeker zon
de ontsnapping van dien doortrapten schurk, Thomas Jackson,
daarmee gepaard gaan. Maar wat konden ze anders doen De
Prins en Nelly vormden éen partij op het schip, zij kenden
hun eigen sterkte, maar van de sterkte van de tegenpartij
wisten ze niets. Wel was de belhamel voor 't oogenblik ge
vangen en machteloos, maar 't bleek dat hij toch tot het
geven van orders in staat was en zelfs al werd hem een prop
in den mond gestopt, dan zou hun dat toch nog niets baten
als de kapitein van het jacht in zijn stijfhoofdigheid bleef
volharden. Tegen 't mogelijk gebruik maken van zijn revolver
was bovendien heel veel te zeggen, dat voelde de Prins; be
gon hij eenmaal te schieten, wie kon zeggen welk een nood-
lottigen afloop de zaak dan misschien zon kunnen hebben.
«We zullen de boot nemen, zei de Prins snel tot den kapitein.
Beneden deed zich een bel hooren en een matroos en een
negerjongen verschenen op het dek. De slagen van de schroef
verminderden in snelheid. Het jacht lag stil; de boot werd
uitgezet. Toen de Prins en Nelly zich gereed maakten in de
kleine sloep af te dalen, wendde Tom Jackson gebonden als
hij daar lag, zich tot Nelly.
«Vaarwel," zei hij, «ik zal u nog wel eens terugzien, reken
daar op."
Wordt vervolgd).