NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecbt.
FEUILLETON.
HET BABYLON HOTEL
fto. 60.
Woensdag 29 Juli 1914.
43e jaargang
sm<£.
De Firma A. LEWEN STEIn]
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BUITENLAND.
Be oorlog tusscheu
Qostenrijk-Eongarijc en Servië.
Aangezien ons gebleken is dat er onder onzen
naam zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht
worden, zoo berichten wij dat op al onze Naai
machines nevenstaand handelsmerk moet voor
komen. Men late zich onder welk voorwendsel
ook geen nagemaakte Lewenstein' machine aan
praten. Yoor Amersfoort en Omstreken eenigste
Agent W. KOMMER, Krommestraat 24, Amersfoort."
UTRECHT, CHOORSTRAAT 14.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele .Kijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukkenin te zenden uiterlijk Dinsdag en Yrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 00.
ADVERT ENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer Tl, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Het conflict tusschen Oostenrijk-Honga-
rije en Servië heeft een wending ten kwade
genomen. Er gingen Zaterdag in den na
middag nog geruchten, die voedsel vonden
in een artikel van het Servische regeerings-
blad, meldend, dat Servië op alle punten
zou toegeven dat het uitbreken dei-
vijandelijkheden nog voorkomen zou wor
den. Helaas zijn die niet bewaarheid ge
worden. Men vermoedt sterk, dat de Ser
vische minister van financiën niet zonder
redenen die geruchten de wereld heeft
ingestuurd. Op de beurzen verademde men
er een oogenblik door.
Een minuut of tien voor zessen Zater
dagavond, dus juist tegen den tijd, dat de
termtin van het Oostenrtjksche ultimatum
verstreken zou zijn, verscheen de Servi
sche minister president Pasjitsj op het
Oostenrijksch-Hongaarsch gezantschap in
Belgrado en overhandigde een antwoord
op het ultimatum, een antwoord, dat al
dadelijk onbevredigend werd geacht. De
gezant, baron Von Oiesl, deelde dan ook
terstond
het afbreken van de diplomatieke
betrekkingen
mede en verliet om halfzeven nog met het
personeel van het gezantschap Belgrado.
Dat het artikel in het Servische regee-
ringsblad slechts misleidend bedoeld was,
kan daaruit blijken, dat al om drie uur
in den middag de mobilisatie van het
geheele Servische leger was gelast en
dat het hof de regeering en de troepen
begonnen waren Belgrado te ontruimen.
De regeering is naar Kragoejewatsj over
gebracht.
Het Servische leger is heel wat minder
sterk dan hetOostenrijksch-Hongaarsche,
wat uit hetgeen volgen zal kan blijken,
doch men zal niettemin in Weenen goed
doen de taak, waarvoor het leger der
Donau-monarchie staat, niet te licht op
te nemen. De oorlog kan langer duren
dan men denkt en ondertusschen zal
Rusland, zoo is de Servische berekening
waarschijnlijk, niet anders kunnen doen
dan ten gunste van Servië ingrijpen.
Misschien heeft Servië ook bepaalde toe
zeggingen op dat punt. Feit schijnt te
zijn, dat in Belgrado, Zaterdagmiddag,
een cijfertelegram uit St. Petersburg is
ontvangenvolgens sommige bericht
gevers zou er de raad in vervat zijn ge
weest te mobiliseeren, m.a.w. zich tegen
de Oostenrijksch-Hongaarsche eischen te
verzetten.
Het Slavische solidariteitsgevoel zou
dan overwonnen hebben over alle ver
standelijke overwegingen, als daar zijn
dat de reorganisatie van het Russische
leger nog niet is afgeloopen, dat de oogst
dit jaar voor een groot deel mislukt is
eu dus hongersnood kan dreigen, dat de
finiancieele toestand allesbehalve gunstig
is en dat binnenlandsche onlusten dreigen.
Al eenmaal heeft het Russische nationa
lisme het land in een oorlog, dien met
Turkije gedreven. De tegenwoordige
regeering is zeker niet sterker dan de
toenmalige. Maar wordt Rusland door de
oorlogszuchtige stemming meegesleept,
dan zal gebeuren, wat Bismarck steeds
heeft getracht te voorkomen:
Dan zal Europa van ilen Oeral
tot tie Pyreneeën en van Jutland
tot de Zuidpunt van Italië in
vlammen staan en zal een oorlog
ontbranden, waarin zes uiillioen
man gewapend tegenover elkaar
zullen staan, een oorlog, zooals
de wereld nog nimmer heeft aan
schouwd.
Mogen dus de regeeringen van de lan
den die op het oogenblik het lot van Europa
in handen hebben, zich van hun ver
antwoordelijkheid ten volle bewust zijn!
Het antwoord van Servië.
Volgens de Temps heeft Servië erin
toegestemd officieel af te kondigen, dat
alle anti-Oostenryksche vereenigingen
moeten worden ontbonden, dat de wet
op de dagbladpers gewijzigd wordt en
dat alle officieren en beambten, die zich
gecompromitteerd hebben, op non-activiteit
gesteld zullen worden. Maar Servië pro
testeert tegen den eisch,datOostenrijksche
beambten zitting moeten nemen in de
enquête commissie en doet in geval Oosten
rijk hiermee geen genoegen neemt, een
beroep op het scheidsgerecht van Den Haag
en de mogendheden.
Uit Weenen wordt aan de Lokal An-
z e i g e r gemeldNaar in goed ingelichte
kringen verluidt verklaarde de Servische
minister van oorlog in den ministerraad,
dat het leger in geen geval de eischen,
betreffende de arrestatie en de bestraffing
van officieren, aanvaarden kan, en dat
voor de kroon het gevaar bestond, dat,
wanneer de regeering deze eischen zou
inwilligen, het leger tegen de dynastie
in opstand zou komen.
De Servische mobilisatie.
Uit Belgrado aan de Berl. Zeitung
am Mittag:
In Servië worden groote oorlogstoebe
reidselen gemaakt.
Belgrado zal niet in staat van verdedi
ging worden gebracht. Op het oogenblik,
dat de monitoren van de Donaumonarchie
voor Belgrado verschijnen, zal in de stad
de witte vlag geheschen worden en Bel
grado geheel ontruimd worden.
De zware artillerie wordt getranspor
teerd naar Novibazar, waar de Drindivisie
wordt gemobiliseerd. Aan de Bosnische
grens worden de vestingwerken in gereed
heid gebracht. De Donaudivisie is even
eens geconcentreerd. Tot oppercomman-
dant van deze divisie is benoemd generaal
Jankowitsj, president van de „Narodni
Obrana", waarvan de ontbinding, gelijk
bekend is, in de Oostenrijksche nota wordt
verlangd. Deze benoeming baart groot
opzien.
Zooals men ziet doet dit telegram ver
onderstellen, dat Belgrado nog niet geheel
en al ontruimd is.
De oorlogsproclamatie van den kroon
prins moet zeer bezadigd zijn uitgevallen.
Heden komt in Kragoejewatsj de
Skoepsjtina bijeen om kennis te nemen
van de motieven der mobilisatie.
Natuurlijk worden de in het buitenland
vertoevende dienstplichtige Serviërs even
eens onder de wapens geroepen.
Oostenrijk-Hongarijc mobiliseert
gedeeltelijk.
Oostenrijk heeft acht van de 16 leger
korpsen gemobiliseerd. De bescherming
der spoorwegen is aan de troepen opge
dragen. Het goederenvervoer is gestaakt.
De reserves worden voorloopig niet op
geroepen. In enkele Hongaarsche districten
wordt de landstorm opgeroepen. De in het
buitenland vertoevende militieplichtige
Oostenrijkers moeten naar hun land terug-
keeren.
Het geheele spoorwegpersoneel was
gisteren in dienst. De telefonische gemeen
schap met het buitenland is verbroken.
Op telegrammen en op brieven wordt
censuur toegepast.
Als Servië gedurende de mobilisatie
niet toegeeft, dan zal het ook de kosten
daarvan hebben te betalen, zoo verklaart
men in Weenen.
Te Semlin, tegenover Belgrado, zijn alle
scholen en vele particuliere gebouwen
opgevorderd voor de onderbrenging der
troepen.
Te Neusatz zijn twaalf kanonneerbooten
voor anker gegaan.
In den mond der Cattaro liggen 22
Oostenrijksche oorlogsschepen.
Geen oorlogsverklaring.
Men meent in Weenen, dat een oorlogs
verklaring niet noodig zal zijn, omdat
Servië niet behoort tot de landen, die de
Haagsche conventie hebben onderteekend.
Trouwens, ook Japan is in 1905 den oor
log met Rusland zonder oorlogsverklaring
begonnen.
De Servische gezant heeft Zaterdag
avond nog per auto de Oostenrijksche
hoofdstad verlaten.
Daden van vijandschap.
Volgens berichten uit Boedapest hoort
men in de richting van Semlin reeds
kanongebulder. Oostenrijksche troepen
zouden de brug naar Belgrado reeds bezet
hebben.
De Zeit publiceert het bericht, dat het
station van Belgrado in brand staat.
De chef van den Servischen generalen
staf, Poetnik, die van zijn verlofreis van
Oleichenberg terugkeerde, werd te Boeda
pest door detectives gearresteerd. Hij trok
een revolver om zich te verdedigen (vol
gens een ander bericht om zichzelf te
dooden) maar het wapen werd hem uit de
hand gewrongen. In een auto werd hy
daarop naar den plaatselijken commandant
gebracht, die hem verklaarde, dat hij ge
arresteerd was wegens den oorlogstoestand.
Op last van keizer Frans Jozef is generaal
Poetnik echter in vrijheid gesteld en heeft
hij met zijn dochter en zijn gevolg zijn
rei3 voortgezet. Hij heeft aan geen enkele
gewelddaad blootgestaan. Er werd zelfs
een auto te zijner beschikking gesteld om
hem zijn reis te doen voortzetten, 't Is
zeker ridderlijk van Oostenrijk gehandeld,
het Servische leger niet te berooven van
zijn voornaamsten steun, daar volgens de
Kölnische Ztg. de gevangenhouding
van den generaal met een door Servië
verloren veldslag gelijk zou staan.
Wedcrzijdsche legers.
Servië grenst aan twee kanten aan
Oostenrijk in het noorden, waar de Donau
de beide landen scheidt en in het westen
(Bosnië). Oostenrijk zal dus van twee
kanten Servië kunnen binnenrukken en
zal vermoedelijk met een groot leger bij
Semlin den Donau oversteken en met
een kleiner vanuit Bosnië de Serviërs in
de flank bedreigen. Mogelijk staat dit
laatste leger echter aan een aanval van
Montenegro bloot, dat hoogstwaarschijnlijk
partij voor zijn bondgenoot Servië zal
kiezen. De overtocht over den Donau is
echter geen kleinigheid. De rivier heeft
bij Semlin een breedte van een kilometer
en is 77i meter diep.
In de laatste jaren is het Oostenrijksche
leger vooral voor een bergoorlog geoefend
en het beschikt over zeer licht berggeschut.
Ofschoon de reorganisatie van het leger
der monarchie nog niet geheel is'afgeloopen,
kan de vredessterkte van het leger, 34.000
officieren, 380.000 manschappen en 79.000
paarden, van staand leger en landweer
samen, zeer spoedig tot 2 millioen sol
daten verhoogd worden, zonder landstorm
nog of reserve.
Niet al deze troepen zijn echter om
politieke redenen, wegens stamsympa-
thieën als anderszins, tegen Servië in 't
vuur te brengen. Overigens is het Oosten
rijksche leger goed geoefend en gedisci
plineerd en in de laatste jaren werkelijk
verbeterd. Ook is het vrijwel eensgezind
en loyaal, waar het een aanval op de
monarchie geldt.
Het Servische operatieleger beschikt
over twee oproepingen. Een derde dient
tot grensverzekering en den approvian-
deeringsdienst. Het operatieleger wordt
verdeeld in tien divisies met gemiddeld
elk 17.000 geweren, 540 ruiters 36 kanon
nen en 16 machinegeweren. Daarbij komen
vfif divisies infanterie van den tweeden
ban met elk 12 000 geweren, 200 ruiters,
36 kanonnen en 12 machinegeweren. Bij
die vijftien divisies uit allerlei wapenen
bestaande, komt nog een divisie cavalerie
met samen 16 escadrons van elk hoog
stens 2400 ruiters, 12 kanonnen en 16
machinegeweren. De wapenen van 't
Servische leger zijn modern en degelijk:
infanteriegeweer 7 milimeter, systeem
door E. Bennett
41) (uit het Engelscli.)
Zoo gebeurde 't dat Theodore Racksole het telegram ont
ving, dat liem den detective Marshall in den steek deed laten.
XVI.
De vkouw met den booden hoed.
Er is éen ding, Prins, dat we dadelijk zullen moeten be
slissen," zei Theodore Racksole.
Ze waren alle drie Racksole, zijn dochter en Prins
Aribert aan een tafeltje gezeten in een afzonderlijke eet
zaal in het hotel Wellington. Racksole was goed en wel met
de middagboot aangekomen en op de kade door de twee
anderen afgehaald. Ze hadden vroeg gedineerd en Racksole
had alle bijzonderheden vernomen van de avonturen te land
en ter zee van Nelly en den Prins. Omtrent zijn eigen avontuur
van den vorigen nacht vertelde hij heel weinig; hij deelde
alleen mee, zoo beknopt als mogelijk was, dat Dimmock's lijk
was gevonden.
«Welk ding is dat?" vroeg de Prins, in antwoord op een
opmerking van Racksole.
iiWe moeten beslissen of we aan de politie onmiddellijk
alles zullen meedeelen wat er is gebeurd, of dat we zullen
voortgaan op onze eigen verantwoording te handelen, 't Is,
dunkt me, niet twijfelachtig wat de beste weg zal wezen.
Verreweg 't meest practische en voorzichtige zal zijn de
politie in ons vertrouwen te nemen en de zaak verder heelenal
aan haar in handen te geven."
iiO, papa!" barstte Nelly uit, op haar haastige, opgewonden
manier. «U denkt toch niet aan zoo iets, hoop ik. Wel, de
grap is maar net begonnen."
«Noem je 't gebeurde van van nacht een grap?" vroeg
Racksole, terwijl hij haar ernstig aanzag.
iiJa, dat doe ik," zei ze snel. «Ziedaar
«Nu, ik niet," luidde het lakonisch antwoord van den
millionair. Maar misschien dacht hij op dat oogenblik aan
zijn eigen toestand in de lift.
«Zou u niet denken dat we onze nasporingen nog wel een
weinigje konden voortzetten," vroeg de Prins, terwijl hij be
daard een noot kraakte, «nog een klein weinigje en dan,
als we in 't geheel niet kunnen slagen, zou er altijd nog
overvloedig gelegenheid zijn de politie te raadplegen
«Hoe zou 't uw bedoeling zijn dat we begonnen?" vroeg
Racksole.
«Wel, dat huis, dat juffrouw Racksole gisterenavond
zoo moedig is binnengegaan hij vereerde haar bij die
woorden met een bewonderenden blik«me dunkt, mijnheer
Racksole, dat u en ik dat verblijf wel eens in alle bijzonder
heden konden gaan onderzoeken."
«Nu, van avond?"
«Zeker. We zouden misschien het een en ander kunnen
doen daar."
«We zouden misschien wat te veel kunnen doen."
«Bij voorbeeld?"
«We zouden iemand knnnen doodschieten of zelf voor in
brekers kunnen worden aangezien. Als we in strijd met de
wet handelen, zou 't geen verontschuldiging voor ons zijn,
dat we een goede zaak op 't oog hadden gehad."
iiDat is waar," zei de Prins. «En toch Hier zweeg hij.
«En toch trekt 't u weinig aan de politie in de zaak te
betrekken. Uw wil bij 't op jacht gaan heelenal vrij zijn.
U trilt van ongeduld om zelf handelend op te treden. Dat
is 't, niet waar? Maar neem den raad aan van een ouderen
man, Prins en slaap eerst eens op deze kwestie. Ik heb weinig
zin in nachtelijke uitstapjes zoo twee dagen achtereen. En
jij, Nelly, je gaat nu onmiddellijk naar bed. De Prins en ik
blijven nog een uurtje zitten praten."
«Papa," zei ze, «u is bepaald onuitstaanbaar van avond."
«Misschien wel." zei hij. «Dat is zeker, dat ik er héél
ontstemd over ben, dat je hier zoo heel alleen naar toe bent
gegaan, 't Was monsterachtig. Als ik niet toevallig de meest
dwaze toegevende vader was, die er op de wereld bestaat
Allo! Goeden nacht, 't Is negen uur. De Prins zal je wel
willen excuseeren, daar twijfel ik niet aan."
Als Nelly niet werkelijk heel vermoeid was geweest, zou
Prins Aribert misschien getuige hebben kunnen zijn van een
goedgemeend maar hardnekkig conflict tusschen den millionair
en zijn ondernemende dochter. Zooals de zaken nu stonden
gehoorzaamde Nelly aan de gegeven order met verbazing
wekkende onderworpenheid en de beide mannen bleven alleen.
(Wordt vervolgd).