NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. Woensdag 10 Februari 1915. FEUILLETON. 44e jaargang VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. DE OORLOG. HET BABYLON HOTEL i\o. 12. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlgke Nummers 3 Cent. Ingezonden stnkken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Laugestraat 77. Telephoonu. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere reg9l meer 7V» Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. V redesgeruchten. Het «Dagblad van Zuid-Hollanden 's-Gravenbage" beeft een aanzienlijk diplomaat, die op zijn reis van Lon den en Parijs Daar Petersburg, Den Haag aandeed, gesproken over de ge ruchten omtrent vredesonderhandelin gen, die in den laatsten tijd in Den Haag geloopen hebben. Deze diplomaat was volgens het blad goed op de boogte. Hij gaf als zijn vaste overtuiging te kennen, dat alle geallieerden, hoe zeer zij den oorlog op zichzelf ook vetfoeien, en hoezeer de rampen door dezen krijg teweeggebracht, hen ook op de ziel branden, eenstemmig van oordeel zijn, dat deze oorlog niet kan, ja niet mag eindigen zonder de absolute vernietiging van hel Pruisische mili tarisme. Dit is, zoo zeide hij oris, de meening van alle geallieerden, die hierin vol komen eenstemmig zijn. Zij hebben dezen oorlog niet gewild, nvaar nu hij eenmaal is begonnen zou een beëin diging, zonder vernietiging van het Pruisische militarisme bettekenen, dal er als het ware weer een nieuwe ramp op de schouders van de afgestreden Europeesehe volkeren werd gelegd. Frankrijk is dezen oorlog niet be gonnen. Het beste bewijs daarvoor is wel dat het niet zoo gereed was als het bad kunnen zijn, indien het zelf het initiatief tot den krijg had ge nomen. Dit is dan ook de reden, dat' men aan de Belgen niet meer hulp I in eigen land heeft kunnen verlee- nen. Men moest er zich wel toe bepalen er voor te zorgen, dat de Duitsche troepen na de verovering van België een geheel strijdvaardig Fransch leger tegenover zich zouden vinden. De Duitschers hadden zulk een haast met het schenden van de Belgische neu traliteit, omdat volgens hun zeggen de Franschen hun opmarsch door Bel gië tegen Duitschland voorbereidden. Zg hadden daarmede echter niet zulk een haast behoeven te hebben als het alleen de vrees voor een snel opruk ken van bet Fransche leger gold. Het gold echter wellicht in veel sterker mate hun eigen zucht om zoo spoedig mogelijk voor Parijs te staan. En wat Engeland betreft, dit was nog veel minder gereed voor een on- iniddellijken strijd. Het is nu nog bezig zijn leger te vortneD, gereed te maken en over te voeren. Alleen Duitschland was gereed om als het ware terstond op te trekken, omdat men in Duitschland steeds hoeft geleefd in het idee. dat te eenigertijd plotseling het machtige militaire in strument tot een offensief optreden zou worden geroepen. Maar nu deze oorlog eenmaal is begonnen, bestaat bij de geallieerden de eensgezindheid en rotsvaste over tuiging, dat bij niet beëindigd mag worden, voordat bet Pruisische mili tarisme buiten staat is gesteld nieuwe rampen Ie veroorzaken. Frankrijk, zeide hij, zal tot geen prijs een vrede aanvaarden welke geen absolute vrede is, d.w.z. een vrede, steunende op de beginselen van recht vaardigheid en recht. De geallieerden zullen, steunend op deze beginselen, verre van de Duitsche methoden te willen volgen, de wereld verbaasd doen staan door de bescheidenheid van hun eiscben en de edelmoedigheid die zij zullen betrachten tegenover de stich ters van dezen oorlog, nadat zij vol ledige vergoeding hebben ontvangen voor alle door België geleden schade. Alle geruchten, die in Hollandsche bladen verspreid worden om den in druk te wekken alsof er spoedig een basis voor het beginnen van vredes onderhandelingen zal worden gevon den, komen dan ook allen van Duitsche zijde. De hoefijzer-correspondent van het H.bl. kan ten stelligste de mede- deeling van het blad bevestigen, dat de vredesgeruchten, die in Den Haag sinds enkele weken loopen, uit Duitsche bron komen. Hoeveel soldaten in 't voorjaar? Een Italiaanscb generaal geeft eenige beschouwingen in de Tribuna over de kraebtsverdeeliog der oorlogvoe renden voor het aanstaand seizoen. De generaal heeft zich al meermalen als niet bepaald een vriend der Duitschers doen kennen. Daarom zijn zijn be schouwingen, die ditmaal niet uitval len in het voordeel der Verbondenen, wel opmerkelijk. Hij vraagt o.a. hoeveel manschap pen Frankrijk thans in bet veld heeft. Dan komt hij op een totaal van '2.000.000 man waarachter zich een reserve van 1.200.000 man bevinden moet tot den leeftijd van 40 jaar. De generaal is het gedurende den oorlog glashelder geworden, dat het Frank rijk in de practijk niet gelukt is uit zijn bevolking een evengroote weer macht te trekken als Duitschland. Hoewel Duitschland ongeveer een milli- oen soldaten naar Rusland moest zen den, kon het in het westen 52 leger korpsen van meer dan 2 millioen man op de been houden, waartegenover Frankrijk maar anderhalf millioen kan stellen. De reserve van Engeland is moei lijk te berekenen. De 45 millioen be woners van het Britsche rijk worden aangevul met die van Canada, Zuid- Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland. Dan komt het totaal ongeveer gelijk met het inwonersgetal van Duitsch land. Engeland heeft 300.000 man in het veld en is genoodzaakt de gaten aan te vullen en ook in Egypte en Arabië troepen te stellen. Lord Kitchener's leger van 1.200.000 man moet nog een feit worden. Als dat leger tot stand komt, zal het de krijgskansen voor de Verbondenen zeer verbeteren. Maar vanwaar moeten de officieren voor dit leger komen? Men moet er circa 29.000 hebben en nooit kunnen die, wat krijgskundige eigenschappen aan gaat, gelijkgesteld worden met de Duitsche en Fransche officieren. Aan het door Kitchener geïmproviseerde leger moeten dus groote fouten blij ven kleven. Aan Bzoera en Rafka. De Petersburgsche correspondent van den »Secolo« meldt aan zijn blad: »De geweldigste slag, dien de geschiedenis ooit zag, vindt thans plaats lusschen den Weichsel, de Rafka en de Kar- pathen. De Duitschers hebben slechts een schijnterugtocht aan bet front Rafka-Bzoera ondernomen,om zich des te krachtiger tusschen den Weichsel, de Rafka te versterken, waar zij 10 versche legerkorpsen hebben staan en met sterke kolonnes, met den groot sten nadruk en ondersteunend door hun zware artillerie aanvallen ondernemen; tegelijkertijd rukken de Oostenrijksch- Hongaarsche troepen, samen met drie Duitsche legercorpsen, met alle kracht op het Russische centrum in de Kar- pathen aan en trachten bet Strijdal te bezetten, waar waarschijnlijk de be slissende slag zal plaats hebben. De Duitschers zijn in Oost-Pruisen en aan de Politza, de Oostenrijkers aan de Nida en de Doenajetsj tot het defensief overgaan door zware artillerie gesteund, omdat hun hoofdkrachten op andere fronten staan. Aan de Rafka staan ontelbare batterijen die een heftig vuur onderhouden. Dag en nacht vallen de Duitschers in dichte drommen de Russen aan om hen zoo doende tot kolossale menschenoffers eischende tegenaanvallen te dwingen. Ook aan de «Cortïere Delia Seraa wordt uit Londen bericht: De Duitsctie operatieve plannen schijnen nieuwe be slissingen voor te bereiden, omdat de aanvallen bij de Bzoera en de Rafka met een kracht worden ondernomen, die alle tot nu toe geleverde gevechten op dit front in de schaduw stelt. De meening der Russische militaire krin gen, datde Duitsch-Oostenrijkscbedruk zich concentreerde in de Midden Kar- pathen legen bet Russische opdringen naar Transylvanië, is een dwaling ge bleken, omdat de Oostenrijksch-Duit- sche strijdkracht tegelijkertijd met ge weld opdringt aan de overzijde van den Weichsel en in Galicië. Handelsblad. Aan het Kopgnhaagsche blad Ber- lingske Tidende wordt uit Londen bericht, dat vluchtelingen die uit Pales tina in Kaïro zijn aangekomen, hebben medegedeeld, dat de toestand in het Heilige Land verschrikke lijk is en dat velen er van honger en gebrek sterven. Het Ametïkaanscbe schip Tennessee had hulp gebracht, maar die kan natuurlijk niet toereikend zijn. Het schip had ook verscheidene vluchtelingen uit Pelestina naar Egypte gebracht. Volgens de Daily News is de toe stand van de Joden en vooral van de Zionisten in Palestina uiterst ge vaarlijk. De 15,000 Joodsche kolonisten in Galilea, Judea en Samaria zouden gevaar loopen door de Turksche troe pen te worden aangevallen, omdat men in Konstantinopel in die kolo nisten een revolutionnair en anti- Turksch gezind element zou zien. De oorlog en de landbouw. Gebrek aan superfosfaat, het ergste wat den akkerbouw kan treffen, moet helaas worden geconstateerd. Ver- scheide superfosfaatfabtieken in ons land zijn stopgezet, omdat het zwavel zuur, noodig voor de bereiding van super, ontbreekt. Vóór den oorlog was België grooten- deels onze leverancier van zwavelzuur en hoewel de fabrieken in de Kempen aldaar nog geregeld zwavelzuur pro- duceeren, wordt dit door de Duitsche regeering vastgehouden. De Belgische uitvoer ligt dus stil en als gevolg daarvan kunnen de Nederlandsche superfosfaatfabrieken niet werken. Alleen langs diplomatieken weg is door E. Behnett 62) {uit het Engelsch.) »'t Is een verbasend wonderlijke regeling," zei Theodore. «Maar natuurlijk, als je denkt dat 't van eenig nut kan zijn, dan is 't maar het best dat je naar beneden gaat en aan je Prins Eugen vertelt dat hij dat millioen krijgen kan, als hij het werkelijk noodig heeft. Ik veronderstel dat de waarborgen wel voldoende zullen zijn, anders zou Sampson Levi er zioh niet mee hebben ingelaten." «Dank u, vadertje. Ga maar niet met me mee, ik zal het misschien beter alleen in orde kunnen brengen." Toen knikte ze hem vriendelijk toe en verdween. Racksole, die het talent bezat, voor millionairs zoo noodig, om voor verschillende zaken tegelijk te kunnen zorgen, belangrijke en onbelangrijke, ging heen om orders te geven omtrent het ontbijt van zijn helper van den vorigen avond, den heer George Hazell. Toen zond hij een invitatie aan den heer Felix Babylon, om met hem het ontbijt te willen komen gebruiken. En nadat hij aan Babyion het verhaal van Jules' gevangenneming had meegedeeld en een lange discussie met hem had gevoerd over verschillende punten, het beheer van een hotel betreffende en speciaal het toezicht op wijnkelders, zette Racksole zijn hoed op, wandelde naar het Strand, wenkte een koetsier en liet zich naar de City rijden. De operatien die hij daar volbracht, waren van te technischen aard en te ingewikkeld om hier te kunnen worden beschreven. Toen Nelly naar de Hof-slaapkamer terugkeerde waren en de dokter en de groote specialiteit beiden weer aanwezig. De twee geneeskundigen verwijderden zich juist van het ledikant toen ze binnentrad en bleven bij het raam zacht met elkaar staan praten. «Een vreemd geval I" zei de specialiteit. «Ja. Natuurlijk, zooals u zegt, het nerveuse temperament is een heel ongunstige factor. Als een patiënt een nerveus tem perament heeft en overigens een krachtig gestel, kan de wer king van een en ander soms heel zonderling zijn. Zou u denken dat er eenige hoop was, Sir Charles?" «Als ik hem gezien had toen hij zijn bewustzijn terugkreeg, zou ik gezegd hebben dat er hoop was. Eerlijk gezegd, toen ik gister avond, of liever van nacht hier vandaan ging, had ik niet verwacht den Prins levend te zullen terugzien en zeker niet dat hij weer bij bewustzijn zou wezen en in staat zou zijn te praten. Zooals de zaken nu staan, zou hij volgens alle gewone regelen, den schok stellig en zeker te boven moeten komen. Maar ik geloof niet dat 't gebeuren zal. Ik geloof dat hij 't zelf niet verlangt. En daarbij geloof ik dat hij nog altijd onder den invloed is van een zelfmoord-manie. Als hij een scheermes bij de hand had, zou hij zich den hals afsnijden. Je moet je best doen dat zijn krachten niet ver minderen. Als 't noodig is, een inspuiting. Ik kom van middag terug. Ik moet nu in St. James Palace wezen." En met een schitterende buiging en een paar in haast gemompelde ge ruststellende woorden tot Prins Aribert, snelde de specialiteit heen. Toen hij weg was, nam Aribert den anderen dokter ter zijde. «Vergeet alles, dokter," zei hij, «behalve dat we beiden als mannen tegenover elkaar staan en zeg me de waarheid. Zou u in staat zijn het leven van zijne Hoogheid te redden? Zeg me de waarheid." «Er valt geen waarheid te zeggen," luidde het antwoord van den dokter. «Wij hebben de toekomst niet in onze hand, Prins." «Maar heeft u hoop? Ja of neen." De dokter keek Prins Aribert aan. «Neen!" zei hij kortaf. «Die heb ik niet. Ik heb nooit hoop als de patiënt iets anders wil dan ik." »U bedoelt «Ik bedoel dat zijn Koninklijke Hoogheid niet verlangt in 't leven te blijven. Dat moet u wel hebben opgemerkt." «Maar al te goed," zei Aribert. «En is u met de oorzaak er van bekend?" Aribert knikte bevestigend. «Maar u kunt die oorzaak niet wegnemen «Neen," zei Aribert. Op dat oogenblik voelde hij dat iemand zijn mouw aanraakte, 't Was Nelly. Met een gebaar wenkte ze hem haar naar de ontvangkamer te volgen. «Als je 't wenscht," zei ze, toen ze zich alleen bevonden, «kan Prins Eugen worden gered. Ik heb 't in orde gebracht." «In orde gebracht?" Hij boog zich naar haar toe, meteen uitdrukking van grenzenlooze verbaziog, van ontsteltenis bijna. «Ga naar hem toe en zeg hem dat hij het millioen ponden, dat hij zoo dringend noodig heeft om tevreden en gelukkig te worden, krijgen kan. Zeg hem dat hij 't vandaag al krijgen kan, als dat hem meer gerustheid kan geven."

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1915 | | pagina 1