BINNENLAND
Plaatselijk Nieuws.
werken mogen, is o.a. te Berlijn de
bierpiijs al met 2 pfennig per liter
verhoogd.
Door de sterk gestegen vraag naar
aardappelen is er in Berlijn voor het
oogenblik ook aardappelnood. De stad
Berlijn heeft echter zelf groote hoeveel
heden opgeslagen en komt nu ter hulp,
nu de aanvoer te wenschen overlaat.
Een maatregel, die veel gepraat
veroorzaakt, is de vervroeging van hel
sluitingsuur van café's en restaurants
te Berlijn tot 1 uur 's nachts. Blijkbaar
wil men aan het nachtleven een einde
maken.
Den belastingbetalers in Berlgn is
aangekondigd, dat de belastingen met
110 tot 140 pCt. zullen verhoogd
worden.
H. Dl. de Koningin en de oorlogs
toestand.
Dr. A, W. Bronsveld, schrijft in de
kroniek van zijn «Stemmen voor
Waarheid en Vredea.
«Het zij ons vergund hier uit te
spreken hoeveel dank en hulde wij
verschuldigd zijn aan onze geërbie-
digde Koningin.
Zij, die het weten kunnen en van
nabij zijn betrokken in de geduchte
moeielijkheden en gevaren, waarin
land en Regeering telkens worden
gewikkeld, zijn vol bewondering voor
den moed, de toewijding, de zelf
opoffering, door Koningin Wilhelmina
betoond.
Naar men vertelt, zou Prinses Juliana
dezer dagen hebben gezegd «Waarom
huilt Moeder toch zoo?"
Wij weten niet, of het verhaal
geloof verdient, maar dat Hare Majes
teit in Haar paleis gedurende de
laatste maanden menigmaal tranen
zal hebben gestort gelooven wij
gaarne."
Een nota van Nederland.
De Nederlandsche Regeering heeft
een nota gericht tot de Duitsehe Re
geering naar aanleiding van de open
baar gemaakte Duitsehe Memorie van
4 Februari j.l.
In deze nota ontkent onze Regeering,
dat de in algemeenen zin tot de neu
trale Staten gerichte verwijten wat
Nederland betreft, gegrond zouden zijn.
In zake de verklaring van een uit
gebreid gedeelte open zee tot oorlogs-
zóne zijn gelijksoortige bedenkingen
kenbaar gemaakt als vroeger tot de
Britsche Regeering zijn gericht naar
aanleiding van het voornemen tot ge
deeltelijke afsluiting der Noordzee.
Met betrekking tot de grenzen, die
de Nederlandsche Scheepvaart zou
kunnen loopen in de oorlogszóne is
volgehouden, dat neutrale schepen er
aanspraak op kunnen maken, dat vol
doende onderzoek naar de nationaliteit
van handelsschepen worde ingesteld,
alvorens maatregelen tegen die schepen
worden genomen. Anderzijds beeft
onze Regeering bij de Britsche Regee
ring hare bedenkingen kenbaar ge
maakt tegen bet standpunt door laatst
genoemde ingenomen ten opzichte van
het misbruik van de neutrale vlag door
Britsche koopvaardijschepen.
De Hollandsche schepen blijven va
ren, maar zullen ook zonder aanmaning
stoppen zoodra zij een duikboot zien
om bet onderzoek te vergemakkelijken.
Van convoyeeren van schepen is af
gezien. Overigens is bij de Engelsche
Regeering geprotesteerd tegen haar
standpunt in zake het gebruik van de
neutrale vlag en bij de Duitsehe zoowel
tegen de beweringen omtrent de be
doeling van onze uitvoerverboden als
omtrent haar voornemens ten aanzien
van de neutrale scheepvaart. Zij is bij
voorbaat aansprakelijk gesteld voor
alle schade.
Uitvoer van vleesch, spek, vet enz.
Naar aanleiding van de mededeeling
van den voorzitter van den Nederl.
Slagershond, volgens welken reeds nu
de lijd zou zijn aangebroken waarop
een revisie van de bepalingen ten
aanzien van den uitvoer van levend
en geslacht vee allernoodzakelijkst
mag worden geacht met het oog op
de hooge prijzen van varkens en daar
door tevens van spek. in verband waar
mede het Bundsbestuur een audiëntie
bij Minister Posthuma heeft aange
vraagd, wordt van bevoegde zijde de
opmerking gemaakt, dat waar de com
missie voor de voeding van mensch
en dier speciaal is ingesteld ten einde
de gelegenheid te openen tot bespre
king van dergelijke vraagstukken tus-
schen de verschillende belanghebben
den en deskundigen op dit gebied,
teneinde op die wijze tot een bevre
digende oplossing te geraken, het aan
beveling had verdiend indien het bonds-
bestuur zich eerst tot die commissie,
welke den Minister omtrent dergelijke
quaes ties van ad vies dient, had gewend,
alvorens bij den Minister deswege een
audiëntie aan te vragen.
Intusschen vernemen wij dat de
Minister de aangevraagde audiëntie
heeft toegestaan en Zaterdagmiddag
voorzitter en secretaris van 't Bonds-
bestuur zou ontvangen.
Verder werd ons medegedeeld, dat,
al mogen de prijzen van vette var
kens thans inderdaad hoog zijn, dit
juist in het belang is van de fokkerij
en mesterij van dergelijke varkens,
welke anders in verband met de voe-
derprijzen geheel zou moeten worden
stopgezet.
Schuldige onverschilligheid.
De Fakkel verneemt van betrouw
bare zijde bet volgende:
In de tweede helft van 1912 werd
door de Hollandsche Spoor aanbe
steed het maken van bruggen ten
behoeve van het tweede spoor op de
lijn Gorinchem—Geldermalsen.
Deze lijn loopt dwars door de inun-
datielijn ArkelLeerdam, in de on
middellijke nabijheid van de forten
die den toegang tot de in geval van
oorlog onder water te zetten terreinen,
moeten verdedigen.
Voor den bouw werd onder meer
ingeschreven door de firma Klönne te
Dortmund, tegen een zóó lagen prijs,
dat naar ieders overtuiging daarop
een groot bedrag verloren moest
worden.
Ofschoon dus voor de hand lag,
dat bijzondere omstandigheden haar
zoo begeerig moesten doen zijn bet
werk te krijgen, werd het haar, als
verreweg de laagste inscbrijfsler toe
gewezen.
Half 1913 werd de arbeid aange
vangen en kort vóór den oorlog was
hij voltooid.
Een jaar lang hebben de Duitsehe
ingenieurs, werkmeesters en arbeiders,
vermoedelijk allen reserve-officieren en
sergeants, benevens toekomstige Duit
sehe soldaten, de gelegenheid gehad
dat deel onzer defensie nauwkeurig te
bestudeeren, waartoe zij anders niet
licht in staat zouden geweest zijn.
Wij maken van het gebeurde geen
verwijt aan de Hollandsche Spoor. De
schuld ervaD ligt in de lichtzinnige
onverschilligheid, steeds door een over
groot deel van ons volk getoond waar
het onze landsverdediging en de moge
lijkheid van oorlog betrof.
Zal men in de toekomst voorzich
tiger zijn?
Zal een Minister van Oorlog deze
dingen onmogelijk maken?
Geïnterneerde Engelsche officieren.
In verband met klachten, welke
gerezen waren naar aanleiding van de
interneering van een aantal Engelsche
officieren te Wierickerschans (bij Bode
graven) klachten, die ook in het
Engelsche parlement tot uiting zijn
gekomen, heeft de inspecteur van den
geneeskundigen dienst der landmacht,
generaal-majoor Quanjer, op uitnoo-
diging van den Minister van Oorlog,
ter plaatse een onderzoek ingesteld.
Hierbij is gebleken, dat van onvol
doende hygiënische toestanden in
het bijzonder werd over vochtigheid
der gebouwen geklaagd geen sprake
is en dat het verblijf der Engelsche
officieren hoewel eenvoudig ingericht,
niet te wenschen overlaat.
Jaarlijkeche Vergadering Ned.
Tuinbouwraad
Het Centraal Bestuur van dezen
Raad beeft bekend gemaakt, dat de
7e Algemeene Vergadering zal gehou
den worden Donderdag 4 Maart a.s.
te Utrecht.
Behalve verschillende zaken van
huishoudelijken aard, vermeldt de
agenda de volgende punten van be
handeling
De verkiezing van 4 leden van het
Centraal Bestuur wegens periodieke
aftreding der tegenwoordige functio
narissen.
Bespreking over de wenscbelijkheid
eener wetswijziging om te kunnen
geraken tot het bij opbod verkoopen
van tuinbouwproducten, zonder daar
toe de tusscbenkomst van een open
baar ambtenaar te behoeven door den
heer W G. Droog.
Bespreking over «onze onzijdigheid
en onze toekomstige taak", door den
heer Ernst H. Krelage.
Bespreking over «de Nederl. Tuin-
bouwafdeeling op de weieldtentoon-
stelling te San Francisco", met plan
nen en kaarten toegelicht door den
heer D. F. Tersteeg, Tuin-architect te
Naarden.
Eindexamens H. B. S.
Door den heer J. Hendrik van Balen,
wethouder te Brummen, is aan den
Minister van Binnenlandsche Zaken een
schrijven gericht, waarin de aandacht
van den Minister gevestigd wordt op
het feit, dat het afnemen der eind
examens H. B. S. met 5-jarlgen cursus,
van bet Rijk jaarlijks een uitgave van
ongeveer f 100 000 vordert, in verband
waarmee schrijver den Minister verzoekt
in overweging te nemen het denkbeeld,
dit jaar wegens de buitengewone om
standigheden, de eindexamens niet op
de gewone wijze ledoen plaatshebben,
maar de einddiploma's door de direc
teuren en leeraren der scholen zelve te
doen uitreiken.
De Minister van Binnenlandsche
Zaken heeft aan de Gemeentebesturen
doen mededeelen, dat gedeeltelijke in
houding van salarissen van hoofden en
onderwijzers van openbare scholen, die
wegens militie- of landweerdienst ge
mobiliseerd zijn, alleen mag geschieden
krachtens de goedgekeurde salarisrege-
lingen en dat nimmer quitantie mag
worden verlangd voor salaris, dat niet
uitbetaald is.
Vrees voor verlies der Rijkssubsidie
behoeft in verband hiermede niet te
bestaan, aangezien krachtens circulaire
van's Ministers ambtsvoorganger d.d.
13 Mei 1908 geheele of gedeeltelijke
inhouding van salarissen van hoofden
en onderwijzers, die onder de wapenen
zijn, niet van invloed is op het bedrag
der Rijksbijdrage.
Burgemeester en Wethouders
stellen den Raad voor de navolgende
namen te geven aan de nieuw aan
gelegen wegen ten Zuidenvanden Berg:
4. Vondellaan; loopende van den
Utrecbtsebeweg tegenover de Emma-
laan naar den Appelweg.
2. Huygenslaan; loopende van Von
dellaan, waar deze zich splitst, naar
het Da Costaplein.
3. Van Moerlantlaan; loopende van
Utrechtscheweg tegenover de Anna
Paulownalaan naar Vondellaan.
4. Bilderdijklaan; loopende van den
Utrechtscheweg tegenover de gepro
jecteerde weg tusschen Anna Pau-
lownaloon en Oude Utrechtscheweg
naar Vondellaan.
5. Tesselschadelaan; loopende van
Utrechtscheweg tegenover «Rustoorda
naar Huygenslaan.
6. P. C. Hooftlaan; loopende van
Utrechtscheweg tegenover «Rustoord®
naar Da Costaplein.
7. Da Costaplein; loopende van het
punt waar Huygenslaan en P. C. Hooft
laan samenkomen tot aan de P. Both-
laan.
8. Steven van der Hagenlaan; loo
pende van Utrechtscheweg tegenover
Prinses Julianalaan naar P. C. Hooft
laan.
9. Pieter Bothlaan; loopende van
Utrechtscheweg tegenover de Paulus
Buyslaan naar Vondellaan.
Dinsdag in den vroegen morgen
omstreeks half vijf passeerde aan
het station alhier de roode-kruis-trein
met ongeveer 100 voor geheel hun
leven verminkte Engelscben, die tegen
Duitschers in dezelfde deerniswaardige
toestand worden uitgewisseld. Door
dames en heeren leden der plaatselijke
Roode Kruis afdeeling werden hen
versnaperingen aangeboden. Ieder ont
ving nevens een kop bouillon twee
belegde broodjes en een sinaasappel
neijes in zakjes met de nationale
kleuren verpakt.
Het was een deerniswaardig schouw
spel deze meerendeels jonge mannen
waarvan den een een arm de ander
een been of beide boenen waren ge
amputeerd, anderen weer blind of met
afgrijselijke hoofdwonden, toch dank
baar en gelukkig nu zij teruggingen
naar het vaderland en hunne dier
baren. Wie zoo iets te zien krijgt
vervloekt den oorlog en zijn aan
stichters te meer.
De trein bestond uit 3 personen
wagens voor de officieren en het per
soneel en overigens uit goederen
wagens, waarin op in veeren han
gende brancards telkens 8 gewonden
lagen. De officier van gezondheid
2e kl. dr. Sturkop met 20 militie-
plichtige studenten, adspirant reserve
officieren van gezondheid begeleidden
den trein tot Vlissingen.
Bij hel te Utrecht afgenomen
examen voor de akte nuttige hand
werken slaagden o.a. onze stadgenooten
de dames A. C. van der Assen, J. van
Gooi, H. E. Braam en W. A. M.
Driessen.
De twee leerlingen der Amers-
foortsche industrie- en huishoudschool,
mej. G. Jonker en mej. C. Onnes al
hier, die dezer dagen hel examen voor
de akte fraaie handwerken hebben
afgelegd, zijn beiden geslaagd.
De heer D. Houtzaager behaalde
het einddiploma aan de Middelbare
Technische School te Amsterdam.
Tot secretaris der plaatselijke
afdeeling van het Ned. Onderw. Ge
nootschap is in de plaats van den
beer A. Veen, die als zoodanig had
bedankt, gekozen dè heer E. Linden-
hovius.
Tot bestuurslid werd voorts ge
kozen de heer A. Pot.
Wij zagen gisterenavond voor het
perceel waarin Bunte's vischhandel
een partij kabeljauw, als wel nimmer
hier is aangevoerd. Voor de menage
der militairen werd duizend pond aan
gekocht.
Ondanks het slechte weder
speelde een Belgisch elftal der geïn
terneerden j.l. Zondag op bet veld aan
den Leusderweg tegen V. V A. en
sloeg deze vereeniging met 6—2. Door
de Belgen werd mooi spel te zien ge
geven, hetgeen van V. V. A. niet ge
zegd kan worden.
Vrijdagavond wordt in «Amicitia®
een Fransche variété-avond gegeven
door bekende Parijsche artisten als
Mari Georgey, cbanteur-fantaisiste de
l'Eldorado, Marietta Chambilly diseuse
a voix de la Scala, André Roger,
chansonnier humonste, Harry Cower
typique comique, la Maridor et son
danseur du Moulin Rouge.
Weg met de absinth.
De Fransche Kamer heeft Vrijdag
de wet die den verkoop en het fabri-
ceeren van absinth verbiedt aange
nomen.
Iedereen, die de bijzondere nadeelige
gevolgen kent van bet voortdurend
gebruik van absinth, die lichtgroene
Fransche drank, in hooge glazen ge
serveerd en onafscheidelijk verbonden
aan het karakter van de Boulevard-
cafés te Parijs, zal hel besluit toe
juichen. Het is, evenals het wodky-
verbod in Rusland, een der heilzaamste
resultaten van den huidigen oorlog.
De absinth bevat 70 a 80% alcohol
en de gevolgen van het gebruik over
treffen in hevigheid van bersenbederf
verre die van alcoholmisbruik, door
dat de absinth nog andere bestand-
deelen bevat, getrokken uit bitteren
alsen, hysop, pepermunt, enz.
RECLAME.
voorname jongelieden in achtelooze, gemakkelijke houding om ons
heen en dan de heerlijke verzen door een Grieksehen slaaf in
het latijn voorgelezen, bevattende de heldendaden der Trojaansche
en Grieksche strijders, de beschrijving der gevechten en het lief
en leed van helden en vorstelijke personen. En dan de opmer
kingen van het gezelschap, het geruischloos loopen der slaven die
fijne gebakjes en heerlijke dranken ronddienden. Het was om
nimmer te vergeten. Ook naar de arena ging ik gaarne, alleen
in den laatsten tijd kon het mij niet meer behagen. Bij een der
voorstellingen stond Petro snel op en wenkte Lucretia en mij
mede te gaan. Ik was verwonderd en draalde een weinig. Petro
vatte mij echter eenigszins ruw bij den arm om mij maar te
haasten mede te gaan. Zoo snel kon ik evenwel niet opstaan of
een akelige gil trof mijn oor en ik zag een schoon meisje handen
wringend in het circus staan. Een hevig gebrul van wilde dieren
volgde. Petro trok mij mede, Lucretia zag doodsbleek en beefde
hevig. Later vernam ik, dat de vader van dit meisje door de
leeuwen verscheurd was geworden. Hij was uit Judaea als krijgs
gevangene naar Rome gezonden. Hij werd voor de wilde dieren
geworpen en zijn lot werd later dagelijks gedeeld door honderden
en duizenden die de Romeinsche veldheeren uit dat ongelukkige
land naar Rome opzonden. Het is afschuwelijk. Lucretia en Petro
vonden het ook vreeselijk en vermeden sedert dien tijd de arena.
Wij gingen dikwijls roeien op vijvers en meren. Welk een
fraaie boot hadden zij. Vergulde boorden en met zilver beslagen
riemen. Lucretia strekte zich gewoonlijk gemakkelijk uit op een
bed van welriekende bloemen, dat door een fijn weefsel overdekt
was. Heerlijk reukwerk verspreidde een aangenamen geur en ook
aan snarenspel ontbrak het niet. De jongelieden, die ons verge
zelden, kortten ons den tijd met allerlei geestige invallen, of
zeiden ons tal van aangename dingen."
„Wel, wel," hernam Civilis. „Ik hoor al dat mijn zusje er
in Rome en Misenum een goed leventje van heeft genomen.
Wisten die jonge lieden dat gij een Bataafsche waart?"
„Neen, Petro had met zijn gewone voorzichtigheid wel gezegd
dat ik een Germaansche was, maar hij had een stam genoemd,
waarvan ik den naam zelf voor het eerst hoorde. Trouwens zij
zouden mij toch niet lastig gevallen hebben omdat ik de zuster
van den vermaarden Civilis was," antwoordde Claudia lachend.
„Zij niet," hernam Civilis, „maar anderen misschien wel. Zij
konden u wel als gijzelaar gehouden hebben, ten einde invloed
op uw broeder, den opstandeling te kunnen oefenen. Spraken de
Petroniussen veel over mij?"
„Oh, ja, en dikwijls met lof. Petro had bij het begin van den
opstand reeds tegen iedereen gezegd, dat hij u zeer goed kende.
Misschien was dit van den anders zoo voorzichtigen man, wel een
beetje onvoorzichtig. Hij roemde u als bijzonder schrander, zei,
dat gij het Romeinsche rijk groote diensten hadt bewezen en
dat gij dus wel ernstige redenen van ontevredenheid moest heb
ben om te handelen zooals gij nu deedt. Hij zei, dat hij nimmer
een niet-Romein ontmoet had, die het latijn zoo vloeiend sprak
en las als gij. Dat hij als leverancier van paarden en levens
middelen voor de Romeinsche burchten aan den Beneden-Rijn
menigmaal zaken met u gedaan had en dat gij steeds blijken
hadt gegeven van groote eerlijkheid."
„Wel dat was nog al aardig van hem," hervatte Civilis. „Het
is waar ik heb door zijn tusechenkomst menig paard en groote
voorraden levensmiddelen aan de Romeinsche burchten geleverd
en wij danken een gedeelte van onzen rijkdom aan die leveranties.
Hij heeft echter daardoor ook veel geld verdiend en de weelde
welke gij hem in Rome hebt zien ten toon spreiden, spruit voor
een groot gedeelte voort uit de gelden welke hem in Neder-
Germanië in den buidel vloeiden.
Hij is altijd een vriend van ons geweest. Mijn armen broeder
Julius Paulus toonde hij reeds veel vriendschap en toen hij dan
ook vroeg of gij niet eenigen tijd bij hem mocht komen door
brengen, meende ik met het oog op de dingen, welke hier op
het eiland zouden gebeuren niet te moeten weigeren en zoo gingt
gij naar Rome, genoot daar, zooals gij mij verteld hebt en thans