L
implex
J
De Niet-Officieele Noteering der
THERMOGENE
D. KAMPERMAN,
WATTEN
WIE
WIE
WIE
WIE
CYCLOÏDE.
AMERSFOORT.
Advertenriën.
J. A. GOVERS,
Schoenen naar maat.
SLOTIIOUWÈR'S BOEKHANDEL.
Amsterdamsche Beurs; de Officieele Noteering
FINANCIEEL NIEUWS- EN UITLOTINGSBLAD
Avontuur van een trouwlustige
vluchtelinge I
Men schrijft uit een Geldersch stadje
aan De Tijd:
Sinds eeDige maanden is hier in
pension een jonge Belgische vluchte
linge, die >óór den oorlog buiten Den
dermonde een klein landhuisje be
woonde met een keukenmeid alleen.
Haar ouders zijn dood, en broers of
zusters heeft ze niet.
De fortuin echter had haar niet
misdeeld, want behalve over haar land
huisje met vriendelijk tuintje beschikte
ze over een aardig kapitaaltje, dat ze
zoo gelukkig was veilig mee te bren
gen naar Holland.
Een paar maanden geleden vernam
ze de treurige tijding, dat baar vroe
ger verblijf totaal was verwoest.
Wat er van haar dienstbode mag
geworden zijn, heeft ze, ondanks alle
nasporingen, niet vermogen te achter
balen.
Van lieverlee raakte ze aan haar
verlaten toestand gewoon, en rijpte
de gedachte bij haar, om ook later
niet meer naar België terug te keeren,
omdat het leven in Holland haar wel
beviel.
Levenslustig en vroolijk van humeur
echter als ze is, drukte het alleen-
zijn-op-de-wereld haar zwaar op het
hart. Indachtig aau het schoone woord
«Het is niet goed. dat de mensch alleen
zij", vooral niet in den vreemde, zon
ze op middelen om hier te lande een
eigen haard te stichteD.
Maar of ze de sterren al uit den
hemel keek, de Jacobus, dien ze ver
leidde, daagde maar niet op.
En ze nam haar toevlucht tot den.
meer en meer gebiuikelijken weg.
Hoe prettig vond ze het. toen ze
het bewijsnummer van het veelgelezen
blad kreeg, waarin de advertentie
prijkte. «Een beschaafde en zeer ont
wikkelde jonge dame, vluchtelinge, mei
flink vermogen, doch alleen op de
wereld, zoekt langs dezen meer en
meer. enz.
Dat was »zij<! Nu »hij« nog I
Drie dagen wachtte ze vol onge
duld
Eindelijk, 's Donderdagsavonds,
bracht de laatste post een dikken
brief van de courant, waarin vele
brieven zaten, op wier enveloppe
prijkte het motto «Oprecht*.
Blij als een kind op een Sint Nico-
laasmorgen, opende ze met bevende
hand de surprises.
Zes, zeven, acht brieven waren al
spoedig verslonden, doch bij elke
nieuwe enveloppe, die ze openbrak,
voelde ze de leegte van den tegenslag
in haar hart groeien.
De eene illusie na de andere werd
formeel kapot geslagen.
Vlug verslond ze nog den laatste
der minnebrieven, en toen... wierp ze
bet heele zoodje tegen de wereld en
barstte in een schaterlach los.
Daar lagen ze.
Zes drukkers en zeven juweliers!
Samen dertien
Het ongeluksgetal!
Ze schopte ze met haar voet weg
en toch boden baar allen in de meest
hoffelijke en allerminzaamste termen
en bewoordingende een bun fraaie
sorteering engagementsringen, de an
deren de levering van bun verlovings-,
ondertrouw-en trouwdrukwerken aan,
als ze haar Jacobus mocht hebben
gevonden, waaraan.... natuurlijk geen
hunner twijfelde.
Twee dagen later kreeg ze een
postquitantie van f 5.60 voor geplaatste
advertentiën.
Wij lezen in de Kampioen:
Rijwieltochlen langs rustige wegen
Meer dan eenig ander vervoermid
del heeft het rijwiel er toe bijdragen,
om Nederland door de Nederlanders
te doen ontdekken.
Toen in 1883 onze Bond zijn eerste
rijswijzer uitgaf, kenden 99 pCt. der
Nederlanders van ons land weinig
anders dan enkele voorname plaatsen,
die men per spoor bezocht, wat daar-
tusschen lag, was terra incugnita, zoo
zeer zelfs, dat die eerste reiswijzer
een kolom bevatte ter vei melding van
den datum, waarop de wegen «ver
kend" waren. En die kolom vertoonde
zeer groote gapingen.
Het rijwiel heeft in dit opzicht een
ware omwenteling teweeggebracht en
aan duizenden en duizenden de schoon
heid van ons land geopenbaard.
Daar wordt wel eens beweerd, dat
dit nu weer tot het verleden behoort,
dat het rijwiol wel verbazend veel
voor practische doeleinden wordt ge
bruikt, maar dat bet, wat het toeris
me betreft, door de auto is verdron
gen.
Niets is minder waar.
Ongetwijfeld heeft het automobiel
toerisme een ontzaglijke vlucht ge
nomen. Voor groute reizen is het
motorrijtuig een onwaardeerbaar ver
voermiddel, dat de vrijheid van be
weging, die het rijwiel biedt, paart
aan bet comfort en de snelheid van
den spoortrein. Het groot aantal trip
tieken voor alle landen van Europa,
door onzen Bond uitgegeven, bewijst
dan ook wel, hoe ijverig het groot-
toerisroe per auto wordt beoefend.
Maar de bemoeiingen van ons Hoofd
consulaat bewijzen met niet minder
telligbeid, dat de auto naast bet
ij wiel, niet inplaats daarvan,
is gekomen Nog evengoed als voor
heen, vroegen onze leden tallooze dou-
anekaarten, reisplannen, enz., voor
buiten landsche tochten per rijwiel, tot
het uitbreken van den oorlog daaraan
voorloopig een eind maaklee, eri ieder
die veel op de wegen verkeert, weet
bij ondervinding, dat er haast geen
wegje in ons land is, waar men niet
telkens en telkens toeristen per rij
wiel tegenkomt.
Toch is het niet tegen te spreken,
dat nog veel te veel wielrijders hun
tochten beperken tot enkele groote
wegen, waarvan het berijden in de
laatste jaren nu juist niet aangena
mer is geworden. Nog bij zeer velen
is bet niet genoeg bekend, dat men
le intieme schoonheid van ons land
het best leert kennen op de kleinere
binnenwegen en bet allerbest op de
rijwielpaden door bosch en heide,
waarvan de aanleg, vooral in de laatste
jaren, zoo krachtig door onzen Bond
is bevordetd.
Ten einde hieraan meer bekendheid
te geven, zal onze Bond binnenkort
een nieuw werkje doen verschijnen.
Om te beginnen worden daarin de
provinciën Utrecht en Gelderland be
handeld, die zulk een overvloed van
natuurschoon aanbieden, en waar zoo
veel gelegenheid is om van de groote
wegen af te wijken. Er wordt een
lange route beschreven van Amsterdam
door het Gooi en over de Noordelijke
Veluwe naar den Gelderscben Achter
hoek en terug meer Zuidolijk over
Arnhem, Utrecht en langs de Vecht.
Tusschen uit- en terugweg zijn eenige
verbindingswegen aangegeven, waar
door tal van kleinere tochten zijn
samen te stellen, terwijl natuurlijk
ook vele andere combinaties mogelijk
zijn. Voor bet ontwerpen daarvan kan
Deel I van den Reiswijzer goede dien
sten bewijzen.
Het boekje zal een aantal illustratiën
bevatten, terwijl ten behoeve van de
duizenden Bondsleden, die het pracht
werk «Ons Eigen Land" bezitten, op
tal van plaatsen verwezen wordt naar
de voortrfielijke afbeeldingen, die
daarin voorkomen,
In den loop van het voorjaar zal
bet boekje uitkomen. Juist nu de om
standigheden het maken van buiten-
landsche reizen bezwaarlijk makeo,
zal het, naar wij vertrouwen, zeer velen
er toe brengen, de wel eens miskende
schoonheid van ons eigen land te
leeren kennen en waardeeren.
KECLAHË.
Ieder geniet op zijn manier. Wie op een
Simplex Cj'cloïde-Rijwiel rijdt, geniet het meest,
want hij freewheelt het langst en behoeft zijne
machine nimmer te laten verstellen.
Geen conen of cups, spieën of contramoer,
70°/o wrijvingsbesparing. Onverslijtbaar.
Vraagt geïllustreerde Prijscourant.
AMSTERDAM, Overtoom 271.
~^7~ exteg'en.-w-ooxd.ig-ex
Bekroningen.
Breda 1870. Utrecht I9U1.
VOORHEEN W. UTENS,
LaDgestraat 119.
Eerste klasse Reparatie-Inrichting.
Specialiteit in Rijlaarzen.
De nieuwste en beste vermenigvuldiger van
hand- en machineschrift. Afdrukken van
het origineel niet te onderscheiden.
Voorhanden In
Tal van gunstige getuigschriften liggen
ter Inzage.
der AMBTERDAMBCHE en HAAGSCHE BEURZEN, hebben
thans vervangen de «Lijst van Yraag en Aanbod» in 't
FINANTiIFFT. NÏFTIWS- FN IITTI nTINf-SDI k n
waarvan Proefnummers, op aanvraag aan 't Bureel: Bilder-
dijkstraat 98, Den Haag, kosteloos worden toegezonden.
't FINANCIEEL NIEÜWS- EN UITLOTINGSBLAD verschijnt eiken Dins
dag in 4 it 6 papina's en bevat alle Uitlotingen (waaronder die van kleine Ge
meenten, Waterschappen, Kerken enz.) Rente-betalingen, Nieuwsberichten, Pro
ducties, in één woord alle wetenswaardigheden op financieel gebied; het geeft
geregeld hoogst interessante Hoofdartikelen en Benrsverslagcn uit Binnen- en
Buitenland, terwijl gratis advies in de rubriek Beantwoordingen verstrekt wordt.
Prijs slechts
ƒ2.50 per jaar
waarin begrepen de
geregelde kostelooze controle
tot 100 nummers van uitlootbare fondsen.
In de laatste maanden o.a.De Financieele Crisis in Brazilië; Het Staats
bankroet van Mexico en zijne gevolgenDe financiën van Spanje; Insolvente Staten
De vooruitzichten der Rubbermarkt; De Amerikaansohe Sporen en de Interstate
Commerce Commission; De Financiën van BulgarijeDe Wereldproductie van Goud
Onze Scheepvaartwaarden; onz.
TOTAAL
adverteert wordt wijd en zijd bekend.
adverteert ontvangt aanvragen en bestellingen.
adverteert beurt geregeld geld.
adverteert kan zijn leveranciers betalen en heeft
[zyn brood.
Wie adverteert, komt beslist vooruit.
"V
Bestrijdt met goed gevolg Rhumatiek, Bron
chitis, Keelpijn, Lendenpijn, Pijn in de
zjjdc, Stijven nek en alle aandoeningen
door koude veroorzaakt.
In doozen van 75 ets. en in doozen van
40 ets. bij alle apothekers en drogisten.
in de linkerhandaan de andere zijde stond Germanieus in zijn
zegenwagen. Claudia las: „Signis recept. Devict. Germ."
„Juist," zei Sorana, „en wat beteekent dat in onze taal?"
„De standaarden zijn herkregen en de Germanen onder
worpen."
„Knap gedaan, Claudia, gij kent goed Latijn naar ik hoor.
Dit stukje heb ik nu reeds meer dan dertig jaar en ik zou het
niet gaarne missen, het herinnert mij steeds aan dien genoeg
lijken tijd. Wat was er toen een drukte en beweging in deze
streken. Tal van voorname Romeinsche mannen en vrouwen
waren er. Germanieus had zijn schoone vrouw Agrippina bij
zich maar ook de onderbevelhebbers Cecina, Piso en zoo vele
anderen hadden vrouwen bjj zich. Wat een weelde. Wat een
reeks van feestelijkheden tusschen de oorlogsbedrijven door.
Dagelijks kwamen de schepen met prachtige kleederen, reuk
werken, lekkernijen, fijne wijnen, den Rijn afzakken en voor
zagen al de voorname Romeinsche mannen en vrouwen van
weeldeartikelen en middelen tot genot ten einde hen schadeloos
te stellen voor hun verblijf zoo ver van het geliefde Rome.
Zang en snarenspel werd overal gehoord. De dappere en
toch zoo zachtzinnige Germanieus, de schoone en beminnelijke
Agrippina deden een juichtoon opgaan, waar zij verschenen.
Mijn vader was in de lijfwacht van Germanieus opgenomen en
ik was haast bij elk feest tegenwoordig, natuurlijk slechts als
toeschouwster, maar ik genoot toch mede.
„Toen gij uit Rome terugkwaamt, zijt gij met Brinio's vader
gehuwd, niet waar vroeg Claudia.
„Ja, niet lang na mijn terugkomst. Ik ontmoette hem te Lug-
dunum. Hij was rijk, maar hield niet van do Romeinen. Hij
heeft dit later meermalen getoond, ook dien keer toen hij keizer
Caligula zoo beleedigde. Gij weet daar immers van?"
„Wie zou dat niet weten. De stoute daad van uw man is
bekend door geheel Germanië, door geheel Gallië en wordt ten
zeerste bewonderd. Toen men in Rome vroeg, wie is die Brinio?
was het antwoord: Weet je het niet, dat is de zoon van dien
Kaninefaat, die Caligula en dan volgde een onderdrukt
gelach. De Romeinen die voor den monsterachtig wreeden, half
krankzinnigen Caligula hadden moeten kruipen, verheugden zich
dat die tiran door den moedigen Kaninefaat ten aanhoore van
zijn gehcele leger zoo diep was beleedigd."
„Ja, het was een moedige daad van mijn man. En ik was
de oorzaak dat het voorval plaats had. Jaren achtereen had ik
den lof gezongen van Germanieus en Agrippina en van den
kleinen Cajus, die met zijn soldatenlaarsjes te Colonia Agrippina
door het kamp scharrelde en de lieveling was van het geheele
leger. Wist ik, dat die Cajus tot zulk een monster was opge
groeid? Wel had ik er van gehoord, maar ik kon het niet ge-
looven. Evenmin wist ik, dat de kleine Agrippina, de dochter
van Germanieus zulk een slecht schepsel was geworden. Wie
had ooit kunnen denken dat de kinderen van zulke edele ouders,
zoo door en door bedorven konden wezen? Wat had ik mijn
man niet dikwijls gesproken over Germanieus en zijn gezin. En
toen kwam Cajus, groot geworden en als keizer van het wereld
rijk. Mijn hart ging open toen ik hoorde, dat hij Neder-Germanië
zou bezoeken. Ik zou en moest hem zien. Ik zag hem dan ook,
maar van verre. Mijn man echter stond bij hem, toen hij naar
het strand gekomen was om den overtocht naar Brittanje te
ondernemen. Dat hij een wreedaard was geworden, zooals de
wereld misschien nog nimmer had gekend, wist mijn man reeds,
maar toen het flauwe spel met de schelpen begon, welke de
dappere krijgers op bevel van den keizer in hun helmen
moesten scheppen als een teeken, dat hij, de keizer, een over
winning op de zee had behaald en toen de keizer blijkbaar vol
vrees voor de zee terugdeinsde en van den hoog opgevijzelden
tocht naar Brittanje werd afgezien, toen ontdekte mijn man
onder al die keizerlijke praal, al die schijnvertooning, datgene
wat een Germaan boven alles haat, namelijk lafheid. Hij voelde
dat die Caligula, de beheerscher der wereld, die monsterachtige
wreedaard, een lafaard was. (Wordt vervolgd.)