Nederland en de Oorlog.
BINNENLAND
Plaatselijk Nieuws.
Gemengd Nieuws.
Het Engelsche weekblad begint met
te constateeren dat er ongetwijfeld in
Engeland en, zegt het, dus a fortiori
in Dnitschland, Oostenrijk en-Frankrijk
een toenemend gevoel is van een
steeds grooter wordenden afstand tus
schen de belangen van de regeerders
en die van de geregeerden.
Het belang om het publiek aan te
moedigen (inplaats van het door pers-
censuur af te schrikken) van het vor
men van een meening, op natuurlijke
wijze over de doeleinden van den oorlog,
kan moeilijk worden overdreven, meent
«The Economists. Als b.v. «The Times®
gelijk heeft met baar bewering, dat de
hoofdbedoeling van Engeland met den
oorlog is het machtsevenwicht in
Europa te bewaren, dan is het denk
beeld van sommige kringen dat er moet
doorgevochten worden totdat Duitsch-
land en Oostenrijk uiteengerukt (dis-
men bered) zijn, ontoelaatbaar, want
daardoor zou het Europeesche Even
wicht volkomen zijn verstoord.
De ware belangen van Engeland,
België en Frankrijk (men lette op dat
»The Economist® Rusland niet noemt)
zijn sop het vroegst mogelijke oogen-
blik een veiligen en duurzamen vrede
tot stand te brengen.®
Hieitoe is noodig shet volle herstel
van België en van Frankrijk met een
regeling van de Elzas-Lotharingsche
quaestie, terwijl voorzoover den oos
telijke kant betreft, er een compromis
moet komen tusschen bet beginsel
van nationale autonomie en het be
ginsel van behoud, voorzoover moge
lijk, van de bestaande inrichting van
Europa». Geen uiteenrukking of on-
noodige vernedering dus van een der
oorlogvoerenden, die weerstand tot
het uiterste zouden veroorzaken. «Hoe
langer de oorlog duurt, des te meer
zullen de volken, afgescheiden van
hun regeeringen, zich gaan verzetten
tegen bet bloedbad, dat dag aan dag
en week aan week zoo vele duizen
den gezinnen verwoest».
Het weekblad zegt dat het duidelijk
is, dat Oostenrijk-Hongarije reeds nu
als financieel bankroet moet worden
beschouwd en meent, dat dit binnen
afzienbaren tijd ook van Duitschland
zal moeten gezegd worden.
Engeland's ervaring van den Boe
reu-oorlog toont de moeilijkheid van
schadeloosstellingen aan en reeds
daarom zullen op financieele gronden
zij, die, zooals het weekblad zelf,
wenscben schadevergoeding te doen
toekomen aan de Belgen, de Polen
en de Serviërs, goed doen, nauwgezet
de gevolgen van de bitter-end-politiek
te overwegen, die men nog steeds
onder de verbondenen hoort aan be velen.
De kosten van twee maanden oorlog
voering zouden voldoende zijn om de
verwoeste landstreken weder op de
been te helpen. «Zeker zou aldus
besluit het artikel een volkomen
economische uitputting van Midden-
Europa en van haar staats-scbatkisten
een soort van waarborg geven tegen
een snelle hernieuwing van de be
wapeningen. Maar zulk een politiek
opent een langen ellendig vooruitzicht
op revanche-oorlogen. En zou er niet
een steviger zekerheid tegen bewape
ningen verkregen worden door rede
lijker middelen en door de toepassing
van slaatsmanswijsheid op hetgeen ten
slotte toch evenzeer een financieele
en een staatkundige als een militaire
zijde heeft? Wellicht mogen deze op
merkingen gepast schijnen nu de be
handeling van bet budget (in hel
Engelsche Parlement) nadert.»
De „Katwijk".
Naar wij vernemen heeft de Duit-
sche regeering uit eigen beweging
aan den Nederlandschen gezant een
verklaring van de volgende strekking
gedaanNóch bij haar, nöch bij de
Duitsche marine beeft, zooals vanzelf
spreekt, eenige bedoeling bestaan, dat
een aanval op een Nederlandsch schip
zou worden, gedaan. Men neemt niet
temin de mogelijkheid aan, dat ten
gevolge van een ongelukkig toeval
de Katwijk« dooreen Duitsche onder
zeeboot is in den grond geboord. Aan
stonds na het bekend worden van
net gebeurde is door de Duitsche re
geering een onderzoek bevolen, en zij
verzoekt aan die van Nederland, mede-
deeling te doen van de door deze
ontvangen offtcieele rapporten betref
fende de feilen, die aanwijzingen kun
nen opleveren. Indien het onderzoek
uitwijst, dat de «Katwijk door een
Duitsche duikboot is in den grond
geboord, dan zal de Duitsche regeering
niet aarzelen haar levendig leedwezen
te betuigen en volledige schadeloos
stelling toe te zeggen. Hand.bl.
Oef goederenvervoer van en naar
Duitschland.
Uit Winterswijk wordt gemeld:
In de laatste dagen is de aanvoer
van steenkolen veel grooter dan sedeit
eenige weken het geval was, toen de
aanvoer van cokes opvallend over-
heerschend was lu het bijzonder viel
het op, dat er tal van wagens met
bruinkool-briketten aankwamen, iets
wat sedeit het uitbreken van den
oorlog niet voorkwam.
Over het algemeen was het goe
derenvervoer ook de vorige week zeer
bevredigend. In weerwil van de beide
Paaschdagen bedroeg 't aantal binnen
komende wagens kolen enz. ruim 1200
of 100 meer dan de week tevoren,
terwijl ook de aanvoer van diverse
goederen iets meer was en 344 wagens
bedroeg. Behalve een groot aantal
wagens met stukgoederen, zagen we
tal van wagens met gietijzer, ketslag,
patentkali, kalk, papierstof, cement,
enz.
De uitvoer naar Duitschland is vrij
wat verminderd, maar toch worden
boter, eieren en vooral groenten in
groote hoeveelheden verzonden.
Passagiersverkeer op zee stopgezet.
De directie der Maatschappij Zee
land, te Vlissingen maakt bekend, dat
op last van de Engelsche regeering
bet passagiersvervoer van en naar
Engeland gedurende een week wordt
gestaakt.
Gesloten grens.
Maandagochtend mocht de stoom
tram van Maastricht naar Brnssel de
Belgische grens bij Vroenhoven niet
passeeren.
Het verkeer met België is zoowel
te Vroenhoven als aan andere grens
plaatsen voorloopig stopgezet.
Een buitenkansje.
Door het legerbestuur moet bepaald
zijn, dat alle militairen, die deelnemen
aan de soldalenmenage, gedurende de
eerste 4 dagen van hun verlof boven
hun soldij ook de vergoeding wegens
het niet gebruik maken van levens
middelen zullen genieten Aan deze
bepaling moet terugwerkende kracht
worden verleend tot 1 December 1914.
400,000,000 steenen.
Naar de T. Ct. verneemt heeft de
Fransche regeering op verschillende
fabrieken langs de Waal 400 millioen
steenen aangekocht, dadelijk na den
oorlog a contant te leveren.
Oude Zilverbons.
Naar men mededeelt, ligt het in
de bedoeling om de gelegenheid tol
inwisseling van de oude zilverbons,
welke nog in de circulatie zijn ge
bleven, binnenkort wederom open te
stellen en wel voor eenige maanden.
De inwisseling zal echter uitsluitend
kunnen plaats hebben bij den agent
van het Ministerie van Financiën te
Amsterdam, tot wiens kantoor mits-
diens zij, die nog zilverbons bezitten,
zich persoonlijk of schriftelijk zullen
hebben te wenden. Door bijvoeging
van een postwissel met postzegel aan
zijn eigen adres zal men de toezen
ding van het bedrag, waarop men
lecbt beeft, zeer vergemakkelijken.
Inkomstenbelasting.
Belanghebbenden zij er op gewezen,
dat op 1 Mei a.s. de wet op de Rijks
inkomstenbelasting in werking treedt
Up dien dag vervalt de wet tot
heffing eener belasting op bedrijfs-
en andere inkomsten, terwijl alsdan
de wet op de vermogensbelasting in
dien geest wordt gewijzigd, dat van
ver mogens, die minder bedragen dan
f 161)00 geen belasting meer ver
schuldigd is.
Vroeger was alleen van een ver
mogen beneden f 13000 geen belasting
verschuldigd.
De Bloeiubollenvelden.
't Was Zondag zeer druk in dn
bloembollenstreek tusschen Haarlem
en Leiden. De stoomtram reed met
dubbel materieel en kon nog alle
passagiers niet vervoeren. De goederen
wagens waren vol geladen. Vooral
Lisse en Hillegom telden duizenden
bezoekers. De hyacintben worden zeer
spoedig afgesneden, maar de eerst
volgende weken zal er nog veel moois
te zien zijn, daar nu de tulpen be
ginnen te bloeien, 't Is jammer, dat
de vraag naar bollen in het najaar
niet meer toeneemt. Dat kan nog
veel grooter zijn in ons land en de
kweekers zouden daarin eenige ver
goeding kunnen vinden, nu de buiten-
landsche handel door den oorlog zoo
veel geringer is.
Aan de uitnoodiging op de
namiddaglhee door de plaatselijke
afdeeling der yereeniging voor Vrou
wenkiesrecht gedaan, hadden Zater
dagmiddag een 40-tal dames gevolg
gegeven door op den bepaalden tijd
in hotel Reichmann aanwezig te zijn.
Freule Wichers uit Amsterdam zou
het doel van het internationaal con
gres van vrouwen te 's-Gravenhage
te houden op 28, 29 en 30 April uit
een zetten. Ze begon met te zeggen
dat er veel belangstelling voor dit
congres is en stelde hierop de vraag:
Waarom in deze dagen eeD inter
nationaal congres voor vrouwen? Heb
ben ze dan niets beters te doen?
Waarvoor die drukte? die geldver
spilling? Speekster zou trachten deze
bezwaren te ontzenuwen.
In Mei of Juni 1914 zou dit con
gres gehouden worden te Berlijn,
doch door den oorlog kwam er voor
loopig niets van en werd het werk
gestaakt. Aan het comité voor inter
nationale belangen in ons land werd
nu gevraagd toch bijeen te komen
Velen waren er vóór en velen er
tegen. Verscheidene vrouwen hadden
aan Mevrouw Jacobs geschreven het
congres bijeen te roepen om een pro
test te doen hooren tegen dat vreese-
lijke moorden, gevolg van dezen oorlog.
Ze had vele bezwaren, doch eindelijk
heeft ze de poging gewaagd en vele
vrouwen waren bet eid over te komen.
Het voor-congres in Februari te Am
sterdam gehouden was mooi. Daar
waren reeds 5 Engelsche, 4 Duitsche,
3 Belgische en 30 Hollandsche vrou
wen bijeen gekomen. De Duitsche en
Belgische vrouwen reikten elkaar als
zusters de hand. Het voorloopig pro
gramma is hier ook vastgesteld.
Festiviteiten zullen natuurlijk ach
terwege blijven. Ook valt de wijze
van oorlogvoeien, enz. buiten het
congres. Begonnen zal worden met
te bespreken de grondbeginselen van
de vredesbepalingen. In Engeland is
ook vergaderd en daar is aangenomen
■lat het maken van wapenen alleen
in handen van den Staat mag zijn
en niet in die van particulieren.
Op het congres in Den Haag zal
dan worden aangedrongen op wapen
stilstand, op een scheidsgerecht en
een verzoenmgsraad, op internationali-
pressie, d. i. een land dwingen toi
scheidsgerecht door sociale en ecouo
mische maatregelen
Den 2en dag zal o.a. ter sprake
komen: contióle van Buitenlandsche
politiek en wel gecontroleerd door de
volksvertegenwoordiging bestaande uit
mannen en vrouwen.
Voor Nederland is vooral van belang
de bespreking van art. 80 van de grond
wet, benevens de art. 57, 58 en 59
Andere onderwerpen zijn: Anexa-
tie, oorlog en het standpunt der vrou
wen, verantwoordelijkheid der vrou
wen, het afvaardigen van vrouwen
naar de conferentie voor den vrede
en nog andere onderwerpen.
Wat voor practisch nut dit congres
zal hebben, weien we niet. 't Is alleen
maar een pogen. Op bet voorloopig
congres zeiden de Duitsche vrouwen
Help ons, want het is zoo niet langer
te dragen. Op bet congres zullen aan
wezig zijn afgevaardigden uit bijna
alle landen, alleen Fransche vrouwen
zullen er niet zijn. Dit niet uit anti
pathie. doch omdat ze over Engeland
moeten komen, daar 10 dagen ver
blijven en dan pas hier kunnen komen,
waardoor ze te veel tijd zouden kwijt
zijn en thans kunnen ze niet zoo lang
gemist worden.
Vergeet vooral vandaag niet een
Emmabloempje te koopen. Gij belpi
er den grootsten vijand onzer samen
leving de tuberculose mee be
strijden.
Aan het Militair Hospitaal alhier
is werkzaam gesteld de reserve-officier
van gezondheid J. A. A. Hermans.
Gisterenmiddag omstreeks 12 uur
viel een 6-jarig knaapje al spelende
in de Kortegracnt.
Een der soldaten van de hoofd
wacht L. van der Veen uit Veenwouden
sprong terstond te water.
In de Maandagavond gehouden
vergadering der kiesvereeniging «Ge
loof en Liefde» werd besloten voor
de verkiezing van 11 leden voor het
kiescollege der Ned. Herv. kerk in
overleg te treden met de kiesvereeni
ging «Waarheid en Vrede®.
Op Juliana-dag, tevens den jaar
dag van Prins Charles, den tweeden
zoon van den Koning der Belgen, zul
len in het geïriterneerdenkamp bij
Soesterberg groote sportfeesten plaats
hebben.
Toonkunst.
Was het Maandagavond met de
generale repetitie voor de Toonkunst
uitvoering niet bijster vol in Amicitia,
Dinsdag was het in dit opzicht veel
beter. Er werd goed gezongen, niet
alleen door het koor, doch ook door
de solisten. Mevr. Kamerling heeft
een prachtig geluid en zingt zeer
zuiver. Ook de beer Tobi werd met
groot gsnoegen gehoord, en was in zijn
volle kracht. De begeleiding liet niets
te wenschen over.
Op de gisteren gehouden vee
markt werden aangevoerd 21 stuks.
Prijsguste koeien f 140.tot f175.
kalfkoeien f200.tot fdOO. kalf-
vaarzen f140.tot f180. pinken
f60.— tot f70.—.
Het Vaderland roept U voor
mogelijke verdediging van Uw
bodem. Toont Uw daadwerkelijke
Vaderlandsliefde en wordt: „Vrij
willige Landstormman".
De nalatenschap van Lord Rotschild.
De nalatenschap van lord Roth
schild, die den 31slen Maart op 74-
jarigen leeftijd, overleed, wordt voor
loopig op 2.500.000 pond. d. w. z.
ongeveer 30 millioen gulden geschat.
Het zal echter nog eenigen tijd duien,
eer men het bedrag met juistheid
heeft berekend, daar het in fondsen
over de gebeele wereld is verspreid.
Daardoor valt het juist in dezen tijd
moeilijk te overzien.
In zijn testament laat hij een jaar-
lijkscho toelage van 60.000 gld. aan
zijn oudsten zoon achter, aan zijn
weduwe een bedrag van 1.200.000 gld.,
al z(jn juweelen en persoonlijke be
zittingen en bet gebruik van zijn pa
leis in Piccadillystraat.
Hij machtigt de executeurs van zijn
testament zekere legaten uit te kee-
ren, «met het oog op den oorlogs
toestand."
Voort heeft hij elk van zijn twee
broeders met 60.000 gld. bedacht
dezelfde som ontvangen ook de kin
dereu van zijn zoon en dochterferwijl
1 800.000 gld. aan die dochter zelf
wordt nagelaten.
Brief uit den mobilisatietijd.
Oost-Vlasdorp. Zondag.
Ventjelief!
In antwoord op je laatsten brief
Deel ik je mee, dat we allebei
Gezond rnaar arm zijn net als jij!
De reden, dat ik je niet schreef,
Is niet: dat 'k niks meer om je geef!
Wees maar gerust! Ik ben je vrouw
En 'k vind geen man zoo lief als jou
Maar 'k heb 't zoo druk, m'n beste Jan,
Dat 'k haast geen uur meer missen kan,
Nou 'k jou verdiensten missen moet
Al krijg ik wat van 't Rijk vergoed
Is armoe troef dal snap je, vent
Wij waren 't ook zoo goed gewend!
En somtijds zit ik zóó in nood
Claudia en Coelius keken elkander even aan.
Claudia zag in Coelius oogen dat deze dacht: „Hm, daar ben
ik nog zoo zeker niet van als Brinio verneemt van een zekeren
Petilius."
Claudia keek angstig; zij werd gekweld door de gedachte dat
het welzijn van haar geslacht en haar volk van haar gedrag
afhing. Verstiet zij dezen minnaar, dan verstiet zij ook den bond
genoot van haar volk.
Gelukkig klonk op dit oogenblik de voetstap van Nanthilde
op de kiezelsteentjes. Zij kwam Sorana vertellen dat de maaltijd
gereed was.
Sorano stond op en noodigde Claudia en Coelius uit haar te
volgen. „Brinio zal wel reeds binnen zijn," zeide zij.
Verheugd dat aan het pijnlijk gesprek een einde was gekomen,
lieten Claudia en Coelius zich niet lang nooden; zij stonden vlug
op en volgden Sorana naar de hoeve.
Omstreeks denzelfden tijd dat Claudia en Coelius Sorana's
hoeve binnengingen om den maaltijd te gebruiken, reden op
een twintigtal uren afstands, langs den hoogen Rijnoever tusschen
Griuues en Vada twee op Romeinsche wijze uitgedoschte krijgs
lieden van hoogen rang. Zeker, terwijl Claudia in gedrukte
stemming naast Coelius voortliep, had zij geen flauw vermoeden,
dat zij juist op dat oogenblik het onderwerp van 't gesprek uit
maakte tusschen die beide voorname krijgsoversten daar aan den
hoogen Rijnoever.
„Wel Briganticus," zei de rijkst uitgedoschte, die niemand
anders was dan Petilius, terwijl hij zijn paard een weinig in
hield en daardoor beter op zijn gemak kon praten, „wel Brigan
ticus, hoewel ik natuurlijk uw machtige hulp ten zeerste waar
deer, en hoewel Rome u veel dank is verschuldigd, ten eerste
voor de dappere hulpbende welke gij ons toevoert, ten tweede
voor de uitstekende inlichtingen welke gij door uw bekendheid
met deze geheele streek ons verschaft, moet ik toch als mensch,
als man opmerken, dat ik niet begrijp hoe gij, de Batavier,
de spruit van koninklijken stam, ons, de Romeinen, kunt
helpen tegen uw eigen volk, uw eigen geslacht. Sedert ik u
ken, koester ik groote achting zoowel voor uw moed, als voor
uw beleid, uwe beschaving en fier karakter en juist daarom
begrijp ik uw gedrag niet."
Een donker rood steeg Briganticus in het knappe gelaat.
„Welke beweegredenen kan iemand hebben, die een vijand
van zijn volk en geslacht wordt?" vroeg hij met doffe stem,
terwijl zijn wenkbrauwen zich fronsten en zijn oogen strak voor
zich staarden.
„Welke beweegredenen," hervatte Petilius, „wel laten wij
1
zeggendorst naar goud, buitensporige eerzucht, haat, liefde.
I)at zullen wel de voornaamste zijn. Zouden de uwe daarbij
behooren?"
„Zij zijn er bij," hernam Briganticus somber. „Welke denkt
gij dat het zijn?"
„O," hervatte Petilius, „voor een man van karakter, en dat
zijt gij, is de eerste, dorst naar goud, zeker geen reden. De
tweede zou mogelijk zijn, hoewel ik niet begrijp hoe uw eer
zucht grooter loon zou wachten bij Rome dan bij de uwen.
Eerzucht zal dus ook wel niet de reden zijn. Er blijven dus
liefde en haat."
„Juist, liefde en haat. Liefde voor haar, haat tegen hem,"
hernam Briganticus met een dreigenden blik in de oogen en een
van drift bijna klanklooze stem.
Petilius keek hem een oogenblik ernstig aan.
„Ik dacht wel, dat er een vrouw in het spel was. Uw liefde
werd zeker niet beantwoord, uw haat geldt den minnaar, die
gelukkiger was dan gij waart."
„Neen, gij raadt slechts ten deele goed. Ik wil u echter zeggen,
hoe de verhouding is. Als knaap had ik als speelkameraadje een
meisje van mijn leeftijd en van buitengewone schoonheid. Zij
was eigenlijk mijn moei, want haar oudere zuster was mijn
moeder. Als kinderen hielden wij veel van elkander en het was