NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad NÉT
voor do Provincie Utrecht. |pj
FEUILLETON.
No. 31
Woensdag 28 April 1915.
44e jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDA6.
BINNENLAND
DE SCHOONE BATAAFSCHE
A!
Aangezien ons gebleken is dat er onder onzen
naam zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht
worden, zoo berichten wij dat op al onze Naai
machines nevenstaand handelsmerk moet voor
komen. Men late zich onder welk voorwendsel
ook geen nagemaakte Lewenstcin' machine aan
praten. Voor Amersfoort en Omstreken ecnigste
Agent W. KOMMER, Krowmestraat 24, Amersfoort.
De Firma A. LEWENSTE1N
UTRECHT, CHOORSTRAAT 14.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden toet Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 00.
ADVER1 ENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regsl meer 7'/, Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Is
den
boekhouden noodig voor
middenstand?
(INGEZONDEN.)
De wereldoorlog, die nu reeds bijna
negen maanden woedt, heeft een alge-
heele ontwichting van het maatschap
pelijk leven veroorzaakt.
Wel bet allermeest heeft de mid
denstand daaronder geleden en wie
weet hoe lang nog hij er onder zal
lijden den middenstand werd al dien
tijd en wordt heden ten dage nog niet
alleen zeer groote schade berokkend,
docb hij wordt bedreigd met alge-
heelen ondergang.
Daarom zijn er middelen beraamd
om hem daarvoor te behoeden, hem te
steunen, zoodat. wanneer het maat
schappelijk leven zijn gewonen loop
herneemt, ook de middenstand zal
kunnen terugkeereu tot zijn gewonen
doen.
Onder voorgaan van de Landsre-
geering getuige de op 13 Maart
te 's-Gravenhage gohouden vergade
ring heeft het niet ontbroken aan
pogingen om de uitermate benarde
positie, in welke de middenstand is
geraakt, te verbeteren.
Bij het beramen dier middelen is
men evenwel gestuit op even vele als
groote bezwaren; bezwaren, die men
vroeger wel heeft vermoed, doch die
pas thans in een helder daglicht zijn
geplaatst.
Eén dier bezwaren is: boe komt
men tot een zuivere beoordeeling der
credietwaardigheid van een zaak, van
haar of hem die deze zaak drijft?
Door informatie komt men al een
heel eind; maar een informatie is
meestal gesteld in zeer algemeene be
woordingen en de grenzen, welke daar
bij zijn te trekken, zijn in 't algemeen
erg rekbaar.
Daarom moeten de gegevens wor
den verzameld op andere wijze, een
aan welke men meer houvast heeft.
Welnu, daarin is men geslaagd door
inzage van en controle over de boek
houding.
Doch daarvoor moet, als wel van
zelf spreekt, een boekhouding van de
zaak aanwezig zijn.
Evenwel, in hoe weinig middenstaods-
zaken zelfs grootere treft men
een eenigzins schappelijke boekhou
ding aan?
Begreep iedereen het nul eener
boekhouding namelijk dat zij is de
geschiedenis, van uur tot uur, van
dag tot dag, van maand lot maand,
van de zaak en dat uit haar alle
gegevens kunnen worden geput, welke
dienstig kunnen zijn voor den bloei
der zaak dan zou het boekhouden
veel meer algemeen worden ingevoerd
en, waar het wordt toegepast, met
oneindig grooter zorgvuldigheid wor
den beoefend.
Juist op de kleintjes moet meo
passen. Geen postje, boe klein ook,
mag ontbreken.
Dit wordt helaas! veel te weinig
ingezien. Veel te veel beschouwt men
boekhouden als een tjjdroovend en
kostbaar onding.
En toch moet in elke midden-
standszaak worden boekgehouden.
Want klanten, die niet contant be
talen, moeten toch op bepaalden tijd
na een week, een maand, een
kwartaal er eens aan worden
herinnerd, dat zij nog iets schuldig
zijn. Het is ondoenlijk, al die kleinere
en grootere bedragen te onthouden
zij moeten te boek gesteld en na
zekeren tijd behooren uit die aan-
teekeningen de week-, maand- of
kwartaal-nota's te worden geschreven.
De noodzakelijkheid om aaoteeke-
ning te houden van alle handels-trans-
actiën springt nóg meer in bet oog
als men denkt aan de wettelijke ver
plichting om de balans op te maken,
dat is na te gaan om men in het
boekjaar heeft gewonnen, dan wel
verloren en op welk artikel men winst
maakte en aan welk men verloor.
Het opmaken van een inventaris
van den goederenvoorraad is niet zoo'n
groote kunst, want dien voorraad kan
men zien, tellen, wegen, enzoovoort,
en door routine en vakkennis kan men
zoo ongeveer de waarde berekenen.
Veel moeilijker wordt het echter
wanneer men naast dien inventaris
lijst wil opmaken van alle nog uit
staande vorderingen. Heeft men daar
van geen aanteekening gehouden dan
is het ondoenlijk, zulk een lijst saam
te stellen het menschelijk geheugen
is niet zóo veelomvattend, dat het al
die vorderingen kan onthouden. Wor-
iden nu zulke te innen vorderingen
niet nauwkeurig te boek gesteld, dan
worden vele er van dubieus dat
wil zeggenhet is hoogst twijfelach
tig, dat zij binnenkomen en hier
door gaat veel winst verloren en is
de mogelijkheid volstrekt niet uitge
sloten, dat de winst wordt omgezet
in verlies.
Maar niet alleen moet men zorg
vuldig aanteekening houden van het
geen men heeft te vorderen, doch óok
van hetgeen men beeft te betalen,
opdat men niet alleen rekening kan
houden met den tijd waarop zoo'n
schuld moet worden gedelgd (verval
dag van den wissel) maar óok met
het crediet, dat men heeft.
Een goede boekhouding leert zoo
wei den toestand der zaak kennen als
haar credietwaardigheid beoordeelen.
De vraag: als boekhouden noodig
voor den middenstand kan dan ook
slechts worden beantwoord met:
abroodnoodigmeer nog, allernood
zakelijkst*.
Men zal wellicht tegenwerpen, dat
men niet op de hoogte is met de
administratie, dat het bijhouden van
een boek veel te veel tijd vordert,
dat men reeds zóo veel jaar z'jjn
zaken dreef zonder boek te houden
toch altijd precies op tijd do wissels
kon betalen, nu ja, dat er in die
jaren heel wat tusschen kade en schip
verdween maar dit alles is slechts
een praatje voor de vaak en met
deze verkeerde wijze van zaken doen
moet en kan ook worden gebroken.
Voor iedere zaak is een eenvou
dige en tegelijk doeltreffende boek
houding samen te stellen.
Bovendien is er overvloed van ge
legenheid om zich op de hoogte te
stellen van boekhouden, getuigen de
overal ingestelde Middenstands-cur
sussen.
De Middenstands-credietbanken die
in dezen tijd van geweldige crisis zijn
opgericht, hebben dit bezwaar óok
onder de oogen gezien en het meeren-
deel dier Banken zoo niet alle
is bereid, ook hierin de behulpzame
hand te bieden aan de middenstan
ders, wier vakopleiding een geheel
andere is dan die van het jongere
geslacht en die zich wellicht voor bun
vakgenooten geneeren om hun on
kunde wat administratie betreft te
erkennen en dus geen gebruik durven
maken van de cursussen.
Welnu, middenstanders maakt nu
toch gebruik van de gelegenheid, welke
U wordt geboden om met heel ge
ringe moeite een volkomen juist inzicht
in uw zaak te krijgen.
Wendt u in vol vertrouwen tot ben,
die belangloos begrijpt en ver
staat ge dit goed? hun uw hulp
aanbieden, die waarlijk niet komen
als potkijkers, doch die u willen helpen
de gevolgen van deze nooit gekende
crisis te boven komen.
Aanvaardt de toegestoken hand eer
hel te laat is.
Doet gij dit niet, dan hebt gij bet
aan uzelven te wijten als gij reddeloos
verloren geraakt en het ite laat!* u
zal vervolgen op al uw schreden.
Wat moet ik in de nieuwe Rijks-
inkouistenbelasting betalen?
Omtrent de nieuwe Rijks-inkomsten
belasting, die 1 Mei a.s. in werking
treedt, laten wij hier eenige bijzonder
heden volgen
Als iemands inkomen stelt de wet
vast:
le. onroerende goederen;
2e. roerend kapitaal;
3e. onderneming en arbeid
4e. rechten op periodieke uitkee-
ringen van bet leven afhankelijk.
Niet echter bet geheele inkomen
wordt belastbaar gesteld, doch alleen
de «zuivere opbrengst* van het in
komen.
En dit vindt men door elke bron
van inkomsten te verminderen;
a. met de kosten ter verwerving,
inning en behoud der opbrengst en
b. met de op de opbrengst rustende
lasten, zooals;
de beprijfs- en beroepskosten, waar
onder worden verstaan de kosten,
noodig voor de uitoefening van een
bedt ijf of beroep, of rechtstreeks daarop
betrekking hebbende, met inbegrip
van kosten van onderhoud, verschul
digde renten en belastingen, die op
het bedrijf of beroep drukken;
de volgende kosten, voor zoover zij
niet reeds als bedrijfs- en beroeps
kosten in aanmerking komen: de
kosten van verzekering en onderhoud,
van onroerende goederen, uitkeerin-
gen wegens opstal, of ander zakelijk
recht, krachtens hetwelk de belasting
plichtige het genot van onroerende
goederen heeft, op onroerende goede
ren rusten de belastingen en uitkee-
ringen, wegens daarop gevestigde
schuldplichtigheid, kosten van verhu
ring of verpachting van onroerende
goederen, kosten vallende op de ver
zilvering van coupons, kosten van
beheer.
Van de onzuivere opbrengst van een
bedrijf of beroep worden bovendien
afgetrokken de afschrijvingen op zaken,
die voor de uitoefening van het be
drijf of beroep worden gebruikt en de
afschiijvingen op schuldvorderingen,
een en ander, volgens goed koopmans-
gebruik.
Traktementen en andere beloonin
gen, alsmede verlof- en nonactiviteits-
traktementen, wachtgelden en pen
sioenen worden verminderd met ver
plichte bijdragen voor pensioenen en
fondsen.
Uit sub b 2e alinea blijkt, dat ook
Historisch romantisch verhaal.
20)
Met het hoofd voorover gebogen stond Brinio bij de bank te
wachten. Zijn gelaat klaarde op toen hij Claudia zag komen.
Hij kwam snel naar haar toe en haar beide handen grijpende,
zei hij: „Dank je Claudia, voor je komst, je begrijpt dat ik
behoefte had je te spreken en als moeder er bij is, gaat dit
moeilijk. Had ik nu maar den tijd, dan had ik mijn gelegenheid
afgewacht, maar eigenlijk is het beter dat ik hedennacht dan
dat ik morgen vertrek."
„Dank mij niet te zeer," antwoordde Claudia eenvoudig, „ik
kom hier op je dringend verzoek, niet uit eigen verlangen."
„Claudia," hervatte Brinio, „ik heb behoefte ernstig met je
te spreken. Het is zoo vreemd alles. Ik begrijp er niets meer
van. Zijt gij nog dezelfde Claudia van Batavodurum. Zijt gij
niet in uw gevoelens veranderd. Is Brinio nog altijd de man,
dien gij u tot echtgenoot wenscht? Gij weet toch wel dat uw
broeder mij beloofd heeft, dat ik uw man zou worden en gij
hebt niet „neen" gezegd, Claudia. Spreek Claudia. Spreek dan toch
Claudia, denkt gij nog over mij zooals toen?"
Wat moest zij antwoorden. Hij had haar handen gegrepen,
die handen, welke Petilius zoo bewonderde en welke hij nimmer
ophield te streelen en te drukken. Ook Brinio scheen die handen
een begeerlijk bezit te vinden, want Claudia voelde den warmen
druk, welken hij gaf. Zij waagde het een blik op zijn gelaat te
werpen en haar hart kromp ineen toen zij een glans van blij
geluk daarop zag. Zoo opwekkend had reeds haar enkele tegen
woordigheid op hem gewerkt.
„Lieveling," fluisterde hij, terwijl hij zijn krachtigeu arm,
welke de schrik van Nerviers en Romeinen was en haar broeder
zulke groote diensten had bewezen, om haar hals sloeg.
Een rilling ging Claudia door de leden. Niet omdat het
Brinio was, want welk meisje zou zich niet gelukkig rekenen
door zulk een aanzienlijk, dapper jonkman omarmd te worden,
maar de gedachte dat niemand dan Petilius het recht had haar
op deze wijze te omvatten, deed haar van ontroering trillen.
Zij draaide zich snel om en ontwond zich daardoor aan
Brinio's omhelzing.
„Dat niet," ontsnapte aan haar lippen.
„Dat niet?" vroeg Brinio ontstemd. „Is dat zooveel, mag ik u niet
omhelzen, gij die binnenkort, naar ik hoop, mijn vrouw zult wezen."
„Och, spreek daar toch niet van," hernam zij in verwarring,
terwijl een paar angstige oogen hem uit haar bleek gezichtje
aanstaarden.
„Het is nu heelemaal geen tijd voor zoo iets," vervolgde zij
in verwarring: „denk aan den hachelijken toestand waarin mijn
volk en mijn geslacht verkeert. Wie
„Oh, is hot dat," hernam Brinio, merkbaar verlicht. „Oh, dat
is waar, ik dacht meer aan mijzelven dan aan de uwen. Claudius
was zeker in sombere stemming toen gij Batavodurum verliet?"
„Hij was vol moed," hervatte zij, blijde dat zij Brinio's ge-
dachtengang naar Claudius' doen en laten had afgeleid. „Maar
toch was hij bezorgd voor de toekomst."
„Alles zal terecht komen," hernam Brinio, „let op wat ik u