NIEUWE *Êf Nieuws- en Advertentieblad yÈjT voor de Provincie Utrecht. |B| FEUILLETON. DE SCHOONE BATAAFSCHE No. 44. Woensdag 2 Juni 1815. 44e jaargang vrA&jrccsvwsite. De Firma A. LEWEN STE1N VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. DE OORLOG. Aangezien ons gebleken is dat onder onzen naam zeer ondengdelijke Naaimachines verkocht wordon, zoo berichten wij dat op al onze Naai machines nevenstaand handelsmerk moet voor komen. Men late zich onder welk voorwendsel ook geen nagemaakte Lewcnstein' machine aan praten. Voor Amersfoort en Omstreken eenigste Agent W. KOMMER, Krommestraat 24, Amersfoort. UTRECHT, CIIOORSTRAAT 14. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever O. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 00. ADVER1 ENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/, Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De opmarsch van het Italiaansche leger. De militaire medewerker van de Times deelt het een en ander mede met betrekking tot de vermoedelijke aanvankelijke krijgsoperatiën van het Italiaansche leger. Eerst wijst hij er op, hoe de Italianen onmiddellijk tol het oflensief zijn overgegaan en dat dus de mobilisatie van het Italiaan sche leger waarschijnlijk was voltooid, toen de diplomatieke betrekkingen met Oostenrijk werden afgebroken. De mobilisatie is voor Italië een moeielijko aangelegenheid, vanwege de in verband met de breedte oneven redige lengte van Italië, vanwege het gering aantal spoorwegen en vanwege het feit, dat sommige dier spoorwegen blootstaan aan een aanval, omdat zij in de onmiddellijke nabijheid van de kust liggen. Het gevaar door deze laatste omstandigheid geschapen, is inmiddels reeds door het optreden der Oostenrijksche vloot bewezen. Het gevaar kan, volgens de man van de Times, echter afdoend worden be zworen, doordat de zeemacht der bondgeriooten veel sterker is dan die van Oostenrijk en doordat de Italiaan sche vloot op haar hoede is. Hij ducht dus Diet, dat de operatiën van het Italiaansche leger aan de kust belem merd zullen worden door de vijande lijke vloot. De opmarsch van de Italiaansche troepen naar de Isonzo kwam niet onverwacht. Daar is de voornaamste linie voor een grooten aanval op Oosten rijk en de Times-man noemt bet een gunstig verschijnsel, dat de Italiaan sche troepen dadelijk de grens zijn overgetrokken en met goeden uitslag oprukken op Oostenrijksch grondge bied. Zij zullen daar den kracbtigen steuh vinden van den Italiaansche vloot, die zoo noodig de landing van Italiaansche troepen van de Adriatiscbe zee uit kan steunen ter aanvulling van den opmarsch van Friuli uit. Hei gebied aan de Isonzo moet uiterst geschikt zijn voor operaties over een breed front. De gevechten op de andere deelen van het front aan de Italiaansch- Ooslenrijksche grens moeten ten doel hebben, in Zuid-Tirol en in de Karische Alpen zooveel mogelijk Oostenrijksche troepen vast te houden, om den op marsch aan de Isonzo te doen slagen. De deelneming van Italië aan den oorlog gaat de medewerker van de Times voort is een ernstige klap voor de Oostenrijkscb-Duitsche strategie, die alles had gezet op een overwinning in Galicië in de hoop, dat zulk een overwinning de Italianen onzijdig zou doen blijven. Waarschijnlijk bevindt zich de hoofdmacht van bet Oostenrijksche leger in Galicië. Er liggen kleinere afdeelingen tegenover de Servische en de R®emeensche grens, om den loop der dingen af te wachten, en er bevindt zich ook een reserve te Temesvar, in Hongarije, maar feitelijk de geheele Oostenrijksche strijdmacht wordt daardoor vastgehouden en het is niet bekend, dat meer dan enkele van de nieuwe Oostenrijksche divisies en een lichting van de tweede en de derde reserveklasse ter beschikking zijn tegen Italië. Zuid-Tirol en de Karische Alpen zijn zeer gemakkelijk te verdedigen en indien de genoemde reservetroepen voldoende worden ge steund door artillerie zullen zij het wel kunnen stellen, maar aan de Isonzo is meer noodig en dientenge volge zal Oostenrijk wel verplicht zijn, om ten einde zijn stellingen daar te behouden, troepen te onttrekken aan het Galiciscbe front. De Oostenrijksche troepen zijn daar echter zoover van honk, dat er be trekkelijk geruimen tijd zal verloopen, voor zij zijn overgebracht naar het zuidwestelijk oorlogsterrein, afgezien nog van het feit, dat zij tengevolge van de hevige verliezen tegen de Rus sen aanmerkelijk zijn verzwakt. Er hangt van de voordeelen, in Galicië te behalen, echter zooveel af, dat de Oostenrijkers er misschien toch niet toe zullen overgaan, hun troepen daar noemenswaard te verzwakken, en verwacht kan worden dat zij aan de Isonzo en in Trente zullen trach ten met de beschikbare geringe strijd krachten in hun loopgraven en ver schansingen van den vijand tegen te houden. De man van de Times acht bet waarschijnlijk, dat het Italiaansche leger te sterk zal blijken voor zulk een tactiek. Toenemend besef van den ernst des tijds. Er is in de laatste weken een merk waardige verandering gekomen in de opvatting vari bet publiek in Engeland, ongeveer gelijktijdig met de vorming vad het nieuwe kabinet. Doordat de vijandelijkheden plaats hebben ver van de Engelsche kust, bestond er eemge geneigdheid om den oorlog min of meer luchthartig op te vatten. Daarin is eene besliste verandering gekomen. De indruk van de verklaringen van staatslieden en de pers omtrent de gebiedende noodzakelijkheid van zeer nauwe samenwerking en van krachtige inspanning van alle klassen der maat schappij doordringt het land en legt een stevigen grondslag voorden arbeid van bet nieuwe kabinet. Ook de kerk van Engeland beeft zich aangesloten bij deze nationale beweging. In een vergadering van de bisschop pen van Engeland en Wales, die te Londen is gehouden, zijn resoluties aangenomen, waarin de overtuiging wordt uitgesproken, dat de huidige oorlog een strijd is voor gerechtigheid en vrijheid en een beroep wordt ge daan op de natie, dat zij al haar geestelijke, moreele en materieele krachten zal inspannen, teneinde den oorlog met succes voort te zetten. De bisschoppen gaven aan de regeering de verzekering, dat zij wenschen met al hun invloed de maatregelen te steunen en te bevorderen, die de regeering noodig mocht oordeelen om de kracht en de werkzaamheid van mannen en vrouwen in het land tot de grootste activiteit en samenwerking op te voeren. Er bestaat grond voor bet vermoe den, dal door de leiders van andere gezindten een soortgelijke oproep zal worden gedaan. De bladen bevatten een groot aantal brieven van menschen uit alle klassen der maatschappij, waarin onmiddellijke invoering van dienstplicht wordt be pleit als het beste middel om den vijand spoedig een verpletterende nederlaag toe te brengen en waarin verder wordt verklaard, dat de regee ring het tot opoffering bereide volk slechts behoeft te vragen om te krijgen wat zij verlangt. De redevoeringen in een groote unionistische partijmeeting te Londen ademden denzelfden geest van natio nale eensgezindheid. Bonar Law zette uiteen welke omstandigheden geleid hadden tot vorming van een werkelijk nationale regeering en verklaarde: »Wij strijden voor alles, dat den strijd waard isnationale eer, heilig heid van verdragen en de zaak der vrijheid en menschelijkheid Met nadruk herhaalde hij hetgeen reeds dikwijls sinds het begin van den oorlog gezegd is, n.l. dat alle partij- wenschen op het oogenblik ter zijde zijn gesteld voor het groote doel »een zegevierende beëindiging van den oorlog." Hoe de Duitichers zaken doen. De Britsche «ooggetuige! beschrijft het optreden der Duitschers in Noord- Frankrijk en zegt: De Duitschers laten geen gelegenheid voorbijgaan om zoo veel mogelijk voordeel te trekken uit de streken welke zij bezetten. In een stad legden zij onder voorwendsel dat er geen oorlogsschatting betaald was, beslag op alle beschikbaar mout en verkochten dit aan de brouwers ter plaatse tegen contant geld, op voor waarde dat een derde van al bet gebrouwen bier ter beschikking van de Duitscbe troepen zou staan. Er werd in requisitie-bons voor betaald. Zij eischten insgelijks alle wijnen en alcoholische dranken op en verkochten ze aan enkele bandelaren onder wie de oorspronkelijke eigenaars, die aldus voor bun eigen bezit moesten betalen. Een andere methode om het geld van de inwoners af te persen is onlangs door een gevangene medegedeeld De Duitschers beweren overal spionnen te zien, die zij er van beschuldigen met de geallieerden in verbinding te staan. Voor deze denkbeeldige ver grijpen, waarvoor zij geen bewijzen hebben leggen zij de steden en de omgeving belastingen op. Te Lens vielen onlangs zes granaten op het station. De stad werd daarom beboet met 3000 mark per projectiel of 18.000 mark in totaal. Eeo gedeelte van deze som werd onder de soldaten verdeeld, van wie elk 7'/» mark iu geld en anderen buit ontving. De resultaten van dergelijke afpersingen worden in de uitbetalingsboeken van de manschappen genoteerd. Twintig oorlogsverklaringen. De verschillende oorlogen in den huidigen wereldkamp begonnen: 1 Oostenrijk tegenServië28Julil914. 2 Duitschland tegen Rusland 3 Aug. 3 Duitschland tegen Frankrijk 4 Aug. 4 Engeland tegen Duitschland 5 Aug. 5 Duitschland tegen België 5 Aug. 6 Oostenrijk tegen Rusland 7 Aug. Historisch romantisch verhaal. 30) „Zeer zeker," antwoordde Coelius. „Dat doet mij genoegen," hernam Claudius, „het zou mij ernstig spijten als het anders was. Ik hoop dat zij van die ge negenheid nog eenmaal pleizier mag hebben. Gij hebt Cerealis nooit gezien, wel?" „Neen," antwoordde Coelius. „Dat begrijp ik," zei Claudius eenvoudig, met een glimlach om de lippen. Coelius zag dien glimlach en begreep maar niet wat Claudius op een bijzonder vroolijke gedachte bracht. Weer waren eenige dagen verloopen. Civilis was nog aan de Nabalia. Hevige herfstregens hadden de rivieren doen zwellen. De verschillende stroompjes benoorden de Nabalia waren tot een groote rivier samengegroeid, welke boven Batavodurum uit den Rijn vloeide, en Cerealis, die een einde aan den oorlog begeerde te maken, had zich laten verlokken en was met zijn geheele krijgsmacht aan de overzijde van den Rijn gekomen. Hij was op voor hem zeer gevaarlijk terrein, op een smalle strook gronds ingesloten tusschen de Waal en den door Civilis geschapen stroom, terwijl dat terrein, nog doorsneden werd door de Linge. Civilis had zich in de onmiddellijke nabijheid van de Nabalia sterk genesteld. De Overrijnsche volken, die nog gemakkelijker dan tot heden den Rijn tusschen Batavodurum en Trajectum konden-overkomen, omdat deze rivier aldaar door het water, dat bij Batavodurum wegvloeide, aanmerkelijk smaller en minder diep was geworden en die bovendien verlokt waren door de hoop op buit, welke opgewekt was door de jongste overwinning welke Cerealis' galei in Velleda's bezit had gebracht, waren weer in grooten getale Civilis toegestroomd. Deze was met die nieuwe hulp niet bijster ingenomen. Ten eerste was een groote troepen macht hem thans van' geenerlei nut en ten tweede waren zijn Batavieren van die Overrijnsche volken niet meer gediend. De Batavieren, die nu eerst recht de lasten van den oorlog begonnen te gevoelen, door het plunderen en verwoesten der hoeven, zeiden dat het beter was door Romeinsche keizers dan door Gcrmaansche vrouwen geregeerd te worden. Met dit laatste bedoelden zij den invloed dien Velleda op den gang der zaken oefende. Ook meen den zij dat men het niet verder moest laten komen. Tegen slavernij te strijden, was wel goed maar een enkel volk kon niet de slavernij van de geheele wereld verdrijven. Welk een gering gedeelte van het heele menschdom waren de Batavieren Konden zij met grond verwacl^en het tegen Rome te kunnen opnemen? Als van hen geen schattingen werden geëischt, maar alleen jonge lieden en mannen om als krijgers te dienen, was dat het naast aan de vrijheid. Civilis toonde zich dan ook volstrekt niet ingenomen met de Germaansche hulpbenden en weigerde beslist den Germaanschen bevelhebbers eenigen invloed op den gang der zaken toe te staan. Intusschen begonnen de rivieren buiten hare oevers te treden en op sommige plaatsen het eiland onder water te zetten. Cerealis begon in een hachelijken toestand te geraken. Rondom zijn leger plaats stond alles blank en Julius Victor en Verax zorgden er voor dat geen schepen met levensmiddelen en krijgsvoorraad den Rijn af konden komen. Cerealis had aan alles gebrek en het liet zich aanzien dat weldra de honger in zijn kamp zou rondwaren. Civilis wist zulks en de Germaansche bevelhebbers eveneens. Deze drongen er bij Claudius op aan dat hij thans zijn slag zou slaan en het leger van Cerealis vernietigen. Civilis wilde echter niet. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1915 | | pagina 1