NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad jëT
voor de Provincie Utrecht. |jp
FEUILLETON.
No. 52.
Woensdag 30 Juni 1915.
14e jaargang.
De Firma A. LEWENSTEIN
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
DE OORLOG.
BINNENLAND
PRINSES THEUDESINDE.
W14IS€lfWW«.
Aangezien ons gebleken is dat er onder onzen
naam zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht
worden, zoo berichten wij dat op al onze Naai
machines nevenstaand handelsmerk moet voor
komen. Men late zich onder welk voorwendsel
ook geen nagemaakte Lewenstein' machine aan
praten, Voor Amersfoort en Omstreken eenigste
Agent w. KOMMER, Krommestraat 24, Amersfoort.
UTRECHT, CII OORSTRA AT 14.
Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephooun. 69.
ADVER1ENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/, Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Het Duitsche volk wil vrede.
Het centraal orgaan van de Duitsche
sociaal-democratische partij de »Vor-
wartsa is verboden, wegens het pu-
bliceeren van een manifest, waarin
bij de Duitscbe regeering aangedron
gen wordt, stappen te doen om tot
een onvervvijlden vrede te komen,
zonder annexatie van vijandelijk grond
gebied.
Het volk wil geen annexatie, heet
het daarin, het volk wil den vrede.
Duitschland, dat getoond beeft on
overwinlijk te zijn, behoort den eersten
stap te doen tot sluiting van vrede.
In naam der menschelijkheid eiscbt
het partijbestuur van de regeering,
dat zij haar bereidwilligheid toone tot
vredesonderhandelingen om aan de
bloedige worsteling een einde te
makeD.
Het partijbestuur besloot reeds 7
Mei tot openbaarmaking van dit ma
nifest. Maar de uitvoering werd uit
gesteld door het ingrijpen van Italië.
Na het succes der Duitscbe wapenen
in Galicië ging het partijbestuur tot
de uitvoering over.
De officieuse »Norddeutsche Allge-
meine Ztg.« schrijft:
Deze poging, om op de beslissing
der regeering vooruit te loopen, zal
in het buitenland een ongewenschten
indruk maken, alsof men in Duitscb-
laDd den oorlog moede is, wat niet
het geval is, en zal de hoop onzer
vijanden opnieuw verlevendigen. Zoo
dra het verloop der militaire gebeur
tenissen en de politieke toestand het
uitzicht opent, dat met succes vredes
onderhandelingen kunnen worden aan
geknoopt, zal de regeering het hare
doen.
Voorloopig bestaat er voor het
Duitsche volk slechts één parool
.Volhouden.,
Steenkoleunood in Duitschland.
De oorzaak van de schaarscbte in
steenkolen ligt hierin, dat veel Duit
sche mijnwerkers onder de wapenen
zijn geroepen. De bruinkolen-briket
ten, die vooral ter vervanging der
kolen uit Opper-Beieren gebruikt
worden, zijn betrekkelijk nog bet best
te krijgen, ofschoon door gebrek aan
wagens wel eens vertraging ontstaat.
Aothraciet is bijzonder schaarscb,
daarentegen gaat de levering van
cokes vrij vlot, ofschoon de sorteering
minder nauwkeurig is dau anders.
Cokes zijn hierom ruim te verkrijgen,
daar met het oog op het winnen van
benzol en toluol voor militaire doel
einden en van ammoniak voor den
landbouw groote hoeveelheden cokes
moeten gefabriceerd worden. Daar die
fabrieken met groote onkosteo wer
ken, stijgt noodwendig de prijs der
producten.
Oostenrijks geldmiddelen.
Geld is er in overvloed in Oostenrijk,
zeide volgens de »Times« een bankier,
dat wil zeggenpapieren- en zilver
en nikkelgeld. De dubbele monarchie
heeft sedert het begin van den oorlog
meer dan 3600 millioen gulden aan
papier uitgegeven, maar het goud tot
dekking van het papier is van 840
millioen tot 3ö0 miliioen geslonken.
Als de oorlog ophield en morgen
de vrede geteekend werd, zou Oosten
rijk onmiddellijk bankroet gaan. Het
zou aan zijn schuldeischersll percent
kunnen uitkeeren, niet meer. Duitsch
land zou ook bankroet gaan, maar
't zou 15 a 16 percent kunnen uit
keeren.
De oorlog móést komeo.
Ongedekt crediet.
Maar tegenover de uitgifte van
papier boven de fondsen, die men
vindt, staat iD Duitschland de elders
slechts als uitzondering voorkomende
crediet-overschrijding. Op alle reke
ningen van de talrijke filialen van een
groote bank vindt ge de rubrieken
Blanco und Gedeckter Kredit; van
beide soorten crediet maakt men om
goede redenen één. Wien een crediet
van 10.000 francs geopend is, kan
gemakkelijk 20.000 francs opnemen.
Dan is er nog »Trassierungskredit«
en »Saisonskredit«. Het eerste bestaat
uit bet volgende: De bank geeft den
geen, die om een leening komt, geen
geld, doch vergunt bem op haar een
wissel te trekken, dien de ander ac
cepteert, op conditie, dat bij het be
drag voor den vervaldag zal terug
betalen. Hij laat dien wissel door een
andere bank verdisconteeren, die bet
zelfde jegens de eerste bank doet.
De bank betaalt overigens door
opening van een crediet. Het is hier
een ongedekt crediet en de methode
herinnert aan zuivere wisselruiterij.
Het Saisonskredit is het crediet, dat
meD kooplieden opentom bestellingen
te doen van wareD, die in bepaalde
seizoenen slechts te koop zijn, zooals
mode-artikeleD, pelswerk, hoeden en
confectie. Ook hier een vorm van
ongedekt crediet.
Ziehier den staal van een filiaal in
de provincie van een der grootste
Duitsche banken. Totaal der ver
leende credieten gedurende een jaar:
8.305.000 Mark. Daarvan gedekt cre
diet 6.693.000, niet gedekt 1.612.000.
Een vierde dus aan niet gedekte
credieten.
Het is zelfs geen papier meer, dat
circuleert, geen efïecten, die over-
gekapitaliseerde ondernemingen ver
tegenwoordigen het is een enorme
circulatie van schulden, die men hier
ziet. Men heeft hier het verbluffende
schouwspel: de algemeene schuld,
wonderbaarlijk opgeblazen en in ruil
waarde omgezet.
Het bericht dat Hare Majesteit
de Koningin-Moeder over 14 dagen
het Paleis Soestdijk zal betrekken,
is van allen grond ontbloot.
De bevredigingscommissie.
De bevredigingscommissie inzake
onderwijs heeft zich in haar algemeene
vergadering van Vrijdag beziggehouden
met de bespreking van de rapporten
van eenige barer subcommissiën.
Die besprekingen zullen in een in
de volgende maand te houden alge
meene vergadering worden voortgezet.
Het laat zich, zijn wij wel ingelicht,
aanzien, dat het rapport der Staats
commissie zelve nog wel geruimen
tijd op zich zal laten wacbteD.
De Landstormwet.
Naar het Hbld. verneemt, raakt de
oppositie tegen bet ontwerp-Landstorm
niet het principe der wet, doch komt
zij voort uit de overweging, dat het
ontwerp, zooals het thans luidt, ver
over den oorlogstoestand heen reikt.
Immers de algemeene oefenplicht, zoo
als het ontwerp dien in uitzicht stelt,
zou eerst na 3 of 4 jaar tot de mannen
van 30 jaar kunnen worden uitgebreid.
Daar zelfs de meest deskundige
militairen die opvatting deelen, is het
verklaarbaar, dat in meer dan één
politieke fractie tegen het ongewijzigd
ontwerp zeer ernstige bezwaren rijzen,
zegt het blad.
De »S. D. A. P.« hield Zondag
middag te Utrecht een meeting tegen
het ontwerp-Landstormwet.
Aangenomen werd een motie, waarin
de vergadering zich verklaart te ver
eenigen met het voornemen der Soc.-
Dem. Kamerfractie om tegen bet wets
ontwerp op den Landstorm stelling
te nemen.
Door den Bond voor Staats-
pensionneering is het volgende Adres
verzonden
Aan
Z.Exc. den Minister van Financiën.
Geeft eerbiedig te kennen, de Bond
voorStaatspensionneering,goedgekeurd
bij Koninklijk Besluit van 27 Septem
ber 1902;
dat door het Hoofdbestuur van dien
Bond en de vele leden, die bij het in
werking treden op 3 December 1913
van de artikelen 369 en 370 der In
validiteitswet, door H. M. de Koningin
werden benoemd in de Rentecommis
sies en als tusschenpersonen, veel werd
gedaan, om de gevolgeD te overzien,
die het in werking treden van genoemde
artikelen voor de arme ouden van
dagen had
dat daarbij zeer duidelijk is gebleken,
dat meergenoemde artikelen niet be
antwoorden aan het doel, dat bij de
Tweede Kamer der Staten Generaal
moet hebben voorgezetente voorzien
in den nood van de oude arbeiders
(sters) en van hen, die met de arbei
derspers) gelijk zijn te stellen
dat 't toch in zeer vele gevallen
gebleken is, dat de Ouderdomsrente
ten goede komt aan personen, die
daaraan geen behoefte hebben, en ge
weigerd werd aan hen, die aan armoede
ten prooi zijn
dat immers 70-jarige en oudere loon
trekkers, die na hun 60ste jaar geen
werkgevers hebben kunnen vinden,
omdat zij door jongere werkkrachten
werden verdrongen, en daardoor ge
dwongen werden op andere wijze hun
vak uit te oefenen, of ook wel met
andere werkzaamheden in hunne be
hoeften te voorzien of wier werkgevers
overleden zijn, hunne aanvrage om
rente zagen afgewezen, terwijl aan
anderen voor geringen loondienst, niet
zelden voor een halven dag of enkele
uren in de week, de rente werd toe
gewezen
Historisch romantisch verhaal.
2)
Kort daarop kwam de tijding dat bet gezantschap op weg
was en dat Grimoald als Dodo zou doorgaan voor een armen
neef van den hofmeier van Neustrië, die de betrekking van opper
stalmeester aan het bof bekleedde.
Toen deze tijding ontvangen was, werd besloten dat de jonge
Radboud het gezantschap zou tegemoet reizen en om botsingen
tusschen de aanzienlijke Friezen, die verschillende ambten aan
het hof te Medemblik bekleedden, te voorkomen met de Franken,
had Radboud die zoolang hun afscheid gegeven en vervangen
door Friezen van minder rang. Ook de Friezen die den jongen
Radboud vergezelden op zijn tocht behoorden niet tot de aan
zienlijkste geslachten.
En zoo was alles dus geregeld en zou de uitkomst leeren wat
de persoonlijke gaven van Grimoald op het hart van de prinses
zouden vermogen.
Theudesinde was van alles onkundig gelaten; zij wist alleen
dat er spoedig een gezantschap zou aankomen en dat later hertog
Grimoald zelf te Medemblik zou verschijnen.
Al deze dingen overdacht koning Radboud toen hij op dien
middag door het venster den loop van den weg volgde die langs
de Yliet tusschen welige weilanden door, waarin tal van runderen
graasden, naar het Zuiden liep. Elk oogenblik verwachtte de
koning een helm te zien glinsteren en een ruiter te zien verschijnen.
Zijn trouwe Riolf, die hem in den slag bij Dorestadt bet leven
had gered en van de bekomen wonde daarbij een stijf been bad
overgehouden, was reeds een paar malen de steenen trap op de
binnenplaats opgeklommen en bad om een hoekje naar den koning
gekeken. Eigenlijk had Riolf in last op den westertoren de wacht
te houden en zoodra hij het gezantschap zag door een paar krachtige
stooten op den jachthoorn daarvan kennis te geven, maar Riolf
hield met het oog op zijn stijf been niet bijzonder veel van
trappen klimmen en daarom vond hij het wel zoo gemakkelijk
naar de groote zaal te gaan en door het zuiderraam den weg af
te zien. Mocht hij dan het gezantschap ontdekken dan had hij
tijd genoeg dit door zijn hoorn kenbaar te maken. Tot zijn spijt
bleef zijn meester echter maar steeds voor het venster zitten, en
hoewel hij door Radboud steeds met groote vriendelijkheid en
gemeenzaamheid werd behandeld, durfde hij tooh niet in de zaal
te komen als de koning er was.
HET GEZANTSCHAP KOMT AAN.
Aan het hoofd van een zestal Friezen was de jonge Radboud
den zuiderweg opgereden en na een rit van drie uur zag hij in
de verte een paar helmen blinken, wat hem deed vermoeden,
dat de Franken in aantocht waren. Hij had zich niet vergist;
weldra kon hij een drietal ruiters onderscheiden, die op eenigen
afstand door een zestal gewone krijgers gevolgd werden.
Een der drie ruiters was blijkbaar een geestelijkezijn lang
ruim kleed toonde dit, bovendien reed hij op een muildier. De
twee andere ruiters waren met schitterende helmen getooid en
hadden schoudermantels welke door het rijden opwapperden, waar
bij zij zwaarden met hooge gevesten deden zichtbaar worden. Men
had Radboud ook bemerkt, want de twee gehelmde ruiters zet
ten hun paarden aan en kwamen in galop aanrennen. Weldra
stonden zij tegenover Radboud en hielden evenals deze hun
paarden in.
„De zoon van hertog Radboud, veronderstel ik," zei een der
ruiters een buiging met het hoofd makende.
Radboud boog insgelijks.
„Grimoald, de zoon van Pepijn van Herstal," antwoordde Rad
boud, „niet waar?"
De ruiter kwam nu glimlachend naar hem toe en reikte hem
de hand.